www.wimjongman.nl

(homepagina)

Laatste botsing van de Titanen - Deel 10: De Titanen waren de Wachters

1 november 2018 - door Derek Gilbert

Deel 1 - Deel 2 - Deel 3 - Deel 4 - Deel 5 - Deel 6 - Deel 7 - Deel 8 - Deel 9

U hebt waarschijnlijk uit de titel van dit boek afgeleid dat mijn doel is om de verbanden tussen de Griekse mythologie en de Bijbel, en vooral de profetie van de Bijbel, te laten zien.

( )

Apkallu (Wachters) uit de oude Assyrische stad Calah

En u hebt gelijk, natuurlijk. Daar komen we wel aan toe. Maar we moeten veel basiswerk leggen om van punt A (Amorieten), en B (Babylon) en C (Kanaän) naar punt G (Griekenland) te komen.

We hebben kort de fundamenten van de zaak besproken:

U bent het eens met mij tot nu toe? Goed. Op dit punt moeten wij een zachtmoedig mens introduceren die verscheidene paradigma-verleggende academische documenten heeft voorgeschreven voor hen die proberen om de lange oorlog van de Gevallenen te begrijpen.

Amar Annus is een Estse geleerde wiens specialiteit de kosmologie van het oude Nabije Oosten is. In 2010 verbond hij met zijn artikel "Over de oorsprong van de Wachters: Een vergelijkende studie van de Antediluviaanse wijsheid in Mesopotamische en Joodse tradities"1 enkele zeer belangrijke punten. Annus demonstreerde dat de Wachters geen schepping van de oude Hebreeën waren, maar al bij hun Mesopotamische voorgangers bekend stonden als apkallu. De korte samenvatting die hier volgt is ontleend aan zijn studie.

Kort gezegd waren de apkallu oeroude wijzen die naar de afgrond waren gezonden door de Sumerische god Enki (door de latere Akkadiërs Ea genoemd) als de heer van de abzu. Men geloofde dat zij de gaven van de beschaving aan de mensheid hadden gebracht, hoewel er momenten waren dat zij kwaadaardige, demonische wezens waren die in staat waren tot hekserij.

Er waren drie soorten apkallu: een man met baard en vleugels; een gevleugelde man met vogelkoppen; en een man gehuld in een vis die al meer dan 150 jaar ten onrechte is geïdentificeerd als de god Dagon of een van zijn priesters.2

Interessant is dat ze in Babylon de verdwijning van de apkallu in verband brachten met de grote zondvloed. De oppergod van hun pantheon, Marduk, beweerde hen voor iets te hebben gestraft:

'Eens lang geleden werd ik boos, inderdaad ik verliet inderdaad mijn woning en veroorzaakte de zondvloed! Toen ik mijn woning verliet, viel de ordening van hemel en aarde uiteen. [.....] Ik heb die ambachtslieden naar de diepte gestuurd [Apsû], ik heb ze bevolen niet meer op te komen.'3

Met andere woorden, net als de Wachters, die tartaróō (werden neergeduwd naar Tartarus) waren door God vanwege het corrumperen van de mensheid, geloofden ook de Amorieten van Babylon dat de apkallu door Marduk naar de afgrond was verbannen voor een niet nader omschreven overtreding, en precies op hetzelfde moment: de grote zondvloed.

Hetzelfde verhaal, ander wereldbeeld.

Laten we nu de Grieken binnenhalen. Zoals we in het vorige hoofdstuk bespraken, volgden de religies van het oude Nabije Oosten een patroon: Na verloop van tijd werden oude goden vervangen of omvergeworpen door de opeenvolgende generaties van jongere goden. Voor de Grieken werden in deze generatie de rollen vervuld door de hemelgod Ouranos, de graangod Kronos, en de stormgod Zeus.

Kort gezegd veroorzaakte Ouranos' vrouw, Gaia (Aarde), grote pijn door hun oudste kinderen, de reusachtige Kyklopen en Heka-tonkheires (ook wel de Centimanes of Honderd Handers genoemd), in haar buik op te sluiten. Gaia heeft hun andere kinderen, de Titanen, overgehaald om in opstand te komen. Met de hulp van vier van zijn broers, heeft de jongste, Kronos, Ouranos gecastreerd met een onbreekbare sikkel. Maar in plaats van zijn broers en zussen te bevrijden, reden Kronos en zijn stel Kyklopen en Hundred-Handers naar Tartarus, waar ze met zware kettingen gebonden werden. Kronos nam toen het koningschap over van de Titanen en trouwde met zijn zus Rhea.

