www.wimjongman.nl

(homepagina)


DE KOMENDE GROTE MISLEIDING - DEEL 17: ET vs Bijbelse Scheppingspolemieken

26 september 2023 door SkyWatch Editor

()

Deel 1 - Deel 2 - Deel 3 - Deel 4 - Deel 5 - Deel 6 - Deel 7 - Deel 8 - Deel 9 - Deel 10 - Deel 11
Deel 12 - Deel 13 - Deel 14 - Deel 15 - Deel 16

Voor een mens uit het oude Nabije Oosten werd de zee als extreem gevaarlijk, chaotisch en zelfs buitenaards beschouwd. De zee is ontembaar, onvoorspelbaar en wild. Zeewezens zelf waren symbolische afbeeldingen van de plaats waar ze leefden: de zee. Daarom zien we het symbool van de zee en een groot zeedier/monster/draak herhaaldelijk terug in de religieuze teksten van het oude Nabije Oosten. Voor die mensen was er geen betere voorstelling van dood en chaos.[i] We zien dit idee zelfs opduiken in de Bijbel.

Wat we nu gaan bekijken is algemeen bekend in theologische en wetenschappelijke kringen, maar is om de een of andere reden relatief onbekend in de reguliere kerk. Ik denk dat dit voor een groot deel te wijten is aan de hyperletterlijke benadering van de Bijbel die tegenwoordig in veel kerken wordt aangetroffen, een onderwerp waar we later in deze serie dieper op in zullen gaan. Er zijn veel redenen waarom dit zich in de loop der tijd heeft ontwikkeld. Eén voorbeeld is de populariteit van het lezen van de Bijbel alsof deze geschreven is voor Amerikanen van de eenentwintigste eeuw. De Bijbel is natuurlijk voor iedereen, maar zoals alle oude teksten, is hij geschreven voor de cultuur van die tijd.

Op dit moment zijn we minstens tweeduizend jaar en een halve wereld verwijderd van de oude Joodse cultuur waarin een groot deel van de Bijbel werd geschreven. De beste manier om de Bijbel te begrijpen en te interpreteren is om in de schoenen van de oude schrijver te gaan staan. Wat was er aan de hand ten tijde van het schrijven? Waar had de schrijver mee te maken in termen van concurrerende theologieën? Hoe zag de culturele omgeving er in die tijd uit? Door deze vragen te stellen en naar de tekst te kijken door de ogen van het oude Nabije Oosten, kunnen we een schat aan correct en intelligent eerlijk begrip van de Schrift krijgen.

Dit brengt ons terug bij het idee van een polemiek. Zoals eerder kort werd gezegd, is een polemiek een soort theologische uithaal naar een andere religie of een ander geloof. Deze komen overal in de teksten van de Bijbel voor. Het idee was niet altijd om een letterlijk verslag van iets te geven, maar om de ware God van Israël, YHWH, de eer toe te schrijven. Bijvoorbeeld, in de Baälcyclus vinden we de term "Ruiter op de Wolken" toegeschreven aan Baäl. Maar door de hele Bijbel heen wordt op dezelfde manier naar YHWH verwezen.[ii] Zelfs Jezus Christus verwees op deze manier naar Zichzelf.[iii] Het punt is niet om de eigenaardigheid te beschrijven van God die om de een of andere reden op wolken rijdt. Het punt is om te verklaren dat Baäl niet degene is die de leiding heeft; dat is YHWH/Jezus. Het is een opzettelijke aanval op het geloof dat Baäl eeuwige heerschappij heeft door zijn titel te nemen en die toe te schrijven aan de ware God, YHWH. Dit is slechts één voorbeeld van een polemiek in de Bijbel. Er zijn er nog veel meer.

