www.wimjongman.nl

(homepagina)


Grottenstelsel opgegraven in Samaria, dat werd gebruikt door bijbelse Israëlieten om zich te verbergen voor indringers

De hand van de Midjanieten heerste over Israël; en vanwege Midian verschaften de Israëlieten zich schuilplaatsen in de grotten en bolwerken in de bergen. Richteren 6:2 (DE ISRAËL-BIJBEL)

Door Adam Eliyahu Berkowitz 15 februari 2023

Een recente studie presenteert bewijs dat een grottenstelsel in Samaria in de oudheid werd gebruikt als schuilplaats voor indringers, precies zoals beschreven in het boek Richteren. Terwijl de onderzoekers denken dat Israëlieten die Alexander de Grote ontvluchtten, zich in de grot verborgen, suggereert een munten schat dat meer recent moslims zich verborgen voor de Mongolen die op weg waren naar Egypte.

De El-Janab-grot, ook bekend als de Usarin-grot, is een groot grottenstelsel dat ongeveer 11 kilometer ten zuiden van Sichem (Nablus) in Centraal-Samaria ligt. De grotten zijn geclassificeerd als een karst systeem, gevormd door het oplossen van oplosbaar gesteente zoals kalksteen. Archeologen onder leiding van Dvir Raviv van de Bar Ilan Universiteit brachten het 300 meter lange grottenstelsel in 2017-2018 in kaart. De enige toegang is een verticale schacht van ongeveer 4 meter. Smalle tunnels verbinden drie kamers met elkaar. De onderzoekers vonden tekenen van menselijk gebruik die dateren van 6500 jaar geleden uit verschillende periodes tot aan de periode van de Mamluks die de regio regeerden tussen 1260-1516.

"Het lijkt erop dat de geografische en morfologische kenmerken van de grot - de ligging in een open maar bewoond landschap en de complexe structuur van gangen die leiden naar ruime kamers - in verschillende perioden verschillende menselijke activiteiten aantrokken," schreef Raviv. "In sommige fasen werd het gebruikt als toevluchtsoord in turbulente tijden."

In zijn rapport ging Raviv hier dieper op in:

"Deze grotten zijn gelegen in diepe ravijnen en ruig terrein, op aanzienlijke afstand van de belangrijkste nederzettingen uit die periode,° schreef hij. De IJzertijd I artefacten werden gevonden in de binnenste, vaak moeilijk toegankelijke delen van de grot. Dit zou de hypothese kunnen ondersteunen dat zij eerder werden gebruikt als toevluchtsoord in tijden van nood dan voor reguliere of dagelijkse functies (bijvoorbeeld seizoensgebonden bewoning of schuilplaatsen voor kuddes)."

"Opmerkelijk is dat deze grotten anders zijn dan de vele andere die geassocieerd worden met nederzettingsplaatsen, die gemakkelijk toegankelijk waren, soms uitgebreid werden door steengroeven, en grote openingen hadden, soms met deurachtige ontwerpen," voegde hij eraan toe. "Het lijkt er dus op dat de el-Janab-grot en misschien ook de andere genoemde grotten werden bewoond door mensen die ontsnapten aan een inval of een invasie."

Raviv noteerde een bijbels precedent voor deze veronderstelling:

De hand van de Midianieten heerste over Israël; en vanwege Midian verschaften de Israëlieten zich een schuilplaats in de grotten en bolwerken in de bergen. Richteren 6:2

Raviv theoretiseerde dat, zoals de Bijbel beschrijft, de grot werd gebruikt als schuilplaats.

"Wij suggereren dat de archeologische overblijfselen uit de IJzertijd I van de el-Janab-grot en misschien ook van de andere grotten in Samaria moeten worden geïnterpreteerd als bewijsmateriaal van Israëlitische vluchtelingen, lokale bewoners die vluchtten in de nasleep van een oorlog of een overval, zoals die plaatsvond in de hooglanden van Samaria in de 12e-11e eeuw voor Christus."

Dit werd versterkt door de aardewerkfragmenten.

"Het gebruik van afsluitbare potten staat voor opslag," schreef Raviv. "In de context van grotten vertegenwoordigen gedekselde potten vluchtelingen. Je neemt geen kom mee naar de grot als je op de vlucht bent [omdat alles zal morsen]. Je wilt voedsel meenemen, dus neem je een relatief grote pot mee - maar niet te groot; je moet hem dragen. Bij ander werk hebben we vastgesteld dat er in de grot geen grote pithoi [kleivaten] uit de ijzertijd zijn gevonden, maar wel kookpotten met deksels."

Onderzoekers vonden ook bewijzen dat de grotten werden gebruikt als schuilplaats voor Joden die vluchtten voor de Samaritaanse opstand tegen Alexander de Grote in 331 voor Christus en, misschien, de oorlogen in de regio in 312-301 voor Christus na zijn dood.

Onderzoekers ontdekten ook 27 munten en aardewerk uit de late Ayyubide en vroege Mamluk periode, daterend tussen de 12e en 14e eeuw CE, met één munt geslagen ergens tussen 1242 en 1259 CE. Bij het onderzoek werden ook twee in het Oosten geslagen drachmen gevonden, waarvan ten minste één in Babylon van ongeveer 325 v. Chr. Er waren ook twee bronzen munten uit de vroeg-Romeinse periode en 22 munten uit het islamitische tijdperk, op één na allemaal van brons, uit de 13e en 14e eeuw.

Reuven Amitai, hoogleraar islamitische geschiedenis aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem en voorzitter van de Bibliotheekautoriteit van de universiteit, die niet betrokken was bij het onderzoek, vertelde Haaretz dat deze munten erop wijzen dat de grot door moslims werd gebruikt als schuilplaats voor de Mongoolse invasie in 1256, met de disclaimer dat dit een theorie was die niet definitief werd bewezen door het bewijsmateriaal.

"Iedereen - moslims, christenen en joden - zou zijn best hebben gedaan om buiten schot te blijven, bijvoorbeeld door zich in een grot te verbergen," legde Amitai uit. "Het is bekend dat Nablus en omgeving tegen die tijd, en al veel eerder, een hoofdzakelijk islamitisch gebied was."

De Mongolen zouden de grot zijn gepasseerd toen zij de Jordaanvallei doorkruisten op weg naar Egypte.

Bron: Cave system used by biblical Israelites to hide from invaders unearthed in Samaria - Israel365 News