www.wimjongman.nl

(homepagina)

Wat moeten we leren van de terugtrekking uit de Gazastrook?

Door (res.) majoor Gen. Gershon Hacohen Hacohen - 16 augustus 2019

 

Gazastrook vlak voor de terugtrekking, 2005, satellietbeeld van de Amerikaanse centrale inlichtingendienst via Wikipedia.

 BESA Center Perspectives Paper No. 1.257, 16 augustus 2019.

SAMENVATTING: Het debat over de interpretatie van het duidelijke en huidige gevaar dat uitgaat van Gaza, in het kielzog van de eenzijdige terugtrekking van 2005, houdt de sleutel in tot het redden van Israël van de gevaren die de oprichting van een Palestijnse staat op de Westelijke Jordaanoever met zich meebrengen.

In de zomer van 2005, toen de eenzijdige terugtrekking van Israël uit Gaza naderde, gaf de zichzelf-benoemde "Raad voor Vrede en Veiligheid" een verklaring uit - ondertekend door honderden voormalige hoge officieren en veiligheidsagenten - die beloofde dat "de terugtrekking de veiligheidssituatie van Israël zou verbeteren". Veertien jaar later blijven veel van deze "veiligheidsdeskundigen" - waaronder de pas gepensioneerde generaal die zich tot de linkse politicus Yair Golan richtte - volhouden dat de terugtrekking uit de Gazastrook de veiligheidssituatie van Israël ten goede kwam. Zij baseren hun bewering vooral op vergelijkingen tussen het aantal gewonden en doden in de periode voorafgaand aan de terugtrekking en in de jaren daarna.

Ze houden echter geen rekening met de massale ontwrichting van het normale leven van het land - van het voortdurende leed dat veel Israëliërs wordt aangedaan, tot de enorme investeringen in de bescherming van gemeenschappen en de bouw van een nieuwe barrière met een prijskaartje van veel meer dan 4 miljard shekel, tot de zware kosten van de drie grootschalige operaties (2008-2009, 2012 en 2014) en de vele gevechtsronden. Alleen al de kosten van Operation Protective Edge (2014) - inclusief totale militaire en civiele uitgaven en berekeningen voor productiviteitsverlies - kwamen uit op meer dan 10 miljard shekel. De "deskundigen" negeren ook het evenwicht van terreur, en het daaruit voortvloeiende verlies van de Israëlische vrijheid van handelen, dat Hamas heeft ingesteld met zijn raketten en dat het in staat stelt om routines op het Israëlische thuisfront naar believen te verstoren.

Vooral door het aantal slachtoffers tot het belangrijkste criterium te maken om de veiligheidssituatie te beoordelen, zoals Amerikaanse generaals in Vietnam deden om hun ellendige mislukkingen te verdoezelen, negeren de "deskundigen" het feit dat een vergelijking van de nationale veiligheid op geen enkele manier in de eerste plaats afhangt van het aantal gewonden en doden. Als dat inderdaad het belangrijkste criterium was geweest, zou de meeste strijd voor nationale bevrijding niet worden geleverd.

Het is geen toeval dat degenen die beweren dat de eenzijdige terugtrekking de veiligheidssituatie van Israël heeft verbeterd, ook degenen zijn die voorstander zijn van verdere terugtrekkingen op de Westelijke Jordaanoever. Het onvermijdelijke verband tussen wat er sinds het vertrek van de IDF in Gaza is gebeurd en de ontworteling van de gemeenschappen in de zomer van 2005, en wat er waarschijnlijk zal gebeuren als een soortgelijke stap wordt uitgevoerd in de Westelijke Jordaanoever, vraagt om een alomvattende en kritische heroverweging van alles wat er in de afgelopen 14 jaar in Gaza is gebeurd.

Om te beginnen, versterkte de terugtrekking van Israël de overtuiging van Hamas dat de Palestijnse overwinning zal worden behaald door "verzet" en niet met politieke middelen, à la de aanpak van Mahmoud Abbas. De komst van een soevereine Hamas-entiteit in Gaza heeft vele implicaties die een serieuze herwaardering van het Oslo-proces vereisen. Een van de veronderstellingen die de terugtrekking ondermijnd heeft, is dat wederzijdse concessies de voorwaarden zullen scheppen voor wederzijdse erkenning en aanvaarding van een einde aan het conflict. Volgens Hamas was het niet het verlangen naar vrede dat de Israëliërs ertoe aanzette zich uit Gaza terug te trekken, maar een operationele en mentale nood in het licht van het meedogenloze "verzet", vergelijkbaar met de paniekvlucht uit Libanon in mei 2000. Vandaar dat de tweestatenoplossing is bezweken aan een radicale logica weergegeven volgens Hamas' voormalige leider Khaled Mashaal, in de kleuren van een voortdurende gefaseerde strategie met de onophoudelijke strijd voor de vernietiging van Israël.

