www.wimjongman.nl

(homepagina)

Hoe Links z'n ergste eigen vijand is geworden - deel II

door Denis MacEoin | 2 maart 2018

Deel 1:

Deze bereidheid om zich over te geven aan zelfs de meest anti-liberale overtuigingen en gedragingen vindt zijn oorsprong in de algemene minachting die veel zogenaamde linksen en liberalen lijken te voelen voor de westerse democratie, mensenrechten en individuele vrijheid. Deze minachting verklaart echter niet waarom zo veel mensen - vaak fatsoenlijke mensen - worden aangetrokken om de islam te verdedigen, het islamitische patriarchaat, de islamitische discriminatie tegen vrouwen, of het geweld in naam van de islam, zelfs wanneer een dergelijke verdediging duidelijk anti-liberaal is tot het uiterste.

Feministen staan ver van de alleen maar zogenaamde linkse of liberale fractie met het verraden van hun eigen fundamentele beginselen vanuit een bizarre bewondering voor de islam, of het nu haar geschiedenis, haar waarden of haar zelfbenoemde slachtofferschap is. Echte liberalen geloven in mensenrechten, vrouwenrechten, raciale gelijkheid, vrijheid van meningsuiting, en meer, en de verwerping van zowel het linkse en rechtse extremisme. Links in de UK, en ook elders, lijkt echter die beginselen te hebben verlaten, en ze verraden de mensen die zij eerder gesteund hebben. [1]

Deze bereidheid om zich over te geven aan zelfs de meest anti-liberale overtuigingen en gedragingen vindt zijn oorsprong in de algemene minachting die veel zogenaamd linksen en liberalen lijken te voelen voor de westerse democratie, de mensenrechten en de individuele vrijheid. Deze minachting verklaart echter niet waarom zo veel mensen - vaak fatsoenlijke mensen - worden aangetrokken om de islam te verdedigen, het islamitische patriarchaat, de islamitische discriminatie tegen vrouwen, of het geweld in naam van de islam, zelfs wanneer een dergelijke verdediging duidelijk anti-liberaal is tot het uiterste. Voorbeelden zijn niet moeilijk te vinden, zoals feministen die moslimvrouwen aansporen zich aan de sluier te onderwerpen en hun rechten als vrije vrouwen op te geven ten gunste van moslimmannen en hun macht over hen.

Wat bezielt zo veel westerlingen om de islamitische religie, de islamitische wet en de islamitische intolerantie te zien door middel van die roze bril, die overduidelijk verblindt om waar te nemen wat zo voor de hand ligt?

Een van de meest opvallende voorbeelden is de vrijwel universele houding ten opzichte van het imperialisme. We kunnen het er allemaal over eens zijn dat imperialisme een ding uit het verleden is, en dat dit voor het grootste deel heeft geleid tot aanzienlijk lijden van de autochtone bevolkingsgroepen die zich onder Britse, Franse, Belgische regering bevonden, of de Spaanse of Portugese. Geen enkel land in het moderne Westen zal trachten een keizerlijk systeem terug te brengen. Dat is gelukkig dood geslagen door de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Deze verandering weerhoudt de marxisten en anderen van hetzelfde soort er echter niet van om te beweren dat het imperialisme tot op de dag van vandaag voortduurt, door de macht die wordt uitgeoefend door sterke naties in het Westen, zoals Israël of de Verenigde Staten. Zelfs de Verenigde Naties zijn veroordeeld als "een instrument van het imperialisme".

Ik heb echter nooit een liberaal gekend die een slecht woord te zeggen had over een meer veel overheersend en aantoonbaar schadelijker imperialisme: het islamitische imperialisme.[2] Vanaf het jaar 632 tot 1918 zijn er veel meer moslim-imperiums geweest dan Europese.

Het eerste uitgebreide islamitische rijk was van de Omajjaden (661-750), dat zich van het Iberisch schiereiland (Spanje en Portugal uitstrekte) tot aan wat nu Noord-India en de Pakistaanse provincie Sindh is. Op zijn hoogtepunt was dit het grootste rijk in de wereld en het blijft de vijfde grootste in de geschiedenis.

