www.wimjongman.nl

(homepagina)

Palestijnse leiders en ongemakkelijke waarheden

door Khaled Abu Toameh - 4 mei 2019

President Mahmoud Abbas van de Palestijnse Autoriteit is zich er terdege van bewust dat de Arabische staten niet langer bereid zijn om te dienen als een geldautomaat voor ondankbare mensen. Onder de huidige omstandigheden is de kans groter dat de Palestijnen erin slagen om geld van bedrogen westerse donoren te krijgen dan van hun liefhebbende broeders. (Screenshot)

De Arabische staten blijven liegen tegen de Palestijnen. Op de laatste bijeenkomst van Arabische ministers van Buitenlandse Zaken in de Egyptische hoofdstad Caïro "bevestigden de Arabieren hun toezegging om de begroting van de staat Palestina te steunen door de resolutie van de Arabische top in Tunesië te activeren om elke maand een vangnet van 100 miljoen dollar [aan de Palestijnen] te verschaffen".

De Arabische ministers van Buitenlandse Zaken kondigden hun beslissing aan na het beluisteren van een toespraak van de Palestijnse Autoriteit, president Mahmoud Abbas, die klaagde dat zijn regering te maken had met een financiële crisis vanwege Israëlische en Amerikaanse maatregelen.

Abbas verwees naar het besluit van Israël om betalingen van de Palestijnse Autoriteit (PA) aan families van veiligheidsgevangenen en "martelaren" af te trekken van de belastinginkomsten die Israël elke maand int namens de Palestijnen.

Eerder dit jaar kondigde de Israëlische regering aan dat ze honderden miljoenen shekels aftrekt van de belastinggelden die ze namens de Palestijnen int vanwege het beleid van de PA om salarissen te betalen aan terroristen en hun families. Het besluit was in overeenstemming met een Israëlische wet die in juli 2018 is aangenomen. Volgens de wet zouden de betalingen van de PA-regering automatisch worden bevroren door de Israëlische regering, in overeenstemming met het Protocol van Parijs, een overeenkomst getekend tussen Israël en de PLO in 1994 die Israël toestaat om de invoerheffingen op goederen die bestemd waren voor de Palestijnen te innen en over te dragen aan de PA-regering.

De wet vereist ook dat het Israëlische Ministerie van Defensie het kabinet voorziet van gegevens over het bedrag dat de PA betaalt aan terroristen en hun families. Het Israëlische Ministerie van Financiën zal dat bedrag dan inhouden op de belastinggelden die het overmaakt.

Abbas verwees ook naar de sterke bezuinigingen op de financiële steun van de VS aan de United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees (UNRWA), de United States Agency for International Development (USAID) en de PA-regering.

Abbas ging naar de bijeenkomst van de Arabische Liga in Caïro met de schijnbare hoop dat de Arabische landen hem zouden helpen de ernstige financiële crisis te overwinnen waarmee zijn regering de afgelopen maanden te maken heeft gehad. Hij hoopte blijkbaar dat de Arabische landen het besluit van de Arabische top in Tunesië van eind maart zouden uitvoeren om financiële steun te verlenen aan de Palestijnen.

Het blijkt echter dat zowel de Arabische top in Tunesië als de bijeenkomst van de Arabische Liga in Caïro de Palestijnen niet meer dan loze beloften en zinloze steun- en solidariteitsbetuigingen aan de Palestijnen hebben opgeleverd.

Eerder deze week onthulde Abbas tijdens een bijeenkomst van zijn kabinet in Ramallah, op de Westelijke Jordaanoever, dat de Palestijnen, ondanks de beloften van financiële steun van de Arabische staten, nog steeds geen geld hebben ontvangen. Hij onthulde verder dat hij de Arabische landen om een lening had gevraagd - een verzoek dat volgens hem ook door de Arabische staten is genegeerd.

"Wij vroegen onze Arabische broeders om ons een financieel vangnet te verschaffen", zei Abbas, verwijzend naar zijn toespraak op de bijeenkomst van ministers van Buitenlandse Zaken van de Arabische Liga in Cairo.

