www.wimjongman.nl

(homepagina)


Regels en de opname

Door Greg Lauer - januari 2023

Schoolbord met regel #1()

Ik ga niet op zoek naar deze dingen, ik zweer het.

Ik ben echt niet iemand die voortdurend rondneust en Gods Woord doorspit op zoek naar nog meer creatieve manieren om te bewijzen dat de Opname absoluut moet plaatsvinden vóór het begin van de Verdrukking. Ik bedoel, het is niet alsof we er nog meer nodig hebben - we hebben al veel meer dan we ooit nodig hebben of om vragen.

Maar God blijft deze dingen in mijn schoot werpen. Wat moet ik dan doen? Ze negeren? Ze voor mezelf houden?

Ik ben grappig, natuurlijk. Het is niet alsof ik het erg vind. Het is gewoon dat ik midden in het werk aan een ander onderwerp zat toen Hij dat deed... en de Heilige Geest informeerde me onmiddellijk over een verandering van plannen. Het gebeurt. Om heel eerlijk te zijn, begin ik elke keer dat Hij dat doet mijn vingers af te likken omdat het altijd iets g-o-e-ds is. En ik bid dat je tegen de tijd dat je klaar bent met het lezen van dit artikel, zult beamen dat dit geen uitzondering is.

In een artikel dat ik iets meer dan acht jaar geleden schreef, getiteld "The Great Divide", bespreek ik in detail de bedelingsaardheid van Gods plan en de zeven bedelingen die erkend worden door de meeste mensen die een premillenniale, bedelingsgebonden, pre-verdrukking kijk op de Schrift hebben.

Weet je, het zal wel aan mij liggen, maar ik heb vaak gedacht dat het niemand zou moeten verbazen dat er zovelen in de huidige Gemeente zijn die denken dat er bij de pre-verdrukking mensen een paar schroefjes los zitten. Ik bedoel, stel je voor dat twee mensen op een mooie zondagmorgen na de Gemeente het volgende gesprek voeren:

"Hé, hoe gaat het? Mijn naam is Larry. Is dit je eerste keer in Main Street Lutheran? Ik geloof niet dat ik je hier eerder heb gezien."

"Hoi, ik ben Greg. Ja, het is leuk. We zijn nieuw in de stad, en we zoeken een goede Gemeente. Ik ben een premillennial dispensational pretribulationist."

"Ooo-kay...nou, Gary, ik moet mijn vrouw gaan zoeken. Leuk je ontmoet te hebben."

Maar ik dwaal af. Het eerste wat ik wil doen is een korte samenvatting geven van wat basisinformatie uit dat vorige artikel over de bedelingen, want er is een belangrijk punt in genesteld dat ik naar voren wil brengen dat nog een ander hangslot is op de pre-verdrukking opname - en ik zag het nooit aankomen totdat de Vader... je weet wel, het in mijn schoot wierp.

Nu, het idee van dispensationalisme is eigenlijk vrij eenvoudig, en kan als volgt kort worden samengevat:

In elk van een reeks perioden in de geschiedenis heeft God een nieuwe regel of regelend principe ingevoerd, waarvan Hij verwacht dat de mensheid zich daaraan houdt. In elke periode echter faalt de mensheid (of tenminste een deel van de mensheid) daarin, waarop God het oordeel loslaat en genade aanbiedt. Dan is het afspoelen en herhalen met een nieuwe regel en een nieuwe dispensatie.

In "De grote kloof" bespreek ik elk van de zeven bedelingen in de volgorde waarin ze voorkomen, en aan het eind van elk van die zeven hoofdstukken geef ik een korte samenvatting van de basiskenmerken van die bedeling. Wat nu volgt is een lijst van die zeven korte samenvattingen uit dat artikel, mogelijk met enige lichte bewerking.

1. Het tijdperk van de onschuld

Periode: Van de schepping tot de zondeval.

Heersend principe: Adam en Eva moesten handelen naar hun gunstige gezindheid ten opzichte van God (plus een permanent bevel om niet te eten van de Boom van de Kennis van Goed en Kwaad).

Het falen van de mens: Zij oefenden bewust hun door God gegeven vrije wil uit en kozen ervoor die gunstige gezindheid tegenover God te schenden door Zijn enige regel niet te gehoorzamen en de verboden vrucht te eten.

Gods oordeel: Adam en Eva werden verbannen uit de hof van Eden, zij werden onder de vloek van zonde en dood geplaatst, en zij verloren de heerschappij over de aarde (die ook onder een vloek was geplaatst). Vanaf dat moment erfden de mensen een natuurlijke aanleg om tegen God in opstand te komen - een zondige natuur.

Gods genade: God bekleedde hen met dierenhuiden in plaats van de bladeren welke zij hadden gemaakt. Dit was om hen het principe te doen begrijpen dat hun eigen werken niet zouden volstaan om hun naaktheid (zonde) te bedekken. Alleen het vergieten van onschuldig bloed kon dat doen, en het was de voorbode van dat God zijn Zoon zou sturen om in de toekomst dit te doen. Zijn Zoon, het zaad van de vrouw (de beloofde Messias), zou de kop van de slang (Satan) vermorzelen, en terugwinnen wat Adam en Eva hadden verloren (Gen. 3:15).

2. Het tijdperk van het geweten

Periode: Van de zondeval tot de zondvloed.

Heersend principe: Zich onthouden van kwaad volgens het geweten.

Het falen van de mens: Ongehoorzaamheid in het brengen van offers (zoals door Abels broer Kaïn), plus menselijke vrouwen die paren met gevallen engelen, waardoor de menselijke genenpool corrumpeert en het kwaad zich op grote schaal verspreidt.

