www.wimjongman.nl

(homepagina)

ZAL DE ARK VAN HET VERBOND VOOR DE KOMENDE DERDE TEMPEL WORDEN GEOPENBAARD?

4 oktober 2020 - door SkyWatch Editor Tom Horn

Velen die de Derde Tempel bestuderen geloven dat de planning en de bouw ruim vóór de Verdrukking begonnen moeten worden. De voltooiing ervan, denken zij, zal behoorlijk wat tijd in beslag nemen. Anderen denken dat de Joden zelfs nu overwegen om een tent-achtige structuur te bouwen die vergelijkbaar is met de tabernakel van Mozes. Zij geloven dat aanbidding, met offers die opnieuw worden gebracht, op zo'n plek kan plaatsvinden, terwijl de meer grootse Tempel rond de tijdelijke structuur wordt gebouwd.

Er zijn natuurlijk mensen zoals ik en Dr. David Reagan die geloven dat er bepaalde dingen kunnen gebeuren die onmiddellijke internationale steun oproepen voor de snelle bouw van een nieuwe tempel. Reagan merkt bijvoorbeeld op: "Er zal iets moeten gebeuren om een golf van nationalistische trots te creëren welke een nieuwe tempel zal vereisen. Deze katalytische gebeurtenis kan de ontdekking zijn van de Ark van het Verbond.”[ik]

Reagans opmerkingen over "een golf van nationalistische trots" en "de ontdekking van de Ark van het verbond" zijn intrigerend, omdat de oorspronkelijke tempel die door koning Salomo werd gebouwd Gods verblijfplaats op aarde zou zijn en de bewaarplaats van de Ark van het Verbond. Een dergelijke ontdekking (of onthulling, als De Ark al reeds is teruggevonden en in veiligheid is) in de moderne tijd zou de internationale steun voor een nieuw heilige der heiligen — en dus een derde tempel — om de Gouden, Heilige houten kist van de oude Hebreeën te herbergen.

Sommigen beweren dat de Ark onder de Tempelberg ligt, direct onder de Rotskoepel, waar het oorspronkelijke Heilige der Heiligen stond. Toen de Babyloniërs de eerste tempel vernietigden, haalden ze veel van de heilige vaten weg. Maar de locatie van de Ark van het verbond was onbekend, naar verluidt omdat koning Josia hem verborg voor de Babyloniërs die de tempel plunderden. Sommigen zeggen dat deze geheime locatie onder de oorspronkelijke rustplaats van de Ark verblijft in de Tempel van Salomo.

Maimonides — de middeleeuwse Sefardische Joodse filosoof die wordt beschouwd als een van de meest productieve en invloedrijke Thora-geleerden van de Middeleeuwen - herhaalt uit de oude sagen:

Toen Salomo de tempel bouwde, wist hij dat hij uiteindelijk vernietigd zou worden. Daarom bouwde hij een kamer, waarin de ark in diepe, doolhof-achtige kluizen kon worden begraven.

Koning Josia beval dat [de Ark] begraven zou worden in de kamer gebouwd door Salomo, zoals gezegd (II Kronieken 35:3): "En hij zei tegen de Levieten, die heel Israël onderwezen, die voor de HEERE heilig waren: Plaats de heilige ark in het huis dat Salomo, de zoon van David, de koning van Israël, gebouwd heeft; u behoeft die niet meer op uw schouders te dragen. Dien nu de HEERE, uw God, en Zijn volk Israël.”

Toen hij werd begraven, werden Aarons staf, het flesje manna, en de olie die gebruikt werd voor zalving, ook erbij begraven. Al deze [heilige voorwerpen] kwamen niet terug in de Tweede Tempel.[ii]

Of die locatie onder de Tempelberg de Ark van het verbond voort zal brengen, zoals de oude Joodse midrash belooft, "wanneer het Joodse volk verzameld is uit de ballingen uit de vier hoeken van de wereld [wat officieel begonnen is in 1948], zullen ze plotseling de heilige vaten van de tempel vinden."[iii]

KIJK NAAR INTERVIEWS OVER HET ONTDEKKEN VAN DE ARK EN DE KOMENDE DERDE TEMPEL!


De Ark verborgen op de berg Nebo in Jordanië?

Wijlen christelijk genie (en mijn persoonlijke vriend) David Flynn maakte een alternatief argument over waar precies de Ark van het verbond kan worden ontdekt. In hoofdstuk 8 van zijn meesterwerk Temple at the Center of Time, speculeerde hij:

De meeste onderzoekers beschouwen de Ark als uit het zicht verloren na het verhaal van de tempel van Salomo in de Bijbel, en ook zijn verschillende theorieën voorgesteld over het lot van de Ark door de geschiedenis heen. Veel historici denken dat, omdat Babylon de Tempel van Salomo vernietigde, het ook de Ark naar Babylon verwijderde. Er wordt gezegd dat de Ark uiteindelijk werd vernietigd samen met de andere artefacten uit de tempel, het goud gesmolten in munten voor hun schatkist. Het is moeilijk voor te stellen dat de Babyloniërs het vernietigd zouden hebben, als ze het al hadden meegenomen.

