www.wimjongman.nl

(homepagina)

Turkije en de EU: Een gedoemd samengaan

Door Burak Bekdil - 28 april 2019

Recep Tayyip Erdogan, foto via maxpixel.net

BESA Center Perspectives Paper No. 1.155, 28 april 2019.

Samenvatting: De verkiezingen van 31 maart, die overwinning en nederlaag voor de Turkse president Recep Tayyip Erdogan combineerde, hebben een verdere rem gezet op de vastgelopen toetredingsonderhandelingen van Turkije met de EU. De islamitische sterke man lijkt de bereidwillige politieke gijzelaar te zijn van de Grijze Wolven van Turkije.

Twee decennia geleden was de grote vraag in Brussel en Ankara: "Zal Turkije op een dag volwaardig lid worden van de EU? Een decennium geleden was het: "Hoe snel kan Turkije volwaardig lid worden?". Vandaag is de vraag eenvoudiger: "Zal het Turkije of de EU zijn die een officieel einde maakt aan deze schertsvertoning?"

In maart herinnerde het Europees Parlement de westerse Turken er met klem aan dat ze het bij het verkeerde eind hadden. In een niet-bindende stemming, adviseerde de vergadering om de toetredingsonderhandelingen met Turkije op te schorten (370 stemmen voor, 109 tegen met 143 onthoudingen.) Een persbericht van de EU na gesprekken op hoog niveau met Turkije in Brussel bevestigde dat de toetredingsbesprekingen tot stilstand waren gekomen en zei dat de "verklaarde toewijding van de Turkse regering aan de toetreding tot de EU moet worden vergezeld met overeenkomstige hervormingen".

Er zijn tal van redenen - allemaal open geheimen - waarom Turkije niet in aanmerking komt om lid te worden, aldus de vergadering: voortdurende schendingen van de mensenrechten, burgerrechten en minderhedenrechten, bezorgdheid over Ankara's gebrek aan respect voor religieuze en culturele rechten van minderheden, de "krimpende ruimte voor het maatschappelijk middenveld" van de staat, arrestaties en onderdrukking van journalisten, het ontslag van dissidente academici, de behandeling van migranten uit het Midden-Oosten binnen haar grenzen, het misbruik van de rechten van de overheid op een eerlijk proces van haar eigen burgers onder het mom van terreurverdenkingen, de intimidatie van haar eigen burgers, de versplinterde relaties van Turkije met naburige staten zoals Cyprus en Griekenland, evenals (het gebrek aan) normalisering van de diplomatieke betrekkingen met het buurland Armenië.

Het Europees Parlement zei:

 Het vooruitzicht van de rechtsstaat en de fundamentele rechten, waaronder de scheiding der machten, de democratie, de vrijheid van meningsuiting en de media, de mensenrechten, de rechten van minderheden en de vrijheid van godsdienst, de vrijheid van vereniging en het recht op vreedzaam protest, de strijd tegen corruptie en de strijd tegen racisme en discriminatie van kwetsbare groepen vormen de kern van het onderhandelingsproces.

Toen Europa die boodschap uitzond, toerde de islamitische sterke man van Turkije, president Erdogan, door het land tijdens een verkiezingscampagne waarin hij zijn tegenstanders aanmerkte als verraders in een verbond met terroristen. Terwijl hij met massa's partijgetrouwe mensen sprak, vertoonde hij videobeelden van de moordpartijen in twee moskeeën in Nieuw-Zeeland en eiste hij de mantel van het moslimslachtofferschap op.

Alsof hij de bevindingen van het Europees Parlement over Turkije wilde bevestigen, riep hij Nieuw-Zeeland op om de doodstraf voor de schutter die 50 mensen doodde in twee Christchurch-moskeeën te herstellen en waarschuwde hij dat "Turkije de aanvaller voor zijn daad zou laten betalen als Nieuw-Zeeland dat niet deed". Sprekend bij een verkiezingsbijeenkomst op 19 maart, zei Erdogan: "Jij (Brenton Tarrant, de Australische aanvaller in Christchurch) hebt met afschuw 50 van onze broers en zussen gedood. Je zult hiervoor boeten. Als Nieuw-Zeeland je niet dwingt, weten we hoe we je op de een of andere manier moeten laten betalen."

