www.wimjongman.nl

(homepagina)


Levende hoop, op het vuur getest geloof, en verlossing zeker gemaakt

Jeff - 5 februari 2022

Hallo Vrienden!

Van september tot december 2021 gaf ik een Bijbelstudie in mijn plaatselijke kerk van het boek 1 Petrus. Nadat de 10-weekse studie was afgerond, heb ik geprobeerd om mijn vondsten uit de tekst te bewerken en te verfijnen. Nu ik klaar ben, heb ik een verlangen om de vruchten van mijn persoonlijke studie te delen met de 'Unsealed familie'.

We gaan nu allemaal door een intense tijd van testen en beproeving, en de boodschap van Petrus wordt met het uur relevanter. Loof God, deze huidige tijd voor het "einde van alle dingen" (1 Petr. 4:7) de enige verdrukking en beproeving zijn die het Lichaam van Christus zal meemaken, want wij zijn vrijgesteld van het Laatste Beproeving die snel nadert:

Omdat gij het woord van Mijn lijdzaamheid bewaard hebt, zo zal Ik ook u bewaren uit de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken, die op de aarde wonen. (Openb. 3:10, SVV).

De Griekse term peirasmos ("verzoeking, beproeving, proef") wordt in totaal 21 keer gebruikt in het Nieuwe Testament, en Petrus gebruikt het in verband met deze huidige tijd van beproeving en verfijning voor het Lichaam van Christus. Ironisch genoeg zijn er 21 oordelen (zegels, bazuinen en schalen) die op de wereld worden losgelaten nadat de Gemeente is opgenomen, van de aarde is verwijderd, en is beloond voor het doorstaan van de aan haar aangewezen beproevingen.

Daarom, verheugt u, broeders en zusters - allen die leden zijn van het geestelijk lichaam van Christus! Al lijdt u nu (voor een korte tijd), u zult u met nog grotere vreugde verblijden wanneer Hij verschijnt en komt om u te bewaren voor de ure der beproeving die komt (1 Petr. 1:6-9).

Bron: Living Hope, Fire-Tested Faith, and Salvation Made Sure - UNSEALED - World News | Christian News | Prophecy Updates


Download van de studie aantekeningen hieronder.

1 Petrus

De identiteit, veiligheid en het doel van een gelovige door beproevingen en lijden

Auteur: Petrus, de apostel (1:1), en waarschijnlijk mede-auteur door Silvanus (ook bekend als "Silas", 5:12; vgl. Handelingen 15:22; 1 Thess. 1:1; 2 Thess. 1:1)

Datum geschreven: A.D. 62-63, terwijl Petrus in Rome was (met de codenaam "Babylon" aan het eind van de brief; 5:13)

Oorspronkelijk publiek: Gemengd publiek van Jood en heiden, maar voornamelijk een niet-Joods contingent in het Lichaam van Christus dat leefde in de Romeinse gebieden van wat nu het moderne Turkije is (1:1, "...Pontus, Galatië, Kappadocië, Azië en Bithynië...")

Doel van het schrijven: Na hun bekering tot Christus werden heidenen, die eens hun identiteit, veiligheid en doel vonden in de gewoonten en cultuur van het Romeinse rijk, spoedig vervreemd, vervolgd en onder voortdurende druk gezet om zich weer aan te passen aan de normen van de wereld. Petrus schreef om versleten en vermoeide gelovigen aan te moedigen om standvastig te zijn in Gods genade en zich te herinneren:
(1) hun nieuwe identiteit als Gods uitverkoren volk (2:10)
(2) hun onwankelbare zekerheid gebaseerd op een "levende hoop" in Christus (1:3-5)
(3) hun uiteindelijke beloning voor het lijden onder een onrechtvaardige behandeling als zij het voorbeeld van Christus volgen en wachten op Zijn wederkomst (1:6; 2:21; 3:14; 4:1, 19; 5:4, 10)

Week één: Levende hoop, op het vuur getest geloof en zekere verlossing (1:1-12)

Vanaf het begin en door de hele brief heen gebruikt de apostel Petrus Oudtestamentische termen, patronen en profetieën en past deze niet alleen toe op een gelovig Joods overblijfsel, maar ook op heidenen die tot geloof zijn gekomen in Israëls beloofde Koning en Messias.
Volgens de profeet Daniël openbaart God dat Zijn uitverkoren volk onder Satanische onderdrukking en wereldheerschappij zal komen te staan door middel van vier totalitaire rijken: Babylon, Medo-Perzië, Griekenland, Rome - plus een nog toekomstige één-wereld regering tijdens de komende Verdrukkingsperiode (zie Dan. 2:31-45; vgl. Openb. 13:1-8). Vanaf Petrus' tijd tot op de dag van vandaag bevindt Gods volk zich zich momenteel midden in het vierde en laatste rijk in dit kwaadaardige tijdperk dat bekend staat als "de tijd der heidenen" (zie Jezus' verklaring in Lukas 21:24).

