www.wimjongman.nl

(homepagina)


De zevenjarige verdrukkingen

Gary - 11 augustus 2021

Hoe weten we dat de Verdrukking zeven jaar duurt? Zou het niet drie en een half jaar lang kunnen zijn? Stierf Jezus niet op de helft van de week volgens Daniël 9? Is het wel juist om de periode van zeven jaar de Verdrukking te noemen? Is de Verdrukking niet slechts de tweede helft?

Ik geloof dat de Schrift deze vragen met grote duidelijkheid beantwoordt, maar de Schrift geeft ook minieme details waardoor velen door de bomen het bos niet meer zien. In de boeken Daniël en Openbaring zijn er verwijzingen naar tijd, tijden en een halve tijd, maar ook naar 42 maanden en 1260, 1290, en 1335 dagen. Elk van deze tijdsperioden komt overeen met ongeveer drie en een half jaar.

De verwijzingen naar drie en een half jaar zijn niet in tegenspraak met een volledige Verdrukking van zeven jaar, maar worden eerder gegeven om twee belangrijke details te benadrukken: ten eerste, dat de volledige Verdrukking in het midden wordt doorsneden door verschillende belangrijke gebeurtenissen, waaronder de gruwel der verwoesting (Dan. 9:27; Mt. 24:15-20), de dood van de twee getuigen (Openb. 11:7-12), de gedeeltelijke vernietiging van het aardse Jeruzalem (Openb. 11:13), en de vlucht van Israël naar de woestijn (Openb. 12:6, 14); en ten tweede, dat de laatste drie en een half jaar van de Verdrukking, die de Grote Verdrukking wordt genoemd, veel erger is dan de eerste helft. In feite is de tweede helft de ergste periode in de geschiedenis, zelfs erger dan de zondvloed (Mat 24:21).

Als de laatste drie en een half jaar van het tijdperk de Grote Verdrukking worden genoemd, is het dan juist om de volledige zeven jaar de Verdrukking te noemen? Ik geloof van wel, en we vinden hiervoor op verschillende plaatsen Schriftuurlijke rechtvaardiging, waaronder Jeremia 30 en Openbaring 3:

Wee! Want die dag [is] groot, zonder enige gelijke; waarlijk, het [is] de tijd van Jakobs verdrukking, doch hij wordt er uit gered. (Jer. 30:7, LSV)

Let ook op de Douay-Rheims vertaling van het vers:

Helaas, want die dag is groot, en iets gelijksoortigs is er niet; en het is de tijd der verdrukking voor Jakob, maar hij zal er uit gered worden.

Veel vertalingen gebruiken "moeite" voor het Hebreeuwse tsarah, wat niet noodzakelijk verkeerd is. Het heeft wel die klank. Maar de onderliggende betekenis van het woord is meer in de trant van benauwdheid, beklemming, verdrukking en benauwdheid. Andere vertalingen gebruiken verdrukking voor ditzelfde woord in andere passages (b.v. 1 Sam. 26:24).

De pre-verdrukking belofte aan de overwinnende gemeente van Filadelfia luidt:

Omdat gij het woord van Mijn volharding bewaard hebt, zal Ik u ook bewaren voor de ure der beproeving, die over de gehele wereld komen zal, om hen, die op de aarde wonen, te beproeven. (Openb. 3:10, LSV)

Het Griekse woord peirasmos wordt op verschillende manieren vertaald met beproeving, moeite, beproeving en verzoeking. Het heeft dat fundamentele semantische bereik, en hier, in de belofte van ontsnapping voor de gemeente, wordt het gebruikt zonder een bijvoeglijk naamwoord, naast het bijvoeglijk gebruik van "groot" in Openbaring 7:14 en Mattheüs 24:21. Dit toont onderscheid aan, en misschien een bredere tijdsperiode dan alleen de laatste helft van de verschrikkelijke tijd van verdrukking en verzoeking die over de hele wereld komt.

Christenen hebben altijd te maken gehad met vervolging. Zoals Jezus zei: "In de wereld zult gij verdrukking hebben." Maar waar christenen nooit mee te maken hebben gehad, en ook nooit mee te maken zullen krijgen, is de specifieke tijdsperiode die bekend staat als Daniëls 70e Week, de Tijd van Jakobs beproeving (of Verdrukking), de Dag van de HEERE, enz. Dit is de sleutel, vooral nu de wereld over de klif raast in de richting van een wereldwijde politiestaat te midden van de pandemie. We zijn getuige van de orkestratie van wat tot volledige vervulling zal komen nadat de Gemeente is weggenomen. De opname is de aanleiding.