Gods oordeel: De zondvloed van Noach.

Gods genade: God spaarde één genetisch zuivere familie samen met een aantal dieren in de ark om het menselijk ras weer op te starten. Merk op dat als Satan was geslaagd in zijn poging om de menselijke genenpoel volledig te corrumperen, hij Gods plan om Zijn Zoon in de wereld geboren te laten worden om de mensheid te verlossen, zou hebben vernietigd - er zou geen genetisch zuivere menselijke vrouw meer zijn geweest. Ze zouden allemaal menselijk-demonische hybriden zijn geweest.

3. Het tijdperk van de menselijke regering

Periode: Van de zondvloed tot de spraakverwarring bij Babel.

Heersend principe: Zich onthouden van kwaad in gehoorzaamheid aan het gezag van de menselijke overheid (en naar eigen geweten).

Het falen van de mens: Een grote groep mensen onder leiding van Nimrod probeerde hun macht te consolideren op één plaats (d.w.z. in Babel, aka Babylon) en de eerste wereldregering te vormen (klinkt bekend?). Zij bouwden de Toren van Babel om de studie van de astrologie voort te zetten, en mogelijk als portaal voor demonische wezens.

Gods oordeel: De spraakverwarring en de daaropvolgende verspreiding van deze ongehoorzame groep mensen over de hele wereld.

Gods genade: God riep Abram en beloofde hem de vader te maken van het mensenras dat de Messias zou voortbrengen - een Verlosser die zegeningen zou brengen aan de mensheid en uiteindelijk een koninkrijk geregeerd in gerechtigheid.

4. Het tijdperk van de belofte

Periode: Van de spraakverwarring bij Babel tot het geven van de Wet van Mozes.

Heersend principe: geloof in Gods beloften aan Abraham (en onthoud je van kwaad in gehoorzaamheid aan het gezag van de menselijke overheid en volgens je geweten).

Het falen van de mens: Jakobs uitgebreide familie verliet Kanaän en ging naar Egypte voor voedsel uit een totaal gebrek aan geloof in Gods beloften van zegen en voorziening.

Gods oordeel: De jonge Hebreeuwse natie werd slaaf in Egypte.

Gods genade: God zorgde eerst voor Jozef om hun overleving te verzekeren, en stuurde later Mozes om hen uit de slavernij te leiden.

5. Het tijdperk van de wet

Periode: Van de Wet van Mozes tot Golgotha.

Heersend principe: Toon je geloof in God door de Wet van Mozes te gehoorzamen en de komst van de Profeet, d.w.z. de Messias, af te wachten (en geloof in Gods beloften aan Abraham en onthoud je van kwaad in gehoorzaamheid aan het gezag van de menselijke overheid en volgens je geweten).

Het falen van de mens: De mens kon niet voldoen in het houden van al Gods wetten. Israël veranderde de Mozaïsche wet in een hopeloze valstrik van legalisme, en faalde uiteindelijk in het erkennen van de Messias en liet Hem kruisigen.

Gods oordeel: Verwoesting van de tempel, verwoesting van Jeruzalem, en de verspreiding van de Joden over de hele wereld.

Gods genade: Hij stuurde de Messias, Zijn Zoon Jezus Christus naar de wereld om de mensheid te verlossen, zoals beloofd in Zijn Woord.

6. Het tijdperk van de genade

Periode: Vanaf de dag van Pinksteren (50 dagen na de opstanding) tot de Opname - bijna tweeduizend jaar.

Heersend principe: Geloof het evangelie (hoewel mensen nog steeds verantwoordelijk zijn om Gods beloften aan Abraham te geloven, vooral met betrekking tot het komende koninkrijk, en zich te onthouden van kwaad in gehoorzaamheid aan het gezag van de menselijke overheid en volgens hun geweten).

Het falen van de mens: De grote meerderheid van de wereldbevolking (vooral de Joden) heeft op dwaze en koppige wijze Gods genade en barmhartigheid en Zijn aanbod van verlossing door geloof in het verzoeningswerk van Zijn Zoon, dat door de Gemeente in het tijdperk van de genade vrijelijk beschikbaar is gesteld en verkondigd, afgewezen.

Gods oordeel: Aangezien de mensheid de genade en barmhartigheid die Hij door Zijn Zoon aan de wereld heeft betoond grotendeels heeft afgewezen, zal God, nadat Hij Zijn Gemeente veilig uit de gevarenzone heeft gebracht via de Opname, zoals Hij duidelijk in Zijn Woord heeft beloofd, de wereld onderdompelen in de ergste periode van kwaad, chaos, misleiding en oordeel die zij ooit heeft meegemaakt.

Bij de opname, die het genadetijdperk afsluit, zal de Heilige Geest zijn dienst neerleggen om bij de gelovigen in te wonen en het kwaad te beteugelen, en Satan zal vrij zijn om zijn programma te lanceren om zijn man, de Antichrist, te installeren als hoofd van een wereldregering met een wereldwijd economisch systeem en een wereldwijde godsdienst. God zal een sterke misleiding de wereld insturen om de mensen (vooral Joden die volharden in het verwerpen van Christus) ertoe te brengen de Antichrist te aanvaarden in plaats van de echte Messias die zij hebben verworpen, en zij zullen hem aanbidden op straffe van de dood.

Niet lang nadat de Opname het startsein geeft en de wereld in chaos raakt, zal God beginnen met het loslaten van de gruwelijke oordelen van de Verdrukking op een Christus-afwijzende wereld tijdens deze Verdrukking, die wordt gevolgd door de Wederkomst, die wordt gevolgd door de laatste bedeling, het Duizendjarig Rijk.

