(homepagina)

EXO-Vaticana (Deel 14)

19 februari 2013

DEEL 14: WEDERKOMST VAN HET ZAAD VAN HET BEEST

Door Tom Horn & Cris Putnam

()We eindigden de laatste deel in de bespreking van de belangrijke en centrale eschatologische kwestie met betrekking tot hoe alles in de Bijbel een verhaal is over de oude en de toekomstige strijd tussen het "zaad" van de vrouw (Jezus) en dat van de slang. De verbinding tussen de komende strijd tussen deze 'zaden' en de opkomende katholieke exo-theologie zal schokkend zijn voor de meeste gelovigen, omdat het direct gaat om de komst van de slang-redder en de geboorte van Apollo (aka Osiris) door "het beloofde zaad" van de Novus Ordo seclorumprofetie op het Grote Zegel van de Verenigde Staten.

Hoe kon het Vaticaan in verband worden gebracht met de heidense profetie op het Grote Zegel van de Verenigde Staten, zo vraag je? De bliksem die op de St. Pieter Basiliek insloeg onmiddellijk na het aftreden van paus Benedict wijst ons de weg, maar er is meer dan dat moment.

Ten eerste door het begrijpen van de diep occulte en belangrijke rol die de driehonderddertig ton wegende Obelisk speelt op het St. Pieter plein in Vaticaanstad. Het is niet zomaar een Obelisk, maar een die werd vervaardigd uit een blok rood graniet tijdens de vijfde dynastie van Egypte toen Osiris '(aka Apollo) zijn rechtop staande fallus bij de Tempel van de Zon in het oude Heliopolis (Ἡλιούπολις, wat betekent: stad van de zon, of hoofdzetel van Atum-Ra in de zonaanbidding), de stad van "On" in de Bijbel, gewijd aan Ra, Osiris en Isis. De Obelisk werd verplaatst van Heliopolis naar het Juliaanse forum van Alexandrië door keizer Augustus; en later van daaruit (ongeveer 37 vChr) door Caligula naar Rome, waar het op het Circus kwam te staan. Daar, onder Nero, in zijn aanwezigheid met een contra-nachtwake gehouden over talloze brutale executies van christenen, met inbegrip van het martelaarschap van de apostel Petrus (volgens sommige historici). Meer dan vijftienhonderd jaar later heeft paus Sixtus V honderden werklieden besteld onder de gevierde ingenieur-architecten Giovanni en Domenico Fontana om deze fallische pijler te verplaatsen naar het centrum van het St. Pieterplein in Rome. Dit bleek een moeilijke taak die ruim vier maanden duurde, met behulp van negenhonderd arbeiders, honderd veertig paarden, en zeventig lieren. Hoewel aanbeden op de huidige locatie sindsdien door talloze bewonderaars, werd de nabijheid van de Obelisk bij de oude basiliek vroeger als iets kwalijks gezien, en een provocatie, iets wat niets van doen had met de christelijke godsdienst. Het stond daar als een valse afgod, als het ware vals-glorieus, op wat werd verondersteld het centrum te zijn van het vervloekte circus waar de eerste christenen en ook St. Petrus ter dood zijn gebracht. Op de zijkanten staat, zowel toen als nu, de toewijding gegraveerd aan [de ergste van de meedogenloze heidenen] Augustus en Tiberius." [i]

