www.wimjongman.nl

(homepagina)

Waarom het vredesplan van Trump er niet toe doet

De economische integratie van Israël in de regio verloopt voorspoedig, zonder een oplossing voor een onoplosbaar conflict met de Palestijnen.

Door Jonathan Tobin - 17 januari 2019

Eerder deze week zond de Israëlische televisie een reportage uit over de details van het vredesplan voor het Midden-Oosten, dat de regering-Trump op enig moment in de toekomst van plan is te onthullen. Als het verslag correct is, dan zal het plan dat door de Hoge Adviseur van het Witte Huis en presidentiële schoonzoon, Jared Kushner, wordt bewerkt, gelijksoortig zijn aan die welke is uitgevaardigd door vorige regeringen en vorige Israëlische regeringen, maar herhaaldelijk verworpen door de Palestijnen.

Maar de meeste ervaren waarnemers verspillen niet veel tijd met speculeren over het vredesplan. Weinigen denken dat er enige kans is dat deze inspanning zal slagen. Maar terwijl het gebrek aan vooruitgang naar vrede wordt betreurd door de Amerikanen - die dwaas genoeg Israël beschuldigen voor de impasse - zijn de ontwikkelingen die de vooruitgang benadrukken naar de economische integratie van Israël in het gebied veel belangrijker dan het werk van Kushner dat doelloos is.

Het belangrijkste nieuws dat deze week uit het Midden-Oosten komt, betreft de vorming van het Oostelijk Middellandse Zee Gasforum. Het forum is een multilaterale groep bestaande uit Israël, Egypte, Jordanië, de Palestijnse Autoriteit, Cyprus, Griekenland en Italië. Het doel is, met de woorden van de aankondiging van het Egyptische Olie Ministerie, om "een regionale gasmarkt te creëren die de belangen van haar leden dient door vraag en aanbod te waarborgen, de ontwikkeling van de hulpbronnen te optimaliseren, de kosten van de infrastructuur te rationaliseren, concurrerende prijzen te bieden en de handelsbetrekkingen te verbeteren, onder nog andere doelstellingen".

Het forum maakt deel uit van een inspanning om de enorme rijkdom aan offshore gasreserves aan te wenden en van de groep een regionaal energieknooppunt te maken. Net als de EastMed Pipeline die sommige van dezelfde landen, waaronder Israël, als partners aan het bouwen zijn, weerspiegelen deze plannen de veranderingen in de wereldeconomie die het potentieel hebben om landen te verrijken die vroeger werden gezien als landen die niet over natuurlijke hulpbronnen beschikten.

Maar de echte betekenis is dat het aantoont dat de integratie van de Joodse staat in een regionaal en mondiaal netwerk niet hoefde te wachten totdat de Palestijnen eindelijk besloten zouden hebben om vrede te sluiten.

De ironie van deze ontwikkelingen is dat het forum en de pijplijn Israël zo nauw met Egypte en andere landen zouden kunnen verbinden dat het de flexibiliteit en onafhankelijkheid van de Joodse staat in de internationale handel zou kunnen beperken, vooral met betrekking tot de marketing van de export. Het zou ook mogelijkheden kunnen creëren om druk uit te oefenen op Israël om diplomatieke of politieke concessies te doen aan zijn vijanden. Toch zou het saboteren van de economische belangen van de groep om het conflict te bevorderen, in strijd zijn met de belangen van alle deelnemers. Dat geldt met name voor de Palestijnse Autoriteit, die hongerig is naar een nieuwe bron van inkomsten ter ondersteuning van haar corrupte regering.

Het forum en de pijplijn voldoen aan wat de stichtende generatie van Israël als haar uiteindelijke doel beschouwde. De Joodse staat is nu een economische en strategische partner voor buren die ooit op zoek waren naar de vernietiging ervan.

Economische vooruitgang wist niet alle problemen van Israël uit de weg. De abnormale situatie op de Westelijke Jordaanoever - waar Israël de veiligheidscontrole handhaaft, terwijl de Palestijnse Autoriteit zelfbestuur biedt aan de meeste Arabieren - wordt door beide partijen met afkeer en frustratie bekeken. Maar zowel Israëliërs als Palestijnen weten dat vrede nergens in zicht is.

