www.wimjongman.nl

(homepagina)


Indicatielampje

Door Greg Lauer - maart 2022

(Indicatielampje)

Terwijl de wereld struikelend voortdendert op de rotsachtige weg naar de Verdrukking, is er iets waar de mensen van de wereld steeds meer naar hunkeren. En in steeds grotere mate, niet kunnen vinden:

Troost.

Helaas zijn wedergeboren gelovigen niet immuun voor zulke gevoelens. We weten allemaal hoe het voelt om troost en bemoediging nodig te hebben - iets om de gevoelens van pijn, verdriet, teleurstelling, frustratie, onzekerheid en wanhoop te verzachten, waar we allemaal van tijd tot tijd mee worstelen, vooral in de loop van de laatste twee turbulente jaren.

Zoals ik twee jaar geleden in een artikel heb besproken, ben ik ervan overtuigd dat er rond het begin van 2020, toen het coronavirus voor het eerst een wereldwijd probleem werd, iets in de wereld fundamenteel is veranderd. Het is alsof er een duidelijke klik was - een lichte ruk - en sindsdien is niets meer hetzelfde. Ik schreef toen dat ik geloofde dat de wereld aan zijn klim naar boven was begonnen, net als een achtbaan aan het begin van de rit. Er is een lichte schok als de trein een lange, rechte helling begint op te rijden; en zodra hij over die eerste kam is geduwd, begint de wilde rit.

Die "wilde rit" is de Verdrukking, en daar zijn we nog niet helemaal.

Maar net als in een achtbaan worden we meedogenloos omhoog getrokken en komt de eerste top in zicht.

Ik hoef u niet te vertellen dat in de afgelopen twee jaar een aantal gelovigen voor het eerst te maken heeft gekregen met vervolging - en ik twijfel er niet aan dat die vervolging in de toekomst alleen maar zal toenemen. Christenen in Amerika worden over het algemeen over één kam geschoren met rechtse, Trump-steunende conservatieven (wat in de ogen van veel linkse liberalen een misdaad op zich is); en zoals ik al eerder heb besproken, ben ik ervan overtuigd dat dit met opzet is.

Satan is bezig een samenleving te creëren waarin een grote groep mensen (waaronder de meeste gelovigen) wordt klaargestoomd om te worden uitgekozen en vervolgd, als voorbereiding op het koninkrijk van de Antichrist, waarin zulke mensen niet alleen zullen worden vervolgd - maar worden geëxecuteerd. Alleen om andere redenen.

Wat mij er echter toe aanzette om dit artikel te schrijven, is een kleinigheidje dat de Heilige Geest onder mijn aandacht bracht in een bekende passage uit de Schrift, en het deed mij iets fundamenteel belangrijks beseffen waar ik nooit eerder bewust bij stil had gestaan.

Ik geloof dat de beproevingen die velen van ons twee jaar geleden begonnen mee te maken, vooral met betrekking tot de huidige plandemie, een soort signaallicht is. De lockdowns, de maskermandaten, de vaccinmandaten, en het hele moeras van brute leugens, berekende desinformatie, ontkenning en het negeren van echte wetenschap, en nutteloze, draconische beperkingen die niets anders hebben gedaan dan levens beschadigen, vernietigen en in gevaar brengen en de samenleving verdelen - samen met de groeiende behoefte aan troost die ze teweegbrengen in de harten van gelovigen - zijn een beetje als een signaallichtje, zoals je dat op het dashboard van je auto ziet, of in de cockpit van een vliegtuig.

(Vliegtuig vliegt tegen berg op)

Ik denk dat waar het me het meest aan doet denken het Enhanced Ground Proximity Warning System (EGPWS) is. Het EGPWS is een systeem dat in vliegtuigen wordt gebruikt, dat in de jaren 1990 werd ontwikkeld en sinds 2001 door de FAA wordt voorgeschreven, en het geeft de bemanning een waarschuwing als het vliegtuig het terrein op een onvoorziene manier nadert. Dit zou het geval zijn bij een snelle, onverwachte daling, een gevaarlijk dichte nadering van een berg, enz. Ik geloof dat deze plotseling toenemende behoefte aan troost in de harten van veel gelovigen een beetje te vergelijken is met een EGPWS indicatielampje dat is gaan knipperen - alleen in plaats van aan te geven dat de zijkant van een berg recht voor ons ligt, vertelt dit indicatielampje ons iets heel anders:

Dit signaallampje vertelt ons dat de opname voor de deur staat.

