Is iedereen van die volken dan ook uitverkoren om het lichaam
van Yeshua te vormen en kind van G’d te zijn? Nee want zowel uit
Juda als uit Efraïm zijn er die Yeshua niet aanvaarden en
zelfs vijandig zijn. Israël is een volk dat in zijn geheel aan
de voet van de berg Horeb stond, alle stammen. Niet alleen Juda;
ook de ander stammen stonden daar en dan zegt de Here in Deut.
18:18: “dat Hij een profeet zal verwekken als Mozes en naar zijn
woorden moeten we luisteren, wie niet luistert zal rekenschap
worden gevraagd”.
Dit wordt gesproken alleen tot alle stammen van Israël, niet
tegen andere volken, die nooit belooft hebben dat ze dit zouden
gehoorzamen. Dit is heel cruciaal deze woorden zijn nooit tegen de
heidenen uitgesproken. Waarom en hoe die bondgenoten er dan toch
bij komen? Wel door allerlei omstandigheden, (en G’d leidt dat)
komen mensen in aanraking met het evangelie en aanvaarden Yeshua
als hun Heiland. Maar op dat zelfde moment ben je een kind van G’d
en toegevoegd tot het volk.
Rom. 9:24-29. “Welke Hij ook geroepen heeft, namelijk ons, niet alleen uit de Joden, maar ook uit de heidenen. Gelijk Hij ook in Hosea zegt: Ik zal hetgeen Mijn volk niet was, Mijn volk noemen, en die niet bemind was, Mijn beminde. En het zal zijn, in de plaats, waar tot hen gezegd was: Gijlieden zijt Mijn volk niet, aldaar zullen zij kinderen des levenden G’ds genaamd worden. En Jesaja roept over Israël: Al ware het getal der kinderen Israëls gelijk het zand der zee, zo zal het overblijfsel behouden worden. Want Hij voleindt een zaak en snijdt ze af in rechtvaardigheid; want de Heere zal een afgesneden zaak doen op de aarde. En gelijk Jesaja te voren gezegd heeft: Indien de Heere Sebaoth ons geen zaad had overgelaten, zo waren wij als Sodom geworden, en Gomorra gelijk gemaakt geweest”. SV.
Hier wordt een profetie uitgesproken over Efraïm in het boek Hosea deze profetie wordt toegepast op de heidenen. Als Paulus het heeft over de joden dan is dat Juda. Hier is een aanwijzing dat Efraïm verborgen is in de gemeente. Wij allen zijn Israël, samengevoegd tot een bouwwerk; een tempel voor de H. Geest. Dat is een vast gegeven.
De Rom.brief spreekt van inenting op de stam: “en als gij
Christus toebehoort, dan zijt gij Abrahams zaad (sperma staat er in
het Griekse grondtekst) en volgens de belofte erfgenamen.” Galaten
3:29, Lei.
“Gij nu, broeders zijt op de wijze van Izaäk kinderen der
belofte.” Galaten 4:28, Lei.
Yeshua is gezonden om te wijden de verloren schapen van
Israël. “Mijn schapen luisteren naar mijn stem; ik ken ze, zij
volgen mij.” Johannes 10:27, Lei.
“Nog andere schapen heb ik, die niet uit deze kooi zijn. Ook die
moet ik leiden; zij zullen mijn stem horen, en het zal zijn:
Eén kudde één herder.” Johannes 10:16,
Lei.
Hier zegt de Heer dat hij de twee kuddes bij elkaar zal voegen,
of twee volken tot één volk. De samenvoeging moet nog
plaats vinden. Iedereen die het offer van Yeshua aanneemt tot
vergeving van zonden is dus als Izaäk een kind van
Israël, voor G’d zijn we kinderen van Israël evenals
Rachab en Ruth, wij behoren bij de eerstgeborenen en mogen we ons
eerstgeboorterecht niet als Esau verkopen.
Hebreeën 12:16,17, Lei. “dat niemand een hoereerder zij, of
een onheilige als Esau, die voor een enkel gerecht zijn
eerstgeboorterecht prijs gaf. Want gij weet dat hij, toen hij later
den zegen wilde beërven, afgewezen werd; hij vond geen
gelegenheid tot berouw, hoewel hij den zegen onder tranen
zocht.”
