www.wimjongman.nl

(homepagina)


Vechten als David: gedachten over oorlog

22 oktober 2023

()

הַרְנִ֤ינוּ גוֹיִם֙ עַמּ֔וֹ כִּ֥י דַם-עֲבָדָ֖יו יִקּ֑וֹם וְנָקָם֙ יָשִׁ֣יב לְצָרָ֔יו וְכִפֶּ֥ר אַדְמָת֖וֹ עַמּֽוֹ׃
O volken, juich Zijn volk toe! Want Hij zal het bloed van Zijn dienaren wreken, wraak nemen op Zijn vijanden, en het land van Zijn volk reinigen.
har-ni-NU go-YIM a-MO, KEE dam-a-va-DAV yi-KOM, v'-na-KAM ya-SHEEV l'-tza-RAV, v'-ki-PER ad-ma-TO a-MO.
Deuteronomium 32:43

Terreuraanslagen zijn helaas niet nieuw voor Israël. We hebben er alleen dit jaar al veel te veel meegemaakt, zelfs vóór de afschuwelijke aanval van Hamas-terroristen op 7 oktober. Elke keer dat een aanslag onze natie overspoelt, voelen we ons boos, we voelen ons verwoest en we vragen ons af hoeveel we nog zullen moeten doorstaan.

Om verwoesting te compenseren met troost en haat met liefde, komt de Joodse gemeenschap in actie. Na de moord op Lucy, Rina en Maia Dee hy"d, bijvoorbeeld, stuurden mensen uit heel Israël voedsel, snoep en liefde; mensen uit de hele wereld reikten de familie de hand en verplichtten zich tot meer Bijbelstudie en trouwere naleving van de Tora. Dit is de ware "cyclus van geweld" in Israël: kwaadaardige Arabische terroristen vermoorden onze kinderen en goedhartige Joden reageren door de slachtoffers met liefde te overladen.

Maar wat er meestal gebeurt, is dat wanneer de shiva (zevendaagse rouwperiode) eindigt, de overheidsfunctionarissen en Joodse beroemdheden die de rouwende familie bezochten, hun aandacht ergens anders op richten. De rest van ons gaat terug naar onze carpool- en woon-werkverkeer, biddend om deze cyclus nooit meer mee te maken - maar wetend in ons hart dat we dat bijna zeker wel zullen doen. We zeggen tegen onszelf dat we door moeten gaan; wat kunnen we anders doen totdat de Messias komt?

Eigenlijk kunnen we veel doen, als we maar de wil hebben. Iets wat we moeten doen als we deze cyclus willen doorbreken, en nu is het tijd voor actie!

Ja, we zijn gebroken, en ja, onze harten zijn gevuld met liefde en pijn voor alle nabestaanden van Israël en degenen van wie de geliefden nog steeds vermist zijn. Maar we zijn ook boos. Nee, het is meer dan woede; we zijn woedend.

We willen dat alle gemene jihadisten die 1.400 onschuldige Israëli's hebben vermoord, sterven - en snel. De mensen die de terroristen hielpen en medeplichtig maakten, die hen steun en onderdak gaven? We willen dat ze de ijzeren vuist van het volk van Israël voelen. En de honderdduizenden Arabieren die deze zieke, kwaadaardige moord hebben toegejuicht? We verlangen naar de dag waarop hun vreugde in tranen verandert, waarop ze voor ons zullen beven en om genade zullen smeken. En we bidden dat deze dag snel zal komen, dat onze generatie zal samenwerken met God om "het bloed van Zijn dienaren te wreken, wraak te nemen op Zijn vijanden en het land van Zijn volk schoon te maken" (Deuteronomium 32:43). "Onze Vader, onze Koning, wreek voor onze ogen het vergoten bloed van Uw dienaren."

Ik kan de verontruste protesten al horen van mensen die dit gepraat over wraak ongemakkelijk vinden. Zoals een rabbijn me schreef na de moord op de Dees: "Zijn we niet beter dan onze vijanden? Of we zijn een stelletje beesten die niet beter zijn dan onze kwelgeesten, of we zijn het niet." Het lijkt een geloofsartikel te zijn onder veel Joodse leiders dat krachtige actie tegen onze vijanden - het soort actie dat terroristen twee keer zal laten nadenken voordat ze ons weer aanvallen - op de een of andere manier immoreel of on-Joods is.

