www.wimjongman.nl

(homepagina)


Een boodschap van God via David voor de kerk van de 21e eeuw

Door Tom Gilbreath 10 juni 2025

Zowel als herder als koning was David een man van muziek. Als jongen zong hij om de onrustige ziel van koning Saul te kalmeren. Muziek vloeide uit het diepst van zijn wezen. Enkele van de mooiste woorden in het mooiste boek dat ooit is geschreven, komen uit geïnspireerde liederen van David. In 1 Kronieken 16:7-36 bracht hij een loflied, een lied van vreugde en aanbidding, dat door de koren van Israël moest worden gezongen. Het lied bevat ook een waarschuwing aan iedereen die Gods eerlijkheid in twijfel trekt door Zijn beloften aan Zijn volk te ontkennen.

Het was een grote dag in Israël. Bands speelden en mensen dansten. Ze leken Gods glimlach op zich te voelen. Het was de dag waarop David er eindelijk in slaagde de ark van het verbond naar Israëls nieuwe hoofdstad Jeruzalem te brengen. 1 Kronieken 16:7 (NKJV) zegt: “Op die dag gaf David deze psalm voor het eerst aan Asaf en zijn broeders, om de Heer te danken.”

Het lied spoort onder andere aan tot evangelisatie. In de verzen 8 en 9 staat: “Maak Zijn daden bekend onder de volken! ... Vertel over al Zijn wonderbare werken!” Vers 23 zegt: “Verkondig dag na dag het goede nieuws van Zijn heil.”

Vers 13 richt zich als volgt tot de kinderen van Israël: “O zaad van Israël, Zijn dienstknecht, gij kinderen van Jakob, Zijn uitverkorenen!” De status van dat volk als “uitverkoren” doet op geen enkele wijze afbreuk aan uw relatie met God, of u nu Jood bent of niet. Maar het is een andere bijbelse herinnering dat God het volk Israël voor speciale doeleinden heeft uitverkoren – om Zijn geschreven woord in de wereld te brengen en om ons Jezus, God de Zoon, te geven.

Zoals zoveel passages in de Bijbel herinneren de verzen 15-18 ons aan het onherroepelijke karakter van Gods keuze voor Israël en van Zijn beloften aan dit volk. “Gedenk Zijn verbond voor altijd, het woord dat Hij geboden heeft, voor duizend generaties, het verbond dat Hij met Abraham gesloten heeft, en Zijn eed aan Isaak, en bevestigd aan Jakob als een wet, aan Israël als een eeuwigdurend verbond, zeggende: 'Aan u zal Ik het land Kanaän geven als uw erfdeel.

Het feit dat de Joden ondanks schijnbaar onoverkomelijke obstakels al duizenden jaren een apart volk zijn gebleven, is een wonder van verbluffende omvang. Waarom zijn ze niet gewoon opgegaan in de culturen van de volken waarnaar ze waren verspreid? Dat is wat er gebeurde met andere volken die uit hun vaderland werden verdreven. Maar God heeft de Joden op wonderbaarlijke wijze apart gehouden! Toen, 77 jaar geleden, werden ze herboren als een volk in het land dat God hun had gegeven. Het gebeurde precies zoals God het in profetie na profetie had gezegd.

Deze historische feiten bevestigen de betrouwbaarheid van God en de Bijbel. Toch sluit een groot deel van de kerk de ogen hiervoor. Men wil niet praten over zaken die als politiek controversieel worden beschouwd. God verwacht niet dat we het eens zijn met elke beslissing van de Israëlische regering. Zij hebben bewezen dat ze fouten kunnen maken. Als volk zijn ze teruggekeerd naar het land, maar nog niet naar de Heer die het hun gegeven heeft. (Dat is precies wat God heeft gezegd dat er zou gebeuren! Zie de volgorde in Ezechiël 36:24-25 – eerst keren zij terug, en later reinigt Hij hen.) Het feit van Israël is adembenemend duidelijk. We moeten naar dat wonder wijzen en zeggen: “Kijk! God leeft! Hij heeft nog steeds de controle! En Hij komt Zijn beloften na... inclusief de belofte om allen die tot Hem komen te ontvangen!”

Dit is een van Gods grote gaven aan hen die “... altijd bereid zijn om iedereen die u vraagt naar de hoop die in u leeft, een antwoord te geven” (1 Petrus 3:15). Het lied in 1 Kronieken 16 combineert Gods trouw om Zijn beloften na te komen met aanbidding en een oproep tot evangelisatie. Vers 20 herinnert ons eraan: “Hij komt om de aarde te oordelen.” De verzen 24-25 zeggen: “Verkondig Zijn heerlijkheid onder de volken, Zijn wonderen onder alle volken. Want de Heer is groot en zeer te prijzen.” Vers 36 sluit het lied af. “Gezegend zij de Heer, de God van Israël, van eeuwigheid tot eeuw!”

Bron: The Hal Lindsey Report | Hal Lindsey