www.wimjongman.nl

(homepagina)

De Palestijnen en de Conferentie van Bahrein: de Arabieren veroordelen en tegelijk om Arabisch geld vragen

door Khaled Abu Toameh - 24 juni 2019

In 2009 kondigde wijlen Saoedische koning Abdullah Abdel Aziz het besluit van zijn land aan om 1 miljard dollar te doneren voor de wederopbouw van de Gazastrook. De koning had ongetwijfeld goede bedoelingen en wilde zijn Palestijnse broeders helpen. Maar toen Abdullah zes jaar later stierf, aarzelden de Palestijnen niet om hun minachting te tonen voor de Arabische leider die had aangeboden om hen te helpen hun levensomstandigheden te verbeteren. Afgebeeld: Saudi-koning Abdullah bin Abdel Aziz in een ontmoeting met de Palestijnse Autoriteit president Mahmoud Abbas, op 6 september 2009 in Riyadh, Saoedi-Arabië (foto door Thaer Ganaim/PPOt via Getty Images).

In 2009 kondigde wijlen Saoedische koning Abdullah Abdel Aziz het besluit van zijn land aan om 1 miljard dollar te doneren om bij te dragen aan de wederopbouw van de Gazastrook.

De monarch deed zijn aankondiging tijdens een Arabische economische conferentie in Koeweit. De Saoedische belofte is nooit bewaarheid geworden, vooral vanwege het voortdurende geschil tussen de Hamas-leiders van de Gazastrook en de Palestijnse Autoriteit (PA) van Mahmoud Abbas op de Westelijke Jordaanoever.

De koning had ongetwijfeld goede bedoelingen en probeerde zijn Palestijnse broeders te helpen, vooral de twee miljoen inwoners van de Gazastrook die nog steeds grote behoefte hebben aan financiële en economische hulp.

Toen koning Abdullah bin Abdel Aziz zes jaar later overleed, aarzelden de Palestijnen niet om hun minachting te tonen voor de Arabische leider die had aangeboden te helpen om hun levensomstandigheden te verbeteren en een betere toekomst voor Palestijnse kinderen te verzekeren.

De minachting was zo groot dat Palestijnse gelovigen in de Al-Aqsa Moskee in Jeruzalem een prediker, Ismail Nawahdeh, die rouwde om de dood van de Saoedische koning, hebben weggejaagd. Toen Nawahdeh de verklaring las, begonnen honderden Palestijnen leuzen te roepen die de overleden monarch aan de kaak stelden.

Een decennium is verstreken sinds koning Abdullah bin Abdel Aziz de schenking van 1 miljard dollar aan de Gazastrook aanbood, maar het lijkt erop dat er niets is veranderd in de wereld van de Palestijnen. De Palestijnen zijn nu woedend op Saudi-Arabië en een andere Arabische staten voor het overeenkomen om een door de V.S. geleide conferentie in Bahrein bij te wonen. Het belangrijkste doel van de conferentie, gehouden onder de vlag "Peace to Prosperity", is om de Palestijnen te helpen een welvarende en levendige samenleving op te bouwen. "Met het potentieel om meer dan $50 miljard aan nieuwe investeringen over 10 jaar te faciliteren, presenteert het plan de meest ambitieuze en uitgebreide internationale inspanning voor het Palestijnse volk tot nu toe," volgens het plan, dat op 22 juni werd vrijgegeven en aan de deelnemers van de economische conferentie van Bahrein zal worden gepresenteerd.

Zoals verwacht, hebben de Palestijnen, die de conferentie van Bahrein boycotten, het plan verworpen, omdat het een "omkoping" synchroniseert om de Palestijnen te verleiden hun "nationale rechten" op te geven. Terwijl de Palestijnse verwerping van het plan niet als verrassing kwam, zijn hun sterke veroordelingen van de Arabische staten die zijn overeengekomen om de conferentie van Bahrein bij te wonen een aanwijzing van de minachting die de Palestijnen voor de Arabische leiders en regeringen hebben.

De afgelopen week hebben Palestijnse ambtenaren en groeperingen unaniem een last-minute oproep gedaan aan de Arabische staten om gehoor te geven aan de Palestijnse oproep tot boycot van de economische conferentie in Manama, Bahrein. De grootste Palestijnse factie, Fatah, onder leiding van Mahmoud Abbas, zei in verschillende verklaringen dat iedereen die de conferentie bijwoont als een verrader zou worden beschouwd. Fatah ging ook een stap verder door er bij de Arabieren op aan te dringen demonstraties voor de Bahreinse ambassades in hun hoofdsteden te organiseren.

De Palestijnse strategie is duidelijk: de Arabische massa's tegen hun leiders en regeringen opzetten. De Palestijnse aanvallen zijn niet langer gericht tegen de Amerikaanse president Donald Trump en zijn "zionistische" adviseurs, Jared Kushner en Jason Greenblatt en de Amerikaanse ambassadeur in Israël David Friedman. Nu zijn het doelwit de Arabische staatshoofden, met name degenen die door de Palestijnen worden gezien, om een heimelijke verstandhouding met Israël en de Trump regering te hebben.

Wijlen Saoedische koning Abdullah Abdel Aziz, ondanks zijn wens en ambitie om de Palestijnen te helpen een beter leven te leiden, werd na zijn dood belachelijk gemaakt. De Palestijnse weigering om over hem te rouwen tijdens het moslimgebed in de Al-Aqsa Moskee is de meest vernederende daad die een moslim tegen een medemoslim kan uitvoeren.