Ironisch genoeg was het Erdogan die, om te voldoen aan de EU-wetgeving, in 2004 de doodstraf in Turkije afschafte. In de afgelopen jaren heeft hij echter verklaard dat hij het zou goedkeuren als het parlement de doodstraf opnieuw zou invoeren. Erdoğans opmerkingen waren problematischer dan het aspect van de doodstraf op zich, wanneer ze in hun volledige context en vanuit een westers democratisch oogpunt worden geanalyseerd: dat Turkije de aanvaller voor zijn daden zal laten betalen als Nieuw-Zeeland dat niet doet. Hoe? Zal Erdogan een Turks team van huurmoordenaars naar een 16.500 km verderop gelegen gevangenis sturen om een gevangene te doden? Zal hij Nieuw-Zeeland de oorlog verklaren omdat Wellington weigerde de terrorist op te hangen?

Ondanks zijn sterke verkiezingscampagne op basis van xenofobe, met name antiwesterse retoriek, mengden de gemeenteraadsverkiezingen op 31 maart de overwinning met een nederlaag voor Erdogan. Zijn Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling (AKP) leek zegevierend (met 44% van de nationale stemmen), maar verloor Ankara, Istanbul en Izmir, drie van Turkije's grootste steden, naast verschillende andere traditionele bolwerken zoals Antalya, Adana, Mersin, Kırşehir, Artvin en Bolu. Dit is de eerste keer dat de Turkse islamisten Ankara en Istanbul hebben verloren na 25 jaar van voortdurende overwinning. [Opmerking van de schrijver: De AKP heeft de telling van de stemmen in beide steden betwist. Wettelijke waarnemers zeggen dat de Hoge Verkiezingsraad binnen enkele weken zijn definitieve uitspraak moet bekendmaken.].

Na de stemming, die Erdogan tijdens zijn campagne "een existentiële kwestie voor Turkije" noemde, hangt zijn politieke overlevingsvermogen steeds meer af van de steun van zijn belangrijkste bondgenoot, een ultranationalistische partij. Erdoğans AKP kreeg samen met de Nationalistische Bewegingspartij MHP 52% van de nationale stemmen op 31 maart. Als Erdogan onder druk komt te staan om vervroegde presidents- en parlementsverkiezingen te eisen (normaal gesproken gepland voor 2023), zal hij van zijn kant de ultranationalistische stem hard nodig hebben. Om die steun te behouden, zal hij zijn antiwesterse retoriek moeten handhaven (of zelfs versterken) en zich afzijdig moeten houden van vredesbesprekingen met de Turkse Koerden - een echte rode lijn voor de MHP. Met andere woorden, de verkiezingen van 31 maart hebben een extra rem gezet op de vastgelopen toetredingsbesprekingen van Turkije met de EU, waarbij Erdogan de gewillige politieke gijzelaar van de Grijze Wolven van Turkije lijkt te zijn.

Alparslan Kavaklıoğlu, een lid van de AKP van Erdogan en hoofd van de Veiligheids- en Inlichtingencommissie van het parlement, zei in 2018: "Europa zal moslim zijn. We zullen daar effectief zijn, als Allah het wil. Daar ben ik zeker van".

De EU en Turkije hebben elk hun eigen belang bij een eindeloze verlenging van deze schertsvertoning. Maar het publiek verveelt zich steeds meer.

Burak Bekdil is een columnist uit Ankara. Hij schrijft regelmatig voor het Gatestone Institute en voor Defense News en is een medewerker van het Middle East Forum. Hij is ook een van de oprichters van en geassocieerd redacteur bij de in Ankara gevestigde denktank Sigma.

Bron: Turkey and the EU: A Doomed Engagement