www.wimjongman.nl

(homepagina)

Op weg naar een Nieuwe Wereldorde (deel 2)

Door: Catherine A. Boon-Langedijk

(Onderstaand artikel is het 2e  deel in een serie van vier, genaamd "Op weg naar een Nieuwe Wereldorde"

De term Nieuwe Wereldorde (NWO) krijgt in de media weinig aandacht. Een enkele keer wordt deze gebruikt door een politicus of een journalist, maar dat zijn uitzonderingen. Niettemin wordt de politiek grotendeels bepaald door het streven de NWO tot stand te brengen. De bevolking wordt echter zoveel mogelijk in onwetendheid gelaten. Maar al in de Late Middeleeuwen werd gesproken over een wereld die zou staan onder één gemeenschappelijke leiding. In dit artikel zal de tot nu toe bewandelde weg, die moet leiden naar een Nieuwe Wereldorde, in vogelvlucht worden besproken.

Centrale Banken in handen van de onzichtbare macht

Centrale banken hebben het recht om geld te drukken en uit te geven en zijn in staat om oorlogen te financieren. Engeland was het eerste land dat geldwisselaars toestond om een bank op te richten. Ze mochten leningen aan het rijk financieren tegen betaling van rente. Zoals gezegd stemde Willem III bij het verlenen van het Royal Charter voor de stichting van de Bank of Engeland in 1694 al met dit systeem in. De bank was daarmee volledig privébezit en dus niet in handen van de staat. Private bankiers kregen het recht om geld uit het niets te scheppen. De speciale privileges van de City van Londen werden door Willem bevestigd en die heeft nog steeds een aparte status binnen het koninkrijk.

Rothschild en zijn vrienden slaagden erin om de illuminati ook in Noord-Amerika hun invloed te doen gelden. Na aanneming van de grondwet van de Verenigde Staten kreeg Nathan Rothschild in 1791 als privébankier voor twintig jaar de zeggenschap over het Amerikaanse papiergeld; de First Bank of the United States, een Centrale Bank was een feit. Toen de vergunning afliep weigerde het Congres om deze te verlengen, waarna in 1812 Engeland, waar Nathan het financieel voor het zeggen had, de VS de oorlog verklaarde.  Enkele jaren later mocht Rothschild opnieuw voor twintig jaar de Centrale Bank leiden, maar daarna hebben verschillende presidenten verlenging weten te verhinderen. Toen de VS in de jaren 1861 tot 1865 onder de Burgeroorlog leden en tegen woekerrentes geld moesten lenen van de bankiers, die door Rothschild werden gecontroleerd, besloot president Abraham Lincoln eigen geld te drukken: United States Notes of Greenbacks. Hiermee zouden de schulden worden betaald. Zijn verzet heeft Lincoln, zoals anderen na hem, met de dood moeten bekopen. Van een Amerikaanse president wordt verwacht dat hij in de pas loopt van de bankiers.

Na jarenlange manipulaties en geheim gehouden acties kwam de Federal Reserve Act tot stand, die was opgesteld door Paul Warburg op instigatie van de in Londen zetelende Alfred Rothschild. Met de verkiezing van de democraat Woodrow Wilson tot president was de tijd rijp voor ondertekening van die wet. Dit geschiedde op 23 december 1913, waarmee de oprichting van het Federal Reserve System (FED) een feit was. De FED-banken zijn geen overheidsinstellingen, maar privébezit van een aantal bankiers in de VS en in Europa. Zij kunnen met het Amerikaanse papiergeld doen wat ze willen: uitlenen, bijdrukken, belastingen innen, inflatie regelen, regeringsobligaties uitgeven e.d. Ze kunnen de koers van de dollar bepalen en de economie opbouwen of laten instorten, zei Louis Mc Fadden, die twaalf jaar voorzitter was van het Comité van Privé Bankiers, in 1934 tot het Congres en klapte daarmee uit de school. Zijn uitspraken kostten hem zijn leven. Later heeft president John Kennedy (1917-1963) als verzet tegen de illuminati-bankiers, via een Executive Order (4 juni 1963) de overheid gemachtigd om geld te drukken, waarbij hij de FED de machtiging ontnam. Evenals Lincoln met zijn Greenbacks werd ook Kennedy omgebracht. (BIzar 2 p 97)

In 1944 lieten 45 landen in Bretton Woods hun munt koppelen aan de dollar en zij kregen daarbij de verzekering, dat de dollar inwisselbaar zou zijn tegen een vastgestelde goudkoers. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) kreeg de taak om dat systeem te bewaken. Tijdens de Vietnam-oorlog (1955-1975) ontstond echter een grote uitstroom van dollars uit de VS. Omdat er voor die oorlog meer geld nodig was dan er aan goud aanwezig was, werd in 1971 de belofte van inwisselbaarheid voor goud ingetrokken, terwijl wel de koppeling aan de dollar in stand bleef. (PS 36-45)

