www.wimjongman.nl

(homepagina)

Het grote begin, deel 2: Was Eden op de berg Hermon?

31 januari 2017 - door Derek Gilbert

Deel 1 - Deel 2 - Deel 3 - Deel 4 - Deel 5 - Deel 6 - Deel 7 - Deel 8 Deel 9 - Deel 10 - Deel 11 - Deel 12

Terwijl de vroege Sumeriërs uitzochten hoe ze gewassen konden laten groeien zonder regen, gebeurden er interessante dingen, historische dingen, verder naar het noordwesten. De tweede piek in de chronologische lijst van geestelijke strategische heilige bergen is de berg Hermon.

De Hermon is de hoogste, meest majestueuze piek in de Levant. Op 2800 meter boven zeeniveau domineert hij de Golan-hoogvlakte op de grens tussen Israël en Syrië, en sluit de zuidkant van de Anti-Libanon bergen af. Hij wordt beschouwd als heilig voor het grootste deel van de menselijke geschiedenis.

De Hermonberg was een heilige plaats al in de oude Babylonische periode, bijna twee millennia voor Christus, en waarschijnlijk zelfs eerder. De oude Babylonische versie van het Gilgamesj-epos, die dateert uit de 18e eeuw v. Chr. (ongeveer de tijd van Jakob), werd de "Hermon en Libanon" "de geheime woning van de Anunnaki" genoemd De Nineve-versie van het gedicht, geschreven ongeveer 600 jaar later, beschrijft het monster dat gedood is door Gilgamesj, Himbaba (of Huwawa), als de hoedster van "de woonplaats van de goden". [i]

[Editor: Hier verwijst de psalmdichter naar, als hij vraagt of hij zijn ogen moet richten naar de bergen, Psalm 121:1. Nee zijn hulp komt van de Heer.]

De Anunnaki waren de zeven belangrijkste goden van het pantheon van de Sumeriërs: Anu, de hemelgod; Enlil, de god van de lucht; Enki, god van de aarde; Ninhursag, moedergodin van de bergen; Inanna (Babylonische Ishtar), godin van de seks en oorlog; Sîn, de god van de maan; en Utu, de zonnegod. Zij zijn vermeld in teksten, gevonden in wat vandaag zuidoost-Irak is, en ze dateren uit de 27e eeuw v. Chr. Zo kunnen de meer recente versies van het Gilgamesh-verhaal uit Babylon en Nineve mogelijk meer oude tradities naar boven brengen.

De naam Hermon lijkt te berusten op een bronwoord dat "taboe" betekent, vergelijkbaar met het Hebreeuwse woord kherem, of "gewijd aan vernietiging". Het woord is vaak vertaald als "onder de ban".

De eerste keer dat dit woord voorkomt in de Bijbel is Exodus 22:20: "Wie offert aan een god, dan de Heer alleen, is gewijd aan vernietiging (kherem)." Maar het verbod was er niet alleen tegen de ongehoorzaamheid van de Israëlieten. Sommige inwoners van Kanaän werden ook tot kherem verklaard door Yahweh — specifiek zij die bekend waren als reuzen, of ten minste afstamden van de reuzen.

Dat roept de vraag op: waar komen de reuzen vandaan? Een merkwaardige episode is opgenomen in de eerste vier verzen van het zesde hoofdstuk van Genesis:

En het gebeurde, toen de mensen zich op de aardbodem begonnen te vermenigvuldigen en er dochters bij hen geboren werden, dat Gods zonen de dochters van de mensen zagen dat zij mooi waren, en zij namen zich vrouwen uit allen die zij uitgekozen hadden. Toen zei de HEERE: Mijn Geest zal niet voor eeuwig met de mens twisten, omdat ook hij vlees is, maar zijn dagen zullen honderdtwintig jaar zijn.

In die dagen, en ook daarna, waren er reuzen (Nephilim) op de aarde, toen Gods zonen bij de dochters van de mensen waren gekomen en die kinderen voor hen baarden; dit zijn de geweldenaars van oude tijden af, mannen van naam.

