De Gemeente

Alle gelovigen



In 27-30 na Christus, (onze jaartelling) is er iets gebeurd wat geen profeet heeft voorzien nl. de uitverkiezing van de gemeente uit Israël en de heidenen. Dit is mogelijk geworden omdat Israël als volk deze verkiezing heeft afgewezen. Dat is te lezen in, Rom 9,10 en 11.
Petrus geeft in zijn eerste brief hfst. 1 vers 10 ook aan dat de profeten niets van de gemeente wisten. Naar deze zaligheid hebben gezocht en gevorst de profeten, die van de voor u bestemde genade geprofeteerd hebben terwijl zij naspeurden, op welke of hoedanige tijd de Geest van Christus in hen doelde, toen hij vooraf getuigenis gaf van al het lijden dat over Christus zou komen en van alle heerlijkheid DAARNA.

Alleen de profeet Hosea heeft een zijdelingse profetie in hfst. 6 vers 2 waaruit is op te maken dat Israël twee duizend jaar in ballingschap zou gaan. Hij zal ons na twee dagen doen herleven, ten derde dage zal Hij ons oprichten en zullen wij leven voor zijn aangezicht.
Petrus zegt dat voor G’d 1 dag is als duizend jaar, dus mogen we ook lezen - Hij zal ons na twee duizend jaar doen herleven het derde duizend jaar zal Hij ons oprichten en zullen wij leven voor zijn aangezicht.

Ook Jacobus zegt in Hand. 15 vers 14-17, { Simeon heeft uiteengezet, hoe G’d van meet aan erop bedacht geweest is een volk voor zijn naam uit de heidenen te vergaderen. En hiermee stemmen overeen de woorden der profeten gelijk geschreven staat Daarna zal Ik wederkeren en de vervallen hut van David weder opbouwen, en wat daarvan is ingestort, zal Ik weder opbouwen, en Ik zal haar weder oprichten opdat het overige deel der mensen den Here zoeke, en alle heidenen, over welke mijn naam is uitgeroepen, spreekt de Here, die deze dingen doet.}.
Men stond voor het probleem van de verwerping van Israël toen Jacobus er op wees dat de draad weer zou worden opgepakt nadat.
Dus na Israël onder de wet kiest G’d zich een volk uit de heidenen dat is - de gemeente, -dan: {daarna zal ik oprichten wat is ingestort van de hut van David - Israël -, vervolgens het overige deel der mensen - de volken - over wie Zijn naam is uitgeroepen}. Dat is ook de reden waarom Paulus zo'n haast had met de verkondiging van het Evangelie. Hij wist dat eerst de gemeente moest ingaan voordat het heil weer naar het joodse volk zou terugkeren. Hij werd woedend als de joden dit afwezen.

Alle profetie uit het oude testament is dus op de eerste plaats op het aardse Israël gericht. Men wist niets van de gemeente, het was een geheimenis.

De gemeente uit de heidenen en joden. Dit lag niet vast, er was keuze, immers zegt de Here in Matth. 11:14, - Want al de profeten en de wet hebben geprofeteerd tot Johannes toe; en indien gij het wil aanvaarden: Hij is Elia, die komen zou.
De Here Jezus wijst op de profetie uit Maleachi 4:5 - { Zie, Ik zend u den profeet Elia, voordat de grote en geduchte dag des Heren komt}. - Elia komt nu later zoals in Openb. 11 staat - twee getuigen die macht hebben om de hemel te sluiten zodat er geen regen valt en zij hebben macht over de wateren, - twee getuigen die lichamelijk zijn opgenomen en terug kunnen komen. Zoals in de ontmoeting met de Here op de berg te zien is.