Kortom, ik geloof dat de komende periode van zeven jaar met recht de Verdrukking genoemd kan worden, zolang we voorzichtig zijn om te erkennen dat we nu al algemene verdrukking ondergaan, zoals christenen altijd al hebben gedaan.

Maar hoe weten we dat de laatste periode van het oordeel aan het einde van het tijdperk zeven jaar duurt en niet slechts drie en een half jaar, of misschien vier, vijf, of zes jaar, of een andere tijdsduur? In het volgende gedeelte zal ik de redenen daarvoor geven.

De Verdrukking is een toekomstige periode van zeven jaar

Hoewel er vele denkrichtingen zijn met betrekking tot Daniëls 70e Week en de Grote Verdrukking, geeft een duidelijke lezing van Daniël 9:24-27 ons een duidelijk antwoord: de zevenjarige Verdrukking moet nog komen. En de Verdrukking is een periode van zeven jaar. Daniël 9 dient als de basis voor het begrip dat de laatste periode aan het einde van het tijdperk zeven jaar zal duren.

Zeventig tijdvakken van zeven zijn bepaald voor uw volk en voor uw heilige stad, om de overtreding af te sluiten, en om de zonden te verzegelen, en om de ongerechtigheid te bedekken, en om een voortdurende gerechtigheid in te voeren, en om het visioen en de profeet te verzegelen, en om het Heilige der Heiligen te zalven. En gij weet, en overweegt verstandig, dat vanaf het uitgaan van het woord om Jeruzalem te herstellen en te bouwen tot aan Messias de Leidsman, zeven tijdvakken van zeven zijn, en tweeënzestig tijdvakken van zeven zijn geweest; de straten zijn opnieuw gebouwd, met de wal, zelfs in de benauwdheid der tijden. En na de tweeënzestig perioden van zeven, wordt de Messias afgesneden, maar niet voor Zichzelf, en het volk van de Leider die komt, verwoest de stad en de heilige plaats; en het einde [is] met een vloed, en tot het einde [is] oorlog, [en] verwoestingen [zijn] bepaald. En hij heeft met velen een verbond gesloten [voor] een periode van zeven, en [in] het midden van de periode van zeven doet hij offerande en geschenk ophouden, en door de vleugel der gruwelen maakt hij woestenij, tot aan de voleinding toe, en hetgeen bepaald is, wordt over de woestenij uitgestort.

Ik zal dit uitsplitsen, en er enkele kritieke punten uitpakken:

1. De Messias wordt gedood na de 69e Week, maar vóór de 70e Week. Volgens Daniël 9:26 wordt de Messias afgesneden na de eerste 69 perioden van zeven, niet in het midden van de 70e periode van zeven (v. 27). Een letterlijke lezing van Daniël 9:24-27 levert wat ik zou beschouwen als een onoverkomelijk probleem op met de theorieën van hen die geen kloof zien tussen de 69e en 70e week van Daniël (en ook de theorie dat Jezus de 'hij' van v. 27 is) als we deze Schriftgedeelten op hun juiste waarde beschouwen.

2. Jezus is niet de 'hij' in vers 27. De Messias die wordt afgesneden "maar niet voor Zichzelf" in vers 26 is duidelijk Jezus (geen christen die ik ken zou iets anders beweren). Echter, Jezus wordt genoemd in de eerste helft van vers 26. Het is later in het vers dat "de vorst" opduikt, wiens volk de stad en het heilige [plaats] verwoest, dus volgens de regels van de meest recente vermelding is het veel waarschijnlijker dat het antecedent van "hij" in vers 27 "de vorst" in vers 26 is. Dit, naast andere contextuele redenen, is de reden waarom er zeer weinig geleerden zijn die de opvatting verdedigen dat Jezus de 'hij' in vers 27 is. Zelfs veel preteristen en historicisten maken onderscheid tussen de Messias en de vorst in vers 26.

Bovendien, wie deze "vorst" ook is, zijn volk verwoest Jeruzalem en het heilige [plaats]. Of dit nu verwijst naar het volk van de Romeinse natie in het algemeen (klassieke opvatting van een herlevend Romeins rijk) of naar de meer recente opvattingen van Joel Richardson en Walid Shoebat (Syrische en Turkse dienstplichtigen), er is geen enkele historische of bijbelse basis om te zeggen dat dit volk de Joden zijn. De vorst in vers 27 kan dus niet Jezus zijn.

3. Jezus heeft nooit een zevenjarig verbond gesloten. Dit is altijd de olifant in de porseleinkast geweest wanneer de suggestie wordt gewekt dat de 'hij' van vers 27 Jezus is. Suggereren dat Hij degene is die een zevenjarig verbond sloot, zou een pure aanname zijn en mogelijk nog erger. Het Nieuwe Verbond in Zijn bloed is eeuwigdurend.