Eerst een woord over hoop

Hoewel het duidelijk is dat veel van wat de schrijvers van het Nieuwe Testament schreven van toepassing was op de mensen van die tijd, is het even duidelijk dat het grootste deel ervan ook van toepassing is op de hele Gemeente gedurende het hele Kerktijdperk.

Het Nieuwe Testament is gevuld met onderricht dat niet alleen sprak tot de prille Gemeente van de eerste eeuw, maar dat door de gangen van de tijd doorklinkt tot in de Gemeente van de eenentwintigste eeuw. Gods Woord heeft bewezen vol te zitten met tijdloze geestelijke wijsheid en onderricht, dat niet uit de mode dreigt te raken of verouderd dreigt te worden.

Eén zo'n vers dat onlangs van de bladzijden van mijn Bijbel sprong, is vastgeplakt aan het eind van één van de bekendste Schriftgedeelten in het hele Nieuwe Testament, en één die dichtbij en dierbaar is aan de harten van hen die uitzien naar de opname van het lichaam van Christus:


13 Maar wij willen niet, broeders, dat u onwetend bent omtrent hen, die ontslapen zijn, opdat u niet bedroefd bent als de overigen, die geen hoop hebben. 14Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven en wederopgestaan is, zo zal God ook hen, die in Jezus ontslapen zijn, met zich brengen. 15Want dit zeggen wij u door het woord des Heren, dat wij, die leven, die overblijven tot de komst des Heren, geenszins zullen voorgaan op hen, die ontslapen zijn. 16Want de Heer zelf zal met een geroep, met de stem van de aartsengel en met de bazuin van God neerdalen uit de hemel. De doden in Christus zullen eerst opstaan, 17en wij, die leven, en die overblijven, zullen samen met hen in de wolken worden opgenomen, om de Heer in de lucht te ontmoeten. Zo zullen wij voor altijd bij de Heer zijn. 18Troost elkaar daarom met deze woorden.
(1 Thessalonicenzen 4:13-18 / nadruk toegevoegd)


We komen zo terug op vers 18, maar het eerste wat ik wil dat je in dat vers opvalt is dat "deze woorden" waar Paulus naar verwijst meer omvatten dan alleen de belofte van de gebeurtenis van de opname zelf (alsof dat nog niet genoeg was). De gelovigen in Thessalonië waren in een staat van nood, niet alleen vanwege de vervolging die zij te verduren hadden, maar ook omdat zij bezorgd waren dat hun geliefden, die onlangs gestorven waren, op de een of andere manier deze gebeurtenis zouden missen waarover Paulus hen had onderwezen. Dus verspilt Paulus geen tijd om hen te verzekeren dat hun overleden geliefden bij Christus zullen zijn wanneer Hij terugkomt om hen op te halen.

Maar let op waarom Paulus hen in vers 13 vertelt wat hij op het punt staat hen te vertellen:

"...opdat u niet bedroefd bent als de overigen, die geen hoop hebben."

Dit mag u niet missen. Paulus vertelt de Thessalonicenzen in niet mis te verstane bewoordingen dat ongelovigen geen hoop hebben - geen hoop om ooit hun overleden geliefden terug te zien. Geen hoop op eeuwig leven in de hemel. Geen hoop om door een liefhebbende God te worden opgenomen om voor altijd bij Hem te wonen.

Geen hoop, helemaal niets.

Maar wij hebben deze hoop. Dat is wat we hebben in Christus - en om eerlijk te zijn, dat is zo'n beetje de lange en de korte versie ervan:

Eeuwig leven in de hemel.

Dat is de hele enchilada daar. Het feit dat we eeuwig leven in de hemel hebben om naar uit te kijken overschaduwt alles. Een aantal passages benadrukken dit, en hier is er een die ik bijzonder goed vind:


3Want ook wij waren eertijds dwaas, ongehoorzaam, misleid, dienstbaar aan allerlei begeerten en genoegens, levend in boosheid en nijd, hatelijk en elkander hatend. 4Maar toen de goedertierenheid van God, onze Heiland, en zijn liefde jegens de mensen verschenen, 5niet uit werken der gerechtigheid, die wij zelf gedaan hebben, maar naar zijn barmhartigheid heeft Hij ons gered door het bad der wedergeboorte en vernieuwing door de heilige Geest, 6die Hij rijkelijk over ons heeft uitgestort, door Jezus Christus, onze Heiland; 7opdat wij, gerechtvaardigd zijnde door zijn genade, erfgenamen zouden worden naar de hoop van het eeuwige leven.
(Titus 3:3-7 / nadruk toegevoegd)


Al het andere (inclusief de gebeurtenis van de opname) is raamwerk voor deze fundamentele realiteit. Onze bron van hoop is het simpele feit dat - dankzij ons geloof in het volbrachte verzoeningswerk van Christus, en dat alleen - wij een onuitsprekelijk vreugdevolle eeuwigheid in de hemel zullen doorbrengen met een God die meer van ons houdt dan wij kunnen bevatten.