In het boek Daniël wordt specifiek melding gemaakt van de gouden menorah van de tempel van Jeruzalem in het paleis van Belsazar. De Babylonische koning had het bewaard, een belangrijk artefact uit de Joodse tempel, in een poging om de superioriteit van Babylonische goden aan de God van de Hebreeën te demonstreren. Dat de menorah op deze manier tentoongesteld werd, onderstreept hoe onwaarschijnlijk het voor de Babyloniërs zou zijn geweest om de Ark te vernietigen, het grootste symbool van de God van de Hebreeën. Het zou worden beschouwd als een ultieme uitspraak over de superioriteit van de Babyloniërs als die ook was verkregen. De Bijbel vertelt dat de menorah intact is gebleven tot de laatste nacht van de Babylonische Heerschappij. Het licht verlichtte de scène van het schrijven op de muur in het boek Daniel. Na de val van Babylon waren de Meden en Perzen bevriend met de Joden en lieten hen toe de tempel te herbouwen. Het is zeer waarschijnlijk dat de menorah werd teruggegeven samen met de andere voorwerpen die waren meegenomen door Nebukadnezar. Echter, de Ark werd niet genoemd als bestaande in de Tweede Tempel van Zerubbabel, de verhoogde fundering van steen was het enige kenmerk in het Heilig van de Heiligen.[iv]

Sommige stukken uit de Midot in de Joodse Talmoed, die te maken hebben met tempelwetten, praktijken en rituelen, verwijzen naar de creatie van meer dan één Ark, de tweede gemaakt als afleiding om het origineel te beschermen. Het beweert dat bepaalde voorwerpen van de tempel, waaronder de ware Ark, in een geheime kluis onder de Tempelberg in Jeruzalem verblijven.[v] Het lijkt echter zeer onwaarschijnlijk dat de Ark aan het lot zou zijn overgelaten onder de Tempelberg, open voor elke schatzoeker met de motivatie om alleen maar te graven. Het is moeilijk uit te leggen hoe de locatie geheim kon blijven, omdat Jeruzalem honderden jaren na de val van de Romeinen in 70 na Christus open bleef voor opgraving en plundering. Gemotiveerde schatzoekers hebben in de loop der eeuwen ruim de tijd gehad om het gebied onder de tempel op te graven.

Het herstel van de tempelschatten van Salomo was het hoogste doel van de Tempeliers die hun centrum vestigden op de Tempelberg tijdens de kruistochten. Het feit werd gedocumenteerd in 1884, toen de Britten een onderzoek in Jeruzalem deden en tempel-artefacten ontdekten, achtergelaten in een uitgebreide tunneling onder de Tempelberg.(vi) wat de omvang van de ondergrondse kenmerken betreft, werd in een latere publikatie van de Britse onderzoek uiteengezet:

Jeruzalem, zoals bekend, is vol gangen en holen met opgegraven grotten, natuurlijke grotten, opvangbakken in rotsen, ondergrondse doorgangen en aquaducten ... Aan ondergrondse kamers en catacomben is het rijker dan welke stad dan ook.[vii]

Verschillende Joodse sekten uit Ethiopië geloven dat de Ark daar wordt bewaakt in de stad Axum in hun land reeds gedurende duizenden jaren en men zegt dat Menelik De Ark uit de tempel haalde op verzoek van zijn vader, zodat hij veilig zou zijn na de deling van zijn koninkrijk (in Juda en Israël), omdat Salomo wist dat de ontbinding van zijn koninkrijk onvermijdelijk was na zijn dood. 1Koningen 11:9-12 zegt dat de Heer dit Salomo zelf vertelde:

... Daarom werd de HEERE toornig op Salomo, omdat zijn hart van de HEERE, de God van Israël, Die hem tweemaal was verschenen, was afgeweken. Hij had hem aangaande deze zaak geboden dat hij niet achter andere goden aan zou gaan, maar hij hield zich niet aan wat de HEERE geboden had. Daarom zei de HEERE tegen Salomo: Omdat het bij u gebeurd is dat u Mijn verbond en verordeningen, die Ik u geboden heb, niet in acht hebt genomen, zal Ik het koninkrijk zeker van u losscheuren en het aan uw dienaar geven.[ix]

Hoewel intrigerend, is de legende van Menelik I ook niet consistent met het bijbelse verslag, zoals zal worden aangetoond in dit hoofdstuk. Als de Ark niet naar Ethiopië werd verplaatst, wordt gespeculeerd dat Rehabeam, koning van Juda, na de deling van het Koninkrijk Salomo, de Ark aan de Egyptische farao Shisak (Sjeshonk i, ca. 929 of 924 v. Chr.) heeft gegeven om de vernietiging van Jeruzalem door zijn legers te voorkomen, ca. 940 v. Chr.