4. Jezus maakte geen einde aan offers bij Zijn dood. Nog een olifant in de porseleinkast. De voortdurende offers bleven ruwweg 37 jaar na Jezus' dood doorgaan. Nu zou iemand kunnen antwoorden dat Hij een einde maakte aan de noodzaak van offers (wat waar is), maar er zijn twee grote problemen met die opvatting: ten eerste zegt vers 27 duidelijk dat deze "vorst" de offers onderbreekt/beëindigt/stopt, niet dat hij slechts een einde maakte aan het voorwendsel ervoor. Ten tweede vertelt Hebreeën 10 ons heel duidelijk dat de oude dierenoffers nooit de zonden konden wegnemen, zelfs niet vóór Christus' verzoenend offer (vandaar Jezus, het Lam dat geslacht is vanaf de grondlegging der wereld).

5. Er is al een Bijbelse basis voor profetische hiaten in de tijd, vooral als het gaat om de tijdsperiode vóór de Dag des HEREN. Er is niets on-bijbels aan een kloof, alsof de dispensationele pauze tussen de 69e en 70e week op de een of andere manier onwaar is op het eerste gezicht. Dat is het niet. In feite zijn er verschillende voorbeelden van profetische hiaten, waaronder Jesaja 61:2. Deze kloof komt midden in het vers voor! En het is een perfect voorbeeld, omdat de kloof waar Jezus in dit vers op zinspeelde (zie Luc. 4:19) de kloof van 2000 jaar van Daniël 9:26-27 overlapt.

Terugkomend op Daniël 9: de passage zelf maakt onderscheid tussen een eerste periode van 49 jaar, een tweede periode van 434, en een laatste periode van 7, zodat als er een kloof zou zijn, deze natuurlijk zou passen tussen de 49 en 434 of tussen de 434 en de 7. Daniël 9:26-27 maakt duidelijk waar de kloof moet worden geplaatst: tussen de 69e en 70e jaarweken.

6. Het doel van de profetie wordt uitdrukkelijk gegeven (v. 24) voor Daniëls volk (de Joden) en zijn stad (Jeruzalem). Bij de voltooiing van de 70e week: 1. zal het volk en de stad de overtreding voleindigd hebben, 2. de zonde beëindigd, 3. de ongerechtigheid verzoend, 4. eeuwige/voortdurende gerechtigheid gebracht, 5. het visioen en de profetie verzegeld, en 6. het Allerheiligste gezalfd. Geen van deze dingen hebben nog plaatsgevonden voor het volk of de stad, dus de 70e week is nog niet aangebroken.

Om dit punt kracht bij te zetten en terug te keren naar Jesaja 61:2, gebaseerd op Lukas 4:19, zien we dat Jezus Zelf Jesaja 61:2 doorsnijdt door de huidige 2000-jarige tijdsperiode waarin we leven en die voorafgaat aan de Dag des HEREN.

Handelingen 15:14-18 geeft de basis voor deze kloof. God zou eerst "uit" de heidenen een volk voor Zichzelf nemen, en pas daarna zou de profetie van de volledige verlossing en het volledige herstel van Israël en Jeruzalem vervuld worden. Het hele hoofdstuk van Romeinen 11 zegt het zo: Israël is tijdelijk verhard totdat het volle aantal of de volheid van de heidenen binnenkomt. Daarna zal geheel Israël behouden worden.

7. Gabriël verklaart uitdrukkelijk een toekomstige periode van zeven jaar (de 70e week; Daniël 9:27). Hij legt ook uit dat drie en een half jaar later de gruwel der verwoesting zal plaatsvinden. Jezus verwijst naar Daniëls profetie van de gruwel der verwoesting als een toekomstige gebeurtenis (Mt 24,15). Het lijkt moeilijk om Jezus' eigen interpretatie van Daniël 9:27 in Matteüs 24:15 te verzoenen met de opvatting die sommigen opperen (dat Daniël 9:27 in feite gaat over de dood van Christus na drie en een half jaar bediening).

Wanneer gij dan de gruwel der verwoesting, waarover gesproken is door de profeet Daniël [in Dan. 9:27], zult zien staan in het heilige (wie leest, let goed op) ... want dan zal er grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is van het begin der wereld tot nu toe, nee, en ook niet komen kan. (Mt 24:15, 21, LSV)

Zoals u kunt zien, interpreteert Jezus Daniël 9:27 voor ons.