Gods genade: Hoewel de Heilige Geest hen niet langer zal verzegelen zoals Hij dat met de Gemeente deed, zullen enorme aantallen mensen worden gered na de Opname, grotendeels dankzij God die 144.000 Joodse apostelen uitzendt naar de wereld na de Opname. Het gelovige Joodse overblijfsel zal tijdens de Grote Verdrukking goddelijk worden beschermd tegen de machten van de Antichrist, en zal na Christus' wederkomst bij de wederkomst levend worden binnengehaald in het koninkrijk, samen met overlevende niet-Joden die sinds de opname zijn gered.

7. Het Koninkrijks Tijdperk

Periode: Begint kort na de wederkomst en duurt duizend jaar.

Heersend beginsel: De directe theocratische heerschappij van Jezus Christus zelf, naast het geweten en de menselijke regering - Gods beloften aan Abraham zullen zijn vervuld. Christus zal regeren met een ijzeren staf: Zij die het kwaad uitoefenen zullen worden terechtgesteld (Jes. 11:3-4; 29:20-21), en volken die weigeren God te aanbidden zoals voorgeschreven, zullen worden gestraft met droogte en plagen (Zach. 12:16-19).

De eerste keer dat Jezus kwam, bracht Hij verlossing. De tweede keer zal Hij vergelding brengen, en dan zal Hij regeren in Israëls beloofde koninkrijk.

Het falen van de mens: Een groot aantal opstandige ongelovigen geboren tijdens het Duizendjarig Rijk zal zich verenigen in een laatste opstand tegen God.

Gods oordeel: God zal deze opstand verpletteren en de rebellen met vuur vernietigen.

Gods genade: De hemel en de aarde zullen worden herschapen in een nieuwe en volmaakte vorm waarvan wij voor eeuwig zullen genieten. Christus zal deze nieuwe wereld regeren met perfecte gerechtigheid en rechtvaardigheid vanuit Jeruzalem.

In elke bedeling, is dit altijd hetzelfde fundamentele patroon.

Nu is er één belangrijke vraag met betrekking tot elk van deze bedelingen die serieuze overweging waard is, en zoals we zullen zien geeft het antwoord op die vraag ons enig inzicht in de Opname.

Zoals we gezien hebben, werkt elke bedeling (a) volgens een andere regel of een ander heersend principe, (b) wordt gekenmerkt door het falen van de mens om er op de juiste manier op te reageren, en eindigt met God (c) die een oordeel uitspreekt en (d) die op de een of andere manier genade verleent. Maar laten we dit doordenken:

Vr. In het tijdperk van de onschuld, wie heeft er gefaald?
A. Adam en Eva.
Vr. Op wie viel Gods oordeel?
A. Adam en Eva.

Dit oordeel trof ook al hun nakomelingen (inclusief ons), die hun nu gevallen, zondige natuur erfden. Het trof ook de aarde zelf. Maar God liet dit oordeel rechtstreeks op Adam en Eva vallen vanwege hun zonde.

Vr. In het tijdperk van het geweten, wie faalden?
A. De hele mensheid, behalve Noach en zijn familie.
Vr. Op wie viel Gods oordeel?
A. De hele mensheid, behalve Noach en zijn gezin.

Ik ben geen bioloog, maar ik geloof dat het letterlijk het punt bereikte waarop Noach, zijn vrouw en zijn drie zonen en hun vrouwen de enige acht overgebleven mensen waren die geen spoor hadden van de demonische besmetting - wat de precieze aard van die besmetting ook mag zijn geweest - die zich in die dagen over de wereld had verspreid. En het hele menselijke ras, met uitzondering van Noach en zijn familie, kwam om in de zondvloed. God herstelde de mensheid uit die acht mensen (een feit dat door genetisch onderzoek is bevestigd).

Vr. In het tijdperk van de menselijke regering, wie faalden?
A. Zij die probeerden de macht te consolideren in Babel.
Vr. Op wie viel Gods oordeel?
A. Zij die probeerden de macht te consolideren in Babel.

Dit oordeel viel niet op het hele menselijke ras, maar rechtstreeks op het koninkrijk van Nimrod dat in Babel (d.w.z. Babylon) gevestigd was. Nimrod's koninkrijk omvatte een aantal in Genesis 10:10-12 genoemde steden, waaronder Nineve (Jona, walvis, *opgeslokt*). Nimrod, een kleinzoon van Noachs zoon Cham, probeerde God te tarten en een soort goddelijke macht te verwerven als wereldleider, en was als zodanig een voorbode van de Antichrist. En God verijdelde Nimrod's opkomende wereldrijk, net zoals Hij dat van de Antichrist zal verijdelen op het hoogtepunt van de Verdrukking.

Vr. Wie faalden in het tijdperk van de belofte?
A. Jakobs uitgebreide familie - het Hebreeuwse volk.
Vr. Op wie viel Gods oordeel?
A. Jakobs uitgebreide familie - het Hebreeuwse volk.

Hoewel de hongersnood veel mensen in de hele regio trof, waren het duidelijk alleen Jakob's nakomelingen - het Hebreeuwse volk - die uiteindelijk slaven werden in Egypte vanwege hun totale gebrek aan geloof in Gods beloften en voorziening.

Vr. In het tijdperk van de wet, wie faalden?
A. Het volk Israël.
Vr. Op wie viel Gods oordeel?
A. Het volk Israël.