Gods openbaring van de heerschappij der heidenen tot aan het koninkrijk van Christus brengt zowel slecht als goed nieuws met zich mee. Het slechte nieuws is dat het laatste rijk sterker, groter en wreder is dan alle rijken die ervoor kwamen; maar het goede nieuws voor gelovigen is dat de eerstvolgende wereldregering die na de heerschappij van de antichrist zal worden ingesteld, het koninkrijk van God is door het rechtvaardige heerserschap van de Here Jezus Christus (Dan. 2:44-45; 1 Petr. 1:5, "...heil dat gereed is om in [de] laatste tijd geopenbaard te worden" + 4:7, "Nu is het einde van alle dingen nabij...")
Met dit begrip van Gods tijdlijn kunnen we de hoopvolle urgentie van Petrus' boodschap, geschreven aan Gods geslagen en gehavende volk dat (tijdelijk) leeft in een goddeloze, Christus verwerpende wereld onder Satan en zijn tiranische koningen, beter waarderen.

1:1-2

"Petrus, een apostel van Jezus Christus, aan de uitverkorenen der verstrooiing in Pontus, Galatië, Kappadocië, Azië en Bithynië, naar de voorkennis van God de Vader, door de heiliging des Geestes tot de gehoorzaamheid en besprenging van het bloed van Jezus Christus: Moge genade en vrede u vermenigvuldigen. "1

Terwijl de Joden lange tijd de geminachte en verachte minderheid van de wereld zijn geweest, is dat niet altijd zo geweest voor de niet-Joden. Gelovige niet-Joden, die ooit het comfort, de veiligheid en de voordelen van het Romeinse burgerschap genoten, identificeren zich nu meer met Israël als bannelingen en "inwoners" - d.w.z. zij die tijdelijk in een vreemd land verblijven.
Sleutelbegrip: "Verspreiding" - In het Grieks, letterlijk diaspora, wat betekent "verstrooid" of "uitzaaien". Adam en Eva werden eerst verbannen en verstrooid uit Eden; daarna werden de mensen van de wereld verstrooid en verspreid bij Babel; historisch gezien was Israël verstrooid en verbannen onder Nebukadnezar van Babylon; en tenslotte werd de vroege Gemeente verstrooid uit Jeruzalem als gevolg van vervolging. Kortom, God weet hoe Hij slechte situaties kan ombuigen tot goede resultaten en Zijn woord kan laten horen (zie Handelingen 8:4; 11:19)!

1 Engelse vertaling uit de Berean Literal Bible: https://biblehub.com/blb/1_peter/1.htm

Let op de gecoördineerde acties van de Drie-eenheid ten behoeve van de gelovigen in vers 2, "...God de Vader...de Geest...Jezus Christus..." Om een deel van de verloste mensheid voor te bereiden op eeuwige heerlijkheid, kende de Vader al voor de grondlegging van de wereld allen die door de Geest apart gezet zouden worden voor gehoorzaamheid aan Jezus Christus. Jezus is de middelaar van een Nieuw Verbond dat gebaseerd is op Zijn offerdood (zie ook "voorkennis" in 1:20; "heiliging" in 1:15; en "bloed van Christus" in 1:19).
Sleutelbegrip(pen): "Besprenkeling" - Voordat Mozes (een type en voorafschaduwing van Christus) opging om God te ontmoeten, besprenkelde hij de Israëlieten met het bloed van een stier (Ex. 24:1-11). Deze historische gebeurtenis was de inwijding van het Oude Verbond op de berg Sinaï. Als de grotere Mozes daarentegen "besprenkelt" (d.w.z. reinigt, zuivert) Jezus, de middelaar van het Nieuwe Verbond, Zijn volk, voordat Hij hen opneemt om de Vader in de hemel/op de berg Sion te ontmoeten (zie vooral Hebr. 12:18-24).
"Gehoorzaamheid" - Grieks, hupokoe, van hupo "onder" + akouo "horen". In wezen betekent deze term: zich plaatsen onder wat gehoord wordt. Het wordt nog twee keer gebruikt in 1 Petrus (1:14, 22) om aan te geven dat gelovigen een verantwoordelijkheid hebben om te leven in overeenstemming met Gods woord (zie Deut. 6:3, waar de Hebreeuwse term "horen" parallel loopt met "gehoorzamen").