Tenslotte zijn er drie extra bewijzen dat de Verdrukking zeven jaar duurt buiten Daniël 9 om:

8. De duidelijke betekenis van Openbaring 11 lijkt ons te dwingen dat er een periode van 3,5 jaar voorafgaat aan de Grote Verdrukking (zie hier). Samenvattend, de interpretatie van het hoofdstuk vereist dat de gehele 1260 dagen durende bediening van de twee getuigen plaatsvindt voorafgaand aan het zesde en zevende bazuin-oordeel, evenals alle zeven schaal-oordelen (zie Openb. 11:7-14). Hun dood, opstanding en hemelvaart is gelijktijdig met de zesde bazuin.

.... Er is betoogd dat de chronologische crux wordt gevonden in Openb. 11, wat wijst op de grote moeilijkheid van het hebben van zowel de twee getuigen als de bazuin oordelen in de tweede helft. Aangezien de tweede wee [zesde bazuin] eindigt met de hemelvaart van de twee getuigen, en aangezien de twee getuigen 1260 dagen dienen, is het niet mogelijk dat dit plaatsvindt in de tweede helft van de Verdrukking. (The Chronological Relationship of the Three Septet Judgments of the Tribulation to Daniel's Seventy Weeks door Robert Dean)

9. De nadruk van het getal zeven in Openbaring. Het grootste deel van het boek Openbaring heeft betrekking op de periode van de Verdrukking (Openb. 6-19). Een van de redenen waarom zeven zo prominent aanwezig is in Openbaring is omdat het boek voornamelijk gaat over het zevenjarig oordeel aan het einde van de eeuw. In deze profetische boekrol zien we zeven kandelaren, zeven gemeenten, zeven sterren, zeven engelen, zeven vlammen, zeven zegels, zeven bazuinen, en zeven schalen. God gebruikt het getal zeven om de nadruk te leggen op de Verdrukking/de tijd van de toorn van het Lam/de tijd van Jakobs benauwdheid.

En de laatste reden is dat de geschiedenis vol is van zevenjarige typen en schaduwen van de komende zevenjarige toorn van het Lam...

10. De zevenjarige verdrukkingen

1. De zeven jaren van hongersnood tijdens het leven van Jakob. Jakob werd omgedoopt tot Israël en is dus een individu dat de hele Israëlitische natie vertegenwoordigt. Jeremia 30's verwijzing naar de Tijd van Jakob's Benauwdheid/Verdrukking is een cryptische aanwijzing, aangezien Jakob's eigenlijke tijd van benauwdheid was tijdens de zevenjarige hongersnood in Jozefs tijd. Jakobs zoon Jozef was een type van Christus, die zelfs een niet-Joodse bruid nam vóór de hongersnood. Jozef was een afstammeling van Jakob; Jezus is een afstammeling van Jakob. Jozef werd door zijn broers verraden en in een put gegooid; Jezus werd door zijn broers verraden en in een graf gegooid. Jozef werd verheven tot de op één na hoogste positie in Egypte; Jezus werd verheven tot de rechterhand van God.

Jakob en zijn familie werden gered temidden van de hongersnood, net zoals Israël gered zal worden temidden van de komende Verdrukking (Openb. 12:6, 14). Dit is belangrijk: aangezien Israël volledig beschermd is voor de laatste helft van de Verdrukking (de Grote Verdrukking), terwijl het overblijfsel van haar zaad dat niet is (Openb. 12:17), hoe zou deze periode dan de benauwdheid van Jakob kunnen zijn? "Jakob" is volledig beschermd gedurende 1260 dagen. We zien dat de tijd van Jakobs benauwdheid is wanneer de draak Israël achtervolgt vóór de Grote Verdrukking (Openb. 12:13). In deze zin is de tijd van Jakobs benauwdheid de gehele periode van zeven jaar vanuit een macro-perspectief, en de eerste helft van de Verdrukking vanuit een micro-perspectief, maar nooit uitsluitend de Grote Verdrukking, want het is gedurende de gehele Grote Verdrukking dat Israël beschermd wordt in de woestijn.

2. Jakobs zeven extra jaren van werk voor Rachel. Zoals de zeven jaren van overvloed en de zeven jaren van hongersnood, zo heeft ook eerder in Jakobs leven hij zeven jaar vreugdevol voor Rachel gewerkt (Gen. 29:20), maar werd door Laban bedrogen en moest nog eens zeven jaar werken in ruil voor zijn gewenste bruid (Gen. 29:25-30). Bedenk dat Jakob Israël is. Hij is een individu, maar ook een type van de hele natie.

3. De zeven jaren dat de Israëlieten onderdrukt werden door de Midianieten. Tijdens het tijdperk van de Richteren bleef Israël in opstand komen tegen God. Richteren 6:1 beschrijft hoe God de natie zeven jaar lang in de handen van de Midjanieten gaf vanwege Israëls zonde. In Richteren 6:2 horen we hoe de Israëlieten zich verstopten in de grotten en rotsen van de bergen - een zeer vergelijkbaar verslag met wat er in de toekomst zal gebeuren in Openbaring 6:15, evenals hoe Israël zal vluchten naar de woestijn in de laatste helft van de Verdrukking. Dan roepen de Israëlieten eindelijk tot God om bevrijding en Hij wekt Gideon op, een richter, bevrijder en type van Christus, om de Israëlieten te bevrijden uit hun zeven jaren van onderdrukking.