De Omajjaden werden vervangen door de Abbasieden (750-1258), die een soortgelijke mate van grondgebied beheersten, met inbegrip van Sardinië, Sicilië en Zuid-Italië. Een opeenvolging van dergelijke imperiums beheerste gebieden van Noord-Afrika tot aan India. De meest uitgebreide van alle was het langdurige Ottomaanse Rijk (1299-1918), waarvan de omvang bijna het grootste was van alle rijken, dat was Groot-Brittannië. Hier is een ruwe lijst van de Osmaanse overheersingen:

Algerije, Tunis, Tripoli (Libië), Egypte, West-Arabië, Syrië (een uitgestrekt gebied), Mesopotamië (Irak), Anatolië (Turkije), Kroatië, Bosnië, Albanië, Griekenland, Servië, Bulgarije, Roemenië, Walachije, Hongarije, Polen, Transsylvanië, Moldavië, Bessarabië, Kreta, Cyprus, Krim, Georgië, Azerbeidzjan, Dagestan, al-Hasa (in oost Arabië).

In het algemeen bestond het Ottomaanse Rijk langer en had meer gebied dan zelfs het lang bestaande (1415-1999) Portugese Rijk in Zuid-Amerika, Afrika, India en verder naar het oosten. De Europese keizerrijken mogen dan despotisch zijn geweest - en ze waren vaak het - despotisch en voerden etnische zuivering uit; genocides, zoals die van Spanje en Portugal in Zuid-Amerika, maar ook met een algemene wreedheid jegens de inheemse bevolking. Dat zijn allemaal zaken die af te keuren zijn.

Daartegenover was er een schrikbarend hoog aantal hindoes die in India die zijn vermoord door de moslimoverheersers. Een A.Sikh-schrijver verklaart dat de aanslag "de grootste holocaust in de wereldgeschiedenis" was:

Met de invasie van India door Mahmud Ghazni, ongeveer 1000 A.D., begon de islamitische invasie in het Indiase subcontinent en deze duurde meerdere eeuwen. Nadir Sjah maakte een berg van de schedels van de Hindoes die hij alleen al in Delhi had gedood. Babur maakte torens van hindoe-schedels in Khanua toen hij Rana Sanga versloeg in 1527. En later herhaalde hij deze zelfde verschrikkingen na het innemen van het fort van Chanderi. Akbar gaf orders tot een algemeen bloedbad van 30.000 Rajputs, nadat hij Chithorgarh innam in 1568. De Sultans van de Bahamani hadden een jaarlijkse agenda om elk jaar minimaal 100.000 hindoes te doden.

De Belgische India-deskundige Dr. Koenrad Elst schreef:

Er is geen officiële schatting van het totale dodental onder de Hindu's door toedoen van de islam. Een eerste blik op belangrijke getuigenissen van islamitische kroniekschrijvers suggereert dat gedurende 13 eeuwen, en in een uitgestrekt gebied als het subcontinent, de heilige moslimstrijders meer hindoes hebben gedood dan de 6 miljoen van de Holocaust. Ferishtha noemt verschillende keren dat de Bahmani-sultans in centraal India (1347-1528) honderdduizend hindoes doodden, wat zij als minimumdoel stelden, telkens wanneer zij het gevoel hadden de hindoes te moeten "straffen". En zij waren slechts een derderangs provinciale dynastie. De grootste slachtingen vonden plaats tijdens de invallen van Mahmud Ghaznavi (ca. 1000 na Chr.) tijdens de verovering van Noord-India door Mohammed Ghori en zijn legerleiders (1192 e.v.) en onder het Delhi Sultanaat (1206-1526). ... De Moghuls (1526-1857), zelfs Babar en Aurangzeb, waren redelijk ingehouden tirannen in vergelijking daarmee. Prof. K.S. Lal schatte ooit dat de Indiase bevolking daalde met 50 miljoen onder het sultanaat, maar dat zou moeilijk te onderbouwen zijn. Onderzoek naar de omvang van de schade die de islam aan India heeft berokkend, moet nog steeds serieus beginnen.

Hij vervolgt:

Afgezien van de werkelijke doden verdwenen miljoenen hindoes door middel van slavernij. Na elke verovering door een moslim-indringer werden de slavenmarkten in Bagdad en Samarkand overspoeld met hindoes. Slaven die waarschijnlijk van ontberingen zouden sterven, bijvoorbeeld in de bergketen Hindu Koh, "Indische berg", die werd herdoopt tot Hindu Kush, "Hindoe-moordenaar", toen op een koude nacht onder het bewind van Timur Lenk (1398-99), honderdduizend hindoe-slaven stierven tijdens hun verplaatsing naar Centraal-Azië. Hoewel Timur Delhi veroverde op een andere moslimheerser, legde hij in zijn journaal vast dat hij ervoor zorgde dat zijn plunderende soldaten het moslimkwartier spaarden, maar dat ze in de Hindoestaanse gebieden "elk twintig slaven" meenamen.