Het feit dat veel traditionele katholieken en protestanten zulke afgoden van steen, niet alleen zien als voorwerpen van heidense aanbidding, maar ook voor de verering van demonen (zie Handelingen 7:41-42; Psalm 96:5 en 1 Korinthiërs 10:20) maakte wat paus Sixtus motiveerde om de fallus van Osiris op te richten in het hart van het St. Pieterplein, gelegen in Vaticaanstad en grenzend aan de St. Pieter's Basiliek, waar profetisch - erg bijzonder - twee keer vorige week de bliksem insloeg. Voor de oude christenen, met het beeld van een kruis en het symbool van Jezus staande boven een demonische erectie van een mannelijke godheid, is dit op zijn minst een zeer ernstige godslastering. Toch was Sixtus niet tevreden met alleen maar het herstel en het gebruik van dergelijke oude heidense overblijfselen (waarvan men in die tijd geloofde dat dit daadwerkelijk het huis van de heidense geest was die het vertegenwoordigde), maar zelfs de christelijke artefacten vernietigde in het proces. Michael W. Cole, Associate Professor in het departement van de Kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Pennsylvania, en professor Rebecca E. Zorach, hoogleraar Kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Chicago, stellen kritische vragen hierover in hun wetenschappelijke boek The Idol in the Age of Art, als ze zeggen:

Waar Gregory, de kroniekschrijvers volgt, en in de stad de ritueen vervallen waren van de daemonem [demonische beelden], Sixtus repareerde wat in verval was, voegde ontbrekende onderdelen toe, en gaf de "afgoden" belangrijke stedelijke functies. Twee van de vier obelisken moest gereconstrueerd worden uit gevonden of opgegraven stukken ... De paus was zelfs tevreden om de christelijke oudheden te vernietigen in het proces: zoals Jennifer Montagu heeft opgemerkt, kwam het brons voor de beelden van Petrus en Paulus uit de middeleeuwse deuren van S. Agnese, van de Scala Santa in de Lateranen, en van een ciborie bij St. Pieter.

[Sixtus] moet hebben beseft dat in het bijzonder in het werk voor de twee [gebroken obelisken], niet alleen de beschadigde voorwerpen werden gerepareerd, maar het ook de afgoden herstelde ... In zijn klassieke boek The Gothic Idol, toonde Michael Camille letterlijk tientallen middeleeuwse beelden aan, waarin de vrijstaande beelden boven op een kolom de tekenen waren van de heidense afgoden. De enorme hoeveelheid van Camille's voorbeelden maakt duidelijk waar het voor stond, en dat het onmiddellijk herkenbaar zou zijn geweest voor de middeleeuwse kijkers, en er is geen reden om te veronderstellen dat, in de tijd van Sixtus dit niet meer waar zou zijn. [ii ]

Het belangrijke punt gemaakt door de professoren Cole en Zorach is, dat op het moment dat Sixtus bezig was met de herinrichting van het Romeinse plein met de gerestaureerde beelden en standbeelden op de kolommen, het geloof sterk was dat deze afgoden ook hun beschermgod huisvesten, en verder dat, als deze niet naar behoren werden behandeld en in gebruik genomen, in de juiste constellaties, in verband met hun mythe, het slechte voortekenen zou kunnen geven, zoals door bliksem.() De meest mensen, waaronder misschien ook paus Benedictus zelf, waren zich gelukkig niet bewust van de oude handtekening van vorige week bij de vertegenwoordiging met de twee aanvallen op de top van St. Petier Basiliek, vooral omdat het de dreigende pauselijke inhuldiging van Petrus Romanus met zich meebrengt. Voor een paar adepten van geschiedenis en geheime opdrachten, werd het teken heerlijk uit de hemel geënsceneerd. De term "inauguratie" komt van het Latijnse "inauguratio," en verwijst naar de archaïsche plechtigheid, waarmee de Romeinse voorzeggers (waarzeggers) hun goedkeuring hebben gehecht aan een koning of heerser (of een andere actie) door middel van voortekenen als zijnde "gesanctioneerd door de goden." Alsof Petrus Romanus' "inauguratie" werd bezegeld door hetzelfde voorteken als de oude voortekenen die gebruikt werden bij het bepalen van de wil van de goden voor een koning - met donder en bliksem als de belangrijkste beschermend teken dat Jupiter - de vader van Apollo - toekeek. Er zijn sterke aanwijzingen dat paus Sixtus niet alleen geloofde in dergelijke voortekenen, maar dat hij "bezorgd was over de krachten die zijn nieuwe stedelijke beelden bewoonden". [iii] Dit was duidelijk zichtbaar toen het kruis werd geplaatst op de top van de obelisk in het midden van de Sint-Pieter en de paus de gelegenheid markeerde door het uitvoeren van de oude rite van exorcisme tegen het fallisch symbool. Eerst gepland op 14 september, om het te laten samenvallen met het liturgische feest van de Verheffing van het Kruis, en niet toevallig in het dierenriem-teken van de Maagd (Isis), werd de gebeurtenis daarna tot later in de maand uitgesteld en viel onder het teken van de Weegschaal, wat neerkomt op een hoogtepunt van het jaar. Op die ochtend werd een pauselijke hoogmis opgedragen, vlak voor het kruis werd verhoogd, vanaf een draagbaar altaar naar de top van Baal's Shaft (als zodanig waren de fallische torens ook bekend). Terwijl geestelijken baden en een koor psalmen zong, stond paus Sixtus tegenover de Obelisk en stak zijn hand er naar uit, met de aangekonding: "Exorcizote, Creatura Lapidis, In Nomine Dei" ("Ik bezweren u, schepsel van steen, in de naam van God"). Sixtus dan sprenkelde geheiligde water op het midden van de pilaar, dan aan zijn rechterkant, dan links, bovenop, en tot slot in de vorming van een kruis, gevolgd door: "In Nomine Patris, et Filij, et Spiritus Sancti. Amen" (" In de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest. Amen "). Hij sloeg drie keer een kruis en keek toe hoe het symbool van Christus werd geplaatst boven op de stijve fallus van Osiris.