Genesis 6:1-4 (HSV)

Geleerden hebben millennia lang gedebatteerd over de betekenis van de term "Nephilim". De meesten geloven dat het afkomstig is uit een Hebreeuwse wortel, napal, wat betekent "gaan" of "gegoten naar beneden" — letterlijk: "de gevallenen".

Echter de geleerde Dr. Michael S. Heiser in de Bijbel en oude talen, auteur van het uitstekende boek The Unseen Realm (sterk aanbevolen) en zijn nieuwe boek Reversing Hermon (eveneens aanbevolen), concludeert echter dat dit niet correct kan zijn:

De vorm nephilim betekent niet "de gevallenen" (de spelling zou dan nephulim zijn). Evenzo betekent nephilim niet "zij die vallen" of "zij die wegvallen" (dat zou nophelim zijn). De enige manier in Hebreeuws om nephilim te onderscheiden van naphal volgens de regels van Hebreeuwse morfologie (woordvorming) zou een zelfstandig naamwoord veronderstellen, gespeld als naphil, en het vervolgens meervoudig maken. Ik zeg "veronderstellen" omdat dit zelfstandig naamwoord niet in het bijbelse Hebreeuws voorkomt — tenzij men Genesis 6:4 en Numeri 13:33 rekent als twee exemplaren van de nephilim — maar dan zou worden uitgegaan van wat men probeert te bewijzen! Echter in het Aramees bestaat het zelfstandig naamwoord naphil(a). Het betekent "gigant", waardoor het gemakkelijk te zien is waarom de Septuagint (de oude Griekse vertaling van de Hebreeuwse Bijbel) nephilim vertaalde als giganten ("gigant").[ii]

Kortom, er waren joodse geleerden die het Oude Testament vertaalden in het Grieks - ongeveer tweehonderd jaar voor de geboorte van Jezus - die duidelijk begrepen dat de Nephilim reuzen waren, niet alleen mannen die "weg"-vielen van God.

Ook de Hebreeuwse woorden vertaald als "zonen Gods" in dit gedeelte, bene elohim, verwijzen naar goddelijke wezens, geen sterfelijk mensen. Nu is dat geen consensus onder de christelijke geleerden sinds de 5e eeuw, dankzij de grote theoloog Augustinus. Hij populariseerde de theorie van de "zonen van Seth" de uitlegging die zich verwijderde van het vreemde bovennatuurlijke element uit de bovenstaande passages. Kortom, die weergave is dat de nakomelingen van Seth, de zonen van God waren, mannen uit de lijn van deze goddelijke, rechtvaardige Seth, en begonnen te paren met vrouwen uit de lijn van de corrupte goddelozen van Kaïn.

Eerlijk gezegd, tart dit alle logica op een aantal punten:

  1. Hoe waarschijnlijk is het dat alle mannelijke nakomelingen van Seth goed waren, terwijl alle vrouwelijke nakomelingen van Kaïn slecht waren?
  2. Waarom veronderstellen dat de mannelijke nakomelingen van Kaïn nooit trouwden met de vrouwelijke nakomelingen van Seth?
  3. Waarom zou deze vereniging leiden tot Nephilim, wat begrepen wordt als reuzen, door vroege christenen en Joodse schriftgeleerden?Waarom zou deze gemeenschap leiden tot een goddeloosheid, zo groot dat God alles moest uitroeien wat op de aarde rondliep, behalve Noach, zijn familie en de schepselen in de ark?
  4. Elk ander gebruik van bene elohim in de Hebreeuwse geschriften verwijst naar goddelijke wezens.

Problemen met het bovennatuurlijke begrip van de tekst concentreren zich meestal hierop, dat engelen en mensen met succes samen kinderen kunnen produceren. Voorstanders van de Seth-weergave wijzen vaak op Jezus' onderwijs van de opstanding der doden:

Want in de opstanding nemen ze niet ten huwelijk en worden ze niet ten huwelijk gegeven, maar ze zijn als engelen van God in de hemel.

Matteüs 22:30 (HSV)

De sleutelwoorden zijn "in de opstanding" en "in de hemel". Noachs buren zijn van vlees en bloed, niet opgewekt, en de engelen die "kwamen tot de dochters van de mensen" waren zeker niet in de hemel.

