www.wimjongman.nl

(homepagina)

Iran en de Taliban: Een tactische alliantie?

Door Farhad Rezaei - 15 januari 2019

 

Afghanen uit hun dorpen verdreven door de Taliban, foto door de VS Army Spc. Christopher Baker via het Amerikaanse Ministerie van Defensie

 BESA Center Perspectives Papier nr. 1.064, 15 januari 2019

Samenvatting: Iran en de Taliban hebben lang hun ups en downs gehad. In 1998 kwamen de twee partijen bijna tot een directe botsing toen de Taliban-strijdkrachten Iraanse diplomaten doodden, echter het incident eindigde zonder een groot conflict. De invasie van de VS in Afghanistan in 2001, de angst voor een oplevende ISIS in Afghanistan, en de waterproblematiek hebben Teheran er echter toe aangezet haar verbondenheid met de Taliban op te voeren. Deze tactische alliantie zal Iran in staat stellen zijn invloed in Afghanistan verder uit te breiden.

Iran heeft jarenlang heimelijk contact gehad met de Taliban, de gevaarlijkste terreurgroep in Afghanistan. Maar onlangs ging Ali Shamkhani, de secretaris van de Iraanse Hoge Nationale Veiligheidsraad (SNSC), in de openbaarheid met deze verhouding, en claimde dat de contacten waren gemaakt met als doel "het in bedwang houden van de veiligheidsproblemen in Afghanistan".

De aankondiging kwam als een verrassing, niet omdat het publiek niet op de hoogte was van deze geheime betrekkingen van Iran met de Taliban, maar omdat Teheran altijd heeft geprobeerd de banden met terreurgroepen tot een "open geheim" te houden in een poging om een ontkenning aannemelijk te houden. Waarom heeft Teheran besloten om nu in het openbaar te treden over de Taliban-verbinding?

Een overzicht van de geschiedenis van de relatie kan helpen om het denken van de mullahs te verklaren. De relaties tussen Iran en de Taliban hebben lang hun ups en downs gehad. Tijdens de periode van het Taliban-regime zag Iran de groep als een bedreiging voor hun belangen. De twee partijen kwamen bijna in september 1998 in een direct conflict terecht, toen de Taliban-troepen negen Iraanse diplomaten en één journalist uit het Iraanse consulaat in Mazar-i-Sharif ontvoerden en vermoordden. De Iraanse Islamitische Revolutionaire Garde (IRGC) beloofde wraak te nemen en was bereid een totale aanval uit te voeren. Maar de crisis eindigde zonder een grootschalig conflict, misschien vanwege de vrees dat Islamabad represailles zou nemen ter ondersteuning van de Taliban of dat Afghanistan een moeras zou kunnen worden voor Iraanse troepen, vergelijkbaar met dat van de Sovjet-Unie in 1979-1989.

De militaire operatie onder leiding van de VS in 2001, die leidde tot de ineenstorting van het Taliban-regime, heeft de Iraanse leiders ertoe aangezet hun oorspronkelijke calculatie te heroverwegen en hun aanpak opnieuw te overwegen. Men verwelkomde hooggeplaatste Taliban-figuren die naar Iran ontsnapten (bijvoorbeeld Abdul Qayum Zakir en Moellah Naim Barich) en begon de steun aan de Taliban-strijders uit te breiden.

Terwijl de twee partijen zich aan de tegenover gestelde einden van het religieuze spectrum bevinden, ziet Teheran de Taliban als een nuttig pressiemiddel tegenover de VS. De International Security Assistance Force (ISAF), een NAVO-troepenmacht bestaande uit Amerikaanse, Britse, Canadese en andere troepen, werd in 2002 door de VN opgericht en had tot taak het jonge Afghaanse leger op te leiden en de regering van Hamid Karzai en zijn opvolger, Ashraf Ghani, te beschermen. Het Iraanse regime was bezorgd over de ISAF, omdat het vreesde dat de VS Afghanistan zou kunnen gebruiken als uitvalsbasis voor een beweeglijke aanval op Iran. De Taliban-opstand werd door Teheran gezien als een middel om de Amerikaanse strijdkrachten daar bezig te houden.

Om de strijd van de Taliban tegen de ISAF te ondersteunen, stond Iran de Afghaanse terreurgroep toe een kantoor te openen in Teheran en nodigde haar leiders uit om een tweedaagse Internationale Islamitische Eenheidsconferentie bij te wonen die werd gehouden door het World Forum for Proximity of Islamic Schools of Thought in Teheran.

De steun van Iran voor de Taliban eindigde daarmee niet, zelfs niet toen president Barack Obama de mullahs verzekerde dat de militaire optie niet langer het officiële beleid van de VS was ten aanzien van Iran. Uit inlichtingenverslagen blijkt dat de militaire en financiële steun van Teheran aan de Taliban sindsdien juist is geëscaleerd. Afghaanse militaire functionarissen hebben de Revolutionaire Garde ervan beschuldigd militaire, financiële en logistieke steun te verlenen aan de terreurgroep, voor zover de steun van Teheran de Taliban in staat heeft gesteld om districten in West-Afghanistan, waaronder de provincies Farah en Ghor, en het Taywara district te veroveren. Er zijn ook rapporten die erop wijzen dat de werkers van de Quds strijdkrachten een "fysieke aanwezigheid" in Ghor hebben die de Taliban-strijders in hun offensief tegen de centrale overheid bijstaan.