( )

Vaticaan koepel tegenover de Obelisk

Maar wat Sixtus gevestigd heeft in het hart van Vaticaanstad geeft sommige lezers een pauze (tal van andere gebeurtenissen met de handtekening van Sixtus op rij in de Sixtijnse stad, met heilige sterrenbeelden voor Osiris en Isis, waar we niet de tijd voor nemen om die hier te bespreken, maar wat de oorzaak is voor de professoren Zorach en Cole om te concluderen dat Sixtus in de gunst van de heidense goden wilde blijven). In Washington, DC, in de buurt van de westkant van het National Mall brengt de Obelisk, gebouwd door de Vrijmetselaars en opgedragen aan de eerste Amerikaanse president, de meest volledige betekenis van de nefilim-oorsprong en moderne porno-industrie als zijnde "belangrijke zaken". Dit is geen grove verklaring tegen de experts van de rituele seks-magie, maar het gaat terug naar de oude vrouwen wilden bevallen van de nakomelingen van de goden en die oordeelden over de grootte van de mannelijk voortplantingsorganen als een indicatie van de genetica of goddelijk zaad van de "reus", nodig voor dergelijke nakomelingen. Hoewel dergelijke fallische symbolen er altijd al zijn geweest en nog steeds zijn te vinden in culturen over de hele wereld, was er in het oude Egypte een toewijding aan dit soort "obscene goddelijkheid" welke begon met Amon-Min dat zijn hoogtepunt bereikte in de obelisken van Osiris.

In heel Griekenland en Rome werd de god Priapus (zoon van Aphrodite) gezien als een symbool van een dergelijke goddelijke vruchtbaarheid en die werd later direct gekoppeld aan de cultus van pornografie bij de uiting tot de meer moderne gevoelens over het "formaat". Dit is belangrijk, omdat in aanvulling op het Washington Monument opzettelijk de langste Obelisk is geconstrueerd, enig in zijn soort in de wereld, en 6666 (sommigen zeggen 6660) inches hoog en 666 inches breed langs elke zijde bij de basis als een van de oorspronkelijke concepten voor het Washington Monument, inclusief Apollo (de Griekse versie van Osiris) die triomfantelijk terugkeert in zijn hemelse voertuig, en een andere illustratie van een toren "zoals die van Babel" als zijn hoofd. Elk van deze ontwerpen zou geschikt zijn geweest als een drieëndertighonderd pound piramide sluitsteen, zoals het nu is, terwijl alle drie concepten de betekenis droegen die nodig is om te bereiken wat latere onderzoeker David Flynn omschreven heeft als "dezelfde geheime kennis bewaard door de mysteriescholen sinds de tijd van de Pelasgen [dat] toont een moderne Isis Osiris aanbidding." [iv] Dat wil zeggen, het "zaad" afkomstig vanuit een toren-van-Babel-gevormde kop zou magisch hetzelfde weergeven als de bestaande Egyptische sluitsteen - de nakomelingen van Apollo/Osiris/Nimrod.