Zo kwam de koning van Egypte op tegen Jeruzalem, en nam de schatten van het huis des HEEREN weg, en de schatten van het huis des konings; hij nam alles.[x]</p>

Sommige historici geloven dat de Egyptenaren de Ark meenamen en verborgen hielden in de stad Tanis in Egypte, de zetel van de dynastie van Shishak. De locatie is verloren gegaan in de loop van de geschiedenis.[xi] omdat er stond geschreven dat Shishak "alle" voorwerpen van de tempel nam,  en zo concludeerden veel onderzoekers dat de Ark een van de stukken was die naar Egypte werd gebracht. Na Juda's conflict met Shishak werd de tempel echter zeventig jaar later weer geplunderd door Joas, de koning van Israël. In die tijd werden de tempelschatten naar Samaria gebracht.[xii] In dit geval, net als bij de ontmoeting met Shishak, gebruikt de Bijbel opnieuw de zin: "Alle tempelschatten werden verwijderd." Ondanks deze twee verslagen verschijnt de Ark opnieuw in het bijbelse verhaal toen koning Josia de terugkeer van de Ark van het Verbond naar de tempel beval.[xiii] Dit gebeurde meer dan tweehonderd jaar na de plundering van de tempel door Joas, en driehonderd jaar na de plundering van Shishak.

En [Josia] zei tot de Levieten die heel Israel onderwezen hebben, die heilig waren voor de Heer, zet de heilige ark in het huis dat Salomo, de zoon van David, koning van Israel, gebouwd heeft; het zal geen last zijn op uw schouders.[xiv]

Deze bijbelse passage maakt de legendes van de huidige locatie van de Ark in Axum, Ethiopië, of in Tanis, Egypte, volledig onmogelijk, omdat beide theorieën het verbergen van de Ark enkele honderden jaren voor de heerschappij van koning Josia plaatsen. Het was een centraal kenmerk van de Tempel van Jeruzalem en de wedergeboorte van aanbidding tijdens het bewind van Josia.

Het is opmerkelijk dat de Bijbel zeer gedetailleerd is over het enige verslag van de verovering van de Ark door de belangrijkste vijand van Israël, de Filistijnen. Nadat het vat door de Filistijnen veroverd was, werd hun hele land door God getroffen. Het oordeel was zo groot dat de mensen hun heren smeekten om een respectvolle manier te vinden om de Ark terug te brengen naar zijn rechtmatige plaats, en het werd teruggegeven. Het is onlogisch dat dezelfde oordelen geen ander land zouden treffen dat de Ark van de Israëlieten veroverden. Hoewel God zijn verovering door de Filistijnen toestond vanwege de afgoderij van Israël, waren de heidense Filistijnen zeker niet in staat om zijn aanwezigheid te verdragen. Om die reden zouden Babylon - de belichaming van wereldgod — of Egypte de aanwezigheid van de Ark niet overleven. Zeker, als een van deze landen hem had veroverd, zou het verslag net zo opmerkelijk zijn als de verovering door de Filistijnen. Toch bestaat er geen schriftuurlijk verslag van een dergelijke gebeurtenis.

Het Rbert Jamieson bijbelcommentaar legt de locatie van de Ark uit voor de terugkeer naar de tempel onder de heerschappij van Josia, de koning van Juda:

Sommigen denken dat het heiligdom schaamteloos was weggestopt op bevel van een afgodendienaar, waarschijnlijk Manasse, die een gesneden beeld van Amon in het huis van God plaatste (2 Kronieken 33:7), terwijl anderen van mening zijn dat het tijdelijk door Josia zelf was verwijderd in een aangrenzende kamer, tijdens de reparaties aan de tempel. Door haar te vervangen, hadden de Levieten haar blijkbaar op hun schouders gedragen, die dat nog steeds als de plicht beschouwden die de wet hun had opgelegd. Maar Josia herinnerde hen aan de verandering van de omstandigheden. Aangezien de dienst van God nu in een vaste en permanente tempel werd verricht, waren zij niet meer verplicht om dragers van de ark te zijn; en omdat zij van die dienst ontslagen waren, zouden zij zich met de grootste ijver moeten richten op het vervullen van hun andere functies.[xv]

Een verbazingwekkend verhaal volgt over de re-institutie van de Ark naar de Tempel van God in het verslag van Josia's dood.:

Na dit alles, toen Josia het huis gereedgemaakt had, trok Necho, de koning van Egypte, op om te strijden bij Karchemis aan de Eufraat. Josia trok eropuit, hem tegemoet. Toen stuurde Necho boden naar hem toe om te zeggen: Hoe heb ik het nu met u, koning van Juda? Wat u betreft, ik ben vandaag niet tegen u, maar tegen een huis dat oorlog tegen mij voert! God heeft gezegd dat ik mij moest haasten. Houdt ú daarom op met het tegenwerken van God, Die met mij is, opdat Hij u niet te gronde richt. Josia keerde echter zijn gezicht niet van hem af, maar hij vermomde zich, om tegen hem te strijden. Hij luisterde niet naar de woorden van Necho op gezag van God, maar kwam om te strijden in het dal van Megiddo.[xvi]