Hoewel veel gewone Joodse mensen hun Messias en Zijn leer omarmden, waren het de Joodse religieuze leiders die in een positie waren om Hem te verwerpen en heimelijk te regelen dat Hij werd gearresteerd en geëxecuteerd als een gewone misdadiger. En het is duidelijk dat het daarop volgende oordeel vierkant op de natie Israël viel, toen in 70 na Christus hun Romeinse meesters Jeruzalem aanvielen, hun kostbare tempel verwoestten en de eerste golf van verdrijving uit hun land inluidden, dat een dorre woestenij zou worden die bezet zou worden door een waslijst van buitenlandse machten.

Vr. Wie faalt er in het tijdperk van de genade?
A. Iedereen die het evangelie verwerpt tijdens het Tijdperk van Genade.
Vr. Op wie zal Gods oordeel vallen?
A. ? ? ?

We komen terug op deze.

Vr. Wie faalt er in de Koninkrijkstijd?
A. Ongelovigen geboren tijdens het Koninkrijkstijdperk die zich aansluiten bij Satans laatste rebellie.
Vr. Op wie zal Gods oordeel vallen?
A. Ongelovigen die tijdens het Koninkrijkstijdperk geboren zijn en die zich aansluiten bij Satans laatste opstand.

Natuurlijk zal dat oordeel ook over Satan vallen. Maar wat de mensheid betreft, valt het alleen op hen die tijdens het Duizendjarig Rijk geboren zijn, die de genade en barmhartigheid van de Messias verwerpen en zich dwaas laten verleiden tot weer een van Satans onzalige plannen om God omver te werpen en als de Allerhoogste te zijn. En zij zullen voor hun dwaasheid voor eeuwig naast hem boeten.

Zoals een van mijn oude professoren in toegepaste wiskunde wanneer hij zich tot de klas wendde en met een grijns zei nadat hij verschillende herhalingen van een procedure had uitgeschreven die zich duidelijk oneindig herhaalde:

"Ik denk dat ik een patroon zie ontstaan."

Nu, de reden waarom ik ? ? ? in plaats van wat eigenlijk een vrij duidelijk antwoord is over op wie Gods oordeel valt na het genadetijdperk, is omdat deze ene simpele vraag een verrassend lastig raadsel oplevert voor al die misleide, bijbels verkeerd geïnformeerde zielen die zo hardnekkig volhouden dat de Gemeente absoluut de hele of een deel van de Verdrukking zal meemaken, en dat dus de leer van de pre-trib Opname niets minder is dan een stinkende leugen uit de put van de hel, bedoeld om zwakkere leden van de Gemeente op een dwaalspoor te brengen en in de wachtende armen van de Antichrist.

In elke bedeling is het altijd hetzelfde fundamentele patroon. God stelt een nieuwe regel op voor de mensheid om te leven op een manier die Hem welgevallig is, de mensheid (of in ieder geval een deel van de mensheid) doet dat niet, God spreekt een oordeel uit over de groep die zijn regel niet gehoorzaamt, doet op de een of andere manier een aanbod van genade, stelt een nieuwe regel in, en gaat over tot een nieuwe bedeling.

En in het midden van dit alles ligt het belangrijkste punt:

In elke dispensatie, valt Gods oordeel
alleen over hen die niet gehoorzamen aan het...
principe dat Hij van de mensheid eist.

OK, laten we nu teruggaan naar de kwestie van het Tijdperk van Genade - en ik heb het gevoel dat het je al begint te dagen. In het tijdperk van genade is de nieuwe regel om het evangelie te geloven. Jezus reed Jeruzalem binnen op de rug van een ezel en presenteerde Zichzelf als Israëls Messias; de Joodse religieuze leiders verwierpen Hem en lieten Hem kruisigen; Christus volbracht Zijn verzoeningswerk voor onze zonde aan het kruis (waarmee het tijdperk van de Wet effectief werd afgesloten, sinds de voet van het kruis precies de plaats is waar de Wet van Mozes was ontworpen voor de mens om het daar neer te leggen); en de Heilige Geest kwam zoals beloofd op de dag van Pinksteren om de gelovigen te verzegelen en in te wijden en de Gemeente op te bouwen. De Gemeente bestaat uit alle mensen in de volgende 2000 jaar die, ondanks het feit dat zij geen enkele wonderbaarlijke manifestatie van Gods macht en aanwezigheid hebben gezien, in geloof belijden wat Christus voor hen deed op Golgotha en dat alleen voor hun redding.

>Schoolbord met geloof in het evangelie()

Denk er eens over na: Nadat het tijdperk van genade eindigt bij de Opname, zal elke levende persoon die op aarde overblijft iemand zijn die gefaald heeft om regel #1 van deze bedeling te gehoorzamen - geloof het evangelie. Zij zullen allen zijn die er niet in slaagden om op Christus te vertrouwen voor hun verlossing - ieder van hen zal iemand zijn die er niet in slaagde de nieuwe regel te gehoorzamen die God 2000 jaar geleden instelde door het verzoenend offer van Zijn Zoon bij het begin van het Tijdperk van Genade.

En net als in elke andere bedeling, valt het oordeel dat God aan het einde ervan velt alleen op hen die het bijbehorende principe niet volgen - in dit geval een vermaning om het evangelie in geloof te geloven.

En het valt natuurlijk niet op hen die wel Gods heersende principe gehoorzaamden door op Christus te vertrouwen voor hun redding, want ieder van hen die op dat moment in leven zijn zullen van de aarde verwijderd worden bij het afsluiten van de bedeling van het tijdperk van genade in de Opname.