Er zijn meerdere voorbeelden in de Bijbel van goddelijke wezens en hun interactie met mensen op fysieke manieren — eten, drinken, en zelfs zijn die betrokken bij een rel aan de voorkant van het huis van Lot (Genesis 19:5-11). Waarom zouden ze zich ook niet kunnen voortplanten?

De definitieve nagels aan de doodskist van de Seth-weergave zijn de verwijzingen naar dit evenement in het nieuwe Testament. Zowel Petrus als Judas verwijzen naar het enige voorbeeld in de Schrift waar engelen zondigen:

’Want als God de engelen die gezondigd hebben, niet gespaard heeft, maar hen in de hel geworpen en overgegeven heeft aan de ketenen van de duisternis om tot het oordeel bewaard te worden; en als God de oude wereld niet gespaard heeft, maar het achttal van Noach, de prediker van de gerechtigheid, bewaard heeft, toen Hij de zondvloed over de wereld van de goddelozen bracht; en als God de steden Sodom en Gomorra tot as verbrand en tot de vernietiging veroordeeld heeft en tot een voorbeeld gesteld heeft voor hen die goddeloos zouden leven...

2 Petrus 2:4 (HSV)

En de engelen die hun oorspronkelijke staat niet hebben bewaard, maar hun eigen woonplaats verlaten hebben, heeft Hij voor het oordeel van de grote dag met eeuwige boeien in de duisternis in verzekerde bewaring gesteld. Evenzo is het met Sodom en Gomorra, en de steden eromheen, die op dezelfde wijze als zij hoererij bedreven hebben en ander vlees achterna zijn gegaan. Zij liggen daar als een waarschuwend voorbeeld, doordat zij de straf van het eeuwige vuur ondergaan.

Judas 6-7 (HSV)

DEREK GILBERT VERKLAART MEER!

Als er enige twijfel over is dat die engelen iets deden dat straf verdiende, dan verduidelijken Petrus en Judas die dingen door de zonde van de engelen als seksuele specifiek te identificeren door het te koppelen aan de zonden van Sodom en Gomorra. Overschrijding van de species-barrière tussen engel en mens is net zo taboe als de barrière tussen mens en dier.

Het is veelzeggend dat de term die vertaald wordt met "in de hel geworpen" in 2 Petrus 2:4, het Griekse woord tartaroo is, een werkwoord met de betekenis "neergeworpen in Tartarus". Dit is de enige keer dat in het Nieuwe Testament dit woord wordt gebruikt, wat betekent dat het speciale aandacht vereist. Tartaros was gescheiden van Hades, het was een plaats van marteling en kwelling, zelfs lager dan de Hades in Griekse kosmologie. Het werd verondersteld te zijn als ver onder de Hades, zoals de aarde onder de hemel is. En Petrus koos, onder de inspiratie van de Heilige Geest, dat woord om de straf te beschrijven die gereserveerd is voor de engelen die betrokken waren bij de illegale seksuele relaties met menselijke vrouwen. Plaats hier een geestelijke bladwijzer bij, omdat we er nog op moeten terugkomen.

De buitenbijbelse boeken van Henoch en Jubilee breiden het verhaal uit, en voegen details toe en een context die niet in de Bijbel staat. De Hermon is dan de plaats waar tweehonderd Wachters, een klasse van engelen die wordt genoemd in Daniel 4, waren afgedaald en begonnen met een verhouding met menselijke vrouwen. Vanuit deze gemeenschap kwamen de Nephilim voort, de giganten van Genesis 6.

De Wachters werden volgens Henoch geleid door Semjâzâ, die blijkbaar bang was dat hij de vloek zou krijgen voor wat ze aan het doen:

Hier vindt u een vertaling van het boek Henoch

( )

Nederlandse vertaling

6:3 Maar Semyaza, die hun leider was, zei tot hen: "Ik vrees dat jullie niet volgzaam in deze daad en ik alleen zal de straf betalen voor deze grote zonde."
6.4 En zij allen antwoordden hem, en zeiden: "Laat ons allen een eed zweren, en ons verbinden aan-elkaar met een onderlinge vloek, dat een ieder van ons zich niet zal afwenden van dit plan, maar om het effectief uit te voeren."
6.5 Toen zwoeren zij allen met elkaar en allen verbonden zij zich met elkaar met een onderlinge vloek.
6.6 Ze waren in totaal tweehonderd, en zij daalden af in de dagen van Jared op de top van de berg Hermon. En zij noemden deze berg Hermon, omdat zij daar zwoeren en zich aan elkaar verbonden met vloeken.