Dat is onze hoop, en het is een hoop die
al het andere in het bestaan overstijgt.

Dus wanneer de wolken binnengaan en de duisternis om ons heen begint weg te vallen, is dat een hoop die we kunnen grijpen en lang en hard kunnen omarmen, en die ons door de slechtste tijden heen kan helpen - tijden waarin we Romeinen 8:28 zo'n 828 keer maar moeten lezen:


28 Wij weten dat alle dingen medewerken ten goede voor hen die God liefhebben, voor hen die geroepen zijn naar zijn voornemen
(Romeinen 8:28)


(Geen prik, geen baan)

Hoop en troost zijn natuurlijk twee enigszins verschillende dingen. Uw hoop op eeuwig leven in de hemel mag dan rotsvast zijn, maar dat is toekomst. Maar vandaag heb je geleerd dat je je baan kwijtraakt als je je niet laat vaccineren - maar het krijgen van een vaccin bezorgt je last van je geweten (wat het volgens 1 Kor. 8 voor jou persoonlijk tot een zonde maakt, om er maar geen doekjes om te winden). Vandaag heb je ontdekt dat je je kinderen thuis les moet geven vanwege idiote COVID beperkingen. Vandaag hebt u ontdekt dat uw bankrekening is geblokkeerd omdat u geld hebt gedoneerd aan hen die vreedzaam protesteren tegen de tirannie van de regering (als u in Canada woont, tenminste - en ik hoop dat mijn mede-Yankees opletten). Dat is iets heel anders, en illustreert het fundamentele verschil tussen de twee:

Hoop is het geloof dat dingen
goed zullen uitpakken in de toekomst.

Troost is wat je nodig hebt wanneer dingen
op dit moment niet zo goed gaan.

Hoop is meer iets voor later - comfort is meer iets voor vandaag. Maar ik wil kort ingaan op het idee van hoop, omdat Paulus zegt dat zij die Christus niet hebben, geen hoop hebben. Dus... wat hebben zij dan?

Net als u, praat ik elke dag met ongelovigen. En net als u, vermoedelijk, kan ik in alle eerlijkheid zeggen dat de overgrote meerderheid van die mensen mij zeker niet overkomt als volkomen zonder hoop. Dus wat is het probleem? Zijn ze zonder hoop, of zijn ze dat niet?

Als het gaat om het soort hoop dat betrekking heeft op iemands eeuwige bestemming, dan hebben we het aan Satan te danken het feit dat de meeste ongelovigen die we ontmoeten niet openlijk dat gebrek aan hoop tonen waarvan Gods Woord zegt dat het hen kenmerkt, omdat zij Zijn verbluffende aanbod van genade en barmhartigheid hebben afgewezen.

Om te beginnen verblindt Satan het verstand van de mensen voor de waarheid van het evangelie (2 Kor. 4:4). Dat is zijn sterke kant, maar dat is niet alles wat hij in zijn zak heeft.

Door letterlijk duizenden goden, religies en geloofssystemen voort te brengen die gebaseerd zijn op de wijsheid (onwetendheid?) van de mens, biedt hij de mensen een waar smorgasbord van verleidelijke mogelijkheden om uit te kiezen, waarvan de grote meerderheid verschillende manieren vindt om de heilige, rechtvaardige, liefdevolle God van de Bijbel te veranderen in een kosmische Kerstman, de Kracht, of iets daartussenin dat net zo smakelijk is voor mensen die hun weg zoeken via hun zondige natuur.

En een politiek correcte samenleving is erop gebrand om iedereen die de geldigheid van dergelijke ijdele fantasieën in twijfel durft te trekken, te bespotten en te vernietigen, of gedwee te suggereren dat een haveloze verzameling mythen en legenden vol fouten, door oude bedoeïenen op perkament gekrabbeld, de absolute waarheid is die deze torenhoge bouwwerken van de grootste wijsheid van de mensheid overtroeft.