Iedereen. Alleenstaande. Eén. Ik zie niet hoe iemand dit kan missen - de logica is onontkoombaar. Als de Gemeente - zij die het evangelie hebben geloofd - nog steeds op aarde is in de Verdrukking, dan laat God voor de eerste keer in de menselijke geschiedenis plotseling het oordeel los over hen die Zijn heerschappij gehoorzaamden tijdens een bepaalde bedeling om een onverklaarbare reden. Vergis u niet:

Dat betekent dat als een deel van de
Gemeente de Verdrukking ingaat,
de Bijbelse wielen eraf lopen.

Hoezo is dit onduidelijk? En hoe zit het met het idee dat God een aanbod van genade doet na elke bedeling? Waar zien we dat na de Opname? Waar is de genade tijdens de Verdrukking? Veel mensen kijken niet met argusogen naar het boek Openbaring omdat ze alleen maar dood en verderf zien.

Relax... dat is een gemakkelijke. Allereerst zien we Gods genade aan het werk in de vorm van de 144.000 Joodse apostelen die God gaat verzegelen en loslaat op de wereld na de Opname tijdens het eerste deel van de Verdrukking.

Vervang dit: Het verzegelen en uitzenden van de 144.000 Joodse evangelisten om het evangelie te verkondigen aan de wereld na de Openbaring en een enorme oogst aan zielen binnen te halen tijdens de Verdrukking is de letterlijke, donderende vervulling van Mattheüs 21:43, waar Jezus de Farizeeën vertelt dat het koninkrijk van hen zal worden afgenomen en gegeven aan een volk dat de vruchten ervan zal voortbrengen. Dit staat volledig haaks op de slordige, dwalende exegese van dit vers die vaak wordt doorgedrukt om de vervangingstheologie te ondersteunen.

In Openbaring 7:1-8 zien we dat deze 144.000 Joodse evangelisten verzegeld worden, en het volgende wat we zien in vers 9 is een enorme schare mensen die tot een reddend geloof in het evangelie zijn gekomen en in de hemel verschijnen - mensen die datzelfde evangelie tijdens het genadetijdperk verwierpen en dus onderworpen waren aan de oordelen van de daaropvolgende Verdrukking.

Ook beloofde Hij in Openbaring 12:13-17 het Joodse overblijfsel in de woestijn te beschermen tegen de woede van de Antichrist, die tijdens de Grote Verdrukking alles uit zijn keuken op hen zal gooien om te voorkomen dat zij hun Messias aanroepen om hen te redden. Wat ze zullen doen.

En Hij doet het.

Merk op dat het overduidelijk is dat deze uitbreiding van genade tijdens de Verdrukking helemaal niets te maken heeft met de Gemeente, die per definitie al gebruik heeft gemaakt van Zijn genade door te gehoorzamen aan de regel van die bedeling: geloof het evangelie in geloof en deel uitmaakt van de Gemeente vóór haar verwijdering van de aarde bij de Opname.

In tegenstelling tot allen die de regel van deze bedeling niet gehoorzaamden en dus onderworpen zullen zijn aan de oordelen die erop zullen volgen in de Verdrukking...

We hebben het nu het nog kan.

En als je dit leest en je hebt het niet, ga naar God en krijg het. Maar wees gewaarschuwd:

Dit aanbod vervalt binnenkort en zeer binnenkort.

Een paar problemen

Natuurlijk zijn er mensen die hier iets op tegen hebben - die zijn er altijd. Een veelgebruikt argument dat mensen gebruiken om te proberen deze dispensationele kijk op Gods plan te ondermijnen, vooral als het van toepassing is op het tijdperk van genade, de opname die het beëindigt, en de daaropvolgende oordelen van de Verdrukking gaat ongeveer als volgt:

(Omhoog of omlaag?)

Aangezien Jezus duidelijk stelt dat de Gemeente zal worden opgenomen "na de verdrukking van die dagen" in Mattheüs 24:29-31, zal de Gemeente inderdaad de oordelen van de Verdrukking ondergaan. Maar dat is OK, want Hij zal de Gemeente zeker bewaren en beschermen door al deze oordelen heen, zodat Hij ons na afloop allemaal de lucht in kan trekken en dan een U-bocht kan maken en ons allemaal met Hem mee naar beneden kan nemen om Zijn koninkrijk te vestigen.

Ben er geweest, heb het gedaan: Ten eerste, laat me niet eens beginnen met het ontmantelen van de fout om opnieuw te proberen de Gemeente in de Olijfbergtoespraak in te lezen. Zoals ik blijf zeggen: Matteüs 24:29-31 is de directe vervulling van ongeveer een half dozijn profetieën uit het Oude Testament over het verzamelen van het Joodse overblijfsel in het land Israël om na de wederkomst te worden ingeluid in hun beloofde koninkrijk, en kan niet verwijzen naar de Gemeente. Niet om hyperdogmatisch te zijn of zo, maar omdat het eenvoudig zo is.

Maar afgezien van deze verrassend veel voorkomende interpretatiefout, proberen zij vervolgens hun argument te onderbouwen door te wijzen op andere situaties waarin God iemand of een groep mensen behoedde of beschermde door een harde ervaring die riekt naar Gods oordeel, en vergelijken dat met God die de Gemeente behoedt voor de oordelen van Daniëls 70e week.

Zij wijzen bijvoorbeeld op de redding van Noach en zijn gezin tijdens de zondvloed; de redding van de kinderen van Israël doordat God de Rode Zee scheidde; de redding van Daniëls vrienden Sadrach, Mesach en Abednego tijdens hun hete afspraak met een vurige oven; enzovoort. Zij gebruiken zulke voorvallen ter ondersteuning van hun argument dat de Gemeente de oordelen van de verdrukking zal doorstaan, maar door God op wonderbaarlijke wijze zal worden bewaard en beschermd.