Het boek van Henoch sectie 3 - 6:3-6 (Nederlandse vertaling)

De dingen aangeboden door de Wachters was kennis, net zoals het was in Eden. In ruil voor de geneugten van het vlees, heeft Semjâzâ en zijn handlangers zaken aangeboden als betovering, bezweringen, astrologie, de kunst van het maken van wapens, cosmetica, en schrijven, o.a. — vermoedelijk kunsten die de mens zouden hebben ontwikkeld of ontdekt na verloop van tijd in plaats van alles allemaal tegelijk op de samenleving uit te storten.

Echter, de reusachtige nakomelingen van deze onheilige vereniging, de Nephilim, plunderden de aarde en bedreigden de mensheid. Zij hebben alles genomen en verbruikt wat de mensen hadden. En alsof dat niet genoeg was, begonnen ze de mensen te eten en zelfs elkaar. Henoch beschrijft de reuzen als wezens met een onverzadigbare verlangen wat zelfs dreigde de bloedlijn te beëindigen van de toekomstige Messias door geweld — en blijkbaar door de beschadiging van het menselijk genoom.

Het boek Jasher suggereert dat de overtreding van de Wachters en de Nephilim verder ging dan het beschadigen van de mensheid, met inbegrip van "het zich vermengen van de ene soort dieren met een ander" (Jasher 4:18).

We kunnen alleen maar speculeren waar dat over ging. Was het daar waar de legendes van de chimerische wezens begon, zoals Centauren en Satyrs? Of waren dat slechts helemaal legendes? Maar we weten dat Jahweh een overstroming heeft gestuurd om alle vlees weg te werken van de aarde, met uitzondering van de acht mensen en de dieren aan boord van de ark. De Wachters die dit alles begonnen, zijn volgens Petrus en Judas vastgeketend in de Tartarus, en daar blijven tot aan "het oordeel van de grote dag".

Maar de rol van de berg Hermon in de geschiedenis eindigde niet met de zondvloed van Noach. Een andere groep van gevallen bene elohim hebben een zaakje opgezet op de berg na de confrontatie bij Babel.

Volgens de Belgische geleerde Edward Lipinski werd Hermon genoemd naar de oude wereld, niet alleen de geheime woonplaats van de Anunnaki, het was de berg van de goddelijke vergadering van de Noordwestelijke-semitische god El, de schepper-god van hun pantheon.[iii] De Hermonberg is waar El hof hield met zijn echtgenote Asherah en de "70 zonen van El".

Vergeet dat getal niet. We zullen het opnieuw zien.

El was een naam die normaal wordt gebruikt in het Hebreeuws als een generieke term voor "god" — El Elohim, El Elyon, enz. Het is mogelijk dat het epitheton El Shaddai, eventueel de betekenis heeft van "god van de berg", als eerste op El is toegepast. Een ander Mesopotamische god, Amurru, was genaamd "Bel Šade", of "Heer van de berg" (de š klinkt als "sh"). Dit was een andere verwarring door de Vijand — een naam waarmee Yahweh zich identificeerde om deze dingen te verwarren. In Exodus vertelde Yahweh aan Mozes dat het door de naam El Shaddai was, meestal vertolkt als "Almachtige God" in onze bijbels, dat hij zichzelf aan Abraham, Isaak en Jacob heeft voorgesteld (Exodus 6:3). Dat is waarom Jacob Isra-el werd, niet Isra-yahu.

Natuurlijk nemen sceptici dit zo, dat dit betekent dat Joden en christenen verward zijn over wie wij aanbidden. Het is eigenlijk El, zo beweren zij, en de volgelingen van Jahweh zijn zo gebonden dat wij het voor de laatste 3.500 jaar verkeerd hebben gehad. Het punt is in feite dat de sceptici reeds voor een andere verwarring door de vijand zijn gevallen, dat ze geen zorg hebben over wat we geloven, zolang het niet het enige is wat waar is.