De grootste geesten in de vrijmetselarij, wiens overtuigingen de toon zetten voor het ontwerp van de hoofdstad, waarbij de Grote Zegel, Koepel, en Obelisk, zijn inbegrepen, en die schreven over dit voornemen. Albert Pike beschreef het als Isis en Osiris, "de actieve en passieve principes van het universum ... vaak gesymboliseerd door de geslachtelijke delen van man en vrouw", [v] en de vrijmetselaarschrijver Albert Mackey beschreef niet alleen de Obelisk, maar voegde het belang toe van de cirkel rond de basis, zeggende: "De Fallus was een imitatie van het mannelijk generatieve orgaan. Het werd vertegenwoordigd ... door een kolom [Obelisk] die werd omringd door een cirkel aan de basis." [vi]

( )

De Washingtonkoepel tegenover de Obelisk

























In Egypte, waar de parodieën en rituelen voor het verhogen van Osiris tot het leven door deze magische concepten werd geperfectioneerd, diende Farao als "model" voor de herboren god om woonplaats te nemen in de "geslachtsdaad" die werd geritualiseerd bij de tempel van Amun-Ra. Het alziend oog van Horus/Osiris/Apollo waarvan de onvoltooide piramide bovenop de Grote Zegel het hoogtepunt van dit evenement voorspelt - dat is de feitelijke terugkeer van Osiris - naar de Verenigde Staten. Dit oude occultisme is verontrustend als het zich harmoniseert met de twee motto's op de Great Seal - "Annuit Coeptis" en "Novus Ordo seclorum" - genomen uit de oude teksten met betrekking tot de god Apollo. Het motto "Annuit Coeptis" is uit de Aeneis van Vergilius, waarin Ascanius, de zoon van Aeneas, Troje veroverde, en hij de vader van Apollo's, Jupiter [Zeus], aanbidt, waarvan de donder en bliksem op het Vaticaanplein het aftreden markeerde van paus Benedictus. Charles Thompson, de ontwerper van het eindverslag van de Grote Zegel van de versie, comprimeerde de zin 625 van boek IX van Aeneis van Vergilius, welke luidt: "Juppiter omnipotes, audacibus annue Coeptis" ['Almachtige Jupiter begunstigd (de) gedurfde ondernemingen] in," tot "Annuit Coeptis ['Hij keurt (onze) ondernemingen']. "Was Thompson opgedragen om dit te doen om de ware identiteit te verbergen van de "hij" van het Grote Zegel - de mythische vader - god Jupiter, die Apollo het leven geeft? De tweede en meest onbetwistbare authenticatie van de symbolen en motto's die het Grote Zegel draagt, is in feite een verborgen profetie over de terugkeer van Apollo in het "Novus Ordo seclorum" ("een nieuwe orde der eeuwen"), aangepast door Charles Thomson in 1782 bij het ontwerpen van de Grote Zegel. Volgens het proces-verbaal heeft Thomson - een vriend van de vrijmetselaars en groot voorstander van de Amerikaanse Filosofische Benjamin Franklin's Society - de zin gemaakt en de inspiratie vond hij in een profetische lijn in het Vergilius Eclogue IV: "Magnus ab integro seclorum nascitur ordo" [Virgil's Eclogue IV (lijn 5)], de interpretatie van het oorspronkelijke Latijnse wezen: "en de majestueuze rol van een cirkel van eeuwen die opnieuw herbegint." Deze zelfde Cumaean Sibyl staat prominent naast de oudtestamentische profeten in Michelangelo's schilderijen in de Sixtijnse kapel in het Vaticaan. Maar na het lezen van Vergilius' tekst, is het overduidelijk dat de profetie over Apollo gaat met een -directe koppeling van Washington naar het Vaticaan. De goddelijke zoon, die afkomstig is van de profetie van de Sibyl, is gestart om te worden "een nieuw ras van mannen gezonden vanuit de hemel", wanneer hij het "leven van de goden krijgt, en helden zich vermengen met goden". Volgens de profetie is dit Apollo, de zoon van Jupiter (Zeus), die naar de aarde terugkeert voor het mystieke "leven", aan hem gegeven van de goden als deze godheid terugkeert naar de aarde om te regeren in een nieuwe gouden eeuw.