Jarenlang hebben de Israëliërs gehoopt op de logica van een ruimtelijke scheiding, of, zoals Ehud Barak het verwoordde toen hij premier was: "Zij zijn er en wij zijn er". Met het vertrek van Israël uit Gaza werd de ruimte ontworpen, in overeenstemming met deze logica, als een uitgebreid grenssysteem met een veiligheidshek en een klassiek, stijf, militair grensregime. Daarmee werd - zogenaamd - een ideale staat van scheiding bereikt. En toch heeft de massale militaire opbouw van Hamas en de Palestijnse Islamitische Jihad een complexe uitdaging gevormd. Voor raketten, granaten en mortieren, maar ook voor explosieve en ontvlambare ballonnen is het hek geen obstakel. Evenmin belemmert het de tunneldreiging. Het hek draagt wel bij aan de reguliere veiligheidsroutine, maar helpt de vijand op symmetrische wijze ook ongestoord zijn macht op te bouwen. Onder de bescherming van het hek en de ruimtelijke ordening van de scheiding, zijn Hamas en de Islamitische Jihad in staat geweest om een georganiseerde militaire macht te vormen, bestaande uit bataljons en brigades, vol met een verborgen en beschermd arsenaal van raketvuur en ondersteund door een effectief commando en controle systeem. Niets van dit alles had gebouwd en onderhouden kunnen worden zonder de ruimtelijke realiteit van de scheiding, met haar strikte afbakening tussen "hier" en "daar".

Daarin ligt het fundamentele verschil tussen Hamas' organisatorische en operationele capaciteiten in Gaza, goed beschermd achter het veiligheidshek, en zijn organisatorische en operationele problemen in de West-Bank - met inbegrip van de Hebronregio, waar Hamas bekend staat om zijn brede steun onder de bevolking.

Met andere woorden, het besluit van premier Ariel Sharon om de eenzijdige terugtrekking uit Gaza volledig uit te voeren, inclusief het opgeven van de Philadelphi Route langs de grens van Gaza met Egypte, creëerde de voorwaarden die Hamas en de Islamitische Jihad in staat stelden om grote hoeveelheden geavanceerde wapens te verzamelen. Een soortgelijke stap op de Westelijke Jordaanoever, in lijn met de Palestijnse vraag naar controle over de Jordaanvallei, zou het Israëlische binnenland, met inbegrip van de belangrijkste economische en industriële infrastructuur en de Ben-Gurion-luchthaven, waarschijnlijk op onaanvaardbare wijze in gevaar brengen. Dit zijn slechts enkele van de factoren die serieus in overweging moeten worden genomen met betrekking tot een soortgelijke beweging op de Westelijke Jordaanoever.

Ondanks deze potentiële bedreigingen biedt alles wat er sinds de zomer van 2005 in Gaza is gebeurd, de zilveren lijn dat er veel kan worden geleerd van deze eerdere "testcase". De resultaten van dit "menselijke experiment" - dat dagelijks door de inwoners van de zuidelijke dorpen en steden van Israël wordt ervaren - kunnen bijdragen aan de strijd om de publieke opinie, wat ernstige twijfels oproept over de wijsheid van de "deskundigen" die blijven aandringen op extra terugtrekkingen op de Westelijke Jordaanoever tot aan de lijn van een veiligheidshek. De "zij zijn er en wij zijn er" ruimtelijke ordening die in Gaza werd uitgeprobeerd, dat abject is mislukt.

Het debat over de interpretatie van het duidelijke en huidige gevaar dat zich in Gaza voordoet na de terugtrekking, is de sleutel tot het redden van Israël van de gevaren die de oprichting van een Palestijnse staat op de Westelijke Jordaanoever met zich meebrengt.

Dit is een bewerkte versie van een artikel dat op 9 augustus 2019 in Israel Hayom is gepubliceerd.

Maj. Gen. (res.) Gershon Hacohen is een senior onderzoeker bij het Begin-Sadat Center for Strategic Studies. Hij heeft 42 jaar in de IDF gediend. Hij voerde het bevel over troepen in gevechten met Egypte en Syrië. Voorheen was hij korpscommandant en commandant van de IDF Militaire Hogescholen.

Bron: What Should Be Learned from the Gaza Disengagement?