Maar vergis je niet: de El van de Kanaänieten was niet de Yahweh van Israël, en Jahweh was niet El. In de Kanaänitische pantheon was El een boegbeeld. Echte macht werd uitgeoefend door de Ba'al, de koning van de goden. In de Kanaänitische mythen was er een machtsstrijd tussen de goden over wie die titel mocht houden, en El lijkt niet de kracht te hebben of de wil om een winnaar aan te wijzen. Noch scheen hij echt geïnteresseerd te zijn in het oordeel zelf. Als je een woord moest kiezen om El te beschrijven, zou het "semi-gepensioneerd" zijn.

Dat is zeker niet de God van de Bijbel.

-0-

Een van de fascinerende aspecten van het verhaal van Gilgamesj is dat archeologen hem in het algemeen beschouwen als een echt, historisch karakter. In 2003 geloofde een team dat aan het graven was op de site van het oude Uruk, dat ze het graf vonden van Gilgamesj onder wat de oude loop van de rivier de Eufraat was — maar hun ontdekking kwam een maand nadat het leger van de Verenigde Staten Irak was binnengevallen in 2003, wat een einde maakte aan het graven.

Wetenschappers weten al jaren dat er parallellen lopen in de Mesopotamische legendes en de Bijbelse verantwoording van de patriarchen. Henoch is vergelijkbaar met een voorwereldlijke koning genaamd Enmeduranki, en Noah heet afwisselend Utnapishtim (Babylon), Ziusudra (Sumer) en Atra-Hasis (Akkad), afhankelijk van welke cultuur het verhaal beschreef. Maar zelfs deze verantwoordingen maken deel uit van een bovennatuurlijke verwarring. Bijvoorbeeld: de Mesopotamische verhalen die Gilgamesh portretteren als een machtige krijger, een held, als voor tweederde god en eenderde mens. Hij heeft avonturen en doodt monsters, met name Gilgamesj of Huwawa, de verdediger van het verre cederbos, dat was toegewezen voor het terroriseren van de mensen door de god Enlil.

Geleerden geloven dat Humbaba ook uitgesproken kan worden als "huwawa." Dr. David Livingston, oprichter van Associates for Biblical Research, wijst erop dat Huwawa net klinkt als Jahweh. Als hij gelijk heeft, dan is het mogelijk dat we weer een nieuwe vijandige verwarring hebben ontdekt: de echte missie van Gilgamesj was, zoals de gevallenen wilden dat de Mesopotamiërs het begrepen, het doden van de monsterlijke hoedster van het geheime huis van de goden — Jahweh.

In ons eerste artikel toonden we aan hoe de cherub als de gezalfde hoedster van Eden, de nachash die Adam en Eva tot zonde verleidde, werd weggedaan van Gods heilige berg om de heer van de dood te zijn. We zullen in een volgend artikel van deze serie laten zien waarom Jezus de Hermonberg koos voor enkele zeer specifieke incidenten — als strategische evenementen gericht op de opstandige bene elohim. Dus om te voorkomen dat we onszelf herhalen, zullen wij enige informatie terughouden tot later in deze serie. Maar we delen dit alvast: de mensen in de oudheid wisten dat Basan, het Koninkrijk van Og aan de voet van de berg Hermon, de letterlijke ingang was van de geestelijke onderwereld.

Overweeg het volgende: Is het mogelijk dat de slechte reputatie van de berg Hermon en de regio van Basan vanuit een historische gebeurtenis groeide — de letterlijke val van Eden, Gods heilige berg, door de rebel die weggedaan werd door God?

Vele geleerden hebben de overeenkomsten opgemerkt tussen Eden en de tuin van de goden, gezocht door Gilgamesj, de geheime woonplaats van Anunnaki. Als Hermon Eden was, kan dit uitleggen waarom de opstandige goden hun eigen berg der vergadering willen en daar naartoe getrokken zijn — om het te vervuilen — sinds het begin der tijden.

Volgende keer: Bent u klaar voor het Koninklijke Gevecht!?

Bron: The Great Inception Part 2: Was Eden on Mount Hermon? » SkyWatchTV