4. De eerste zeven jaren van Davids heerschappij. David en zijn zoon Salomo regeerden samen 80 jaar - een intrigerende verwijzing naar Psalm 90:10 en het mogelijke verband van 80 jaar met 1948 en 2028. Maar, volgens 2 Samuël 5:5 en 1 Koningen 2:11, waren de eerste zeven jaren van Davids regering onrustig en werd er een burgeroorlog gevoerd. Hij regeerde vanuit Hebron in plaats van Jeruzalem omdat de natie verdeeld was en degenen die trouw aan hem waren in oorlog, waren met het huis van Saul (ook al was Saul dood).

5. De zevenjarige hongersnood tijdens het leven van Elisa de profeet. Wij zijn allen goed bekend met de zeven jaren van hongersnood tijdens het leven van Jozef, maar de Bijbel vermeldt een tweede zevenjarige hongersnood die plaatsvond terwijl Elisa leefde (2 Kon. 8:1). De hongersnood teisterde het land Israël, maar God bewees een zekere Israëlitische vrouw uit Shunem een gunst en behoedde haar en haar gezin. Elisa zei hun te vluchten en zij vluchtten tijdens de hongersnood naar de veiligheid. Dit was dezelfde vrouw die vroeger door God een zoon was beloofd (2 Kgs. 4:16). De zoon stierf vervolgens en kwam weer tot leven toen Elisa in zijn mond ademde (2 Kon. 4:18-37).

Wij zien in dit verslag een voorstelling van Israël (de Shunamitische vrouw), een voorstelling van de zevenjarige Verdrukking (de zevenjarige hongersnood), een voorstelling van Jezus (de Hebreeuwse zoon der belofte, die stierf en weer opstond toen de Geest hem levend maakte - geboren uit de Israëlitische vrouw), en een voorstelling van de komende Elia (Elisa in dit verslag) die tijdens de Verdrukking naar Israël zal profeteren (waarschijnlijk één van de twee getuigen). We zien zelfs een hint van de opname vóór de opname in het feit dat Elisa Elia's mantel ontving nadat Elia naar de hemel was gedragen. Elia werd vóór de zevenjarige hongersnood weggevoerd, net zoals Henoch werd weggevoerd vóór de zeven dagen dat Noach en zijn gezin in de ark waren.

6. De zevenjarige Makkabeese Opstand. De oorlog duurde ongeveer zeven jaar, van 167 tot 160 voor Christus. In het midden van die periode van zeven jaar (164 v. Chr.) waren de gebeurtenissen waarvan veel historici aannemen dat zij de basis vormden voor Daniëls profetie van de gruwel der verwoesting. Wij weten dat Jezus de profetieën van Daniël uitlegde als nog toekomstig (Mat 24,15-21), maar het is duidelijk dat 164 v.Chr. een krachtig type was van wat komen gaat. Antiochus IV Epifanes richtte een gruwel op in het complex van de Tweede Tempel. De Makkabeeën heroverden Jeruzalem, reinigden de Tempel, en vierden het Loofhuttenfeest enkele maanden te laat, dat voortaan bekend werd als Chanoeka.

7. De zeven jaar durende Eerste Joods-Romeinse Oorlog. Evenals de Makkabeese Opstand duurde deze oorlog ongeveer zeven jaar, van 66 tot 73 n. Chr. In het midden van de zevenjarige periode was een ander type en schaduw van de gruwel der verwoesting: in 70 n.Chr. plunderden de legers van Titus Vespasianus Jeruzalem, verwoestten de Tweede Tempel, en doodden meer dan een miljoen Joden.

Preteristen geloven dat 70 n.Chr. de vervulling was van de Eindtijdrede, wat geen verdedigbaar standpunt is op grond van een duidelijke historisch-grammaticale interpretatie (Jezus sprak over Zijn werkelijke wederkomst, engelen die de heiligen verzamelen, en wereldwijde verwoesting, enz.), maar Jezus' woorden waren uiteindelijk de impuls voor christenen in de regio om in veiligheid te vluchten (Mat 24:15-21). Op deze manier werden weinig of geen christenen gedood tijdens de belegering. De gebeurtenissen van 66-73 n. Chr. was toen zelfs een type van de opname van de Gemeente.