Enkele van de meest interessante polemieken zijn te vinden in de scheppingsverslagen van de Bijbel. Het idee van polemieken zal ook helpen om enkele verschillende beschrijvingen tussen deze verslagen te verklaren. We kunnen bijvoorbeeld Genesis 1:1-3 vergelijken met Psalm 74:12-7. Ten eerste staat er in Genesis 1:1-3:

In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was zonder vorm en leeg, en duisternis lag over de diepte. En de Geest van God zweefde over het wateroppervlak. En God zei: "Laat er licht zijn", en er was licht. (ESV)

Vervolgens staat er in Psalm 74:12-17:

God, mijn Koning, is toch van oudsher, Hij werkt heil in het midden van de aarde. U verdeelde de zee door uw macht; u brak de hoofden van de zeemonsters op de wateren. U hebt de koppen van Leviathan vermorzeld; u hebt hem als voedsel gegeven aan de schepselen van de woestijn. U hebt bronnen en beken opengespleten; u hebt altijd stromende beken opgedroogd. Van U is de dag, van U ook de nacht; U hebt de hemelse lichten en de zon gevestigd. U hebt alle grenzen van de aarde vastgelegd; u hebt zomer en winter gemaakt. (ESV)

Hier hebben we twee verslagen die heel verschillend luiden. In Genesis leren we dat God de hemelen en de aarde schiep, dat de aarde zonder vorm en leeg was, dat er duisternis was over de diepte, dat de Geest van God over de wateren zweefde en dat God zijn schepping begon met het scheppen van licht.

Het verslag in Genesis stelt het conflict tussen God en de oerchaos, voorgesteld door de zee en een zeemonster, vast in het allereerste vers van de Bijbel. Het woord dat vertaald wordt met "diep" is het Hebreeuwse tehom. Dat is een cognaat - hetzelfde woord, andere taal - van het Akkadische têmtum, dat op zijn beurt een variant is van Tiamat, de Soemerische naam voor het chaosmonster van de zee.

Waarom zweefde de Geest van God over de wateren? Hoewel er hier geen melding wordt gemaakt van een conflict tussen YHWH en "de diepte", lijkt het alsof de bedoeling is om iets te beteugelen - de chaos zelf.

Psalm 74 is een beetje anders. We leren dat God van oudsher heil brengt in het midden van de aarde (die, nogmaals, in het begin alleen uit water zou hebben bestaan). Dan leren we dat God de zeeën verdeelt (wat in Genesis voorkomt in Genesis 1:6) en de hoofden van de zeemonsters breekt, samen met het verpletteren van de hoofden van Leviathan. Later leren we dat God de hemelse lichten en de zon plaatst (wat in Genesis pas op de vierde dag gebeurt, beschreven in Genesis 1:14-19).

Onder bijbelgeleerden wordt algemeen aangenomen dat Psalm 74 en Genesis 1 waarschijnlijk polemieken zijn van de Baälcyclus. Dat wil zeggen, het zijn pogingen om de eer weg te nemen van Baäl voor het onderwerpen van de chaos (Leviathan) en de juiste eer te geven aan YHWH hiervoor en voor de schepping zelf. Het is bekend van tabletten die de afgelopen 150 jaar in Syrië zijn gevonden, dat de Semieten van West-Mesopotamië, de Amorieten en Kanaänieten, geloofden dat het hun stormgod Baäl was die het chaosmonster had onderworpen.

Zo zegt Adad: Ik heb je teruggebracht op de troon van je vader, ik heb je teruggebracht. De wapens waarmee ik Tiamat bevocht gaf ik aan jou. Met de olie van mijn bittere overwinning zalfde ik je, en niemand vóór jou kon standhouden.[iv]

Adad is de eigenlijke naam van de west-Semitische stormgod die we in de Bijbel kennen als Baäl. ("Baäl" is eigenlijk een titel: "heer"). Het bovenstaande fragment komt uit een brief van Adad via zijn profeet Abiya aan de koning van Mari, Zimrī-Līm. De god herinnerde Zimrī-Līm er blijkbaar aan dat de koning weer aan de macht was gekomen door zijn goddelijke gunst, waaronder het sturen van de knuppels die hij had gebruikt om Tiamat te verslaan!