Het bestrijden van ISAF was slechts één van de doelstellingen van het Quds-leger in Afghanistan. Het smokkelen van drugs van Afghanistan naar Iran is een winstgevende zaak geweest voor de Quds Force, die bekend staat om de uitgebreide banden met drugkartels in Zuid-Amerika. In 2012 heeft het Amerikaanse ministerie van Financiën (DOT) Brig. Gen. Gholamreza Baghbani, het hoofd van de Quds Force, met een kantoor in Zahedan, aangewezen als een drugshandelaar. In het DOT-document wordt opgemerkt dat de Afghaanse handelaren in ruil voor de Iraanse handel wapens naar de Taliban hebben overgebracht.

Afgezien van de financiële prikkels heeft de opkomst van ISIS in Afghanistan - met name in de provincies die aan Iran grenzen, zoals Herat, Farah en Nimruz - het Iraanse regime verontrust, waardoor de leiders hun betrokkenheid bij de Taliban hebben vergroot. In tegenstelling tot al-Qaeda en de meer kneedbare Taliban vormt het radicale anti-Shiitische ISIS een reële bedreiging voor de belangen van Iran in Afghanistan. Een betere opleiding voor de Taliban was dus niet alleen maar een manier om het door Amerika geleide ISAF te ondermijnen, maar was ook een barrière voor een nieuw ISIS-kalifaat over de Afghaanse grens.

Uit verschillende rapporten blijkt dat de IRGC een trainingskamp in de provincie Zuid-Khorasan (Khorasan Jonobi) heeft opgezet om Taliban-strijders op te leiden en van wapens en explosieven te voorzien. De Imam Khomeini Relief Foundation (Komite Emdad Imam Khomeini) in dezelfde provincie zou naar verluidt onnoemelijke hoeveelheden kapitaal schenken aan de terreurgroep, naast het oproepen van vrijwilligers om samen met de Taliban-strijdkrachten te vechten.

Sommige waarnemers hebben rechtstreeks de verbeteringen in de prestaties van Taliban verbonden aan de Iraanse steun, en aan het consequente onvermogen van ISIS om een sterke steun in Afghanistan te krijgen. Sinds medio 2017 hebben Taliban- en ISIS-troepen in de oostelijke provincie Nangarhar regelmatig met elkaar gebotst, waarbij de Taliban ISIS gemakkelijk heeft kunnen verslaan dankzij de militaire steun die het van de Quds Force heeft gekregen. Zoals één commentator het stelde, is de "schaal, de kwaliteit, en de lengte van de opleiding ongekend en toont niet alleen een verschuiving in deze oorlog van volmachten tussen de Verenigde Staten en Iran in Afghanistan, maar ook een potentiële verandering in de capaciteit en de wil van Iran om het resultaat van de Afghaanse oorlog te beïnvloeden.

Andere commentatoren hebben opgemerkt dat de steun van Iran voor de Taliban-aanvallen op de overheidsstrijdkrachten met de waterkwesties werd verbonden. Iran heeft geprobeerd om de Taliban toe te laten om energieprojecten te laten ontsporen die momenteel in aanbouw zijn, namelijk de waterkrachtcentrale Poze Lich in Ghor, en de dammen van Bakhshabad en Salma in de respectievelijke naburige provincie van Farah en Herat. De bouw van deze dammen, die een enorme impuls zouden geven aan de lokale energie- en watervoorziening, is voor Iran onaanvaardbaar. Op 5 juli 2017 verklaarde president Hassan Rouhani dat Iran "niet onverschillig kan blijven voor de kwestie [van de waterkeringen], die ons milieu zullen schaden". Volgens Rouhani zou "de bouw van verschillende dammen in Afghanistan gevolgen hebben voor de provincies Khorasan en Sistan-Baluchistan", en Teheran "zal niet werkeloos toezien".

Het is de moeite waard om op te merken dat de publiciteit van Iran over haar banden met de Taliban komt enkele dagen nadat er berichten verschenen over gesprekken tussen de VS en de Taliban over voorstellen aangaande een staakt-het-vuren in Afghanistan. Iran stuurt een bericht naar Washington en Kaboel, dat als hun zorgen niet worden aangepakt, het elke poging tot een permanente vrede in Afghanistan kan saboteren. Zeker, gezien de banden van Iran met de Taliban en de nieuwe regionale regelingen (d.w.z. het besluit van Trump om de helft van de Amerikaanse troepen terug te trekken uit Afghanistan), zal Iran zijn politieke, economische en sektarische invloed in dat land verder kunnen uitbreiden.

Dr. Farhad Rezaei is lid van de Association for the Study of the Middle East and Africa (ASMEA) in Washington, DC en co-auteur van Iran, Israël en de Verenigde Staten: The Politics of Counter-Proliferation Intelligence (Rowman & Littlefield, NY). @Farhadrezaeii

Bron: Iran and the Taliban: A Tactical Alliance?