In zijn klassieke artikel Kol Dodi Dofek ging Rabbi Joseph B. Soloveitchik rechtstreeks in op deze bezorgdheid. "Besteed geen aandacht aan de sacherijnige suggesties van bekende assimilationisten die... denken dat ze nog steeds leven in Bialystok, Brest-Litovsk en Minsk van het jaar 1905, en openlijk verklaren dat wraak verboden is voor het Joodse volk op elke plaats, op elk moment en onder alle omstandigheden. "IJdelheid der ijdelheden!" (Prediker 1:2) Wraak is verboden als het zinloos is, maar als men daardoor wordt aangezet tot zelfverdediging, is het het meest elementaire recht van de mens om zijn wraak te nemen."

Ja, we moeten beter zijn dan onze Arabische vijanden. We moeten beter zijn in het meedogenloos verdedigen van onze kinderen dan zij, want de moord op één Jood is één moord te veel. We moeten meer waarde hechten aan het leven van ons volk dan zij aan hun eigen leven. En we moeten beter dan onze vijanden zijn in het ontwortelen en vernietigen van het kwaad dat ons vaderland teistert.

Tragisch genoeg is onze regering tot nu toe de fundamentele leerstellingen van het Jodendom vergeten, en onschuldige families betalen de prijs. Door in het verleden zwak te reageren op terreur, hebben we onze vijanden een onaanvaardbare boodschap gestuurd: dat we bereid zijn om een bepaald niveau van terreur te tolereren en dat we de waarde van Joodse levens zullen jongleren met andere politieke en militaire overwegingen.

Met andere woorden, alleen de terroristen oppakken en ze voor het "gerecht" brengen voorkomt geen toekomstige aanslagen. Keer op keer schakelt de IDF de individuele terroristen uit die deze gruweldaden begaan, maar toekomstige terroristen worden niet afgeschrikt. Arabische terroristen kiezen er bewust voor om hun eigen leven op te offeren om Joden te vermoorden voor de beloning die hen te wachten staat in de hemel en het financiële voordeel dat hun families zullen ontvangen vanwege hun opoffering. Via het beruchte Pay for Slay programma van de Palestijnse Autoriteit betaalt de PA maandelijks aan de familieleden van terroristen die sterven terwijl ze Joden vermoorden.

Hoe kan Israël de Arabische terreur stoppen en zijn volk beschermen? Door te leren van het voorbeeld van Koning David, die de moord op zijn familie wreekte en vrede bracht in Israël.

Toen David op de vlucht was voor de jaloerse koning Saul, bracht hij zijn ouders en broers naar de koning van Moab, om hen te beschermen tegen de toorn van Saul (I Samuel 22). Tragisch genoeg leggen de wijzen uit dat David de Moabieten, zijn verre verwanten, niet had moeten vertrouwen. "De koning van Moab doodde [Davids familie], en niemand ontsnapte, behalve één broer van David..." (Numeri Rabba 14:1).

Davids moeder, vader en broers werden genadeloos in koelen bloede vermoord. Hoe reageerde David? Reageerde hij weloverwogen? Maakte hij zorgvuldig onderscheid tussen de grote meerderheid van de "onschuldige" Moabieten en de paar slechteriken die zijn familie hadden vermoord?

Niet precies. "En hij sloeg Moab en mat hen met een lijn, zodat ze op de grond gingen liggen; hij mat twee lengtes koord af voor hen die ter dood gebracht moesten worden en één lengte voor hen die gespaard moesten worden. En de Moabieten werden dienaren van David en brachten schatting" (II Samuël 8:2). In één kort vers leren we feitelijk dat David tweederde van het leger van Moab vernederde en afslachtte, waardoor hij er zeker van was dat de Moabieten nooit meer terreur tegen het volk Israël zouden uitoefenen. David maakte de prijs van terreur onhoudbaar - en dus hield de terreur op.

Keurde God David's harde vergelding tegen de Moabieten goed? Niet alleen keurde God Davids daden goed, Hij verzekerde Davids overwinning: "En God redde David waar hij ook heen ging. En David regeerde over heel Israël; en David deed recht en weldadigheid voor heel zijn volk" (II Samuël 8:14-15).