Dit ondersteunt de bewering van Velikovski dat de Egyptische farao's de God van Abraham vereerden in de tijd van de koningen van Israël en Juda. Hoewel koning Josia en het volk van Juda een sterke vooringenomenheid hadden voor een alliantie met Egypte, was het land tijdens het bewind van Manasse een vazal van Assyrië geworden. Josia dacht dat hij de belangen van Assyrië moest steunen. Daarom, toen "Necho koning van Egypte" opkwam om Karchemis te bestrijden, ging Josia tegen hem op. Bijbelcommentatoren zijn het er niet over eens of Necho een goddelijke opdracht van de God van Israël had gekregen, of dat hij alleen de naam van God gebruikte als een autoriteit die Josia niet zou weigeren te gehoorzamen.[xvii] Echter, het lijkt waarschijnlijk dat God een weldoener was voor de farao, zoals de Bijbel Josia's dood beschrijft door Necho's boogschutters.[xviii]

Jeremia de profeet klaagde over de dood van Josia toen zijn lichaam terugkeerde na de slag. In 2 Kronieken 35:25 was Jeremia een belangrijke kracht geweest bij Josia's teruggave van de Ark aan de Tempel van Salomo. Hij was ook de belangrijkste speler in het meest goed gedocumenteerde en Bijbelse verslag van het lot van de Ark en de theorie van de huidige locatie.

De Berg van de Ark

Het boek 2 Maccabeeën 2:4 legt uit dat vóór de vernietiging van de Tempel van Salomo door de Babyloniërs in 587 v.Chr., de Ark door de profeet Jeremia verborgen was in een grot aan de voet van de Nebo-Berg in de Pisga-keten van de Jordaan. 2Maccabeeën, evenals andere apocriefe werken, worden bewaard in moderne katholieke Bijbels, evenals de Septuagint en Vulgate.[xix] waar het volgende wordt gevonden in de verslagen:

... dat Jeremia de profeet, gehoorzaam aan een Goddelijke ingeving, de verbondstent en de ark liet halen en achter hem aan liet dragen, terwijl hij de berg beklom, die Mozes bestegen had om het erfgoed van God te aanschouwen. Daar aangekomen vond Jeremia een rotsspelonk, daarin plaatste hij de verbondstent, de ark, en het reukofferaltaar, en hij sloot de toegang af.

Toen enkele van zijn metgezellen er weer heen gingen kwamen om de weg te markeren, konden zij de plaats niet vinden. En toen Jeremia hoorde van hun poging, maakte Hij verwijten, zeggende, die plaats moet onbekend blijven totdat God Zijn volk weer samenbrengt, en het zijn barmhartigheid toont. Dan zal de HEERE alles weer tevoorschijn brengen, dan zal de heerlijkheid des HEEREN in een wolk verschijnen, zoals dat gebeurd is in de tijd van Mozes, en als ook in die van Salomo toen hij bad dat de tempel op grootste wijze geheiligd zou worden.(Willibrord vert.)[xx]

Dit verslag van de Ark uit 2 Maccabeeën wordt ook genoemd in de Joodse Talmoed, in Huiiot 12A en Tractaat Yoma 72a. Deze teksten verklaren dat de locatie van de Ark niet zou worden hersteld totdat de Joden werden teruggebracht naar Israël na de Diaspora, een gebeurtenis die miraculeus gebeurde in 1948. Het pseudepigrafische Boek 2 Baruch, geschreven in de eerste eeuw, herhaalt het profetische tijdperk waarin de Ark zou worden teruggevonden:

O, aarde ... bewaak [de tempelvaten en de Ark] tot de laatste tijden, zodat, wanneer u bevolen wordt, u ze kunt herstellen, zodat vreemden er geen bezit van kunnen nemen. Want de tijd komt dat Jeruzalem ook voor een tijd zal worden overgeleverd, voor een tijd, totdat gezegd wordt, dat het weer voor altijd zal worden hersteld.[xxi]

Volgens de profetie, zouden de Joden in de eindtijd terugkeren naar Israël uit alle naties van de aarde. Jesaja 11:11-12 legt uit dat Israël zou worden bevolkt door bannelingen die vroeger in elk deel van de wereld leefden. Dit is de situatie sinds 1948 en het houdt geen verband met de eerste terugkeer van Joden naar Israël na de Babylonische ballingschap.:

En het zal te dien dage gebeuren, dat de HEERE opnieuw, voor de tweede keer, met Zijn hand het overblijfsel van Zijn volk zal verwerven ... Hij zal een banier omhoogheffen onder de heidenvolken en Hij zal de verdrevenen van Israël verzamelen en hen die vanuit Juda overal verspreid zijn, bijeenbrengen van de vier hoeken van de aarde.