Een ander tablet dat in Mari is gevonden, dat aan de rivier de Eufraat lag vlakbij de moderne grens tussen Syrië en Irak, bevestigt dat de knuppels vanuit Aleppo, dat bekend stond als de "stad van Adad", naar de tempel van Dagan (de vroegere spelling van de Filistijnse god Dagon) in de stad Terqa, ten zuiden van Mari, waren gestuurd.

Hoewel dat een fascinerend stukje geschiedenis is - denk daar maar eens over na: de goddelijke knuppels van Baäl waren letterlijke, fysieke objecten - is het punt hier dat Zimrī-Līm regeerde in dezelfde tijd als Hammurabi de Grote van Babylon, wat ongeveer de tijd is dat de Enuma Elish werd samengesteld, en op zijn minst vierhonderd jaar voor de Baälcyclus. Het lijkt er dus op dat er zelfs tussen Baäl en Marduk concurrentie was over wie de monsterlijke god van de chaos daadwerkelijk versloeg.

We moeten niet vergeten dat de mensen uit het oude Nabije Oosten niet het soort wetenschappelijke, letterlijke en materiële standpunt hadden dat we tegenwoordig in de Westerse wereld hebben. In plaats daarvan zou hun kijk meer symbolisch zijn geweest. Dit betekent niet dat het minder echt of waar is; het is slechts een andere manier om naar de wereld te kijken. Als wij naar de zee kijken, denken we aan oceaanstromingen en zeebiologie. Als zij naar de zee keken, dachten ze aan Leviathan/Tiamat/Litanu, chaos en dood. Daarom is wat we in Genesis 1 en Psalm 74 hebben geen wetenschappelijke beschrijving van hoe alles is geschapen, maar een symbolische polemiek die beschrijft wie de eer krijgt voor het scheppen van alles. Volgens de Bijbel is het niet Baäl. Het is niet Marduk. Het is YHWH.

Je kunt je afvragen: Als het een polemiek is, waar is dan de strijd? Het is waar, we zien geen epische strijd in Genesis 1. We zien wel een beschrijving van een nederlaag in Psalm 74, maar het is nog steeds heel anders in vergelijking met de Baälcyclus. Het idee dat hier door de bijbelse schrijvers wordt overgebracht is dat toen YHWH van Israël met de schepping begon, deze chaotische krachten al in bedwang werden gehouden. Er was geen strijd nodig. Leviathan was al gebonden, omdat de enige ware God geen strijd nodig heeft. Dit zou zijn beschouwd als een klap in het gezicht van de Kanaänitische religie en de inferieure god Baäl. Het zegt dat YHWH de God is die werkelijk de controle heeft en altijd heeft gehad. YHWH, niet Baäl, beperkt de chaos. Als een Kanaäniet die in die tijd leefde het scheppingsverhaal van Genesis zou lezen, zou hij onmiddellijk begrijpen wat de tekst aan het doen was. Het haalt Baäl neer en verheft YHWH als oppermachtig.

We zien hetzelfde in Psalm 89:9-11, waar staat:

U regeert het razen van de zee; wanneer haar golven oprijzen, maakt U ze stil. U hebt Rachab verpletterd als een karkas; u hebt uw vijanden verstrooid met uw machtige arm. De hemelen zijn van U; ook de aarde is van U; de wereld en alles wat zich daarin bevindt, hebt U gegrondvest. (ESV)

We zien dit idee ook herhaald als een apocalyptisch idee in Jesaja 27:1, waar staat:

Te dien dage zal de Heer met zijn hard en groot en sterk zwaard Leviathan, de vluchtende slang, Leviathan, de kronkelende slang, straffen en hij zal de draak doden die in de zee is. (ESV)

In Psalm 89 is "Rachab" een naam voor Egypte, maar het wordt ook gelijkgesteld aan het zeedier Leviathan. In Jesaja 27 lezen we over een tijd in de toekomst waarin de chaos niet alleen wordt bedwongen, maar voor altijd wordt afgeschaft. Kijk eens naar wat John N. Oswalt's commentaar op het boek Jesaja hierover zegt:

De meeste schriftgeleerden zijn het er tegenwoordig over eens dat de gebeurtenissen rond de exodus weliswaar centraal staan in het denken van de schrijver, maar lang niet alles zijn. Rachab is duidelijk een term voor Egypte (vgl. 30:7; en Ps. 87:4, waar Rachab en Babylon worden gekoppeld); zo is ook het monster (of "draak") een term voor Farao (Ezech. 29:3). Maar het is ook duidelijk dat deze termen niet beperkt zijn tot deze historische verwijzingen. Zoals bekend is uit Ugaritisch onderzoek, is het kronkelende monster een figuur in de strijd tussen Baäl en de god van de zee, Yam, net als "Leviathan", die wordt gelijkgesteld aan het monster in Jesaja 27:1. Gezien deze feiten en het bewijs dat de mythe van de strijd van de goden met het zeemonster in de een of andere vorm overal in het oude Nabije Oosten bekend was, is er reden om aan te nemen dat Jesaja hier, net als in 27:1, deze kennis van het volk voor zijn eigen doeleinden gebruikt. Het is belangrijk om op te merken dat de toespelingen op mythen uit het Nabije Oosten in de Bijbel allemaal na 750 v. Chr. voorkomen, lang nadat het fundamentele antimythische karakter van het bijbelse geloof was gevestigd. Er wordt hier dus geen beroep gedaan op een actuele Hebreeuwse mythe, noch op een oorspronkelijke, nu dode mythe. Net zoals een hedendaags dichter kan verwijzen naar de Ilias of de Odyssee, waarbij hij beelden gebruikt die zijn toehoorders kennen maar die nauwelijks deel uitmaken van hun geloofssysteem, zo gebruikt Jesaja de beelden van de bekende scheppingsverhalen om zijn punt te maken. Het was niet Baäl of Marduk of Ashur die er aanspraak op kon maken de Schepper te zijn - het was de Heer alleen.[v]

Orde uit chaos

Het idee dat voortkomt uit het vergelijken van Psalm 74 met Genesis 1 is dat tegen de tijd dat de eigenlijke schepping begint, Leviathan/chaos al onderworpen is. Dit lijkt er in de tekst op te wijzen, althans in de gedachten van de schrijvers van deze passages, dat er veel meer aan de hand is met Genesis 1:1-3 dan wat we gewoonlijk op de zondagsschool leren. We leren in het allereerste vers dat God de hemel en de aarde schiep. Maar hoe zag dat proces eruit? Wat waren de omstandigheden? Hoe lang duurde het? Dat wordt ons niet specifiek verteld, maar we krijgen wel aanwijzingen als we dit zien als een polemiek op de oude Kanaänitische religie.

Of het nu letterlijk of symbolisch wordt opgevat, de teksten wijzen op een scheppingsverhaal dat anders is dan alles wat we ooit in de kerk hebben geleerd, maar waarmee bijbelgeleerden zeer vertrouwd zijn. De zee vertegenwoordigt chaos, maar zoals we in Genesis 1:2 zien, is de chaos al onderworpen door de Geest van God die over het wateroppervlak zweeft. De strijd is al voorbij voordat hij echt begonnen is. Of Leviathan bedoeld is om begrepen te worden als een letterlijk zeedier in een geestelijk bestaan of als een symbool voor de werkelijke chaos van de natuur is onbekend. Misschien is het beide. In ieder geval geeft de tekst ons een beetje meer vrijheid in het begrijpen van de schepping dan wat ons misschien eerder is geleerd.

Er zijn ook andere interessante dingen die we uit dit idee kunnen halen. We ontdekken in het boek Genesis dat God, zodra het water stilstaat en de chaos bedwongen is, begint met het scheppen van orde uit wanorde. Dit idee, orde uit wanorde, komt vaak voor in oude religieuze teksten uit het Nabije Oosten, maar de schrijver van Genesis geeft de juiste eer aan YHWH, de God van Israël. Voor de schrijver van Genesis hebben de andere, mindere goden geprobeerd om YHWH's prestaties en eigenschappen over te nemen, dus wil hij de zaken rechtzetten.

