Devotionals

19 mei 2025

Johannes 14: “Laat uw hart niet verontrust zijn. U gelooft in God. Geloof ook in mij. In het huis van mijn Vader zijn vele woningen. Als dat niet zo was, zou ik het u gezegd hebben. Ik ga heen om een plaats voor u te bereiden. En als ik heenga om een plaats voor u te bereiden...” Wat zegt Jezus hier? Ik ga heen om een plaats voor jullie te bereiden. Wat heeft het voor zin om een plaats voor jullie te bereiden als ik niet terugkom om jullie op te halen? Hij zegt: Hallo?

Hij zegt: “Ik ga heen om een plaats voor jullie te bereiden, en als ik heenga om een plaats voor jullie te bereiden, zal ik terugkomen en jullie tot Mij nemen. Opdat ook jullie zijn waar Ik ben.” Waar is Hij? In de hemel. Wij zijn degenen die van adres veranderen. Jezus zei niet: “Welnu, in het huis van jullie vader zijn vele woningen en jullie gaan nu een plaats voor Mij voorbereiden. En als jullie een plaats voor Mij voorbereiden, dan zullen jullie Mij tot jullie nemen. Dus waar jullie zijn, zal Ik ook zijn.” Dat zei Hij niet. Hij zei: “Ik ga een plaats voor jullie voorbereiden en Ik zal terugkomen om jullie tot Mij te nemen. Waar ik ben, daar zullen jullie ook zijn.” Wij veranderen van adres, niet Hij. Wij zijn hier niet om deze wereld voor te bereiden op de wederkomst. De wereld is zo gek geworden dat God op een gegeven moment zal zeggen dat het genoeg is, en ons hier weg zal halen.

Ik weet zeker dat we allemaal wel eens iemand hebben horen zeggen of zelf hebben gezegd: ”Maak je geen zorgen.” Maar dan volgt er geen uitleg over hoe we dat moeten doen. Jezus zei: “Laat uw hart niet verontrust zijn.” Het woord dat hier met “laat” is vertaald, kan ook worden vertaald met “stop”. Hij zei tegen Zijn discipelen dat ze moesten stoppen met hun hart te laten verontrusten. Vervolgens verklaarde Hij Zijn goddelijkheid door te zeggen: “U gelooft in God, geloof ook in Mij.” Wat Jezus bedoelde, was: wat u over God gelooft, geloof ook over Mij.

Dit gesprek vond plaats tijdens het Laatste Avondmaal, nadat Jezus had onthuld dat Hij verraden zou worden en dat Petrus Hem driemaal zou verloochenen. Hij zei dat ze hun hart niet moesten laten verontrusten en dat Hij, nadat Hij was heengegaan om een plaats voor hen te bereiden, “weer zou komen om hen tot Zich te nemen, opdat ook zij zouden zijn waar Hij was”.

Het woord dat met “nemen” is vertaald, kan ook “weghalen” of “opnemen” betekenen. Dit was het middel dat hen in staat zou stellen hun hart niet langer te laten verontrusten.

Titus 2:11-13
Want de genade van God, die ons redding brengt, is aan alle mensen verschenen en leert ons dat wij, nadat wij de goddeloosheid en de wereldse begeerten hebben verworpen, in deze tijd sober, rechtvaardig en godvruchtig moeten leven, terwijl wij uitzien naar de zalige hoop en de verschijning van de heerlijkheid van onze grote God en Redder Jezus Christus.

Jezus vertelde de discipelen dat Hij terug zou komen en hen zou opnemen naar waar Hij is. Paulus zei dat wij daar ook naar moesten uitzien, en beschreef het zelfs als de verschijning in heerlijkheid.

Dit geeft ons een zeer praktisch hulpmiddel om met onze eigen moeilijkheden in het leven om te gaan. Jezus had de groep discipelen verteld dat er pijnlijke dingen in het verschiet lagen, en richtte hun gedachten vervolgens onmiddellijk voorbij het moment naar de toekomst.

Filippenzen 3:20-21
Want ons burgerschap is in de hemel, vanwaar wij ook de Zaligmaker verwachten, de Here Jezus Christus, Die ons vernederd lichaam zal veranderen, zodat het gelijkvormig wordt aan Zijn verheerlijkt lichaam, naar de werking waarvan Hij zelfs alle dingen aan Zichzelf kan onderwerpen.

De moeilijke dingen in het leven zijn slechts tijdelijk. Dit besef zal de pijn ervan niet verminderen, maar als we ons onze langverwachte toekomst voor ogen houden, zullen we er beter doorheen komen. Op een dag zullen we een glorieus lichaam krijgen zoals dat van Christus, omdat we in Hem geloven. En op een dag komt Hij ons halen om voor altijd bij Hem te zijn!

Kom snel, Heer Jezus!

Bron: Amir's Bible Bites Devotionals