De gemeente heeft een hemelse bestemming geen aardse wij zullen altijd zijn met Christus.
Efez. 1:3 - Gezegend zij de G’d en Vader van onze Here Jezus Christus, die ons met allerlei geestelijke zegen in de hemelse gewesten gezegend heeft in Christus. vers 5 - In liefde heeft Hij ons tevoren er toe bestemd als zonen van Hem te worden aangenomen. vers 10 - om, ter voorbereiding van de volheid der tijden, al wat in de hemelen en op de aarde is onder één hoofd, dat is Christus, samen te vatten in Hem, in wien wij ook het erfdeel ontvangen hebben. vers 14 ook verzegeld met den Heilige Geest der belofte die een onderpand is van onze erfenis. Efez. 1:23; Wij zijn het lichaam van Christus Hij is het hoofd, Efez. 4:12; om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus, Efez. 5:;29-30; want niemand haat ooit zijn eigen vlees, maar hij voedt het en koestert het zoals Christus de gemeente, omdat wij leden zijn van zijn lichaam. Rom. 12:4-5; Want, gelijk wij in één lichaam vele leden hebben, en de leden niet alle dezelfde werkzaamheden hebben, zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in Christus, maar ieder afzonderlijk leden ten opzichte van elkander. 1Corr. 6:15; Weet gij niet, dat uw lichamen leden van Christus zijn? 1Corr. 12:12-14; Want gelijk het lichaam een is en vele leden heeft, en al de leden van het lichaam, hoe vele ook, een lichaam vormen, zo ook Christus; want door één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen, en allen zijn wij met één Geest gedrenkt. Want het lichaam bestaat toch ook niet uit een lid, maar uit vele leden. 1Corr. 12:27; Gij nu zijt het lichaam van Christus en ieder voor zijn deel leden. Coll. 1:18; Hij is het hoofd van het lichaam de gemeente. Openb. 5:9-11; En zij zongen een nieuw gezang, zeggende: Gij zijt waardig de boekrol te nemen en haar zegels te openen; want Gij zijt geslacht en Gij hebt (hen) voor G’d gekocht met uw bloed, uit elke stam en taal en volk en natie; en Gij hebt hen voor onze G’d gemaakt tot een koninkrijk en tot priesters, en zij zullen als koningen heersen op de aarde. En ik zag, en ik hoorde een stem van vele engelen rondom de troon, en van de dieren en de oudsten; en hun getal was tienduizenden tienduizendtallen en duizenden duizendtallen.

Hier zien we de gemeente in de hemel, gekocht met het bloed van onze Heer. Overkleed met een nieuw lichaam. Later in het boek Openb. zien we daar samen met de gemeente, nog de schare uit de grote verdrukking. Openb. 7:9-17 en 20:4, en de 144.000 verzegelden uit Israël, die er bij komen Openb. 14:1-5.

De gemeente begint in Jeruzalem en op het feest van de eerstelingen komen er al drie duizend en in Handelingen 21:20 zien we dat er al tienduizend joden zich hebben bekeerd tot de Heer.
Tienduizend? Er staat toch duizend. Ja, maar Murio (grondtekst) is tienduizend en geen duizend.
Van hier uit gaat het evangelie over de wereld, maar houdt niet overal stand in het Midden-Oosten en Noord-Afrika zijn aanvankelijk veel gelovigen, maar onder invloed van het gnostisch denken zijn ze overwonnen door de Islam. Dit gnostisch denken heeft wederom een grote plaats in de New Age.

In de Openb. laat de Heer 7 brieven schrijven aan bepaalde gemeenten., waarom alleen aan die 7 gemeenten? Dit omdat de Here ons wilde laten zien wat de hoofdstroom zou zijn in de geschiedenis aangaande de kerk.
Lag de liefde van de gemeente de eerste paar honderd jaar bij de komende Christus en was er vervolging in de geest van Smyrna. Al gauw komt daarna de kerk van Pergamum en Thyatira opzetten. De kerk als die van Pergamum stelt zich onder bescherming van de keizer en word er veel water in de wijn gedaan omwille van de staatsgodsdienst. In de kerk van Thyatira leert zelfs de diepten van de satan kennen, zegt Jezus. Er wordt ook nogal wat veranderd. Sabbat mag niet meer worden gevierd. De zondag wordt verplicht als rustdag aangewezen. Dit is nl. de belangrijkste dag in de zongodsdiensten. De opstanding van de Heer werd wel op de zondag herdacht maar was geen rustdag. Pesach (Pascha) wordt ook niet meer gevierd op de datum van de Heer. De 14e Nissan. Zie Lev. 23:5-8. Waardoor ook het Pinksterfeest een andere datum krijgt.
Doopritueel ondergaat een wijziging de onderdompeling wordt besprenging. Beeldenverering en daarom een wijziging in de tien geboden. Het tweede gebod over de gesneden beelden vervalt en het tiende wordt in tweeën gedeeld. Tijden en wet zijn veranderd en dat zijn dingen van de antichrist. De bisschop van Rome noemt zichzelf dan ook de plaatsvervanger van Petrus en Vader van de gelovigen. Dit terwijl Jezus zegt in Matth. 23:9 zegt. Gij zult u niet rabbi laten noemen; want één is uw Meester en gij allen zijt broeders. En gij zult op aarde niemand uw vader noemen, want één is uw Vader, Hij die in de hemelen is.