Vanaf het begin van de profetie lezen we:

Nu het laatste tijdperk van het Cumae Sibyl-gezang is gekomen en gegaan, en de majestueuze rol van cirkelende eeuwen opnieuw begint: keert Rechtvaardigheid terug, keert de oude Saturnusregering terug, met een nieuw ras van mensen uit de hemel gezonden. Alleen maar gij, als de jongen geboren is, waarmee het ijzer zal ophouden, en het gouden ras ontstaan, bevriend met hem, de kuise Lucina; 't is uw eigen Apollo die regeert.

Hij ontvangt het leven van de goden, en ziet Helden zich met goden vermengen, en zichzelf gezien onder hen, en met zijn vader waardig te regeren over een wereld ...

Veronderstel uw grootheid, want de tijd nadert, Lief kind van de goden, groot nageslacht van Jove [Jupiter/Zeus]! Zie hoe het wankelt 's werelds macht, de aarde en de wijde oceaan, en de basis valt, Allen zien het, verrukt vanwege de komende tijd! [11]

Volgens Virgil en de Cumaean Sibyl, wiens profetie de Novus Ordo seclorum vormden op de Grote Zegel van de Verenigde Staten, begint de nieuwe wereldorde in een tijd van chaos wanneer de aarde en de oceanen zoals vandaag -gaan wankelen. Dit is wanneer de "zoon" van belofte op aarde komt - Apollo is vleesgeworden. Zijn komst werd voorspelt door de donder en bliksem enkele uren na paus Benedictus' ontslag, en nu de koepels en obelisken in het Vaticaan en Washington​​ klaar staan om het geheime, metafysische ritueel uit te voeren om zijn komst te verzekeren. We gebruiken de term "uitgevoerd in het geheim", want wat de overgrote meerderheid van de mensen in heel Amerika en Rome niet weten, is dat de "opdracht"ceremonie van Apollo/Osiris wordt uitgevoerd binnen het hoofdkwartier van de Schotse Rite Vrijmetselarij in het Huis van de Tempel door de Hoge Raad 33ste graad van Washington, DC naar aanleiding van de verkiezing en inauguratie van elke Amerikaanse president (net als hun Egyptische voorouders dat deden in de tempel van Amon-Ra in Karnak) in overeenstemming met de traditie in het installeren van hem als de vertegenwoordigende geest van Osiris tot op het moment dat de god zelf deze Grote Zegel-profetie zal vervullen en terugkeren in het vlees, met andere woorden, nu! De meest recente door Osiris-begiftigde Amerikaanse president Obama is op weg naar Israël om "vrede, vrede" aan te kondigen op hetzelfde moment dat het College van Kardinalen in Rome bijeenkomt voor een conclaaf om de voorspelde laatste paus te kiezen - Petrus Romanus.

