www.wimjongman.nl

(homepagina)

Nationale belangen zouden over de kwesties van godsdienst en staat moeten beslissen.

De meeste Israëliërs willen leven in een land waar het Jodendom betekenis heeft, maar willen niet te veel beperkingen in hun keuzevrijheid. Politici moeten coalitieovereenkomsten sluiten die dit in gedachten houden.

door Dr. Shuki Friedman - 3 november 2019

Uiteindelijk zullen politici coalitiedeals moeten sluiten en een van de belangrijkste onderwerpen op de onderhandelingstafel zal de kwestie zijn van religie en staat, die meer dan ooit een nieuw denken vereist en nieuwe criteria voor mogelijke oplossingen.

De historische status-quo op het gebied van religie en staat is zwakker geworden en de regelingen die daarbij horen, zijn steeds minder relevant. Na decennialang te zijn weggeknabbeld als gevolg van politieke gevechten, gerechtelijke uitspraken en de facto gedrag, is de wet zelf irrelevant geworden - we kunnen de status-quo dus dood verklaren.

Het resultaat is chaos. Voortzetting van de huidige situatie schaadt de persoonlijke vrijheden en het Joodse karakter van de natie en laat deze bijna als toevallig achter om opgelost te worden. De strijd om godsdienst- en staatskwesties in de laatste verkiezingen illustreert zowel de dringende behoefte aan verandering terwijl het ook een kans creëert voor die verandering.

Wat zijn de gewenste afspraken over godsdienst- en staatskwesties? In de loop der jaren zijn er veel oplossingen voorgesteld die ergens in een spectrum liggen tussen volledige scheiding tussen religie en staat, in Franse stijl, en modellen die dichter bij religieuze staten staan als Saoedi-Arabië of Iran. Dit zijn beide extremistische benaderingen en geen van beide is geschikt voor Israël. Een volledige scheiding van religie en staat zou Israël dichter bij een staat "voor al haar burgers" brengen, terwijl de regeling door de Joodse Wet het democratische karakter van het land zou schaden. Het merendeel van het publiek is geen voorstander van een extremistische benadering en het belangrijke debat vindt ergens in het midden plaats.

Ik zou een criterium willen voorstellen dat gebruikt kan worden bij het vormgeven van een toekomstige oplossing voor het vraagstuk van religie en staat: nationale belangen. De grotere kwestie omvat kleinere kwesties die betrekking hebben op individuen en hun relatie tot God, evenals enkele die het joodse karakter van het land beïnvloeden. De mate waarin een persoon koosjer is of hoe een vrouw in een mikwe moet baden, zijn vragen die strikt betrekking hebben op de relatie van de gelovige met God. Ze hebben geen gevolgen voor de natie of haar karakter. Aan de andere kant zijn er vragen die direct van invloed zijn op de Joodse aard van Israël, waarvan de meest kritische vraag de bekering is. Aangezien de Wet van Terugkeer het Israëlische staatsburgerschap toekent aan mensen die zich tot het jodendom bekeren, heeft de vraag welke vorm van bekering in Israël zal worden erkend niet alleen invloed op de bekeerling, maar ook op het joodse karakter van het land. Als bijvoorbeeld een grote groep mensen van ergens anders vandaan een snelle bekering ondergaat, zal Israël geen andere keuze hebben dan hen binnen te laten.

Daarnaast zijn er ook specifieke kwesties die niet alleen gevolgen hebben voor het karakter van de staat, maar ook voor individuele rechten, zoals wetten over huwelijk en scheiding, of de mate waarin wetten over de Sjabbat moeten worden gehandhaafd.

Het erkennen van de noodzaak om de kwestie van religie en staat op basis van nationale overwegingen op te lossen - met andere woorden, op een manier die zich richt op de gevolgen die deze overeenkomsten zouden hebben op de bevolking als geheel - betekent grote veranderingen in de mate waarin de overheid betrokken is bij regelingen voor religieuze kwesties. Bij kwesties die buiten het individu om niet van belang zijn, mag de overheid niet ingrijpen. Daarom is voorgesteld dat de regering zich geleidelijk aan terugtrekt van bemoeienis met kwesties van koosjere certificering of de regels voor het gebruik van het mikveh. De regering zal op dit gebied wel religieuze diensten verlenen, maar niet de halachische lijn bepalen die hen leidt. Aan de andere kant, zolang de Wet van Terugkeer van toepassing is op bekeerlingen tot het Jodendom, moet de regering beslissen over welke bekering dan wordt erkend en moet zij dat besluit baseren op de status quo. Bij een burgerlijk huwelijk kan de overheid ingrijpen - ook al is het op basis van religieuze parameters - maar moet ook de optie van het burgerlijk huwelijk beschikbaar zijn. Hetzelfde geldt voor de Shabbatwetten: hoewel het duidelijk is dat het speciale karakter van de Shabbat in het openbaar in Joodse gebieden moet worden behouden, moeten verschillende gemeenschappen ook in staat worden gesteld om op consensus gebaseerde regels te maken over de naleving van de Shabbat, afhankelijk van wat het hun uitkomt.

De meeste Israëliërs willen leven in een land waar het Jodendom betekenis heeft, maar willen niet te veel beperkingen van hun keuzevrijheid. Politici die in onderhandeling treden, hebben de plicht om het nationale belang voor ogen te houden en oplossingen te vinden waarover iedereen het eens kan worden.

Bron: National interests should decide issue of religion and state - www.israelhayom.com