De belangrijkste reden om dit punt te herhalen is dat er tegenwoordig leden van occulte/paganistische kringen zijn die doctrines aanhangen die te maken hebben met "orde uit chaos", "zo boven, zo beneden" en andere. Omdat deze doctrines tegenwoordig in onze cultuur erkend worden als doctrines die buiten het Christendom gevolgd worden, is het de moeite waard om het punt van de polemiek hier te herhalen. Het lijkt erop dat de schrijver van Genesis in zijn tijd met een vergelijkbare kwestie te maken had, dus om de zaken recht te zetten geeft hij YHWH de eer voor deze zaken in plaats van toe te staan dat de mindere goden ze overnemen en bezoedelen.

ARTIKEL GAAT VERDER ONDER VIDEO

KIJKEN! MYSTERIEUZE VERDWIJNING VAN DE ANASAZI... EEN REPTIELENBEDRIEGER... EN DE MODERNE UFO-ALIENS KWESTIE

Leviathan en Behemoth in de eindtijd

De eindtijd gaat volgens de Bijbel deels over de volledige verwijdering van de chaos wanneer de hele wereld zal worden zoals in de Hof van Eden. In Openbaring 21:1-4 lezen we:

Toen zag ik een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan en de zee was niet meer. En ik zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, neerdalen uit de hemel van God, toebereid als een bruid die voor haar man versierd is. En ik hoorde een luide stem van de troon die zei: "Zie, de woonplaats van God is bij de mensen. Hij zal bij hen wonen en zij zullen zijn volk zijn, en God zelf zal bij hen zijn als hun God. Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch zal er rouw, noch gehuil, noch pijn meer zijn, want de vroegere dingen zijn voorbijgegaan."

In vers 1 wordt gezegd dat "de zee was niet meer". Dit is omdat de zee een voorstelling van chaos is en op dit punt is de chaos volledig uitgeroeid. In de rest van de passage zien we dat de omstandigheden van de Hof van Eden uit Genesis worden hersteld. God zal met de mens op aarde wonen. Er zal geen dood, rouw, huilen of pijn zijn. Er zal geen chaos meer zijn en alles zal perfect zijn.

Natuurlijk moeten er eerst wat dingen gebeuren om zover te komen. In het oude Joodse begrip was chaos onderworpen en ingetoomd, maar nog niet geëlimineerd. YHWH beteugelt de chaos actief, omdat Hij de enige is die daartoe in staat is, maar chaos bestaat nog steeds. Hoewel YHWH de chaos beteugelt, is er altijd een gevaar. Wat als God Zijn greep loslaat? Wat als de chaos wordt losgelaten op de aarde? Wat als de zevenkoppige Leviathan vrij mag rondlopen?

Voordat we deze vragen kunnen beantwoorden, moeten we eerst Behemoth bespreken. De beroemdste bijbelse passage die Behemoth beschrijft staat in het boek Job. In de ESV vertelt Job 40:19 ons dat Behemoth de eerste van Gods werken was. Het boek Job vertelt ons ook dat God de enige is die Behemoth kan benaderen. Ook buitenbijbelse teksten beschrijven Behemoth. 1 Henoch 60:7-9 vertelt ons dat Leviathan een vrouwelijk monster is dat in de waterige afgrond woont, vergelijkbaar met Tiamat, terwijl Behemoth een mannelijk monster is dat in de verborgen woestijn van Dundayin woont, ten oosten van Eden. In 4 Esdras 6:49-52 lezen we dat Leviathan en Behemoth op de vijfde dag werden geschapen, maar daarna werden gescheiden. Leviathan kreeg een waterig domein en Behemoth kreeg een thuis op het land tot de tijd dat God hen gebruikt als voedsel voor Zijn uitverkorenen. Tweede Baruch 29:4 voegt hier een detail aan toe, door te zeggen dat het in het Messiaanse Tijdperk zal zijn wanneer Leviathan en Behemoth uit hun respectievelijke leefgebieden tevoorschijn komen om als voedsel te dienen voor de overgebleven kinderen van God.