In 1975 stemden de Organization of the Petroleum Exporting Countries (OPEC)-landen ermee in om hun olie in dollars via de FED te verkopen, vervolgens werd ook de verkoop van andere belangrijke grondstoffen aan de dollar gekoppeld. Saddam Hoessein trok zich in 2002 terug uit de petrodollar en moest dat met de dood bekopen. (BIzar2 113)

De Nederlandsche Bank (DNB) werd in 1814 opgericht door Koning Willem I en was tot 1948 in particuliere handen. Daarna kwam de bank in handen van de overheid, maar de vroegere eigenaren behielden hun functie en bleven de zeggenschap over het beleid behouden. Slechts één van de tien commissarissen wordt nog door de overheid voorgedragen. In feite is de bank in handen van particulieren die hun eigen belangen voorop stellen, de staat heeft geen inbreng in het beleid.

De kapitaalkrachtige illuminati wilden hun kapitaal veiligstellen en richtten in 1930 daartoe een privébank op in Bazel (BIzar 1 p.59), de Bank for International Settlements (BIS), gevestigd op soevereine grond. De BIS, waarbij tientallen centrale banken, waaronder de FED, zijn aangesloten, is de machtigste bank van de wereld. De bank is aan niemand verantwoording schuldig en de Rothschilds hebben de controle erover. De centrale banken van Noord Korea, Iran en Libië hebben daarentegen hun zelfstandigheid weten te behouden. (BIzar2 44-46 en 68)

Veel van de oorspronkelijke taken van DNB, waaronder het toezicht op de grote banken in ons land, zijn overgedragen aan de Europese Centrale Bank (ECB) die in 1998 in Frankfurt, de geboortestad van Mayer Amschel Rothschild, door belanghebbenden werd opgericht. Deze bank mag als enige in Europa euro´s uit het niets creëren en functionarissen hoeven aan niemand verantwoording af te leggen. (BIzar 2 47-50)

De bankiers vormen een bastion van macht, ze waren verantwoordelijk voor depressies en beurscrashes, ze creëerden en beïnvloedden de oorlogen in de afgelopen 250 jaar en speelden ideologieën tegen elkaar uit. Tijdens oorlogen voorzagen ze beide partijen van geld, zodat het niet uitmaakte wie de overwinning boekte. Zo financierde James Rothschild, de jongste zoon van Mayer Amschel, Napoleon in zijn strijd tegen de Britse, Nederlandse en Pruisische legers onder leiding van Wellington. Die werden gesteund door broer Nathan Rothschild. Deze laatste werd een etmaal eerder dan de Britse overheid geïnformeerd, dat het leger van Wellington in Waterloo de overwinning had behaald. Nathan verkocht daarop zijn aandelen en de andere handelaren deden hetzelfde denkend dat Wellington had verloren. De beurs stortte volledig in en met zijn voorkennis kocht Nathan voor dumpprijzen alle overheidsobligaties en aandelen weer op. Hij kreeg hiermee de algehele controle over de Bank of England. (BIzar 2 74-76)

Bankiers verdienen veel geld met oorlogvoering en later met de wederopbouw, omdat ze grote belangen hebben in de wapen- en andere industrieën. Ze streven, behalve naar vergroting van hun macht, naar absolute controle over alles en iedereen. De  eigenaars van het systeem verschuilen zich achter de gekozen en ongekozen politici. De goedgelovige burgers hebben oogkleppen op en weten niet of willen niet zien wat er gaande is. Er had dus een machtsovername van de grote internationale banken in Europa plaats onder de onzichtbare leiding van de Rothschilds (RR 4, 117).

Ontwikkelingen in Europa

De EU ontwikkelt zich tot een nieuwe Sovjet-Unie volgens haar voormalige president Michail Gorbatsjov. Bij beide is een schijnparlement zonder betekenis; de “Europese commissie” heeft haar tegenhanger in het “Politbureau”. De leden worden naar goeddunken en volgzaamheid benoemd en hoeven aan niemand rekening en verantwoording af te leggen. De Sovjet-Unie werd geleid door ambtenaren, leden van de communistische partij, die overladen werden met voorrechten. Dat laatst geldt ook voor het ambtenarenapparaat van de EU.