Elke ochtend herinneren traditionele Joden zich dat God verlangt naar de vernietiging van het kwaad. In de woorden van David: "Laat de gelovigen juichen... met hoge lofprijzingen van God in hun kelen en tweesnijdende zwaarden in hun handen, om wraak te nemen op de naties en straffen uit te voeren op de volken... om de straf uit te voeren die tegen hen is uitgesproken. Dit is de glorie van al Zijn getrouwen. Halleluja!" (Psalmen 149:6-7,9).

Al 3000 jaar lang bidt ons volk zoals David en fluistert het de prachtige woorden van de Psalmen door de donkerste dagen van onze ballingschap. Het is hoog tijd dat we leren om ook te vechten zoals hij.

David was niet passief. David leunde niet achterover en wachtte niet tot God in actie zou komen, tot een aardbeving zijn vijanden zou verzwelgen. David wachtte niet op een toekomstig messiaans tijdperk, waarin God Israëls vijanden op wonderbaarlijke wijze zou vernietigen. David begreep dat het volk Israël met God moest samenwerken om Zijn wil uit te voeren, dat wij de scherpe kant van Gods zwaard moesten zijn.

David bestreed de terroristen die zijn volk teisterden niet met halve maatregelen, en hij was ook niet bang om de "onschuldige burgers" te straffen die de terroristen steunden die zijn familie hadden vermoord. "Ik heb mijn vijanden achtervolgd en hen ingehaald; en ik heb mij niet afgewend totdat zij geheel verteerd waren" (Psalmen 18:38).

David trok zich niets aan van de wereldopinie of van zelfingenomen veroordelingen van andere landen. Hij schaamde zich er niet voor om wraak te nemen. "O God, sla hun tanden in hun bek; verbrijzel de giftanden van de leeuwen, God... De rechtvaardige zal zich verheugen als hij wraak ziet; hij zal zijn voeten baden in het bloed van de goddelozen. De mensen zullen zeggen: 'Er is dus een beloning voor de rechtvaardigen; er is inderdaad goddelijke gerechtigheid op aarde.'" (Psalmen 58:7,11-12).

Davids acties waren hard - maar ze waren zowel moreel als effectief. Door krachtig te reageren op de mensen die zijn familie hadden vermoord, luidde David een ongekend tijdperk van vrede in en stelde hij zijn zoon Salomo in staat om Gods Tempel in Jeruzalem te bouwen. Het allerbelangrijkste is dat David ons het draaiboek voor verlossing gaf - als we maar bereid zijn om het te gebruiken.

Oorlog is niet prettig; in deze onvolmaakte wereld lijden onschuldige mensen onvermijdelijk. Maar de verantwoordelijkheid van een regering is in de eerste plaats om haar eigen mensen te verdedigen. Tussen oktober 2001 en juni 2003 hebben de Verenigde Staten onbedoeld ongeveer 3500 Afghaanse burgers gedood door middel van luchtbombardementen tijdens Operatie Enduring Freedom. Burgerdoden zijn tragisch, maar de vrije wereld begreep dat na de moord op Amerikaanse burgers op 9/11, de Verenigde Staten alles moesten doen wat in hun macht lag om hun volk te verdedigen. Ja, we moeten onszelf aan hogere normen houden dan terroristen - maar niet aan onmogelijk hoge normen die ons vermogen om ons volk te verdedigen beperken.

"Moge het goed zijn in Uw ogen om Uw volk Israël op elk moment, in elk uur, te zegenen met Uw vrede." Duizenden jaren lang heeft ons volk naar vrede verlangd, en we zullen niet ophouden met bidden voor vrede totdat de Messias komt. Maar liefde alleen zal de terroristen niet stoppen. De weg naar vrede zal niet over rozen gaan, maar door geloof in God en de vastberadenheid om onze vijanden te laten boeten voor hun zonden. Net als David mogen we niet vergeten - en durven we niet te vergeven.

Nu is het tijd om te vechten zoals David! Moge God ons succes schenken tegen onze vijanden en bescherming voor onze soldaten, burgers en gijzelaars, en moge Hij ons zegenen met eeuwige vrede.

Bron: Fight Like David: Thoughts on War - The Israel Bible