Het belangrijkste punt achter het symbool van Behemoth is om aan te geven dat chaos niet alleen op zee voorkomt, maar ook op het land. Zeechaos wordt beschreven met Leviathan, terwijl landchaos wordt beschreven met Behemoth. We zien dit nog verder in het dertiende hoofdstuk van het boek Openbaring. Als we het hele hoofdstuk in deze context lezen, worden bepaalde dingen duidelijker:

En ik zag een beest opkomen uit de zee, met tien horens en zeven koppen, met tien diademen op zijn horens en godslasterlijke namen op zijn koppen. En het beest dat ik zag, leek op een luipaard; zijn voeten waren als die van een beer en zijn bek was als die van een leeuw. En aan het beest gaf de draak zijn macht en zijn troon en grote autoriteit. Een van zijn koppen leek een dodelijke wond te hebben, maar zijn dodelijke wond was genezen, en de hele aarde verwonderde zich terwijl ze het beest volgden. En zij aanbaden de draak, want hij had zijn autoriteit aan het beest gegeven, en zij aanbaden het beest, zeggende: "Wie is als het beest, en wie kan er tegen strijden?" En het beest kreeg een mond die hoogmoedige en godslasterlijke woorden uitsprak, en het mocht tweeënveertig maanden lang gezag uitoefenen. Het opende zijn mond om godslasteringen tegen God uit te spreken en lasterde zijn naam en zijn woning, dat wil zeggen degenen die in de hemel wonen. Ook mocht het oorlog voeren tegen de heiligen en hen overwinnen. En het kreeg gezag over elke stam en elk volk en elke taal en elk volk, en iedereen die op aarde woont, zal het aanbidden, iedereen wiens naam niet vóór de grondlegging van de wereld geschreven is in het boek des levens van het Lam dat geslacht is. Als iemand een oor heeft, laat hem horen: Wie gevangen genomen moet worden, die gaat gevangen worden; wie met het zwaard gedood moet worden, die moet met het zwaard gedood worden. Hier is een oproep voor het uithoudingsvermogen en geloof van de heiligen. Toen zag ik een ander beest uit de aarde opkomen. Het had twee horens als een lam en het sprak als een draak. Het oefent in zijn aanwezigheid alle autoriteit van het eerste beest uit en doet de aarde en zijn bewoners het eerste beest aanbidden, wiens dodelijke wond genezen was. Het verricht grote tekenen en laat zelfs vuur uit de hemel op de aarde neerdalen voor de ogen van de mensen, en door de tekenen die het in de aanwezigheid van het beest mag verrichten, misleidt het de bewoners van de aarde door hen te zeggen dat ze een beeld moeten maken voor het beest dat door het zwaard is verwond en toch leeft. En het mocht adem geven aan het beeld van het beest, zodat het beeld van het beest zelfs kon spreken en degenen die het beeld van het beest niet wilden aanbidden, kon doden. Ook laat het iedereen, klein en groot, rijk en arm, vrij en slaaf, merken op de rechterhand of het voorhoofd, zodat niemand kan kopen of verkopen tenzij hij het merkteken heeft, dat wil zeggen de naam van het beest of het getal van zijn naam. Dit vraagt om wijsheid: laat degene die verstand heeft het getal van het beest berekenen, want het is het getal van een mens, en zijn getal is 666.

We hebben hier een beest dat uit de zee oprijst en een tweede dat uit de aarde oprijst. Dit zijn de twee symbolen van chaos die in de Schrift worden gegeven, alleen zijn ze nu ongeremd. Deze passage, en ook andere in de apocalyptische boeken en passages in de Bijbel, beschrijft wat er gebeurt als God besluit om chaos los te laten. Nadat de chaos een tijdlang is losgelaten, keert Jezus zelf terug, overwint de vijand en later wordt de volmaakte, Edenische perfectie in de hele schepping hersteld.