8. De Zevenjarige Oorlog. Het was de eerste echte wereldoorlog voordat wereldoorlogen zo werden genoemd. De oorlog duurde van 1756 tot 1763 en Groot-Brittannië, Pruisen en Portugal namen het op tegen Frankrijk, Spanje, Rusland en het Mughal-rijk. Zelfs inheemse Amerikaanse stammen waren erbij betrokken: de Iroquois Confederatie en de Cherokee met de Britten en de Shawnee, Ottawa, en anderen met de Fransen. De bloedige oorlog werd uitgevochten op alle bewoonde continenten behalve Australië en liep uit op een Brits-Pruisische overwinning.

9. De zeven jaren van de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust. Wanneer de invasie van Oostenrijk wordt meegerekend, duurde Hitlers keizerlijke opmars van 1938 tot 1945. Net als de komende Antichrist, was Hitler een tirannieke dictator, geobsedeerd door de vernietiging van het Joodse volk. Zijn valuta was het merkteken en zijn volgelingen merkten mensen letterlijk als Joden, zigeuners, homoseksuelen, enz.

Een alternatieve interpretatie van de tijdlijn zou de periode van zeven jaar plaatsen van 1941, het begin van de Holocaust, tot 1948, de hergeboorte van Israël. Na de dood van Hitler en de emancipatie van de Joden werden de Joden in staat gesteld massaal terug te keren naar hun bijbelse vaderland.

Deze laatste verschillende voorbeelden zijn geen perioden van zeven jaar, maar zijn niettemin perioden van zeven, of verbinden "zeven" en oordeel, als voorafschaduwing van de komende zevenjarige Verdrukking.

10. De zeven dagen dat Noach en zijn gezin in de ark waren vóór de zondvloed (Gen. 7). De zeven dagen kunnen representatief zijn voor de zeven jaren van de Verdrukking. Noach en zijn familie, heidenen, kunnen een beeld zijn van de Gemeente die veilig is opgeborgen in de Ark (Christus is ook een spreekwoordelijke Ark van veiligheid). Die Ark is hoog boven de aarde verheven. Het begin van de zondvloed aan het einde van de zeven dagen is een beeld van het totale oordeel en de totale vernietiging aan het einde van de Verdrukking. De 150 dagen durende zondvloed kan een beeld zijn van het komende Duizendjarige Rijk waar zonde en oordeel nog steeds aanwezig zijn, en de ark die tot rust komt op de pas gereinigde aarde met Noach en zijn gezin uitgetreden, zou een beeld kunnen zijn van de nieuwe hemelen en de nieuwe aarde die gaat komen. Henoch, die vele jaren voor de zondvloed naar de hemel werd opgenomen, zou een beeld kunnen zijn van Christus die vele jaren voor de opname van de Kerk naar de hemel is opgestegen.

Sommigen zien Noach en zijn familie als een beeld van Israël dat beschermd wordt tijdens de Verdrukking, terwijl Henoch in plaats daarvan een beeld is van de weggerukte Gemeente. Hij werd weggerukt ergens vóór de zondvloed. Het zou een haarkloverij kunnen zijn, en in plaats van dit of dat zou het beide/en kunnen zijn.

11. De zeven dagen dat Jakob op Rachel wachtte. Ik heb al aangestipt hoe Jakob zeven jaar extra moest werken als bruidsprijs voor zijn geliefde, maar hij nam Rachel werkelijk tot vrouw slechts zeven dagen nadat hij met Leah getrouwd was (Gen. 29:27), en werkte daarna nog eens zeven jaar als bruidsprijs.

12. De zeven dagen dat Jakob vluchtte voor Laban. Nadat Jakob met Lea, Rachel en hun kinderen uit Laban's hofstede vluchtte, werd hij zeven dagen door Laban achtervolgd (Gen. 31:23). Laban, de leugenaar en bedrieger die Jakob gebruikte en misbruikte, kan gezien worden als een type van Satan of de Antichrist die Israël/het nageslacht van Jakob achtervolgt tijdens de zevenjarige Verdrukking.

13. Het zevenvoudig-hete vuur. Volgens het boek Daniël werden drie Hebreeuwse jongeren, Sadrach, Mesach en Abednego, in een vurige oven gegooid omdat zij weigerden te buigen voor het beeld van koning Nebukadnezar. Het vuur werd zeven keer heter verhit dan normaal. De jongeren werden te midden van het vuur beschermd door de Zoon des mensen (de vleesgeworden Jezus). Dit verhaal heeft alles: een type van de Kerk (Daniël) die in veiligheid werd gebracht en aan het vuur ontsnapte; een type van de Antichrist (Nebukadnezar); een type van het beeld van het beest (het beeld); een type van de zevenjarige Verdrukking gezien in het zevenmaal heter wordende vuur; en een type van de Joodse natie die midden in de Verdrukking wordt beschermd (de drie Hebreeërs die in het vuur worden bewaard).