Thora van God:

I
 Ik ben de HERE, uw God, die u uit het land Egypte, uit het diensthuis, geleid heb. Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben.
II
Gij zult u geen gesneden beeld maken noch enige gestalte van wat boven in de hemel, noch van wat beneden op de aarde, noch van wat in de wateren onder de aarde is. Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de HERE, uw God, ben een naijverig God, die de ongerechtigheid der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde en aan het vierde geslacht van hen die Mij haten, en die barmhartigheid doe aan duizenden van hen die Mij liefhebben en mijn geboden onderhouden.
III
Gij zult de naam van de HERE, uw God, niet ijdel gebruiken, want de HERE zal niet onschuldig houden wie zijn naam ijdel gebruikt.
IV
Gedenk de sabbatdag, dat gij die heiligt; zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen; maar de zevende dag is de sabbat van de HERE, uw God; dan zult gij geen werk doen, gij noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch de vreemdeling die in uw steden woont.  Want in zes dagen heeft de HERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is, en Hij rustte op de zevende dag; daarom zegende de HERE de sabbatdag en heiligde die.
V
 Eer uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de HERE, uw God, u geven zal.
VI
 Gij zult niet doodslaan.
VII
 Gij zult niet echtbreken.
VIII
 Gij zult niet stelen.
IX 
Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste.

Gij zult niet begeren uws naasten huis; gij zult niet begeren uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn rund, noch zijn ezel, noch iets dat van uw naaste is.

Exodus 20.


De Wet veranderd door de mens

I
 Ik ben de HERE, uw God. Gij zult geen vreemde goden voor Mijn aangezicht hebben.
Het oorspronkelijke tweede gebod is weg.
II (III)
Gij zult de naam van de HERE, uw God, niet ijdel gebruiken, want de HERE zal niet onschuldig houden wie zijn naam ijdel gebruikt.
III (IV)
Gedenk de sabbatdag, dat gij die heiligt.
IV (V)
(Ingekort)
 Eer uw vader en uw moeder.
V (VI)
 Gij zult niet doodslaan.
VI (VII)
 Gij zult niet echtbreken.
VII (VIII)
 Gij zult niet stelen.
VIII (IX)
 Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste.
IX (X)
(Tiende gebod in twee delen)
 Gij zult niet begeren uws naasten vrouw.
X
Gij zult niet begeren uws naasten goed.

De Algemene Katholieke
Catechismus.  
 
 
 
 
 
 
 

De titel die Constantijn zijn hele leven heeft gedragen, van Pontifex Maximus (de titel van de Romeinse hogepriester),gaat over op de Paus.
Hier in die tijd komt deze kerk onder de macht van de satan. Heel het heidendom met de godin als aartsmoeder in de gestalte van Maria, de sleutels die paus draagt zijn de sleutels van de goden Janus en Cybele. Invoeren van ritualen die uit de romeinse godsdienst zijn overgenomen, als wijwater en kaarsen branden., de tonsuur dat is de zonnekrans van de priesters van Mithras, worden overgenomen. Stola's en andere kledingstukken uit het heidendom worden gebruikt. De heiligenverering krijgt een plaats. Ook het bouwen van grote basilieken vind plaats tijdens de periode van de kerk van Thyatira. Celibaat voor de priester (wat ook te zien is bij de boeddhisten of het hindoeïsme), een priester die geen enkele bevoegdheid heeft ontvangen van de Heer, gaat tussen de gelovige en de Vader staan, men trekt de macht naar zich toe om zonden te vergeven en verspert zo de weg voor de mens naar de Vader, die door Christus offerdood was vrijgemaakt. Een donkere tijd. Slechts enkele blijven trouw aan de Heer.