Het Voorbereiden van religieuze mensen om de menswording te accepteren van Apollo/Osiris als een pas aangekomen "Buitenaardse" Slang-Redder

()In eerste instantie, bij het​ lezen van het bovenstaande materiaal in het licht van het gecodeerde boek waar de Jezuïet Guy Consolmagno Tom Horn op wees, A Case of Conscience (Een zaak van het geweten), is men geneigd om uit te puzzelen waarom een roman geschreven in 1958, waar heimelijk over gesproken is (of was geleid door een waarschuwing of spottende geest om te voorspellen) hoe sommigen uit Rome, de dan zwijgende Jezuïetastronomen en -theologen, later degenen zijn die argumenteren ten gunste van wat zou kunnen zijn een eindtijdmisleiding met betrekking tot de "vruchtbaarheid" van Satan als een "vreemdeling" om de slang-redder te worden, door het voorspelde zaad (Apollo/Osiris/Antichrist) van de Boze. Bij nadere beschouwing is dit echt niet zo verbazingwekkend. Het waren immers de rooms-katholieke theologen die een "actieve speculatie" verzorgden over het bestaan en de aard van buitenaardsen, vier jaar nadat Blish's boek werd gedrukt, toen de uitvoerende secretaris van de American Rocket Society vermoedens publiceerde over het onderwerp. [vii] Sindsdien hebben andere Vaticaanse autoriteiten verder betoogd dat de buitenaardsen misschien wel de glorie van God uitdrukken, beter dan wij mensen het doen, om de mensheid ertoe te leiden om hen te vereren als goden, een terugkerend thema verwoord onder tal van Jezuitische astronomen. Vader Daniel C. Raible dacht dat de uiteindelijke acceptatie van vreemdelingen als objecten van aanbidding van nature zou kunnen gaan komen als gevolg van hun goddelijke kwaliteiten en bovennatuurlijke gaven, toegeschreven door mensen als goddelijk:

Zo kunnen ze genieten van de toegediende kennis (ze zouden letterlijk geboren worden met een uitgebreide kennis wat het verwerven van verdere kennis gemakkelijk en plezierig maakt), ze zouden kunnen worden gezegend met harmonie en eendracht in de werking van hun lichamelijke en geestelijke vermogens, ze zouden gespaard kunnen worden voor de volledige dood, door hun beloning door te geven aan het einde van hun tijd van beproeving, zo vreedzaam als de zon achter de horizon zakt aan het eind van de dag. Ze kunnen beschikken over al deze bovennatuurlijke gaven, of slechts een aantal van hen in de verschillende combinaties die alleen worden beperkt door de almacht en voorzienigheid van God. [viii]