Dit is de weg waarop Efraïm weer G’ds volk kan worden.
Het O.T. spreekt van Juda, Efraïm en het gehele huis van
Israël. Het gehele huis van Israël wordt na de
verdrijving nog 9 maal genoemd. In Jer. 9:26; 13:11, Ez.5:4 ; 12:10 ;
37:10 en 16 ; 39:25 ; 45:6 en 17.
Efraïm wordt 139 maal genoemd in het O.T waarvan 52 maal in de
profeten. dus na de verdrijving.
De naam Juda komt 762 maal voor en daarvan 280 maal in de profeten. Het huis van Juda wordt 25 maal in de profeten genoemd en het huis van Israël 14 maal. Er wordt dus een duidelijk onderscheidt gemaakt. Waarbij Juda vaak tegenover
Israël staat. Jer. 5:11 ; 11:17 ; 13:11 b.v.
Het is dus Yeshua die de beide volken weer bij elkaar zal
brengen. Zijn wij dan allemaal Israël, uit de beide volken samen
gevoegd tot een bouwwerk, een tempel voor de H. Geest? Ja; want in
Joh. 17 spreekt Yeshua over zijn taak die op aarde is volbracht en
waaruit blijkt dat Hij slecht gekomen is, “in die tij,d” om mensen
te verkrijgen die de Vader aan Yeshua heeft gegeven.
Johannes 17:6-11,Lei. “Ik heb uw naam geopenbaard aan de mensen
die Gij mij uit de wereld gegeven hebt. U behoorden zij toe, en mij
hebt Gij ze gegeven, en zij hebben uw woord onderhouden. Nu hebben
zij erkend dat al wat Gij mij gegeven hebt van U afkomstig is; want
de woorden die Gij mij gegeven hebt heb ik hun gegeven; zij hebben
ze aangenomen, in waarheid erkend dat ik van U ben uitgegaan en
geloofd dat Gij mij gezonden hebt. Ik bid U voor hen; ik bid
niet voor de wereld, maar voor hen die Gij mij gegeven hebt;
want U behoren zij toe, en al het mijne is het uwe, het uwe het
mijne, en ik ben in hen verheerlijkt. Ik ben niet meer in de
wereld, maar zij zijn in de wereld en ik ga tot U. Heilige Vader,
bewaar hen door de kracht van uw naam, dien Gij mij gegeven hebt;
opdat zij één mogen zijn als wij”.
Wat betekend dit? Wel; niet alle mensen kunnen tot de Here
komen!!! Alleen die de Vader heeft gegeven. Dat er dus onderscheidt
in aanneming is, “uitverkiezing”.
We zien het ook om ons heen. Sommige mensen keren zich gewoon af van wat ze horen. Uit de tijd van voor en kort na de Zondvloed weten we dat er al kinderen G’ds waren die leefden naar het geweten. Naar de wet die G’d de Vader in ieder mensenhart legt. Rom. 2:15.
Daar komen later de mensen bij de leefden naar de regels van G’d
en vertrouwden op zijn beloften. Dit onderscheid in de verzameling
en toelating tot het koninkrijk zien we ook als we b.v. de teksten
uit de Openbaring lezen.
Openb. 5:9,10 “en zongen dit nieuwe lied: Waardig zijt gij het boek
te nemen en zijn zeven zegelen te verbreken; want gij zijt geslacht
en hebt met uw bloed voor G’d mensen gekocht uit alle stammen,
talen, volken en natiën, en hebt hen ter ere van onzen G’d
koningen en priesters gemaakt, en zij zullen op aarde heersen.”
Lei.
Dit is de gemeente die, voordat de zegels worden geopend, al zingt dat Yeshua de macht heeft om de zegels te verbreken. Uit alle stammen en talen en natiën komen er die met Hem koningen en priesters zulen zijn. De gemeente, en die heeft deel aan de opname en de eerste opstanding.
Uit de grote verdrukking zullen anderen komen. “Daarna zag ik toe, en zie, een schare zo talrijk dat niemand ze tellen kon, uit alle volken, stammen, natiën en talen, stond voor den troon G’ds en voor het Lam, bekleed met witte gewaden, palmtakken in de handen. Zij riepen met luide stem: Heil onzen G’d, die op den troon zit, en het Lam.” Openbaring 7:9,10, Lei.