Amos 9:14-15 verklaart dat na de tweede terugkeer van de ballingen, zij nooit meer verspreid zullen worden: "Ik zal hen in hun land planten, en zij zullen nooit meer weggerukt worden uit hun land, dat Ik aan hen gegeven heb, zegt de HEERE, uw God."

De legendarische verslagen van Jeremia en de Ark geven een verborgen aanwijzing naar zijn locatie op de berg Nebo. Dit is een symbolisch verband dat bestaat tussen de namen van de Babylonische koning die dreigde de Ark te vernietigen en de berg waar het verborgen werd door Jeremia. Zowel "Nebukadnezar" als "Nebo" komen voort uit de Semitische wortel nebu, wat de god "Mercurius" betekent. Dit werd ook geïllustreerd in de profetieën van Ezechiël die Jeruzalem veroordelen (hoofdstuk 2). De naam "Nebukadnezar" betekent "Prins van de god Merucury".[xxii] Het Hebreeuwse woord nebo is van de wortel neba ("profetie" en ook "profeet").[xxiii] In dezelfde rol als de profeten van de God van Israël werd Nebo aanbeden als de hemelse schrijver van de Assyriërs, de "tolk van de goden, en verklaarder van hun wil".[xxiv]

Volgens de Bijbel was Mozes de grootste profeet aller tijden: "en er stond geen profeet [neba] op in Israël zoals Mozes, die de Heer van aangezicht kende". Ironisch genoeg was de berg Nebo de plaats van de dood van Mozes:

Toen beklom Mozes, vanuit de vlakten van Moab, de berg Nebo, de top van de Pisga, die recht tegenover Jericho ligt. En de HEERE liet hem heel het land zien: van Gilead tot Dan, heel Naftali, het land van Efraïm en Manasse, heel het land van Juda tot aan de zee in het westen, het Zuiderland, de vlakte van de vallei van Jericho, de palmstad, tot aan Zoar. En de HEERE zei tegen hem: Dit is het land waarvan Ik Abraham, Izak en Jakob gezworen heb: Aan uw nageslacht zal Ik het geven. Ik heb het u met uw eigen ogen laten zien, maar u mag daarheen niet oversteken. Zo stierf Mozes, de dienaar van de HEERE, daar in het land van Moab, overeenkomstig het woord van de HEERE.[xxvi]

De Hebreeuwse woorden nobe, wat betekent "hoge plaats", en nabab, wat betekent "uithollen", "poort" of "pupil van het oog", correleren ook met de locatie voor de rustplaats van de Ark in een "holle spelonk" op de berg Nebo beschreven in 2 Maccabeeën.[xxvii]

De Talmoed legt uit dat de toren van Babel was gewijd aan Nebo, zoon van Marduk (Griekse Jupiter) en dat de vernietiging ervan samenviel met de taalverwarring en vergeetachtigheid van kennis.[xxviii] het embleem van Mercurius, een slang verstrengeld op een paal, werd voor het eerst opgenomen in Exodus, en de schaamteloze slang was op een paal die door Mozes werd opgeheven om de opstandige Israëlieten van een plaag van slangen te genezen (Numeri 21:9).[xxix]

De slang op de paal werd gebruikt als Messiaans symbool en werd door Christus zelf geïllustreerd, zoals in Johannes 3:14 werd gezegd: "en zoals Mozes de slang verhoogde in de woestijn, zo moet ook de Zoon des mensen worden verhoogd. "Echter, dit object werd bewaard en later aanbeden als Mercurius-Nebo door de Israëlieten - totdat het werd vernietigd door Koning Hizkia ca. 725 v.Chr., toen "hij de bronzen slang die Mozes gemaakt had in stukken brak, want tot die dagen had het volk van Israël er wierook aan gebrand; het heette Nehushtan."[xxx]

Het past bij de cryptische naam van de berg Nebo dat een modern beeldhouwwerk in metaal van een slang op een paal op zijn top staat in de buurt van de Kerk van Mozes.[xxxi] Als de Ark verborgen was in de berg Nebo, zou het vergeten blijven tot het einde der dagen. Deze profetie heeft opmerkelijke overeenkomsten met het thema van Mercurius als god van kennis en vergetelheid. Het herstel ergens voor de terugkeer van Christus past in het profetische schema van Sir Isaac Newton waarin een herbouwde tempel, de Ark, en een wereldheerschappij van "Babylon de grote" overheersen.

Hoewel Babylons macht over Israël resulteerde in het verlies van de Ark en de vernietiging van de tempel, zal de opleving van Babylon als een spirituele kracht die de wereld regeert aan het einde van de dagen vergezeld gaan van de wederopbouw van het gebouw en de ontdekking van de Ark.

Toen Mozes het land van belofte vanaf de berg Nebo zag, maar er niet in mocht, werd de locatie van de Ark op de berg Nebo gezien, maar nog niet bereikt. Echter, volgens de profetie, zal Mozes in de eindtijd in Jeruzalem wandelen, nadat hij eindelijk toegang heeft gekregen tot het land gezien vanaf de top van de berg Nebo. Terwijl hij wacht op zijn aangewezen tijd om het Beloofde Land binnen te gaan, wacht De Ark tot het door God gekozen uur.