(Noach, Rode Zee en vurige oven)

In een artikel van ongeveer 10 jaar geleden, getiteld "Tilting at Windmills", heb ik deze redenering de doodsteek gegeven, en het komt hierop neer:

(a) Noach en zijn familie vertegenwoordigen het Joodse overblijfsel dat door de Verdrukking heen wordt bewaard (wat precies is wat de Schrift ons onomwonden vertelt in Openb. 12:13-17). Noachs overgrootvader Henoch, die met God wandelde en vlak voor de zondvloed eenvoudigweg werd "meegenomen" in wat een voorafschaduwing was van de Opname (Gen. 5:24), vertegenwoordigt de Gemeente. Om nog maar te zwijgen van een "pre-Vloed" opname, als u begrijpt wat ik bedoel. Niet alleen dat, maar volgens de Joodse traditie werd Henoch opgenomen op de zesde dag van de maand Sivan, wat toevallig Shavuot is, aka de dag van Pinksteren: de verjaardag van de Gemeente.

(b) Rustig nu... dit is diep: Bij de Rode Zee staat Israël voor Israël.

(c) Tijdens het schrijven van "Tilting at Windmills", het artikel waarnaar ik hierboven linkte, viel me toevallig iets op: De vier namen van Daniël en zijn drie vrienden (ofwel hun Hebreeuwse namen ofwel hun nieuwe Babylonische namen) worden in totaal zeven keer samen als groep genoemd in Daniël 1-2. Maar in Daniël 3 is Daniël plotseling verdwenen: hij wordt nooit meer genoemd: Alleen Shadrach, Meshach en Abednego worden geconfronteerd met de woede van de koning omdat ze niet buigen voor zijn gouden beeld. Plotseling is Daniël opvallend afwezig en staan zijn vrienden er alleen voor. En je kunt er net zo goed achte gaan staan, want ik ga het nog een keer zeggen:

De Heilige Geest is een zeer zorgvuldige schrijver: Elk woord in de Schrift staat er met een reden en niet met een reden.

Daniël is een duidelijk type van Christus, de koning is een duidelijk type van de Antichrist, en de vurige oven is een duidelijk type van de Verdrukking. Daniëls fysieke afwezigheid tijdens de vuurproef van zijn drie Joodse kameraden is dus volkomen logisch als we hen zien als een type van het Joodse overblijfsel dat door God wordt beschermd tijdens de Verdrukking. Het klopt allemaal.

Christus verschijnt als de vierde man in het vuur (die er volgens de koning uitziet als "de Zoon van God") om de drie Joodse mannen (d.w.z. het Joodse overblijfsel) te redden, precies zoals de Schrift ons duidelijk vertelt dat Hij dat zal doen. Het feit dat Daniël nergens te zien is tijdens de vurige beproeving van zijn vrienden is dus een perfect beeld van het feit dat het "lichaam" van Christus niet op aarde is tijdens de Verdrukking, en dat is precies wat hier wordt voorzegd.

Hun argument heeft echter nog een ander probleem. Ja, in het boek Openbaring zien we duidelijk massa's gelovigen die zich door de oordelen van Daniëls 70e week heen worstelen - dat valt niet te ontkennen. Maar als zij de Gemeente zijn of zelfs een deel van de Gemeente (en als u het bovenstaande argument onderschrijft, dan is het aan u om uit te leggen wie zij anders zouden kunnen zijn), dan is er iets vreselijk misgegaan met het idee dat God de Gemeente zal bewaren en beschermen gedurende de hele Verdrukking, want dit is wat we zien:


Na deze dingen keek ik, en zie, een grote schare die niemand tellen kon, uit alle naties en uit alle stammen, volken en talen, staande voor de troon en voor het Lam, gekleed in witte gewaden, met palmtakken in hun handen [ze zijn in de hemel omdat ze dood zijn]. Zij riepen met luide stem en zeiden: "Heil zij onze God, die op de troon zit, en het Lam!"

(Openbaring 7:9-10 / nadruk & [commentaar] toegevoegd)


Ontelbare legioenen van deze gelovigen verschijnen in de hemel tijdens de Verdrukking. Waarom? Omdat ze gemarteld worden - ze worden geëxecuteerd voor hun trouwe getuigenis. Uhh... niet om er een te fijn punt van te maken, maar als dit de Gemeente is die "bewaard en beschermd" wordt door God tijdens de Verdrukking, dan doet Hij het, met alle respect, niet bepaald geweldig.

Worstelen over de Verdrukking

(Puzzelstuk met vraagteken)

Veel mensen die volledig achter de voorschriften van het dispensationalisme staan, lijken vaak te worstelen met de vraag hoe de Verdrukking in het schema van de dingen past, en in het verleden heb ik daar ook bij gehoord.

Enkelen zijn geneigd de Verdrukking als een aparte bedeling te zien. Velen zijn echter geneigd de Verdrukking te zien als een voortzetting van het tijdperk van de wet, dat volgens hen niet eindigt met Christus, maar slechts wordt onderbroken. Zij zien de Verdrukking die volgt op het Tijdperk van Genade als een vorm of variatie van het Tijdperk van Wet dat in werking treedt na de Opname en voortduurt tot de Wederkomst.

Ik geef toe dat ik jarenlang geworsteld heb met de vraag hoe de Verdrukking past in het dispensatiekader, en dat ik in het verleden ook de neiging had haar te interpreteren als het tijdperk van de Wet dat doorging na onderbroken te zijn door het Gemeentelijke tijdperk.

Maar toen ik aan dit artikel werkte, was het alsof God alle stukjes netjes op hun plaats liet vallen. Ik vermoed dat wat mij van de wijs bracht hetzelfde was dat vele anderen van de wijs brengt, en dat is de profetie van Daniëls 70 weken (Dan. 9:24-27) en haar relatie tot beide zowel het tijdperk van de Wet en de Genade.