Openbaring 7:13; “En een der oudsten nam het woord en zeide tot mij: Die met witte gewaden beklede, wie zijn dat en van waar zijn zij
gekomen?.
Ik zeide tot hem: Mijn heer, gij weet het. En hij zeide tot mij:
Dat zijn diegenen die komen uit de grote verdrukking; zij hebben hun
gewaden gewassen en ze wit gemaakt met het bloed des Lams.”
Openbaring 7:13,14, Lei.
Hier staat niet bij dat ze priesters en koningen zullen zijn. Op
grond van hun keuze voor of tegen de antichrist zijn ze behouden.
Ze komen uit de grote verdrukking. De tweede dood heeft geen macht
over hen. Maar ook in de grote verdrukking zullen uit beide huizen
dus geheel Israël 144 duizend worden verzegeld. Openb.
7:3-8.
De stam Dan ontbreekt hier en Efraïm is Jozef, 12
stammen geen 13 stammen meer. Vervolgens het oordeel voor de grote witte troon, volgens Openb. 20: 11-15, nadat de oude aarde en hemel er niet meer zijn geeft het de mensen (na de tweede opstanding), toegang tot de nieuwe hemel en
aarde, op grond van hun werken. Niet uit genade, niet behorende tot
de gemeente. Over gemeente en de mensen uit de verdrukking heeft de tweede dood geen macht.
Dit is een heikel punt.
Waarom? Omdat de leer is; ----- dat naar aanleiding van de boeken
zal blijken dat al deze mensen terecht worden veroordeelt tot de
vuurpoel. Niemand die Jezus niet heeft aangenomen kan door dit
oordeel komen.
Echter er zijn ontelbare mensen die in het verleden nog nooit
van Christus hebben gehoord. Die worden geoordeeld naar de wet in
hun hart. Wij weten niet hoe dat gaat en laten we daar maar buiten
blijven.
Verder in Openb. 22:14, staat, “Zalig wie hun kleren wassen
om te kunnen beschikken over de levensbomen en door de poorten de
stad binnen te gaan.” Openbaring 22:14, Lei.
Dit staat niet in de verleden tijd maar de tegenwoordige tijd. Is
deze passage een vooruitblik of moeten we er iets anders in
lezen?
Straks in het duizendjarig rijk als alle stammen bijeen zijn en
Yeshua regeert. Ezech. 37 21-28. Dan is Yeshua koning op aarde over
de hele aarde, ook over de heidenen die Hij zal hoeden met een
ijzeren staf.
Nu is Hij de Hogepriester. In het duizendjarig rijk zal elke knie zich buigen. Dan zal Yeshua lijfelijk, zittende in Jeruzalem de grote Koning in Israël zijn.
Dat is ook wat de discipelen vragen:“Eens kwamen zij bij hem
en vroegen hem: Heer, zult gij in dezen tijd het koninkrijk over
Israël weer oprichten?” Handelingen 1:6, Lei.
In Lucas 24:21 zeggen de Emmaüsgangers; “en we dachten nog
wel dat Hij het koningschap van Israël zou herstelle.n”
Maar de Vader weet de tijd waarop Yeshua terug zal komen op
aarde om de Koning te worden. Hand. 1:7. Wij hebben vaak geen
onderscheidt als we spreken over het volk Israël.
Maar de bijbel spreekt zelf van Juda, Efraïm en Israël.
Juda en de Efraïm/gemeente uit de volken, zijn nog steeds in
leer en leven van elkaar gescheiden, zelfs als er uit Juda mensen
zijn die Yeshua als hun Messias hebben aangenomen, voegen wij ons
niet tezamen. Al onze rituele, feesten, heilige dagen, enz. houden
ons gescheiden. Dat is weliswaar veelal de schuld van de gemeente
die alles heeft veranderd, maar toch.
Ook had de gemeente tot opdracht om Juda tot naijver te verwekken, (Rom 11:11) wanneer wij tot Yeshua waren gekomen en wij zijn daar niet in geslaagd, integendeel de naam van Yeshua wordt onder Juda met afschuw uitgesproken. Het woord Jesu betekend in het Hebreeuws, “die het niet is”. Het kruis is een zwaard geworden voor de joden. Beide huizen hebben niet aan de opdracht kunnen voldoen om de gerechtigheid op aarde te brengen. Er is geen enkele reden om trots te zijn.