Vader Domenico Grasso dacht niet alleen dat zulke wezens "ons vooruit waren in wetenschap en aanverwante gebieden", [ix] , maar dat hun versie van het heil zou kunnen worden gebaseerd op een redder anders dan Jezus ... zelfs een messiaans lid van hun eigen ras. Deze wezens, dichter bij God dan de mens, zouden beschikken over een superieure theologie wat ons aardse begrip van verlossing en de kennis van God "aanzienlijk kan uitbreiden", iets waar de huidige Vaticaanse theologen, zoals de hoogleraar fundamentele theologie aan de Pontificia Università della Santa Croce in Rome [in verband met het Opus Dei], Giuseppe Tanzella-Nitti, het mee eens zijn. Een andere kerkgeleerde, Vader Thomas F. O'Meara, een theoloog aan de Universiteit van Notre Dame, heeft de gedachte dat deze goddelijke wezens verspreid over de universa "op ontelbare planeten geroepen zijn tot een speciale relatie met God" en dat "het een vergissing is te denken dat ons begrip van 'verbond', de 'heerschappij van God', 'verlossing' of 'gedeeld leven' de modi uitsluiten waarmee goddelijke macht iets deelt van zijn oneindige leven." [x] Dergelijke katholieke leiders geloven dat deze geestelijk superieure vreemdelingen zelfs door God kunnen zijn geschapen met de toekomstige verlossing van de mensheid in het achterhoofd - wezens die weten wat hun plaats is in de eeuwige regeling van de dingen voor de mens en dit evangeliseren als de tijd rijp is. Deze verontrustende en mogelijk profetische overtuiging is gedeeltelijk gebaseerd op theologische argumenten van priesters zoals Mgr Januaris De Concilio, hoogleraar theologie aan Immaculate Seminary in New Jersey, die gelooft "dat de enorme afstand in het intellect tussen de mens en de engelen suggereert dat God tussenliggende soorten creëerde om het gat te vullen, en deze soorten ETI [Extraterrestrial Intelligence] zouden zijn." [xi] Monseigneur Corrado Balducci (die tijdens zijn leven de officiële spreekbuis was van de Rooms-Katholieke Kerk over de realiteit van deze vreemdelingen) gaat akkoord met De Concilio, zeggende: "Het is heel aannemelijk dat in de enorme afstand tussen Engelen en mensen, iets kan worden gevonden met een middelbare graad, dat wil zeggen, wezens met een lichaam als het onze, maar geestelijk meer verheven." [xii] Als we bedenken hoe dit probleem definitief kan worden beslecht, heeft Paul Thigpen voor The Catholic Answer afdeling Our Sunday Visitor besloten dat "niets minder dan een publiek, grondig gedocumenteerde ontmoeting tussen de aardbewoners en vreemdelingen (of hun relieken) beslissend zal zijn." [xiii] Volgens de Koran, de primaire religieuze tekst van de islam, kan deze ontmoeting eerder gebeuren dan de meesten verwachten en op een specifiek en verborgen tijd die God zelf al heeft gekozen. In Openbaring, Rationaliteit, Kennis & Waarheid, citeert de moslimgeleerde Mirza Tahir Ahmad vers 42:30 van de Koran, wat zegt: "En tot Zijn tekenen behoort de schepping van de hemelen en de aarde, en van welke levende wezens [da'bbah] ook. Hij heeft verspreid die in beide .... En Hij heeft de macht om hen te vergaderen [jam-'i-hem] als Hij dit zo wenst"(cursivering van mij) [xiv]. Ahmad zegt hierover:

Jam-'i-hem is de Arabische uitdrukking in dit vers dat specifiek spreekt over het samenbrengen van het leven op aarde en het leven elders. Wanneer deze ontmoeting van de twee zal plaatsvinden is niet opgegeven, noch is vermeld of het hier zal gebeuren op aarde of elders. Een ding is echter zeker: dit evenement zal zeker gebeuren als God dat wenst. Het moet in gedachten worden gehouden dat het woord jama, zowel een fysiek contact als een contact door middel van communicatie kan inhouden. Alleen de toekomst zal uitwijzen hoe en wanneer dit contact zal plaatsvinden, maar het feit dat meer dan veertien honderd jaar geleden een dergelijke mogelijkheid nog werd voorspeld is wonderbaarlijk op zich. [xv]

Bovendien is de verwachting dat buitenaardse wezens voorgaan in onze manier strekt zich eveneens uit tot het niet-religieuze wereldbeeld. Lewis White Black, een filosoof aan de Universiteit van Rochester, schrijft: "Ik geloof dat zelfs met verantwoordelijke wetenschappelijke speculatie en dure technologie van ruimte-exploratie, men op zoek is naar ander leven als een merkwaardig moderne equivalent van engelenleer en Utopia of demonologie en Apocalyps." [xvi] Black voegt dan toe: "Exobiology recapituleert de eschatologie. Die de eschatologische hoop op hulp vanuit de hemel doet herleven wanneer de hemelse moderne astronomie de Hemel van de godsdienst vervangt. Dat kunnen we leren van meer geavanceerde samenlevingen in de lucht, het geheim van overleven is de eschatologische hoop die motiveert, of die op zijn minst wordt gebruikt om het werk van de exobiologist te rechtvaardigen." [xvii] Dit geldt ook in grote lijnen voor andere spiritualiteit. Bijvoorbeeld, de grondlegger van de analytische psychologie, Carl Jung, schreef over het ET-geloof: "Naast hun duidelijk superieure technologie ze zijn gecrediteerd met een superieure wijsheid en morele goedheid die hen, aan de andere kant, in staat stelt om de mensheid te redden." [xviii] Sprekend over de UFO als een archetype, beschrijft Jung de Messiaanse kwaliteiten als het creëren van "het beeld van de goddelijk-menselijke persoonlijkheid, de Fundamentele Man of Anthropos, een chen-yen (waarlijke of gehele mens), een Elia die het vuur uit de hemel naar beneden roept, en opstijgt naar de hemel in een vurige wagen, als een voorloper van de Messias, als de dogmatiseerde figuur van Christus, als van Khidir, de Verdant, als een parallel aan Elia: als hij die dwaalt over de aarde als een menselijke personificatie van Allah." [xix]