Het tijdperk van Kronos' heerschappij werd door de latere Grieken de Gouden Eeuw genoemd, een tijd waarin iedereen genoeg had en er geen behoefte was aan wetten, omdat iedereen het juiste deed. Daar komen we nog even op terug.

Ouranos, waarschijnlijk op zoek naar problemen om een beetje terugbetaling te krijgen, voorspelde dat Kronos "voorbestemd was om te worden overwonnen door zijn eigen zoon, hoe sterk hij ook was."4 In een poging om te voorkomen dat de profetie in vervulling zou gaan, ging Kronos over tot het opeten van zijn kinderen zodra Rhea bevallen was, en doodde zo Demeter, Hestia, Hera, Hades en Poseidon op die manier. Echter, met advies van Gaia, beviel Rhea in het geheim van Zeus op Kreta en presenteerde hem vervolgens aan Kronos als een steen verpakt in windsels, die hij prompt inslikte.

Goed voor Zeus dat Kronos geen kieskeurige eter was.

Nou, Zeus groeide op naar volwassenheid en wist Kronos te dwingen zijn broers en zussen te ontkleden. Toen bevrijdde hij de Kyklopen en Hundred-Handers, en samen met de rest van de Olympiërs, wierp Zeus toen Kronos en de Titanen omver in een epische oorlog genaamd de Titanenstrijd, die ermee eindigde dat de meeste Titanen opgesloten werden in Tartarus.

Er zijn verschillende verhalen over wat er uiteindelijk met Kronos is gebeurd. In sommige verslagen werd hij definitief verbannen naar Tartarus, terwijl hij in andere verslagen werd vrijgelaten om te heersen over Elysium, een deel van het hiernamaals dat was voorbehouden aan helden (de halfgoden), de rechtvaardigen en degenen die met de goden te maken hadden. In één verhaal, in Vergilius' Aeneis [heldendicht], ontsnapte Kronos (Saturnus) uit de afgrond om als koning en wetgever te verschijnen in Latium, het deel van Italië waar Rome werd gesticht.

Je hebt ongetwijfeld gemerkt dat Kronos en zijn groep naar Tartarus werden gestuurd, de plaats die gereserveerd was voor de engelen die zondigden in Genesis 6. Je zou dat als toeval kunnen zien of concluderen dat Petrus gewoon Tartarus als hun plaats van straf noemde omdat het bekend was bij de lezers in een wereld die bijna vierhonderd jaar lang gedomineerd werd door het Griekse denken.

Ik denk van niet. Vergeet niet, 2 Petrus 2:4 is het enige vers in de Bijbel waar Tartarus wordt genoemd. De gebruikelijke term voor de woning van de ongehoorzame doden was Hades. Wist Petrus het verschil? Ja. Hij verwees naar Hades in zijn preek op Pinksteren (Handelingen 2:27,30). Bovendien, waar kreeg Petrus zijn theologische opleiding? En schreef hij onder leiding van de Heilige Geest, of niet? (Dat is geen antwoord dat seculiere geleerden tevreden zal stellen, maar we hebben geen tijd om in dit boek helemaal door te graven tot in de de christelijke Apologetica 101).

Met het risico om te nauwkeurig een puntje op de i te zetten: De Mesopotamische apkallu, dat waren de engelen die zondigden, die Wachters werden genoemd in het boek Henoch, en de Griekse Titanen, waren één en hetzelfde.

Het kan dus zijn dat Kronos, koning van de Titanen, bij de oude Hebreeën bekend stond als Shemihazah, leider van de Wachters die op de top van Hermon waren neergestreken.


  1. Annus, A. (2010). “On the Origin of Watchers: A Comparative
  2. Study of the Antediluvian Wisdom in Mesopotamian and Jewish Traditions.” Journal for the Study of the Pseudepigrapha, 19(4), 277–320. doi:10.1177/0951820710373978.
  3. Dagan (the final “a” shifted to an “o” over the centuries) was a grain god, not a fish god, worshiped in Syria 1,500 years before the Philistines set up his temple in Ashdod.
  4. The Erra Epic, lines 132, 133, 147. Translation by Benjamin R. Foster, Before the Muses: An Anthology of Akkadian Literature (Bethesda: CDL Press, 3rd ed).
  5. Hesiod. (1914). The Homeric Hymns and Homerica with an English Translation by Hugh G. Evelyn-White. Theogony. (Medford, MA: Cambridge, MA., Harvard University Press; London, William Heinemann Ltd.)

Bron: Last Clash of the Titans Part 10: The Titans Were the Watchers » SkyWatchTV

Deel 1 - Deel 2 - Deel 3 - Deel 4 - Deel 5 - Deel 6 - Deel 7 - Deel 8 - Deel 9 - Deel 11