De waarheid is dat deze aan Israël gegeven periode van 70 weken (490 jaar) in feite één week (zeven jaar) voor de voltooiing ervan werd onderbroken toen Christus Zichzelf aan Israël presenteerde als hun Messias aan het einde van de 69e van deze 70 weken, en dit leidt ertoe dat velen het tijdperk van de Genade zien als een soort "onderbreking" - wat precies is wat het is. Maar wat Christus volbracht op Golgotha onderbrak Daniëls 70 weken - het beëindigde het tijdperk van de Wet. Deze twee perioden zijn twee verschillende dingen, en een poging om ze op de een of andere manier met elkaar te vermengen leidt tot problemen en verwarring.

Daniëls 70 Weken is een periode van 490 jaar die God aan Israël gaf en die in feite hun aftelling naar het koninkrijk is. Dat aftellen begon in 445 v.C. met een decreet van Artaxerxes (sommigen zeggen 444 v.C., maar dat wil ik hier niet betwisten), en werd na 69 van die 70 weken onderbroken toen Christus zich aan Israël presenteerde als hun Messias. Nadat de Joden Christus verwierpen en Hem lieten kruisigen, werd het Genadetijdperk ingeluid, dat een gat vult tussen de 69e en 70e week. Niet lang nadat het Genadetijdperk eindigt met de Opname, begint de 70e week, die de zeven jaren van de Verdrukking omvat. Dit is voornamelijk de periode waarin God het oordeel over de wereld uitspreekt omdat zij de regels van het genadetijdperk (d.w.z. het geloof in het evangelie) niet hebben opgevolgd, en na deze laatste periode van zeven jaar zal Christus terugkeren om zijn koninkrijk te vestigen. Maar nogmaals, de 70e week maakt deel uit van de 70 weken - en het heeft weinig zin deze periode gelijk te stellen aan of te beschouwen als synoniem voor het tijdperk van de wet.

Het tijdperk van de Wet begon in de vijftiende eeuw voor Christus, toen Israël de Wet van Mozes ontving op de berg Sinaï, en eindigde op Golgotha, toen de beloofde Messias het volmaakte offer voor de zonde van de mens bracht, dat het bloed van schapen en bokken voorgoed verving. Niet lang daarna werd de Gemeente verwekt, werd het Tijdperk van Genade ingeluid, en viel het oordeel over het volk Israël omdat het hun beloofde Messias niet erkende en ontving, wat in feite deel uitmaakte van het heersende principe van het Tijdperk van de Wet. Het Tijdperk van Genade begon, en later plunderden de Romeinen Jeruzalem, verwoestten de tempel en verdreven de Joden uit hun land.

Natuurlijk respecteer ik studenten van de Bijbel die de dingen een beetje anders zien - daar heb ik geen enkel probleem mee. Maar ik ben er zo tegenaan gaan kijken: Zullen de mensen tijdens de Verdrukking opnieuw de wet van Mozes moeten gehoorzamen om hun geloof in God en zijn beloften te tonen, zoals tijdens het tijdperk van de wet? Of zullen zij uitkijken naar een beloofde Messias, zoals in de tijd van de wet? Nee, helemaal niet - dat heeft geen zin. Nou, welke regel zal van kracht zijn?

Wat zal het heersende principe zijn tijdens de Verdrukking dat de mensen leidt in hoe te leven op een manier die God welgevallig is? Onderzoekende geesten willen dat weten.

Is het niet duidelijk? Het zal hetzelfde heersende principe zijn dat nu werkt - geloven in het geloof in het verzoeningswerk van Christus en dat alleen voor de vergeving van de zonde:

Gods eis voor geloof in
Zijn Zoons verzoeningswerk zal...
zal nooit veranderen of vervangen worden!

Tenminste niet zolang mensen met een zondige aard nog bestaan. Het heersende principe van het tijdperk van genade om het evangelie te geloven zal na de Opname niet van het toneel verdwijnen - het kan me niet schelen hoeveel tempels Israël bouwt of hoeveel offers zij tijdens de Verdrukking brengen.

Begrijp dat de offers die Israël tijdens de Verdrukking voorafgaand aan de gruwel der verwoesting brengt, in Gods ogen net zo ineffectief zullen zijn als de offers die tussen Golgotha en 70 na Christus worden gebracht, en dat God daarna de hamer van het oordeel over Zijn volk zal laten vallen.

OK, ik zie die blik op je gezicht. Nou, denk er eens zo over na:

Vr. U bent God, en U offerde het leven van Uw geliefde Zoon op, zodat Zijn bloed allen die in geloof geloven kon verlossen en reinigen van zonde. Dan komt uw volk Israël, het volk aan wie u oorspronkelijk die verlossing had beloofd, en zij zijn nog steeds zo volkomen blind voor wat uw Zoon voor hen deed, dat zij het bloed van runderen en schapen waardevoller vinden dan dat van uw Zoon die voor hen stierf. Wat vindt U ervan dat zij Uw Zoon zo onteren?

A. Houd mijn hemelse drank vast.

Tijdens de Verdrukking zal God erop gericht zijn Zijn volk Israël naar het kruis van Christus te leiden - niet terug naar het tijdperk van de Wet. Eenderde zal hun echte Messias ontvangen, en tweederde zal een bedrieger ontvangen - en omkomen.

Overigens zal dit ook de manier zijn waarop mensen gered worden tijdens het Duizendjarig Rijk, ook al zal het nieuwe algemene principe zijn om de directe theocratische heerschappij van Christus te gehoorzamen. Wat redding betreft: Christus heeft het allemaal gedaan - na Golgotha draait het allemaal om het evangelie. Punt uit.