Zo kan een geloof in "goddelijke" vreemdelingen, die uiteindelijk in contact komen met de mens, een brede interreligieuze acceptatie krijgen onder de secularisten, spiritualisten, en 's werelds grootste religies, die klaar lijken en zelfs enthousiast zijn over het omarmen van hun officiële bekendmaking van dit moment, iets waarvan deze auteurs van mening zijn dat dit een gevaarlijk bezit zal zijn met vertakkingen van misleiding in de eindtijd.

Eerstvolgende deel: De rol van Petrus Romanus voor de Vreemdeling Redder

Notities

[i] James Lees-Milne, Saint Peter’s: The Story of Saint Peter’s Basilica in Rome (Little, Brown, 1967), 221.

[ii] Rebecca Zorach and Michael W. Cole, The Idol in the Age of Art (Ashgate, 2009), 61.

[iii] Rebecca Zorach and Michael W. Cole, The Idol in the Age of Art, 63.

[iv] David Flynn, Cydonia: The Secret Chronicles of Mars (Bozwman, MT: End Time Thunder, 2002),156.

[v] Albert Pike, Morals and Dogma: Of the Ancient and Accepted Scottish Rite of Freemasonry, (Forgotten Books), 401.

[vi] Albert Mackey, A Manual of the Lodge (1870), 56.

[vii] James Harford, “Rational Beings in Other Worlds,” Jubilee: A Magazine of the Church and Her People, vol. 10, 1962, 19.

[viii] Daniel C. Raible, “Rational Life in Outer Space?” America: A Catholic Review of the Week, vol. 103,

1960, 533.

[ix] “Missionaries to Space,” Newsweek Magazine, February 1960, 90.

[x] Thomas F. O’Meara, “Christian Theology and Extraterrestrial Intelligent Life,” Theological Studies 60 (1999): 23–24.

[xi] Paul Thigpen, “Life on Other Planets: Are Catholics Free to Debate the Issue?” Our Sunday Visitor, November 1, 2010, http://www.osv.com/tabid/7631/itemid/7002/Life-on-Other-Planets.aspx.

[xii] Zecharia Sitchin, “Sitchin and Vatican Theologian Discuss UFO’s, Extraterrestrials, Angels, Creation of Man,” last accessed February 6, 2013, http://www.sitchin.com/vatican.htm.

[xiii] Paul Thigpen, “Life on Other Planets,” http://www.osv.com/tabid/7631/itemid/7002/Life-on-Other-Planets.aspx.

[xiv] http://www.alislam.org/library/books/revelation/part_4_section_7.html.

[xv] Ibid.

[xvi] Lewis White Black, “Extraterrestrial Intelligent Life,” as quoted in: E. Regis, Extraterrestrials (London: Cambridge University Press, 1987), 13.

[xvii] Ibid., 13–14.

[xviii] C. G. Jung, Flying Saucers (New York, NY: MJF Books, 1997), 11.

[xix] Ibid., 21–22.

Bron: EXO-VATICANA - Part 14

Deel 1- Deel 2 - Deel 3 - Deel 4 - Deel 5 - Deel 6 - Deel 7 - Deel 8 - Deel 9 - Deel 10 -
Deel 11 - Deel 12 - Deel 13

printen??? spaar papier en inkt.