Het voorstel van Kushner roept naar verluidt op tot een tweestatenoplossing met een Palestijnse staat die 85-90 procent van de Westelijke Jordaanoever en een deel van Jeruzalem zou controleren. Israël zou de grote nederzettingsblokken en de algemene controle over de oude stad Jeruzalem behouden. Israël, de Palestijnen en Jordanië, en misschien andere landen, zouden gezamenlijk de heilige plaatsen op de Tempelberg beheren.

Het nieuws over deze voorwaarden zorgde voor een voorspelbare stroom van reacties, waarbij de Palestijnse Autoriteit beloofde nooit iets minder te zullen accepteren dan een volledige terugtrekking naar de lijnen van voor juni 1967, ook al zou dat niet noodzakelijkerwijs leiden tot erkenning van de legitimiteit van Israël. De partijen aan de rechterzijde van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu's Likud stelden ook de vrijlatingen aan de kaak en hekelden elke stap naar een tweestatenoplossing die, zo zeiden zij, de veiligheid van Israël in gevaar zou brengen.

Netanyahu bleef zwijgen over het rapport, aangezien hij elke eerdere discussie over de inspanningen van Kushner al eens heeft gevoerd. Als de Palestijnen bereid waren om in te stemmen met vrede, op zowat elke voorwaarde die de overleving van Israël omvatte, dan zou het een politieke crisis voor hem veroorzaken. Maar hij weet dat PA-leider Mahmoud Abbas niet in staat is om mee te gaan met het plan van Kushner, of zelfs nog genereuzere regelingen. En zolang Hamas de controle heeft over Gaza, is dat een dodelijke bedreiging voor de Partij van Abbas, Fatah, op de Westelijke Jordaanoever, en zal dat de PA onbekwaam maken tot het instemmen met een vredesplan.

De criticasters van Israël - en zelfs veel van haar vrienden - denken dat de Joodse staat gedoemd is om te verdwijnen, tenzij dit verandert. Om onaangename en ongemakkelijke feiten weg te wensen over de formele bereidheid van de Palestijnen om hun eeuwenoude oorlog tegen de Joodse staat op te geven, gaan sommigen van ons in hun magisch denken over tot Israëlische concessies die de vijanden ervan slechts zouden aanmoedigen (zoals Ariel Sharons terugtrekking uit Gaza in 2005), om maar een formule te geven voor het oplossen van een onoplosbaar probleem.

Het is niet zo dat de tijd aan de kant van Israël staat. Er wordt ons voortdurend verteld dat als er geen drastische en gevaarlijke maatregelen worden genomen, de Joodse staat verloren gaat. Maar zoals het nieuws over de pijpleiding en het forum aangeeft, wordt Israël sterker, en niet zwakker, ondanks haar onvermogen om de Palestijnen tot vrede te dwingen.

Dit betekent niet dat alles perfect is, of dat Israël niet moet proberen de conflictpunten met de Palestijnen te verminderen. Maar de nadruk op een politieke oplossing is contraproductief waar het niet mogelijk is. De enige weg naar coëxistentie is via economische samenwerking, zoals de gasinitiatieven en andere maatregelen laten zien.

In die context zouden Trump en Kushner er beter aan doen om hun plan - hoe goedbedoeld ook - permanent op de plank te zetten en zich in plaats daarvan te richten op het bevorderen van ontwikkelingen die de Palestijnen zouden helpen om hun afhankelijkheid te doorbreken van de Fatah-bescherming. De vooruitgang van Israël bij de integratie van haar economie in de regio hoeft niet te wachten tot de Palestijnen hun oorlog opgeven; het biedt de beste en misschien wel de enige weg naar vrede.

Jonathan S. Tobin is hoofdredacteur van JNS - Jewish News Syndicate. Volg hem op Twitter bij: @jonathans_tobin.

Bron: Why Trump’s peace plan doesn’t matter | JNS.org