In de Bijbel staat dat de "heerlijkheid van de Heer" bij de eerste installatie van de Ark in de Tempel van Salomo naar het Heilige der heiligen is verhuisd.[xxxii] Ezechiël, de profeet die waarschuwde voor de vernietiging van de Tempel van Salomo terwijl hij verbannen was in Nippur, Babylonië, was getuige geweest dat de glorie van de Heer zich van de tempel naar het Oosten had verplaatst, direct in lijn met de berg Nebo. Dit was in verband met God die de tempel aan zijn vijanden gaf, en zo staat in Ezechiël 11:23: "Toen steeg de heerlijkheid van de HEERE op uit het midden van de stad en bleef op de berg staan die ten oosten van de stad ligt."[xxxiii] Later werd Ezechiël het visioen getoond van de gerestaureerde Tempel in de toekomst waarin de heerlijkheid van de Heer terugkeerde uit het oosten, en hij verklaarde in Ezechiël 43:4: "En de heerlijkheid van de HEERE kwam het huis binnen via de poort die op het oosten uitzag."[xxxiv]

De "heerlijkheid van de Heer" was een duidelijk kenmerk van de Ark tussen de cherubijnen. Vertaald als "heerlijkheid" is shekinah in het Hebreeuws, wat betekent "aanwezigheid". Deze aanwezigheid van God was in de vorm van een pilaar van vuur 's nachts en een pilaar van rook overdag tijdens de reis van de Israëlieten in de woestijn. Telkens wanneer de heerlijkheid van de Tabernakel in de woestijn zich bewoog, volgden de mensen. Als de Pilaar van vuur of rook boven de Ark stond, stopten de Israëlieten en zetten een kamp op. De heerlijkheid stond in een verticale kolom die zich uitstrekte van de hemel tot het oppervlak van de Ark. In het boek Exodus staat dat het Heilige der heiligen in de Tabernakel geen lampen had, voornamelijk omdat er geen lampen nodig waren vanwege de intense gloed van de Ark zelf. In feite, toen Mozes in het Heilige der Heiligen ging om tot God op de genadetroon te spreken, gloeide zijn gezicht zo intens dat de Israëlieten bang waren om bij hem in de buurt te komen, tenzij hij een sluier droeg[xxxv] (Exodus. 34:35). Deze beschrijvingen associëren de Ark met de heerlijkheid van de Heer. Toen de Filistijnen de Ark veroverden en hem uit Israël verwijderden, verwees de schoondochter van Eli, de hogepriester, naar de Ark als de heerlijkheid van de Heer zelf, zeggende: "De Heerlijkheid is uit Israël vertrokken; want de ark van God is weggenomen."[xxxvi]

De Apocalyps van 2 Baruch geeft de richting aan waarin de Ark kan rusten ten opzichte van de tempel. Terwijl de Babyloniërs hun belegering van Jeruzalem begonnen in 587 v.Chr., gooide Jeremia de profeet de sleutels van de tempel en zijn heiligdom naar de zon:

Maar met de sleutels van de tempel, ging Jeremia buiten de stad en gooide ze weg in de richting van de zon, zeggende: Ik zeg u, zon, neem de sleutels van de tempel van God en bewaak ze tot de dag waarop de Heer u om hen vraagt. Want wij zijn niet waardig gevonden om ze te houden, want wij zijn ontrouwe wachters geworden.[xxxvii]

Deze legende wordt gevonden, met variaties, in de Joodse Talmoed en heeft betrekking op de vernietiging van de eerste en tweede tempel.[xxxviii] Als de zon opkomt in het oosten, impliceert het gooien van de sleutels van de tempel naar de zon deze richting. Het is opmerkelijk dat het verhaal van de sleutels en het verbergen van de Ark met Jeremia verbonden zijn. Dit verhaal is ook figuurlijk belangrijk. De "sleutels" van de tempel vertegenwoordigen zowel het rentmeesterschap van de priesters van God als de heilige kennis belichaamd door de tempel en zijn rituelen. In de Talmoed-versies klommen de Levieten of de hogepriester naar het dak van het gebouw en gooiden de sleutels naar de hemel, vanwaar een goddelijke hand hen ving en in een wolk verdween.[xxxix]

Joodse mystici geloven dat deze daad het verlies van de juiste uitspraak van de naam van God, of de kennis van Salomo, betekende. Vanuit dit perspectief gezien, vertegenwoordigt het "verloren sleutel"-verhaal de priscia theologia van de Tempel van God als een goddelijke vergaarbak van zuivere kennis. Het is een redenering die Newton zeker had onderzocht.