“Hij zal zijn tot een steen waaraan men zich stoot, een rotsblok
waarover men struikelt, voor de beide huizen Israëls, tot een
net en een valstrik voor Jeruzalems inwoners.” Jesaja 8:14, Lei.
Hieruit blijkt dat de beide huizen niet in staat zijn om de
opdracht uit te voeren die hun gegeven is. Het boek Jesaja gaat
over Juda, maar de boeken Hosea en Ezechiël gaan heel veel
over Efraïm en zijn bevrijding. Er zijn al heel veel beloften
in vervulling gegaan wat we verderop willen zien.
Enige kernteksten zijn: Rom.9:24-29 Hosea 1:9-12 Hebreeën 8:8
Jes.:14 en 10:21,22
Wel wil ik met nadruk er op wijzen dat ik niet beweer dat de
gemeente allemaal Efraïmieten zijn, maar dat de stammen
verborgen zijn in de volken en uit de volken de gemeente is
gebouwd. Dat er twee huizen zijn de Oudste en de Jongste broer.
Een belangrijke tekst waarop G’d zijn beloften tegenover deze stammen
vervult is daarbij Jes. 49:6-7: “Het is te gering dat gij mij ten
dienaar zoudt zijn om Jakobs stammen weder op te richten en
Israëls gespaarden terug te brengen; ik zal u stellen tot een
licht der natiën, opdat mijn heil reike tot het einde der
aarde. Zo spreekt de Heer, Israëls losser, zijn Heilige, tot
den diep verachte, den verafschuwde bij het volk, den slaaf der
heerschers: Koningen zullen bij uw aanblik oprijzen, vorsten zich
neerwerpen, ter wille van den Heer, die getrouw is, van
Israëls Heilige, die u uitverkoren heeft.” Jesaja 49:6,7,
Lei.
G’d heeft en gaat zijn beloftes vervullen.
Bij mij heeft een hele tijd de vraag geleefd, hoe moet ik mijn invoeging zien in het volk Israël als ik niet wil gaan staan in de plaats van het huidige Israël zoals wij dat kennen. Dit omdat de Here daar een totaal andere weg mee gaat dan met ons. Maar er zijn meer vragen zoals: Waarom is de kerk in het Midden-Oosten ondergegaan in de Islam? Door afval? Zijn wij zo trouw? Waarom is de westerse kerk niet ondergegaan in het heidendom van de middeleeuwse R.K.kerk en niet ondergegaan in de Islamitische aanval op Europa? Zelfs kregen we een reformatie.
Waarom moest Paulus naar Europa en mocht hij niet in Azië
blijven? Hand. 16:6-10. Dit alles heeft te maken met de profetie
van Noach. “Jafeth zal wonen in de tenten van Sem.” Maar ook heeft
dat te maken met de belofte dat geheel Israël het evangelie
moest horen, ook de Efraïmieten. Samen met de verspreiding van
het goede nieuws onder de Semitische maar ook naar de Jafethvolken.
Omdat onder die volken een groot deel van de 10 stammen was gaan
wonen. Niet naar China niet naar Afrika, maar naar Europa.
Wat zegt Paulus in Hand 26:6,7 als hij terecht moet staan? Om mijn hoop op de belofte door G’d aan onze vaderen gedaan is; welke onze twaalf stammen, door voortdurend nacht en dag G’d te vereren, hopen te bereiken. Om deze hoop wordt ik aangeklaagd.
Petrus zegt in Hand. 2:36, dat het ganse huis Israëls moet weten dat
G’d, “Yeshua”, tot de Messias heeft gemaakt.
Zo gaat het evangelie over de hele wereld maar Efraïm eerst.
Dat was de eerste zendingsgolf. Slechts vele eeuwen later is het evangelie
naar andere werelddelen gegaan. In de tweede zendingsgolf door de
gemeente/Efraïm en wat nu wordt afgemaakt in de derde
zendingsgolf. Is in die richting van Europa het huis van
Efraïm weggetrokken? Ja en dat is enigszins na te gaan als we
alle gegevens naast elkaar leggen samen met de profetieën.