"Maar we vestigen geen hoge verwachtingen op hen. Als God het wil, zal er iets gebeuren. We vroegen om 100 miljoen dollar per maand. We hebben ze gezegd dat ze het als een schuld moeten beschouwen, die we u zullen terugbetalen. Maar zelfs met betrekking tot de schuldvraag hebben we geen antwoord gekregen.".

Op dit punt in zijn toespraak werd Abbas zich ervan bewust dat zijn opmerkingen rechtstreeks op de Palestijnse televisie werden uitgezonden. Het was op dat moment dat hij stopte met praten over het falen van de Arabische staten om hun beloften aan de Palestijnen na te komen. Wat er gebeurde was dat Abbas zich realiseerde dat zijn kritiek op de Arabische staten de Arabische staatshoofden waarschijnlijk woedend zou maken.

Abbas begreep dat hij een ernstige fout had gemaakt door zijn Arabische broeders op hun bekrompenheid te wijzen. Dit was een enorme fout omdat zijn Arabische broers geen enkele vorm van kritiek tolereren. Voor hen zou Abbas alleen Israël en de VS moeten bekritiseren. Om een crisis met de Arabische landen te vermijden, schrapte Abbas' officiële persbureau Wafa de kritische opmerkingen die hij over de Arabische staten had gemaakt uit zijn verslag over zijn toespraak.

Het Palestijnse persbureau wil blijkbaar niet dat de Palestijnen zouden weten dat hun Arabische broeders hen financieel niet willen helpen. Het lijkt er veeleer op dat de Palestijnen moeten geloven dat Israël en de VS als enige verantwoordelijk zijn voor de financiële crisis waarmee de regering van de Palestijnse Autoriteit te maken heeft. Zo functioneert de Palestijnse propagandamachine al langer. Dit is de oude Palestijnse schuld-spel: laat altijd Israël of de VS verantwoordelijk lijken voor het leed dat jij je eigen volk aandoet.

Het Arabische verraad aan de Palestijnen is niet nieuw. In plaats van hun Palestijnse broeders te steunen, hebben de Arabische staten de hulp aan hen verminderd. Volgens één rapport is de Arabische financiële hulp aan de Palestijnen de afgelopen twintig jaar drastisch gedaald. Een ander rapport onthulde dat de giften van de Arabische wereld aan de Palestijnen de afgelopen jaren met 50 procent zijn verminderd. Een zuiver kwart van de begroting van de PA van 2017 van ongeveer $ 3,7 miljard is uit Arabische staten gekomen, zei het rapport.

De Palestijnen hebben gelijk dat ze geloven dat de Arabische wereld niet meer om hen en hun problemen geeft. De Arabische landen hebben hun eigen problemen, met name financiële problemen. De meeste Arabische landen lijken ziek te zijn van de Palestijnen en zien ze als ondankbaar, vooral na de steun van de PLO voor de invasie van Saddam Hoessein in Koeweit in 1990 - een van de rijke Arabische landen die de Palestijnen in de jaren '70 en '80 voor honderden miljoenen dollars financierden.

De steun van de PLO voor Saddam Hoessein was een wakker worden signaal voor Koeweit en veel Arabische landen, die nu aan de Palestijnen vertellen: "Dit is harde liefde: u spuugt ons in het gezicht, wij snijden uw toelage af."

Zoals de meeste Palestijnen is Abbas zich er terdege van bewust dat de Arabische staten niet langer bereid zijn om te dienen als een geldautomaat voor ondankbare mensen. In de huidige omstandigheden, zullen de Palestijnen er eerder in slagen geld van bedrogen Westerse donoren te krijgen dan van hun liefhebbende broeders. Vanuit het oogpunt van de Palestijnse leiders is dit echter een ongemakkelijke waarheid die maar het beste voor hun volk verborgen moet worden gehouden.

Khaled Abu Toameh, een bekroond journalist uit Jeruzalem, is een Shillman Journalist Medewerker van het Gatestone Institute.

Vertaling door W.J. Jongman en H. Sleijster

© 2019 Gatestone Institute. Alle rechten voorbehouden. De artikelen hier afgedrukt geven niet noodzakelijkerwijs de standpunten weer van de vertalers of van Gatestone Institute.

Bron: Palestinian Leaders and Inconvenient Truths