Deze beginnen te protesteren, Wycliffe, Hiëronymus, Hus, Luther en vele anderen nemen stelling tegen de Roomse kerk.

Na deze beeld bepalende kerktijd is de tijd voor de kerk van Sardes aangebroken. Vervolgingen tegen anders denkende komen weer op gang. Deze vluchten dan over het algemeen naar Amerika, waar heden ten dage al deze stromingen nog vertegenwoordigd zijn.
Bedenk dan zegt Jezus hoe gij het ontvangen en gehoord hebt, wordt wakker, anders zal ik voor u komen als een dief in de nacht. Met andere woorden u verduistert het zicht op de toekomst.

Ook krijgen leer en dogma grote aandacht en komt de Here op de tweede plaats. Men neemt de plaats in van het aardse Israël en in dat idee worden de psalmen berijmd en gezongen. Men eigend zich de aardse plaats toe en de verbonden, maar zegt Rom. 9:4. Zij zijn Israëlieten, hunner is de aanneming tot zonen en de heerlijkheid en de verbonden. Meervoud, verbonden. Wij zijn de dienaren van een nieuw verbond, zie 2 Corr. 3:6, het nieuwe verbond," geestelijk", niet het aardse.
Dit is een waarschuwing die ook voor onze kerken opgaat, want zal voor ons ook niet de Heer komen als een dief in de nacht als we geen enkele weet hebben van hoe laat het al is? En bij hoevelen van ons in de gemeente is dat niet het geval?

In deze kerk zijn er enkele getrouw en uit dezen komt de kerk van de zending met kleine kracht zonder geweld van koningen voort. Alleen op het gebed van de gemeente en het werk in vertrouwen op de Heer. De kerk van Philadelphia. Kleine kracht maar met grote zegen. Deze kerken hebben geen grote verbanden en synodes komen niet bijeen in wereldraden en bedrijven nauwelijks politiek. Lofprijzing en eer van de Heer staan voorop.
In zulke tijd gaat het evangelie over de wereld tot nu toe. De verkondiging van het evangelie ging in golven over de wereld gedurende bepaalde tijden. Eerst direct na de vervolging van de eerste christenen, dan tijdens de 18e en 19e eeuw en nu na de 2e wereldoorlog over de rest van de aarde, met name de derde wereld. Maar de tijd van de kerk van Philadelphia gaat ook over in de kerk van Laodicea, de laatste in de rij. Dit behoeft verder geen uitleg dit is een van de belangrijke kerken in de eindtijd.
Waar geleerd wordt dat het offer van Christus niet nodig is, en er ander wegen zijn om het goddelijke te verkrijgen.
Het is ook de kerk van de grote welvaart zoals er nog nooit is geweest voor de christelijke wereld. De grote verleiding van de satan, die in onze tijd nog nooit zoveel mensen bij Jezus vandaan heeft getrokken. Het ontbreekt de mensen aan tijd om bijeen te komen rond de bijbel of voor gebed. Vele uren die men kan besteden aan de Heer worden door gebracht voor de t.v. op andere wijze.

Al deze type kerken zijn er nog en werken en leven op de wijze zoals de Heer heeft voorzegt in de eerste hoofdstukken van het boek Openbaringen. Ook hieraan kan men weten wanneer de laatste kerk is gekomen.
Een ander kenmerk voor de kerk van de eindtijd wordt beschreven door Yeshua in Matth. 24. Valse profetie, wetsverachting, liefdeloosheid en verdrukking. Ook Paulus zegt hierover in 2 Thess.2: dat de wetteloze zich eerst moet openbaren en er afval moet komen. Na 19 eeuwen van crhistendom lopen de kerken leeg en verlaat Europa zijn grondslag. Dit alles nadat dit deel van de wereld voor wereldwijde zending heeft gezorgd. Nu echter vergaart men zich leraren naar eigen gehoor. Er is een scala aan groepen en kerken, voor elk wat wils.
In Timötheüs 3:1-5 staan nog een aantal kenmerken voor de kerk in de eindtijd, waarvan deze zo op de hedendaagse kerk is toe te passen. Men geeft meer om genot dan om G'd. Alles moet kunnen wie dat niet aanvaard moet zijn heil maar ergens anders zoeken.