14. De zeven dagen van de voleinding in de Joodse huwelijkstradities. De tradities variëren, maar zeven dagen spelen gewoonlijk op de een of andere manier een rol. In het traditionele huwelijksgebruik is er een periode van zeven dagen van viering na de ceremonie. In de oude Galilese traditie werd de bruid in het holst van de nacht weggerukt bij het geluid van een bazuin. Zij werd op een draagstoel gehesen en weggedragen naar de bruiloftszaal, waar zij zich zeven dagen lang met de bruidegom verborg. Dit is een perfect beeld van zowel de pre-Verdrukking-opname, als van de verborgenheid van de Gemeente en Christus tijdens de zevenjarige Verdrukking.

15. De zeven dagen van onreinheid na de geboorte voorgeschreven in Leviticus 12. Gegeven dat de profetische vrouw van Openbaring 12 en de profeten (vooral zoals gevonden in Jesaja) een symbool is van Israël, en haar mannelijke kind een symbool is van de Kerk, is het volkomen passend dat volgens de wet in Leviticus 12:1-2 nadat de vrouw een mannelijk kind heeft gebaard, zij zeven dagen onrein blijft.

16. De zeven dagen van menstruele onreinheid voor een Israëlitische vrouw (Lev. 15:19). Zoals een Israëlitische vrouw gedurende haar menstruatie zeven dagen lang als onrein wordt beschouwd en geen seksuele relatie mag hebben, zo zal ook het volk Israël zeven jaar lang onrein blijven en niet in staat zijn intimiteit met de Messias te hebben.

17. De zeven dagen van rouw voor Jakob (Gen. 50:10). Nogmaals, Jakob is Israël. De zeven dagen van rouw voor Jakob/Israël zijn verwant aan de zeven jaren van rouw die Israël nog te wachten staan. In feite is zeven dagen rouw nu de voorgeschreven regel volgens de Joodse traditie, de Talmoed, en het apocriefe boek Ecclesiasticus [Wijsheid van Jezus Sirach] (v. 22:12). De Joden hebben zich, zonder het te weten, voorbereid op de komende zeven jaar van rouw. Eeuwenlang hebben zij rouw voor een periode van zeven jaar in praktijk gebracht.

18. De zevendaagse week zelf. De week is in de eerste plaats arbeid en zwoegen. Zes dagen lang mag een mens werken, maar op de zevende dag moet hij rusten. In het laatste jaar van de Verdrukking zal Christus wederkomen om reiniging en rust op aarde te brengen. Evenzo wordt de zevenduizendjarige geschiedenis van de aarde, van de schepping in Genesis 1 tot de nieuwe schepping in Openbaring 21, gekenmerkt door opstand en zonde, net als haar microkosmos - de Verdrukking.

19. De zevenjarige Shmita-cyclus (Ex. 23:10-11). Joden tellen jaren in cycli van zeven, waarbij elk zevende jaar de Shmita is. Het zevende jaar is vooral nuttig voor landbouwdoeleinden, waarbij het land braak ligt. Deze zevenjarige cyclus wordt vandaag de dag nog steeds door Joden aangehouden en benadrukt het belang en de fundamentele aard van zevenjarige tijdsperioden vanuit Bijbels perspectief. Ook moet worden opgemerkt dat Hebreeuwse slaven in het zevende jaar worden vrijgelaten (Ex. 21:2; Jer. 34:14).

20. De zeven dagen van Pesach/Ongezuurd brood en de zeven dagen van Loofhutten. Ongezuurd brood is een periode van zeven dagen. De bijbelse beschrijvingen verbinden Pesach met Ongezuurde Broden, zodat soms de eerste dag van Ongezuurde Broden als Pesach wordt beschouwd, en soms wordt Pesach beschouwd als de dag voorafgaand aan het zevendaagse feest. In beide gevallen is het een zevendaagse periode die gekenmerkt wordt door offers, bloed, en herinneringen aan de Exodus toen de Israëlieten ontsnapten aan een type van de Antichrist-Pharao temidden van oordeel en plagen.

Loofhutten (Sukkot) is een zevendaagse periode waarin Joden tijdelijke onderkomens maken waarin zij zeven dagen blijven. Dit feest herinnert zowel aan de tijdelijke schuilplaatsen waarin de Israëlieten na de Exodus woonden, als aan de hemelse schuilplaatsen waarin de Kerk tijdens de zevenjarige Verdrukking zal wonen. Wij zien in dit symbool ook een beeld van de Israëlieten die door God op aarde beschermd worden tijdens de Verdrukking.