1:3-5

"Gezegend zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, Degene Die ons naar Zijn grote barmhartigheid wederverwekt heeft tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden, tot een onvergankelijke, onverderfelijke en onvernietigbare erfenis, die in de hemelen voor u, die door het geloof door de kracht Gods bewaard wordt, is weggelegd, tot het heil, dat in de laatste tijd geopenbaard zal worden".

Sleutelbegrip(pen): Grieks, anagennesas "[opnieuw] verwekt hebben" en anastaseos, vaak vertaald met "opstanding", en betekent letterlijk "[opnieuw] opstaan". Anders gezegd: Wij kunnen alleen opnieuw geboren worden omdat Jezus is opgestaan!
Sleutelzin: "levende hoop" - Een zin die uniek is voor Petrus' brief; op grond van de regel die volgt, kan "levende hoop" worden gezien als de opgestane Jezus die permanent in iedere gelovige verblijft (vergelijk met 1 Petr. 3:15; Kol. 1:27; 1 Tim. 1:1). De levende God is dus Degene die de gelovige bewaakt en de gelovige beschermt door Zijn eigen kracht totdat de "levende hoop" een heilswerkelijkheid wordt wanneer Jezus verschijnt (vergelijk ook Openb. 1,18).
De onvergankelijke "erfenis" van een gelovige is niets minder dan wat de Vader in de hemel toebehoort - en dat is alles! Zie Lukas 12:31-33 en 1 Kor. 3:22-23, "...alle dingen zijn van u!"

1:6-9

"Waarin gij u zeer verblijdt, nu nog voor een korte tijd als het nodig is, nadat gij door verschillende beproevingen bedroefd zijt, opdat de bewezen echtheid van uw geloof, kostbaarder dan goud, dat vergaat hoewel het door vuur wordt verfijnd, ontdekt zal worden om uit te monden in lof en heerlijkheid en eer bij de openbaring van Jezus Christus, die gij niet gezien hebt, maar op wie gij nu gelovig, maar niet ziende, ook juicht met een onuitsprekelijke vreugde en vervuld van heerlijkheid, terwijl gij de uitkomst van uw geloof ontvangt, de redding van uw zielen."

Sleutelbegrip(en): "verheugt u zeer" - Grieks, agalliasthe, letterlijk "spring op van opwinding" (twee keer gebruikt in dit gedeelte, vers 6 en vers 8). Gelovigen moeten dolgelukkig zijn met wat komen gaat, zelfs op dit moment terwijl ze "verschillende beproevingen" doorstaan, wetende dat ze zullen opspringen van vreugde als Jezus terugkomt en hen volledig bevrijdt!
"een korte tijd" - Grieks, oligos, letterlijk "een paar, weinig, klein". Dit is de wortel waar wij ons woord oligarchie van afleiden (d.w.z. heerschappij van enkelen). Petrus' doel van het toevoegen van deze term (in totaal 4 keer gebruikt in de brief; 3:12; 5:10, 12) is het benadrukken van de kortheid van het lijden in deze laatste dagen in vergelijking met een eeuwigheid met God in heerlijkheid (vergelijk Rom. 8:18).
In dit gedeelte wordt het reddende "geloof" vergeleken met goud dat door vuur wordt geraffineerd (of "beproefd"). Hoewel heiliging een pijnlijk proces kan zijn, moet men bedenken dat het God is die de gelovige door alle noodzakelijke beproevingen heen bewaart (zie 1:5, "door de kracht Gods bewaard door het geloof"). Daarom zal het ook God zijn die alle lof, eer en heerlijkheid krijgt wanneer het verfijningsproces van de verlossing van een gelovige voltooid is.

1:10-12

"Aangaande deze zaligheid hebben de profeten naarstig gezocht en onderzocht, daar zij van de genade jegens u geprofeteerd hebben, onderzoekende wat of op welke wijze de Geest van Christus in hen te kennen gaf, van tevoren getuigende van het lijden van Christus en de heerlijkheden na dezen; aan wie geopenbaard is, dat zij niet zichzelf, maar u dienden in die dingen, welke u nu verkondigd zijn door hen, die u het evangelie verkondigd hebben door de Heilige Geest, die uit de hemel gezonden is, in welke de engelen begeren in te zien."