Wij zijn ondergedompeld in een wereld die een eindeloze reeks glinsterende snuisterijen biedt die niets anders doen dan mensen van God weglokken en die mensen zich kunnen toe-eigenen als substituten voor de eeuwige geestelijke waarheid die Hij ons in Zijn Woord heeft gegeven. Johannes vat het probleem als volgt samen:


16Want al wat in de wereld is, de begeerte des vleses, en de begeerte der ogen, en de hoogmoed des levens, is niet uit de Vader, maar is uit de wereld.
(1 Johannes 2:16 AKJV)


De wereld overstelpt mensen met dingen die niets anders doen dan hen wegleiden van de Vader en de waarheid van Zijn Woord, en hun zicht vertroebelen op hun behoefte aan Hem en wat in de eeuwigheid in het verschiet ligt. En ieder van ons was ooit deel van die wereld - ieder van ons is maar al te bekend met de aantrekkingskracht van wat de wereld te bieden heeft.

Mensen vinden dingen in de wereld om hun dorst naar hoop te lessen, en de zoektocht houdt nooit op. Wanneer die dingen beginnen te vervagen en niet meer voldoen, gaan ze op zoek naar iets aantrekkelijker - iets dat belooft om het gapende gat in de kern van hun geest te vullen. En zij blijven zoeken omdat zij nooit vinden wat zij missen: een geestelijke relatie met de God die hen geschapen heeft en van hen houdt en die hen de middelen heeft gegeven om verzoend te worden en vrede met Hem te hebben.

Als gevolg daarvan wordt hun leven een eindeloos zoeken naar dingen die niets anders doen dan hen een uiteindelijk vals gevoel van hoop geven - maar dat is het beste wat de wereld hen kan geven omdat dat alles is wat zij te bieden heeft. En terwijl ik deze passage schreef, moet ik bekennen dat de volgende gedachte bij me opkwam:

Wat een wonder dat wij gered zijn!

Maar wonderen zijn God op het lijf geschreven, en Hij heeft er zeker een voor mij verricht - en ik vertrouw erop dat Hij hetzelfde voor u heeft gedaan. Ik bid dat u dezelfde hoop op eeuwig leven in de hemel hebt als ik - en als u die hebt, weet ik dat u begrijpt dat we dat alleen hebben omdat we Christus hebben.

Dat is in wezen wat Paulus ons in vers 13 zegt.

Troosten van hen die troost nodig hebben

In werkelijkheid hadden gelovigen
in Thessalonica waar Paulus
naar aan het schrijven was, een
behoefte aan troost.

Maar terug naar vers 18, waar ik het eigenlijk over wilde hebben. Aan het eind van wat waarschijnlijk Paulus' belangrijkste onderwijs over de opname is, eindigt hij met een vermaning om "elkaar met deze woorden te troosten". Ik weet zeker dat veel mensen aan dit laatste vers voorbijgaan (net als ik, totdat ik dit artikel schreef), en het beschouwen als niet meer dan een vreemde manier om een einde aan de passage te maken en de gedachte af te sluiten, net alsof Paulus iets in de volgende trant had geschreven:

"En dat is de Opname-kwestie in een notendop. Nu, op naar andere dingen..."

Per slot van rekening voegt vers 18 zeker niets toe aan de leerstellige mechanismen van de Openbaring - het geeft ons geen extra informatie over hoe het werkt of de timing ervan. Maar je weet wat ik altijd zeg over de Schrift:

Elk woord is er met een reden, en ook níet met een reden.

In werkelijkheid hadden de gelovigen in Thessalonica, aan wie Paulus schreef, grote behoefte aan troost. In 1 en 2 Thessalonicenzen schrijft Paulus aan een gemeente die te lijden had onder zware vervolging. Het waren gelovigen die verhinderd werden hun beroep uit te oefenen en anderszins uitgesloten werden van de plaatselijke handel; zij werden verstoten uit de samenleving; zij werden op verschillende manieren bedrogen, lastig gevallen en gediscrimineerd; zij werden geslagen en fysiek geïntimideerd - en sommigen waren gedood.

Paulus vermaant de Thessalonicenzen dus duidelijk om wat hij hen zojuist verteld heeft dit te gebruiken om hun geloofsgenoten troost te geven in een tijd dat zij daar werkelijk behoefte aan hadden.

Het Griekse werkwoord dat Paulus gebruikt en dat hierboven vertaald is met "troosten" is een vorm van parakaleo, dat in feite een verscheidenheid aan betekenissen kan hebben, waaronder:

- vermanen of aansporen
- oproepen
- bedelen, smeken
- instrueren of onderwijzen
- aanmoedigen
- troosten...