Terug naar buitenaardse wezens en waterwerelden

Dit brengt ons terug bij het oorspronkelijke punt van deze theologische omweg. Als de oude scheppingsverhalen echt alleen maar een beschrijving geven van een buitenaardse invloed op het ontstaan van de mens, waar zien we daar dan ruimte voor in het licht van de informatie die hier staat? Zelfs als er ruimte voor is, lijken de veronderstelde buitenaardse goden niet vriendelijk te zijn tegen de mensheid. Maar als de wezens die gewoonlijk beschreven worden als de buitenaardsen van vandaag, in feite deze oude goden zijn, dan worden de dingen ineens een stuk logischer. Misschien zijn het geen buitenaardse wezens die zich in het verleden voordeden als goden, maar goden die zich nu voordoen als buitenaardse wezens. Deze zienswijze lijkt niet alleen beter te stroken met de bijbelteksten uit het oude Nabije Oosten, maar ook met hedendaagse ontvoeringsrapporten en UFO-fenomenen. Zou dit kunnen verklaren waarom deze entiteiten een voorliefde hebben voor grote wateren, waardoor sommige UFO-onderzoekers geloven dat er onder water buitenaardse bases bestaan? Zou dit ook de diepe ondergrondse bases kunnen verklaren die bewoond zouden zijn door buitenaardse beschavingen met super geavanceerde technologie? Zou dit het bewijs kunnen zijn dat deze wezens een modern begrip hebben van Leviathan en Behemoth? Zou dit de reden kunnen zijn waarom exoplaneten met waterwerelden de grootste kans lijken te hebben om buitenaards leven te herbergen?

Maar betekent dit tegelijkertijd, vanuit een puur bijbels, theologisch standpunt, dat er geen kans is dat buitenaards leven kan bestaan? Is er, gegeven al deze informatie, nog ruimte voor intelligent leven op andere planeten om een mogelijkheid te zijn en toch verenigbaar met de Bijbel? Gezien wat we tot nu toe in deze serie hebben bekeken, lijkt het antwoord misschien voor de hand te liggen, maar het is misschien niet zo voor de hand liggend als we in eerste instantie denken. De meesten die de informatie in deze serie accepteren zouden geneigd kunnen zijn om de deur volledig dicht te gooien voor de mogelijkheid van buitenaards leven. Maar, zoals we later zullen zien, zijn er nog andere factoren om rekening mee te houden, waardoor dit een veel complexere kwestie is dan het aan de oppervlakte lijkt. De mogelijkheid bestaat wel degelijk, maar op een manier die de meesten waarschijnlijk niet zouden verwachten. Misschien hebben we deze kwestie tot nu toe helemaal verkeerd bekeken. Het zou kunnen dat we slechts een deel van de hele kwestie in ogenschouw hebben genomen. Misschien zit er meer achter dit verhaal dan we dachten.

VOLGENDE: Zijn Evangelicalen en Buitenaardsen compatibel?

Eindnoten

[i] For more information on this, refer to the Chaos to Restoration Lecture Series by Dr. Michael S. Heiser at https://youtu.be/xUspLJjSjqo?list=PL52EgTwZYdvWlIxnSQphmeI8dDgE1mNde.

[ii] Psalm 68:4 and Daniel 7:13, for example.

[iii] Mark 14:61 62.

[iv] “A Prophetic Letter of Adad to Zimrī-Līm” (A.1968). English translations in J. J. M. Roberts, The Bible and the Ancient Near East. Collected Essays (Winona Lake, IN: Eisenbrauns, 2002), ch. 14, pp. 157–253, “The Mari Prophetic Texts in Transliteration and English Translation,” and in M. Nissinen, Prophets and Prophecy in the Ancient Near East , with contributions by C. L. Seow and R. K. Ritner (ed. P. Machinist; Writings from the Ancient World , 12; Atlanta, GA., Society of Biblical Literature, 2003), pp. 21–22 (A. 1968).

[v] John N. Oswalt, The Book of Isaiah, Chapters 40–66, The New International Commentary on the Old Testament , Grand Rapids, MI: Wm. B. Eerdmans Publishing Co., 1998), 341–42.

Bron: THE COMING GREAT DELUSION—PART 17: ET vs Biblical Creation Polemics » SkyWatchTV