Het verdrukkingskader van Openbaring 12

Het juist indelen en identificeren van de karakters in Openbaring 12 is van vitaal belang voor het interpreteren van Bijbelprofetie. We weten dat de Verdrukking in Jeremia 30 de Tijd van Jakobs Benauwdheid wordt genoemd. Jakob had natuurlijk echte problemen tijdens de zevenjarige hongersnood en hij werd er middenin uit gered. Evenzo zal Israël gered worden in de toekomstige Tijd van Jakobs Benauwdheid. Openbaring 12 maakt duidelijk dat Israël beschermd zal worden gedurende de volle omvang van de Grote Verdrukking, de laatste drie en een half jaar (Openb. 12:6,14). Dit betekent, althans feitelijk, dat Israëls echte problemen slechts de eerste helft van de zevenjarige Verdrukking zijn.

Hoewel een vluchtige blik op Openbaring 12 sommigen ertoe brengt het te zien als een passage die geheel in het midden van de verdrukking staat, laten de details deze interpretatie niet toe. In feite is de passage een overzicht van de gehele Verdrukking.

Openbaring 12:13 sluit effectief de mogelijkheid uit dat Satan in het midden van de periode op de aarde wordt geworpen. Satan is gepositioneerd om het mannelijk kind te verslinden (Openb. 12:4), maar kan dat niet (Openb. 12:5), dan gaat hij achter de vrouw (Israël) aan in Openb. 12:13, maar zij ontsnapt naar de wildernis voor de laatste helft van de Verdrukking (Openb. 12:14).

Openbaring 12 geeft deze basisstructuur en interpretatieve laag aan Daniël (omdat Daniël ook over beide helften van de Verdrukking gaat):

  • 1. Satan staat op het punt de Kerk te verslinden (Openb. 12:4)
  • 2. 2. De Kerk ontsnapt (Openb. 12:5)
  • 3. Satan achtervolgt Israël gedurende de eerste helft van de Verdrukking (Openb. 12:13)
  • 4. Israël ontsnapt (Openb. 12:6, 14)
  • 5. Satan achtervolgt de overgebleven heidenen in de Verdrukking gedurende de laatste helft (Openb. 12:17; Openb. 7:14)

Wij zien degenen die in de hemel wonen zich verheugen (Openb. 12:10-12a; de pas opgenomen Gemeente) omdat Satan is uitgedreven. Maar zij die op de aarde zijn achtergebleven worden streng gewaarschuwd omdat Satan is neergedaald (Openb. 12:12b). Dit is nog een krachtig bewijs van vóór de opname: de ontrukte heiligen hebben Satan overwonnen door het bloed van het Lam (Openb. 12:11) en wonen nu in de hemel (Openb. 12:12), terwijl de achterblijvers, inclusief het overblijfsel van het zaad van de vrouw, door Satan overwonnen zullen worden. Overweeg wat er in de Schrift over de Gemeente wordt gezegd:

En Ik zeg u ook, dat gij Petrus zijt, en op deze rots zal Ik mijn gemeente bouwen, en de poorten van de Hades zullen haar niet overweldigen... (Mat. 16:18, LSV)

...deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat gij in Mij vrede moogt hebben; in de wereld zult gij verdrukking hebben, maar houd moed: Ik heb de wereld overwonnen. (Joh. 16:33, LSV)

Ik heb u geschreven, vaders, omdat gij Hem gekend hebt, die [is] van den beginne; ik heb u geschreven, jongelingen, omdat gij sterk zijt, en het woord Gods in u blijft, en gij den boze overwonnen hebt. (1 Joh. 2:14, LSV)

Omdat jullie het woord van Mijn volharding bewaard hebben, zal Ik ook jullie bewaren voor het uur van de beproeving die over de hele wereld zal komen, om hen die op de aarde wonen te beproeven. (Openb. 3:10, LSV)

... en de draak stond voor de vrouw, die op het punt stond te baren, opdat hij, wanneer zij baarde, haar kind zou verslinden; en zij baarde een mannelijke kind, die op het punt staat met een ijzeren staf over alle volken te heersen, en haar kind werd weggerukt naar God en naar Zijn troon... (Openb. 12:4b-5, LSV)

... en zij overwonnen hem [de duivel] door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad tot in de dood... (Openb. 12:11, LSV)

En overweeg nu wat er gezegd wordt over de achtergeblevenen - de verdrukkingsheiligen:

...en het spreekt woorden als een tegenstander van de Allerhoogste, en het verstoort de heiligen van de Allerhoogste, en het hoopt de seizoenen en het recht te veranderen; en zij worden in zijn hand gegeven, tot een tijd, en tijden, en een verdeling van een tijd. (Dan. 7:25, LSV)