...en nog een paar andere. In 1 Thessalonicenzen 4:18 wordt het in de overgrote meerderheid van de vertalingen weergegeven als "troosten" of "bemoedigen".

Paulus wilde dat de gelovigen in Thessalonica elkaar zouden troosten en bemoedigen door elkaar eraan te herinneren dat hun heengegane geliefden hen zeker zouden ontmoeten in de lucht bij de opname - dat ze niets zouden missen. Hij wilde dat zij elkaar in hun lijden en verschillende vervolgingen zouden troosten met het feit dat de Heer op een dag op een geroep uit de hemel zou neerdalen, en dat zij zouden worden opgenomen om met de Heer en hun ontslapen geliefden in de wolken te zijn, en dat zij allen voor eeuwig bij de Heer zouden zijn.

En ik twijfel er niet aan dat de Thessalonicenzen precies dat hebben gedaan.

Geef het door: Natuurlijk, ook al vermaant Paulus de Thessalonicenzen om elkaar te troosten, het is God van wie die troost eigenlijk stroomt, zodat we zowel zelf getroost kunnen worden als anderen kunnen troosten. Ze noemen Zijn Geest immers niet voor niets "de Trooster":


3Geloofd zij God, de Vader van onze Here Jezus Christus, de Vader der barmhartigheden, en de God aller troost; 4Die ons troost in al onze verdrukking, opdat wij hen, die in enige moeite zijn, kunnen troosten door de troost, waarmee wij zelf van God getroost zijn.
(1 Korintiërs 1:3-4 AKJV / nadruk toegevoegd)


Maar de gedachte die mij onlangs trof was de volgende:

Ik weet dat de Heilige Geest vers 18 heeft toegevoegd over
"elkaar troosten" omdat Hij wist dat de
Thessalonische gelovigen behoefte hadden aan troost.

Maar waren de Thessalonicenzen de enige groep
van gelovigen waar vers 18 aan gericht was?

Nee, natuurlijk niet. Ik probeer niet terughoudend te zijn. Zoals ik al zei, het grootste deel van het Nieuw Testamentische onderwijs is van toepassing op de hele Gemeente voor het hele Kerktijdperk, en er is geen reden om te geloven dat 1 Thessalonicenzen 4:18 hierop een uitzondering vormt. Immers, Paulus' baanbrekende onderwijs over de Opname in de voorgaande verzen is duidelijk van toepassing op de gehele Gemeente tot aan het laatste moment van het Kerktijdperk!

Het is alleen zo dat ik nooit bewust had stilgestaan bij de relatie tussen vers 18 en de moderne Kerk van vandaag. Als ik al iets dacht, dacht ik alleen maar "O, die arme Thessalonicenzen!" en ging ik weer verder. Ik had nooit een dwingende reden om het in verband te brengen met gelovigen vandaag de dag in Amerika, die nooit echte vervolging hebben geproefd.

Maar de tijden veranderen... Dus, met die gedachte in het achterhoofd, laten we iets meer dan 17 eeuwen vooruit spoelen...W-H-O-O-S-H!!!

Iets meer dan 17 eeuwen later...

(Washington's inauguratie)

Als je een echte Amerikaanse geschiedenisfanaat bent, weet je misschien dat George Washington op 30 april 1789 in New York City werd ingehuldigd als Amerika's eerste president. Wat de meeste mensen echter niet weten, is dat drie dagen eerder was besloten dat na de ceremonie het voltallige Congres naar de nabijgelegen St. Paul's Chapel zou lopen om "de kerkdienst te horen".

Dus nadat Washington officieel was ingehuldigd als onze eerste president, marcheerden de gehele Senaat en het Huis van Afgevaardigden plichtsgetrouw naar de St. Paul's Kapel en brachten daar (volgens sommige bronnen) drie tot vier uur door met bidden en het zoeken naar Gods zegen en leiding voor onze pasgeboren natie.

Natuurlijk had God plannen met Amerika. Wij zouden een thuis worden voor het evangelie en een basis voor de verspreiding daarvan als geen ander land in de geschiedenis, en wij zouden 159 jaar later de voornaamste weldoener worden van de natie Israël, toen God Zijn volk weer bijeenbracht als natie in vervulling van Zijn Woord.