De Ark, die het geheel van de wet vertegenwoordigt, was ontworpen met behulp van het Heilige Cubit. Omdat de 25,20-inch Heilige Cubit een verhouding van de aarde is, omdat het een fractaal is van 2.520 (en 2.520 x pi De diameter van de aarde is), weerspiegelt de Ark deze 'geo-metrie' (letterlijk: "aarde-maat"). De oplossing voor het bepalen van de huidige locatie kan gevonden worden in het woord dat gebruikt wordt voor de goddelijk gekozen rustplaats van de Ark, de naus of navis, de oorsprong van het woord "navigatie", wat de vaardigheid is om de aarde te meten. Als een expert in de wet, kan Jeremia hebben beargumenteerd dat als de Ark niet kon verblijven in de tempel die werd ontworpen als zijn permanente rustplaats, het op zijn minst in overeenstemming is met iets, wat suggereert een specifiek navigatieproces voor het lokaliseren van de Ark te zijn.

David Flynn gaat verder.:

Een meetlijn die direct naar het oosten loopt vanaf de fundering van de Tempelberg, moet op de breedte van de fundatiesteen blijven waar de Ark rustte in het Heilige der heiligen, dat is 31 graden noord, 46 minuten en 43 seconden. De lengte moet ook gerelateerd zijn aan de Heilige Cubit, die precies 25,20 zeemijl is. Het resultaat aan het einde van de meetlijn raakt de noordelijke helling van de berg Nebo minder dan een mijl van de top.

Die 2520 is een ongelooflijk constante. Het eindpunt van deze meetlijn raakt een punt op de noordelijke helling van Mount Nebo 1260 voet boven de zeespiegel, dat is de helft van 2520, en de Tempelberg in Jeruzalem rust op een heuvel 2520 voet boven de zeespiegel.[xl] in overeenstemming met de hoogte van de locatie van de Ark op de berg Nebo, de letters van de naam van Salomo in het Grieks gelijk aan 1260; als wordt onthuld dat hij het was die de eerste tempel gebouwd en de Ark gevestigd heeft in het Heilig der heiligen.

Deze waarden zijn in overeenstemming met Newtons schema van de prisca theologia van de tempel, gebaseerd op 25.20 van de Heilige Cubit en 2520 van de vastgelegde tijd in het boek Daniël en Openbaring. Deze numerieke handtekening van profetie en wet is overmatig zichtbaar in de voorgestelde locatie van de Ark, gelegen in een gebied dat overeenkomt met de enige beschrijving in de Bijbelteksten van zijn schuilplaats. De huidige satellietkaarten van het gebied tonen geen moderne nederzettingen of opgravingen. Daarnaast is de geologie van het gebied vergelijkbaar met de Qumran regio van de Dode Zee, waar veel grotten zijn. Het zou een zeer gunstige locatie zijn geweest om de Ark en de voorwerpen van de Tempel van Salomo te deponeren.

 

Met dank aan NASA World Wind


 

 

Geografische locatie van de ark op de noordelijke helling van Berg Nebo in Jordanië. Kaart, Sovjet generaal personeelsblad H36VI, 1985

 

 

 

Er zijn vragen die oprijzen over de blootlegging van de locatie van de Ark, als deze berekening accuraat is. Is het verstandig om het te ontdekken? Zal het in verkeerde handen vallen? Zal de Ark aanwezig zijn in de herbouwde tempel van de eindtijd?

Het is redelijk dat God geen informatie zou verstrekken om de Ark te vinden, tenzij het deel uitmaakte van zijn goddelijke plan. Hoewel het acaciahout waaruit het bestaat uiteen kan zijn gevallen, zou het goud eromheen, evenals het vaste goud van de verzoendeksel en cherubim, zeker de effecten van de tijd hebben weerstaan. Het herstel ervan zou het precieze ontwerp van God vanaf het begin volgen. Als de locatie van de Ark is onthuld, dan is het Gods bedoeling dat het ontdekt wordt in deze tijd. Er moet echter een specifiek detail worden uitgewerkt. De locatie van Ark van het Verbond op de berg Nebo is afhankelijk van de exacte locatie van de fundatiesteen op de Tempelberg. Er zijn verschillende theorieën over deze vraag, en de meest veelbelovende is, significant, gekoppeld aan de oostelijke poort van de tempel.[xli]

David Flynns redenering is spectaculair om zeker te zijn, maar één ding is zeker: als de Bijbel moet worden geaccepteerd als Gods Woord over de kwestie, zal de Derde Tempel worden gebouwd en de onthulling van de Ark van het Verbond en andere Tweede Tempelschatten kan — elke dag — een wereldwijde impuls voor de bouw ervan ontketenen.

In het fascinerende artikel, "Oklahoma Noahide on The Trail of Temple Gold" door Adam Eliyahu Berkowitz voor Breaking Israel News, leren we precies waar de tempelschatten zouden kunnen worden verborgen. Daar komen we in het volgende artikel op terug.

Wordt vervolgd

Notities

[i] Dr. David Reagan, “The Third Temple: When Will It Be Built?” Lion and Lamb Ministries, christinprophecy.org/articles/the-third-temple/.