Het is alsof de Palestijnen zeiden dat koning Abdullah Abdel Aziz een slechte moslim en een verrader was - en als dusdanig, verdiende hij niet om in een moskee te worden geëerd. Dergelijke schande is over het algemeen gereserveerd voor moslims die de ernstigste zonden en misdaden hebben begaan.

Terwijl de Palestijnen de Arabieren veroordeelden voor het overeenkomen om de conferentie in Bahrein bij te wonen, herhaalden de Palestijnse leiders hun verzoek aan de Arabische staten om financiële hulp. Enerzijds veroordelen de Palestijnen de Arabische landen voor het bijwonen van een conferentie gericht op het stimuleren van de Palestijnse economie en het verbeteren van de levensomstandigheden op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook. Aan de andere kant hebben Palestijnse leiders er geen probleem mee om hun Arabische broeders om dringende financiële hulp te smeken.

De Arabieren lijken echter vertrouwd te zijn geraakt met de Palestijnse tactiek en, anders dan lippendienst, zijn ze niet klaar om in de nabije toekomst hun geld af te staan ten gunste van de Palestijnen.

Op 23 juni zouden de Arabische ministers van Buitenlandse Zaken in Caïro bijeenkomen om de Palestijnse oproep voor een "financieel vangnet" van de Arabische staten te bespreken, onder het voorwendsel dat Abbas en zijn regering te maken hebben met een ernstige financiële crisis en niet in staat zijn om volledige salarissen aan hun werknemers te betalen. Dit is niet de eerste keer dat de meeste Arabische staten bijeenkomen om de "financiële crisis" van de Palestijnen te bespreken.

De Palestijnen van hun kant vestigen geen hoge verwachtingen op de Arabieren, vooral niet in het licht van het feit dat de Arabieren er niet in geslaagd zijn hun eerdere beloften van financiële hulp na te komen. De Palestijnen vragen de Arabieren om hen elke maand 100 miljoen dollar te geven om hen te helpen "politieke en financiële druk" van Israël en de Amerikaanse regering te weerstaan.

In de komende dagen wordt verwacht dat de Palestijnen hun aanvallen en aanklachten tegen de Arabische staten zullen opvoeren omdat ze in een heimelijke verstandhouding zitten met Israël en de Trump-regering. Tijdens de geplande massaprotesten op de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, gehouden tijdens de bijeenkomst van de conferentie in Bahrein zullen de Palestijnen ook de Arabische "verraders" die de economische workshop bijwoonden sterk veroordelen.

De Palestijnen beseffen dat sommige van de belangrijkste Arabische landen, waaronder Saoedi-Arabië, Egypte, Jordanië en de Verenigde Arabische Emiraten, niet langer bereid zijn om op hen te wachten en hebben besloten in de trein te stappen met als einddoel welvaart en economische kansen voor zowel Palestijnen als Arabieren.

De conferentie in Bahrein zou het begin kunnen markeren van een "scheiding" tussen de Palestijnen en veel Arabische landen. De Palestijnen zouden spoedig kunnen ontdekken dat hun Arabische broeders prioriteiten hebben die de eeuwigdurende financiële nood van de Palestijnen overstijgt, door prioriteiten zoals de Iraanse dreiging en hun eigen nieuwe economische onzekerheid.

De Palestijnen hadden niets te verliezen door het bijwonen van de conferentie in Bahrein of het economische plan te aanvaarden. In plaats daarvan hebben ze ervoor gekozen om de miljarden dollars die het Amerikaanse economische plan hun biedt, af te wijzen en hun volk op te roepen tegen Israël en de Trump-regering. Nog ernstiger is de Palestijnse poging om de Arabische massa's tegen hun leiders op te zetten - een stap die de spanningen tussen de Palestijnen en de Arabische wereld ongetwijfeld zal verergeren.

In een scenario dat het best als bizar kan worden gekarakteriseerd, komt de aanklacht van de Palestijnen tegen Arabische staatshoofden als zijnde verraders precies op het moment dat ze hun deuren dichtslaan, smekend om geld.

Deze keer weigeren de Arabische leiders echter om de sukkels te zijn van de Palestijnse. Het beeld van de postume vernedering van de overleden Saoedische koning door de Palestijnen is moeilijk te vergeten.

Het besluit van zes Arabische staten om de conferentie in Bahrein bij te wonen, ondanks de Palestijnse boycotoproep, toont aan dat de Arabieren ervoor gekozen hebben om een nieuwe richting in te slaan - een richting die de Palestijnen in een hel kan achterlaten, door hun eigen hand gemaakt. Voor hun keuze om niet alleen voor de VS, maar ook bij de invloedrijke Arabische staten hun neus op te halen, zullen de Palestijnen waarschijnlijk de grootste verliezers blijken te zijn.

Khaled Abu Toameh, een bekroond journalist gevestigd in Jeruzalem, is een Shillman Journalism Medewerker bij Gatestone Institute.

Vertaling door W.J. Jongman en H. Sleijster

© 2019 Gatestone Institute. Alle rechten voorbehouden. De artikelen hier afgedrukt geven niet noodzakelijkerwijs de standpunten weer van de vertalers of van Gatestone Institute.

Bron: Palestinians and the Bahrain Conference: Condemning Arabs While Asking for Arab Money