De enige echte: Maak niet dezelfde fout die ik sommigen zie maken door aan te nemen dat de Verenigde Staten in verbond zijn met God. Dat is het niet, duidelijk en simpel. Niets van wat ik zojuist beschreef, betekent dat Amerika in een verbondsrelatie met God staat. Er is, iets en het zal altijd maar één zo'n natie op aarde zijn, en dat is Israël (Gen. 15). En Amerika is Israël niet. Ja, we hebben onze natie aan God gewijd. Ja, onze Founding Fathers waren godvruchtige mannen die vanaf de eerste dag Gods zegen en leiding zochten. Ja, God heeft onze natie machtig gebruikt en gezegend als weinig andere naties in de geschiedenis. Maar dit betekent niet dat Amerika een verbondsrelatie met God heeft, en iedereen die anders denkt is in de war over de bijbelse betekenis van de woorden "verbondsrelatie" en moet teruggaan en Genesis 15 zorgvuldig herlezen. Einde gesprek.

Als thuisbasis van het evangelie en het de facto hoofdkwartier van de echte Kerk (nee, niet Rome...lieve hemel, laat me er niet eens over beginnen), zijn wedergeboren gelovigen in Amerika als groep nooit het slachtoffer geweest van georganiseerde, wijdverspreide vervolging. Er zijn hier en daar wat groepen geweest die in de loop der jaren wat problemen hebben gehad, maar niets dat ook maar in de buurt komt van het soort vervolging dat deGemeente heeft meegemaakt en momenteel meemaakt in sommige landen, zoals in China en verschillende islamitische landen.

Als gevolg daarvan is een van de belangrijkste inspanningen van de Kerk in Amerika lange tijd geweest om troost en steun te bieden aan gelovigen in andere landen. Tenslotte hebben wij die troost niet nodig - dit is Amerika, verdikkeme. Wij zijn christelijke natie numero uno-een baken voor de wereld. De U.S. is Gospel Central.

Maar ik hoef u er niet aan te herinneren hoe de dingen zijn veranderd in dit land in de laatste generatie of zo. Het heeft het punt bereikt waarop Amerika zich uitslooft om elk spoor van God en Zijn Woord uit onze samenleving uit te wissen, en een afwijzende afkeer van alles wat goddelijk is heeft de plaats ingenomen van alles wat op bijbelse moraliteit lijkt op de hoogste (en diepste) niveaus van onze regering. En één ding is pijnlijk duidelijk:

We betalen er de prijs voor.

En net als alles in de winkels tegenwoordig, gaat de prijs omhoog.

En nu - alleen al in de afgelopen twee jaar, met de komst van alle COVID waanzin, een gestolen verkiezing en de frauduleuze marionettenregering die in het kielzog daarvan werd geïnstalleerd, een liberaal links dat de spot drijft met christenen als hersenloze, Trump-ondersteunende, anti-vax zombies die in heropvoedingskampen moeten worden geplaatst, vaccinmandaten die mensen dwingen zich te laten vaccineren tegen het dictaat van hun geweten in, ad infinitum, ad nauseam, beginnen gelovigen in Amerika voor het eerst geconfronteerd te worden met het spookbeeld van echte vervolging.

Als gevolg daarvan begint de Gemeente in Amerika zich juist te bewegen in de richting van wat Paulus tweeduizend jaar geleden aan de Thessalonicenzen schreef over "elkaar troosten met deze woorden".

Net als de Thessalonicenzen krijgen wij met de dag meer behoefte aan dergelijke troost - en dat zal waarschijnlijk zo blijven en zelfs toenemen.

Ik geloof dat toen de Heilige Geest Paulus inspireerde om te schrijven "troost elkaar met deze woorden", Hij duidelijk andere groepen gelovigen in gedachten had, waaronder de eindtijd Gemeente in de Verenigde Staten.

Een verontrustend groot deel van de Kerk in Amerika heeft te lang dik, dom en gelukkig in hun luxe megakerken gezeten, luisterend naar politiek correcte, pop-psychologische preken en zich bezig houdend met een reeks trendy sociale doelen, en sommigen binnen die groep zijn bezig wakker geschud te worden door de realiteit dat de wereld gelovigen haat omdat zij Christus haatte. Dit is de groep die de Heer voor het laatst bewaard heeft in zijn zeven brieven aan de zeven gemeenten in Openbaring 2-3, en merk op dat dit de enige van de zeven is die geen enkele lof van de Heer heeft ontvangen:


15Ik weet uw werken, dat u noch koud, noch heet bent; ik zou willen, dat gij koud of heet waart. 16Dus dan, omdat u lauw bent, en noch koud, noch heet, zal ik u uit mijn mond spuwen. 17Want gij zegt: Ik ben rijk en overvloedig, en behoef niets [incl. troost], en weet niet, dat u ellendig bent, en arm, en blind, en naakt; 18ik raad u aan, van mij te kopen goud, dat in het vuur beproefd is, opdat u rijk bent; en witte klederen, opdat u gekleed bent, en de schande van uw naaktheid niet verschijnt; en zalf uw ogen met oogzalf, opdat gij zien moogt. 19Zovelen als Ik liefheb, bestraf en kastijd Ik; weest dus ijverig en bekeert u [met andere woorden, blij waakzaam]. 20Waarlijk, Ik sta aan de deur en klop; indien iemand Mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en met hem eten en hij met Mij. 21Wie overwint, zal ik toestaan met mij op mijn troon te zitten [en hoe kan het ook anders... daar zitten we dan, vijf verzen later in Openb. 4:4], zoals ook ik heb overwonnen en met mijn Vader op zijn troon ben gezet. 22Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten gezegd heeft.
(Openbaring 3:15-22 AKJV / cursivering en [commentaar] toegevoegd)



(Joel Osteen's kerk)

Zij "behoeven niets" - en daar hoort ook troost bij te midden van vervolging. Maar vers 19 vertelt ons dat in de laatste dagen voor de opname (die de achtergrond vormt van vers 21), dat gaat veranderen. Ik zal er niet dogmatisch over zijn, maar ik geloof dat het "berispen" en "kastijden" waar Jezus het over heeft in vers 19 wel eens verband zou kunnen houden met de vervolging die nu in zicht begint te komen voor de eindtijd Kerk in Amerika.

Een interessant iets dat me opviel toen ik aan dit artikel werkte, is het feit dat net zoals Paulus' passage over de opname in 1 Thessalonicenzen 4 het idee oproept van het troosten van gelovigen, Jezus in feite precies hetzelfde doet in Zijn versluierde verwijzing naar de opname in het Laatste Avondmaal:


1Laat uw hart niet verontrust worden [d.w.z. troost u in wat ik nu ga zeggen]: gij gelooft in God, gelooft ook in mij. 2In het huis van mijn Vader zijn vele woningen; als het niet zo was, zou ik het u gezegd hebben. Ik ga heen om u een plaats te bereiden. 3En als Ik heenga en u een plaats bereid, zal Ik wederkomen en u tot Mij nemen, opdat, waar Ik ben, ook gij zult zijn [met name de enige hint over de opname die Jezus ergens in de Evangeliën laat vallen - tenzij je geneigd bent om het Eindtijd-verhaal te manipuleren].
(Johannes 14:1-3 AKJV / nadruk en [commentaar] toegevoegd)


"Laat uw hart niet verontrust zijn..." Met andere woorden:

"Put troost uit wat Ik jullie ga vertellen - namelijk het feit dat Ik een plaats voor jullie ga bereiden en dat Ik op een dag terugkom om jullie tot Mijzelf te nemen en jullie mee te nemen naar de plaats waar Ik ben."

Jezus heeft Zijn discipelen zojuist meegedeeld dat Hij zou vertrekken (Johannes 13:33-37), en zij waren daardoor verontrust en verward. De troost die Jezus in vers 1 noemt, is dus passend voor het moment. Maar in de jaren die zouden volgen, zouden de discipelen een dergelijke troost waarschijnlijk harder nodig hebben dan wie dan ook in de geschiedenis van de Kerk.

Trouwens, sommigen proberen van vers 3 te maken dat het over de wederkomst gaat en niet over de opname, maar dat is een mislukking. Bij de wederkomst zijn we al bij Christus waar Hij is - dat is de hemel - en Hij brengt ons met Hem terug naar de aarde om met Hem te heersen en te regeren in het koninkrijk. Vergeef me dat ik op het voor de hand liggende wijs, maar dit klopt gewoon niet met vers 3. Het is pas bij de opname dat Jezus komt om ons tot Zich te nemen om te zijn waar Hij is - dat is de hemel. Nou... eerst de wolken, dan de hemel.

Hé, het is dat, of je probeert de Grote Trampoline Sprong in een post-trib opname scenario te proppen. Veel geluk daarmee.

Trek op!

Waar het op neerkomt is dat de Gemeente eindelijk een periode ingaat waarin veel gelovigen uit de eerste hand een zekere mate van echte vervolging zullen kennen - en terwijl dat gebeurt, zullen meer en meer gelovigen zeker behoefte hebben aan troost.

En onze troost ligt niet alleen in de hoop op de hemel, maar in de gezegende hoop van hoe we daar zullen komen.

Ik bedoel, dat is een primaire bron van troost voor u, is het niet?