Het is waar dat na de meeste bedelingen de vorige regels niet persé zijn verdwenen of werden opgeheven - ze werden alleen overschaduwd door een nieuwe regel. Eén verschil is echter dat degenen die na het genadetijdperk worden gered, niet de verzegeling en inwoning van de Heilige Geest zullen genieten, wat naar mijn overtuiging een zegen is die uniek is voor de Gemeente - zij die niets hebben gezien en toch geloven (Johannes 20:29). Zij die tijdens de Verdrukking tot geloof in Christus komen, zullen meer zien dan waar zij op gerekend hadden - zij zullen Gods hand zien bewegen in het oordeel (Openb. 6:18). Dat is niet bepaald "niets".

Hetzelfde geldt voor het Duizendjarig Rijk, met mensen die leven in een wereld die niet langer onder de vloek van zonde en dood is en nu onder de rechtvaardige heerschappij van Christus zelf, en met Satan opgesloten voor de duur - noem je dat "niets"? Dat is één reden waarom ik geneigd ben te geloven dat iedereen die na de opname gered wordt, een trouw getuigenis zal moeten afleggen. Ik weet dat sommigen het daar niet mee eens zijn, en dat is prima. Maar ik geloof dat de verzegeling en de inwoning van de Heilige Geest, waarmee de gelovigen van het Gemeenteelijk tijdperk gezegend zijn, eindigt met de Gemeente, en dat de heiligen van de Verdrukking en de gelovigen tijdens het Duizendjarig Rijk niet de Gemeente zijn.

Natuurlijk gebeuren er tijdens de Verdrukking nog een paar andere dingen, zoals Satans koninkrijkje van 42 maanden, enz. Maar het feit blijft dat de Verdrukking vooral de opeenvolging is van oordelen die God over de wereld (Joden en niet-Joden) uitspreekt omdat zij niet gehoorzaamt aan de regel van het tijdperk van genade, en dus het meest ongelooflijke aanbod van genade en barmhartigheid in de geschiedenis van het universum afwijst.

Dit aanbod is sinds het Tijdperk van Genade 2000 jaar geleden begon vrij beschikbaar voor iedereen die ingaat op het lokken van de Heilige Geest, en het gratis geschenk ontvangt van verlossing en eeuwige verzoening met een heilige, rechtvaardige, liefhebbende God door geloof in het werk van verzoening, volbracht door Zijn perfecte, zondeloze Zoon - de mens Christus Jezus.

Bewijsstuk A

Het is altijd hetzelfde - het fundamentele patroon dat we in elke bedeling zien, verandert nooit omdat het Gods onveranderlijke eigenschappen weerspiegelt:

(a) Het weerspiegelt Zijn liefde, omdat het laat zien hoe Hij ernaar streeft de zondige mens met Zichzelf te verzoenen, en uiteindelijk een deel van de mensheid die reageert op de stem van Zijn Geest te trekken in een glorieuze, intieme en eeuwige relatie met Hem als Zijn aangenomen zonen en dochters.

(b) Het weerspiegelt Zijn heiligheid, omdat Hij laat zien dat Hij de ongehoorzaamheid van de mens aan een van Zijn heersende beginselen in geen enkele bedeling passief zal dulden.

(c) Het weerspiegelt Zijn rechtvaardigheid, die in het spel komt bij het oordelen over het zondige falen van de mens na elke bedeling.

(d) Het weerspiegelt Zijn genade, die in een of andere vorm wordt verleend na elk falen van de mens om Zijn heersende beginsel in elke bedeling te gehoorzamen.

(e) Het weerspiegelt Zijn barmhartigheid, want... recht omhoog: Zonder Zijn grote barmhartigheid zou God ons allang hebben weggevaagd.

En zoals we gezien hebben, als extra bonus:

Het zet nog een hangslot op de pre-trib
opname zoals ik maar weinig dingen kan bedenken.

Het maakt de aanwezigheid van de Gemeente of een deel daarvan
of een deel ervan op aarde tijdens de Verdrukking
in strijd met Gods gevestigde principes.

Maar nog belangrijker is dat Gods plan in termen van bedelingen ons het grote geheel laat zien van hoe God stap voor stap zorgt voor de verzoening van de mens met Zichzelf, en een belangrijk deel van dit proces houdt in dat een deel van de mensheid in een liefdevolle familierelatie met Hem wordt gebracht in de vorm van de Gemeente. En alle stukjes passen perfect in elkaar tot een prachtig ontwerp dat alleen een Schepper God in het eeuwige verleden had kunnen bedenken.

En het doel van de Gemeente?


Opdat nu aan de overheden en machten in de hemelse gewesten door de Gemeente de veelvuldige wijsheid van God bekend zou worden..
(Efeziërs 3:10 AKJV)


Het eeuwige doel van de Gemeente is om aan de overheden en machten in de hemel de onnaspeurlijke rijkdom van Gods ware karakter te tonen: Zijn wijsheid, Zijn liefde, Zijn rechtvaardigheid, Zijn heiligheid, Zijn genade, Zijn barmhartigheid... en wat een blijken zullen wij daarvan zijn!

In alle eeuwigheid, als iemand ooit nog vraagtekens zet bij Gods karakter of motieven (zoals Satan in het verleden heeft gedaan), is het enige wat Hij hoeft te doen om die vragen het zwijgen op te leggen, is te wijzen op de Gemeente. Met andere woorden:

Wij zullen bewijsstuk A zijn.

Bron: A Little Strength