Echter in welke kerk men ook werkt of leeft, wij geloven dat de mens die Christus aanvaard als zijn Zaligmaker en vraagt of de Heer wil komen in zijn leven gered is van de dood, en zal leven in Christus.

Beoordeling door Christus.

Hoe en wat we hebben gedaan in ons leven zal straks worden beoordeeld voor de stoel van Christus.
In een gedeelte van de brief aan de Corinthiërs schrijft Paulus dat een ware gelovige niet veroordeeld wordt maar beoordeeld.
1 Cor. 4:4; Want ik ben mij van niets bewust, maar daardoor ben ik niet gerechtvaardigd Hij, die mij beoordeelt is de Here.
1 Cor. 3:13-15; ieders werk zal aan het licht komen. Want de dag zal het doen blijken, omdat hij met vuur verschijnt, en hoedanig ieders werk is, dat zal het vuur uitmaken. 14 Indien het werk, dat hij erop gebouwd heeft, standhoudt, zal hij loon ontvangen, 15 maar indien iemands werk verbrandt, zal hij schade lijden, doch hij zelf zal gered worden, maar als door vuur heen.
2 Kor. 5:10; Want wij moeten allen voor den rechterstoel van Christus openbaar worden, opdat een ieder wegdrage wat hij in zijn lichaam verricht heeft, naar dat hij gedaan heeft, hetzij goed hetzij kwaad.
In de Griekse tekst staat hier geen rechterstoel maar bima en dat is een verhoging zoals men in elke synagoge kan vinden, vanwaar de gebeden worden uitgesproken.
Later, (als wij door Christus zijn beoordeeld en onze plaats in het koninkrijk hebben ingenomen) dan zal de oordeel over de andere mensen, de ongelovigen, door Christus en de gemeente als lichaam van Christus plaats vinden. U bent daarbij en kan een goed woord doen voor de mens die u toen u in nood zat zo prachtig heeft geholpen. Of de mens die u kwam opzoeken in de gevangenis, ja zelf diegenen die u alleen maar een glas water heeft gegeven uit medelijden. Het zal allemaal worden beloond.
Openb. 20:4; En ik zag tronen, en zij zetten zich daarop, en het oordeel werd hun gegeven.
1Corr, 6:2; Of weet gij niet, dat de heiligen de wereld zullen oordelen? En indien bij u het oordeel over de wereld berust, zijt gij dan onbevoegd voor de meest onbetekenende rechtspraak? Weet gij niet, dat wij over engelen oordelen zullen? Hoeveel te meer dan over alledaagse dingen?
Openb. 20:12-13; En ik zag een grote witte troon en Hem, die daarop gezeten was, voor wiens aangezicht de aarde en de hemel vluchtten, en geen plaats werd voor hen gevonden. En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande voor de troon, en er werden boeken geopend. En nog een ander boek werd geopend, het (boek) des levens; en de doden werden geoordeeld op grond van hetgeen in de boeken geschreven stond, naar hun werken. En de zee gaf de doden, die in haar waren, en de dood en het dodenrijk gaven de doden, die in hen waren, en zij werden geoordeeld, een ieder naar zijn werken. Dit oordeel is voor de wereld die in de tweede opstanding weer levend worden, duizend jaar na de eerste opstanding.

Troon

Oordeel voor de witte troon

Dit is de gemeente, in het tijdperk van de genade in Christus die weldra een einde zal nemen. G’d zal dan weer zijn totale aandacht richten op Israël en de volken rondom. Dat de Here spoedig komt is naar mijn mening een kwestie van decennia en niet van eeuwen.

De perioden
De terugkeer