[ii] “Devarim,” Chabad of the West Side, http://www.chabadwestside.org/templates/articlecco_cdo/aid/1257081/jewish/Devarim.htm.

[iii] “Has the Ark of the Covenant Been Discovered?” Israel Video Network, September 1, 2017, https://www.israelvideonetwork.com/has-the-ark-of-the-covenant-been-discovered/.

[iv] Talmud Yoma’ v.2. Translated by Michael L. Rodkinson. (New York: New Talmud Pub. Co.1903).

[v] Mishnah, in Tractate Shkalim, it is written: “A priest in the Second Temple saw a section the floor which was different from the other floors and he understood that in this place there was an entrance to an underground tunnel and he came and shared it with his friend. Before he could finish sharing what he had seen with his friends, he died. They then knew very clearly that that was the place where the Ark of the Covenant was hidden.” According to Maimonides, Solomon knew that the Temple would be destroyed in the future and prepared a repository for the Ark underneath the Temple mount. Later King Josiah hid the Ark in Solomon’s secret vault. Maimonides, The Book of Temple Service, 17. also Hilchot Beit HaBecheirah 4:1 and Tractate Yoma, 53b. Translated by Michael L. Rodkinson. New York: New Talmud Pub. Co.1903.

[vi] Captain Charles W. Wilson, Ordinance Survey of Jerusalem (London: Palestine Exploration Fund, 1884).

[vii] Major Condor, Our Work in Palestine (London: Palestine Exploration Fund, 1866).

[viii] Kebra Nagast, Miguel F. Brooks, Ed., Glory of Kings (Lawrenceville, NJ: Red Sea Press, 1996) 46.

[ix] 1 Kings 11:9–12m KJV

[x] 2 Chronicles12:9, KJV.

[xi] Columbia Encyclopedia, 3rd ed. (New York: Columbia University, 1963) 453.

[xii] Robert Jamieson, A. R. Fausset, and David Brown, Commentary Critical and Explanatory on the Whole Bible, 1871 (Hendrickson Publishers, New Edition, March 1, 1997).

[xiii] 2 Chronicles 26:24, KJV.

[xiv] 2 Chronicles 35:3, KJV.

[xv] Jamieson, Fausset, and Brown, Commentary Critical and Explanatory on the Whole Bible.

[xvi] 2 Chronicles 35:20, KJV.

[xvii] Jamieson, Fausset, and Brown, Commentary Critical and Explanatory on the Whole Bible.

[xviii] 2 Chronicles 35:22–24, KJV.

[xix] Columbia Encyclopedia, 213.The Apocryphal books were considered historically valuable enough to be included in the King James Bible from its formation in 1611 until 1885. Later, these fourteen books were officially removed from the English printings of the King James Bible by the Archbishop of Canterbury in 1885.

[xx] II Macabees 2:4 Bishop Challoner’s 18th century revision of the Douay Rheims version Catholic Public Domain Version. 2005 Ronald L. Conte Jr., translator and editor.

[xxi] R. H. Charles, The Apocrypha and Pseudopigrapha of the Old Testament, Vol. 2, 2 Baruch 6 (Oxford, UK: Oxford Press, 1913).

[xxii] James Strong, Strong’s Exhaustive Concordance of the Bible, Hebrew Dictionary, Hebrew Lexicon, # 5015 (Iowa Falls, IA: World Bible Publishers, 1986).

[xxiii] Ibid. # 5013.

[xxiv] Ibid. # 5011.

[xxv] Deuteronomy 34:10, KJV.

[xxvi] Deuteronomy 34:5, KJV.

[xxvii] Strong’s Hebrew Dictionary, # 5014.

[xxviii] Talmud (Sanhedrin XI. 109a) (Cf. Obermeyer, pp. 314, 327, 346). Translated by Michael L. Rodkinson. (New York: New Talmud Pub. Co., c1896–c1903).

[xxix] Numbers 21:9, KJV.

[xxx] 2 Kings 18:24, KJV.

[xxxi] The sculpture of the serpent on the pole was created by Italian artist Giovanni Fantoni. Wikipedia Mount Nebo.

[xxxii] 1 Kings 8:10, KJV.

[xxxiii] Ezekiel 11:23, KJV.

[xxxiv] Ezekiel 43:4, KJV.

[xxxv] Exodus 34:35, KJV.

[xxxvi] 1 Samuel 4:22, KJV.

[xxxvii] R. H. Charles, The Apocrypha and Pseudopigrapha of the Old Testament..

[xxxviii] Ibid., Ta’anit 29a and in Pesikta Rabbati 26:6.

[xxxix] Ibid., Talmud. Jalkut Shekalim 50a and B. on Isa. xxi.

[xl] Columbia Encyclopedia, 1080.

[xli] David Flynn, Temple at the Center of Time, Official Disclosure, First Edition, (Crane, MO: Defender Publishing, September 8, 2008) 129–144.

Bron: WILL THE ARK OF THE COVENANT BE REVEALED FOR THE COMING THIRD TEMPLE? » SkyWatchTV