Als het dat niet is, wat dan wel? Als de gezegende hoop dat op een dag de Heer met een roepstem uit de hemel zal neerdalen en wij zullen worden weggerukt om ons bij Hem te voegen met onze overleden dierbaren om te worden begeleid naar ons nieuwe eeuwige verblijf in de hemel geen belangrijke bron van troost voor u is in donkere tijden, wat is het dan wel? Wat troost u in dit aardse leven, precies? Het vooruitzicht van het vinden van een betere baan? Op het krijgen van een loonsverhoging? Van het settelen in voor een gezellig pensioen? Van het bereiken van meer succes en erkenning in uw vakgebied?

Ik vraag het alleen maar, oké? Nu, er is niets mis met dat en vele andere dingen waarmee God ons vaak zegent. Maar zijn dat de dingen die je troost brengen in moeilijke tijden, wanneer de dingen er somber uitzien en het voelt alsof het boek Openbaring zich voor je ogen ontvouwt?

Ik bid van niet, want we hebben iets zoveel beters om naar uit te zien dat het elke beschrijving tart. Dit is een van de redenen waarom ik geen duimbreed toe zal geven aan hen die Gods Woord mishandelen met betrekking tot de opname en niet inzien dat het pre-drievoudigingsscenario het enige is dat steek houdt in de Schrift. Vergeet al dat "eens om oneens te zijn" gedoe. Ik ben zo serieus als een blip op een CT-scan ... mijn hart doet pijn voor gelovigen die zich hebben laten beroven van de gezegende hoop van de Opname door dwalend bijbelonderwijs. En merk op dat de pre-trib Opname de enige is die een sprankje van die hoop biedt (mid-trib zou een verre tweede zijn als het Schriftuurlijk haalbaar was).

En voor God - als ik in de hemel kom en ontdek dat iets wat ik geschreven heb ook maar één persoon bevrijd heeft van de hopeloze puinhoop die de andere visies op de timing van de Opname heeft gedaan, dan zal dat mijn eeuwigheid maken.

In de mate dat de Gemeente zich begint te begeven in de arena van vervolging, in die mate komen we op één lijn met Paulus' vermaning aan de Thessalonicenzen om elkaar te troosten met de kostbare beloften aangaande de Opname en het feit dat we zullen worden opgenomen om bij de Heer en onze ontslapen geliefden te zijn voor een verbijsterende eeuwigheid in Gods tegenwoordigheid.

Nu wil ik dit zeker niet voorstellen als een soort profetische vervulling, maar ik zou het een voorbeeld kunnen noemen van "profetische resonantie", bij gebrek aan een betere term. De reden waarom ik dat zeg is omdat tot voor enkele jaren geleden 1 Thessalonicenzen 4:18 niet "resoneerde" met de Gemeente. We hadden geen noemenswaardige ervaring met vervolging, en als gevolg daarvan hadden we dienovereenkomstig weinig behoefte om elkaar te troosten met de belofte van Zijn wederkomst om ons weg te halen om bij Hem te zijn bij de Opname. Velen zouden dat vers lezen en zonder blikken of blozen aannemen dat het alleen was voor die arme Thessalonicenzen en misschien andere gemeenten uit de eerste eeuw die zulke troost nodig hadden.

Maar nu, voor de eerste keer, begint het erop te lijken
dat 1 Thessalonicenzen 4:18 over de eindtijd
Gemeente geschreven staat.

Ik weet niet hoe het met u zit, maar ik denk dat dat belangrijk is. Ik ben geneigd te geloven dat dat iets betekent - en tenzij ik me vergis, weet u net zo goed als ik wat het precies betekent.

Als het EGPWS-lampje in een vliegtuig begint te knipperen, hoort de bemanning een dringend klinkende waarschuwing:

WHOOP-WHOOP...TREK OP!

Ik geloof dat deze plotseling toenemende blootstelling aan vervolging die de Gemeente begint te ervaren en de daaruit voortvloeiende behoefte aan de troost die de gezegende hoop en belofte van de Opname biedt, een knipperend indicatielampje is dat resoneert met 1 Thessalonicenzen 4:18.

Alleen in plaats van ons te zeggen op te trekken, zegt het ons...

JE STAAT OP HET PUNT OM OPGETROKKEN TE WORDEN!

Citaten uit de Schrift:

Alle Schriftteksten zijn afkomstig uit de World English Bible, tenzij geannoteerd als KJV (King James Version) of AKJV (American King James Version).

Bron: A Little Strength