Het eenpartijstelsel van de Sovjet-Unie is binnen de EU vervangen door dat van een bevoorrechte politieke klasse, waarvan de leden worden geworven door coöptatie en geselecteerd op loyaliteit aan het eurocratische project. Niet toevallig heeft een aanzienlijk deel van de EU-elite een communistisch verleden (onder meer de maoïst Manuel Barroso en Federica Mogherini). De EU is dan ook een socialistisch/communistisch project.

Richard Coudenhove-Kalergi (1894-1972)

Plannen voor de Europese eenwording in haar huidige vorm dateren al uit de jaren-20 van de vorige eeuw. Daarbij blijken de ideeën van de Oostenrijkse diplomaat Richard Coudenhove-Kalergi (1894-1972) toonaangevend. Hij richtte in 1922 in Wenen de Pan-Europese beweging op en legde contacten met wetenschappers, politici en mensen uit de financiële wereld, met name Louis de Rothschild.

Coudenhove-Kalergi was sinds 1922 lid van de Weense vrijmetselaarsloge Humanitas. Hij vroeg in 1926 om beëindiging van zijn lidmaatschap en trad uit de loge om in plaats daarvan toe te treden tot het hoge graadsysteem van de vrijmetselaars. Hierdoor kwam hij in contact met Winston Churchill en later met president Harry Truman van de VS. Zijn eerste doel was te komen tot een “Verenigde Staten van Europa”. Ook op andere continenten zouden zulke samenwerkingsverbanden moeten komen met als einddoel een wereld met slechts vijf samenwerkende staten, een “Nieuwe Wereld Orde”.  In zijn boek Praktischer Idealismus (1925) schreef hij dat een toekomstig Europa niet meer bewoond zal worden door de oorspronkelijke bewoners, maar door een mengras van Europese, Aziatische en Afrikaanse volkeren. Coudenhove-Kalergi meende dat bij het mengen van rassen hun karaktereigenschappen zullen verzwakken. (p. 22,37) De plutocraten zouden de nieuwe mens wegens zijn karakterzwakte gemakkelijker kunnen onderwerpen en tot slaaf maken dan iemand die deel uitmaakt van een volk dat zich een eenheid voelt. Hij zag de democratie als een façade van de plutocratie, want de mensen zouden een openlijke plutocratie niet accepteren; de politici zijn marionetten van de plutocraten, die de touwtjes in handen hebben. Coudenhove-Kalergi was dus geen democraat. Ook de politieke elite van de EU trekt zich weinig van de burgers aan; ze staat in dienst van de mondiale plutocratie om de Nieuwe Wereldorde te realiseren.

Coudenhove-Kalergi beoogde dus de verdwijning van het recht op zelfbeschikking, de eliminatie van naties en de vervanging van de oorspronkelijke bevolking van Europa door middel van massa-immigratie. Zijn racistische filosofie behelst uitwissing van het blanke ras door menging met Afrikanen en Aziaten en blijkt een blauwdruk voor de omvolking en daarmee de destabilisering van Europa, die thans in volle gang is.  Als eerste ontving hij in 1950 de Karel de Groteprijs. Bovendien wordt er iedere twee jaar een naar hem genoemde prijs uitgereikt aan leidende persoonlijkheden die met toewijding werken aan de eenwording van Europa. De vier laatste winnaars van de Coudenhove-Kalergiprijs waren Angela Merkel (2010), Herman van Rompuy (2012), Jean Claude Juncker (2014) en Kenneth Clarke, de Britse conservatieve parlementariër, die tegen de Brexit stemde (2016).

Alleen al het bestaan van deze prijs bewijst dat de ideeën van Coudenhove-Kalergi onverminderd voortleven bij de leiders van de EU en dat de Europese naties en culturen onder deze bewindhebbers moeten vrezen voor hun voortbestaan.

Een belangrijke navolger van Coudenhove-Kalergi is Nicolas Sarkozy, die als president van Frankrijk poneerde dat vermenging van rassen een plicht is voor de Fransen. Ook Duitsland´s voormalige minister van Financiën, Wolfgang Schäuble, liet zich niet onbetuigd. In een openhartig interview in Die Zeit (9 juni 2016) zei hij, dat de grenzen met Afrika en het Midden-Oosten open moeten en het oude Duitsland en het oude Europa moeten verdwijnen: “Het zijn schotten die ons kapot maken en ons door inteelt zullen degenereren. Voor ons zijn de moslims een verrijking van onze openheid en diversiteit”. Het maakt duidelijk, dat hij een verdwijning van het Duitse volk op het oog heeft en wil, dat Duitsers zich niet meer onder elkaar voortplanten!

(Einde van deel 2)

Door: Catherine A. Boon-Langedijk
(voor www.ejbron.wordpress.com)

Deel 1 - NL

Deel 3 - NL

Deel 4 - NL