De profeten van het Oude Testament waren getrouw en ijverig in het optekenen van Gods openbaring, ook al kwam Zijn boodschap op een cryptische manier tot hen. Volgens Petrus begrepen deze profeten dat zij 'vaten' waren en niet de uiteindelijke ontvangers. Daarom hebben wij de nauwgezette en zorgvuldige geschriften van de Heilige Schrift die ons door de eeuwen heen zijn overgeleverd.
Petrus merkt op dat de profeten een houding van gretigheid en verwachting hadden voor de vervulling van Gods beloften: "...de profeten zochten... zochten... en vroegen... op welke wijze de tijd... en getuigden van tevoren..." Gelovige gelovigen van vandaag moeten dus dezelfde instelling hebben van uitzien en verlangen naar de wederkomst van Christus.
Gods plan om Zijn Zoon naar de wereld te zenden om mens te worden, te sterven als offer voor de zonden, te worden opgewekt uit de dood, en in heerlijkheid ten hemel te worden opgenomen, is iets dat zelfs de engelen verbaast. De hemelse wezens, zowel de goede als de slechte, kijken met ontzag en verwondering naar Gods verlossingswerk onder de mensen (vergelijk 1 Kor. 2:6-8). Opmerking terzijde: Als Satan en zijn engelen van tevoren het volledige plan van God kenden om de mensheid te redden door de offerdood van Christus, dan zouden zij nooit hebben samengespannen om Jezus te doden; zie ook Ef.3:10.
Sleutelzin: "[de profeten] hebben geprofeteerd van de genade voor u" - let op het verband tussen twee van Petrus' zinnen in vers 10, "Aangaande deze verlossing..." en "de genade voor u." Hier is één van de vele voorbeelden in het Oude Testament van een profeet die redding/genade voorspelt aan de heidenen door Israëls Messias:
In Jesaja 49:6 zegt de Vader over de Zoon: "Het is niet genoeg voor U om Mijn Knecht te zijn, om de stammen van Jakob op te richten, en om de beschermde van Israël te herstellen. Ik zal U ook maken tot een licht voor de volken [heidenen], om Mijn heil te brengen tot aan de uiteinden van de aarde."

Samenvatting van week één (1:1-12):

Petrus opent zijn brief door zijn ontvangers aan te spreken als "uitverkoren vreemdelingen" onder Gods verstrooide en verspreide volk in de Romeinse wereld. In hedendaagse termen geïnterpreteerd, zegt de apostel in wezen dat wedergeboren gelovigen in Christus pelgrims zijn op doorreis in deze tijd. Deze plaats is niet ons thuis, noch is het onze eindbestemming.
Dus hoe moeten gelovigen, die tijdelijke bewoners zijn van hun eigen huis, stad en land, omgaan met het verdriet en de benauwdheid van "verschillende beproevingen" in een cultuur die vijandig staat tegenover God en de enige ware Koning, Jezus Christus?

Petrus' antwoord op het trouw doorstaan van beproevingen heeft alles te maken met het einddoel in het oog houden:

(1:4) "Een erfenis die voor u in de hemel bewaard wordt."
(1:5) "Een verlossing, gereed om geopenbaard te worden in de laatste tijd"
(1:7) "[uw geloof] om te resulteren in lof, heerlijkheid en eer bij de openbaring van Jezus Christus"
(1:9) "de uitkomst van uw geloof ontvangen, de redding van uw zielen" (1:10) "het lijden van Christus, en de heerlijkheden na deze" (1:10)

De profeten zochten; de engelen kijken nog steeds zoekende toe; maar zijn wij nog steeds naarstig op zoek naar Jezus, onze levende hoop? Verlangen wij ernstig naar en richten wij ons op het doel van ons geloof, of is er iets of iemand anders die ons meer troost en zekerheid brengt te midden van onze pijn en ons lijden?
Volgens de openingstoespraak van 1 Petrus is de beste manier om gezond te blijven en niet tevergeefs te lijden, ons te verheugen over de zekere uitkomst van onze huidige beproevingen - het ontvangen van onze erfenis en de redding van onze zielen. Loof de Vader vandaag en zegen Zijn naam voor de verlossing die Hij ons heeft gegeven! "Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus..." (1:3).

Bron: Living Hope, Fire-Tested Faith, and Salvation Made Sure.pdf - Google Drive