Men zou kunnen denken dat historische feiten als deze ertoe zouden leiden dat mensenrechtenactivisten de islamitische rijken in dezelfde categorie zouden plaatsen als de latere Europese rijken. Maar geen woord. Evenmin noemen de liberalen andere kwesties die hen na aan het hart zouden moeten liggen, zoals de islamitische slavenhandel.

Slavernij is vanaf het begin een integraal onderdeel geweest van de islamitische praktijk. Het is op schrift bekrachtigd, ingebed in een sharia-wet, en is beoefend vanaf de zevende eeuw tot aan vandaag. De slavenhandel werd met name voortgezet door Arabische handelaren in de Sahara waar ze de Afrikanen naar Noord-Afrika brachten. De liberalen veroordelen terecht de Europese slavenhandel en de gevolgen daarvan voor Noord-Amerika. Zij zetten zich terecht in om de moderne slavernij door middel van mensenhandel uit te bannen, waarbij naar schatting tegen 2016 wereldwijd zo'n 40,3 miljoen mensen betrokken zijn. Toch is het bijna niet te horen dat links ook spreekt over de islamitische (voornamelijk Arabische) slavenhandel.

Zo staat op de educatieve website History World bijvoorbeeld een uitgebreid verslag met de titel "History of Slavery", waarin het gebruik van slaven in Babylon, Griekenland, Rome, de Europese Middeleeuwen en de Portugese, en de driehoek (vooral de Trans-Atlantische) slavenhandel wordt beschreven. In het verslag wordt echter alleen terloops melding gemaakt van de islamitische slavernij, ondanks het feit dat deze veel langer heeft geduurd dan de Europese en de Amerikaanse versie. Hier volgen de drie korte alinea's die de website aan het onderwerp wijdt, die alle drie lijken te beweren dat de vermeende moslimslavernij helemaal geen slechte zaak was:

Slavernij is een geaccepteerd deel van het leven in Arabië tijdens de tijd van Mohammed, in de 7e eeuw. En de Qur'an biedt geen argumenten tegen deze praktijk. Er wordt alleen maar gezegd, vooral met betrekking tot vrouwelijke slaven, dat zij goed behandeld moeten worden. In het algemeen is dat het geval geweest,[3] vergeleken met de barbaarse behandeling van slaven in sommige christelijke gemeenschappen.

Ondertussen heeft de moslimgewoonte om slaven in het leger te gebruiken, geleid tot één ongebruikelijk resultaat - op zich al een indicatie van het vertrouwen dat aan slaven in het Midden-Oosten wordt gegeven.

In 1250 zetten de slavenleiders van het Egyptische leger, bekend als de Mammelukken, de sultan af en nemen de macht over. De opeenvolgende heersers uit hun eigen gelederen beheersten een groot deel van het Midden-Oosten, net als de Mammelukken-dynastie, gedurende bijna drie eeuwen.

Dit artikel vermeldt niet de drie eeuwen van de Barbarijse Slavenhandelaren, de Noord-Afrikaanse moslims die als piraten de Middellandse Zee opgingen voor het vangen van schepen uit de Europese landen, waarna de bemanning en passagiers als slaven werden verkocht op de markten van Tunis, Algiers en andere steden. Barbarijse zeerovers waagden zich tot aan Engeland en Ierland, waar ze kleine kustplaatsen overvielen en bewoners meenamen. Professor Robert Davis schrijft:

"De vissers en de bewoners van de kustgebieden van het 17e-eeuwse Groot-Brittannië leefden met de terreur van ontvoering door piraten en werden verkocht als slaaf in Noord-Afrika. Honderdduizenden mensen in heel Europa vonden op deze manier een ellendige dood op de Barbarijse kust."

Pas in het begin van de 19e eeuw vochten de nieuwe VS-Marine twee oorlogen tegen de Barbarijse landen om de piraterij tot een einde te brengen.[4]

 

Edward Moran schilderde in 1897 de brandende USS Philadelphia bij de slag om de haven van Tripoli tijdens de eerste Barbarijse Oorlog in 1804. (Afbeeldingsbron: US Naval Academy Museum collectie/Wikimedia Commons)

Fantasieën over de goedaardige effecten van slavernij onder de islam, of meer in het algemeen, de tolerantie van niet-moslims die in de islamitische rijken leven, zijn nog steeds wijdverspreid. Moslims dringen er zelf op aan dat de islam de meest verdraagzame godsdienst zou zijn, en veel progressieve mensen nemen dit over zonder veel kennis van feiten. Classroom, een website gewijd aan onderwijs, illustreert de naïviteit van de openhartige westerlingen. In een artikel schrijft Laura Leddy Turner "Hoe islamitische keizerrijken religie behandelden":

Vanaf Mohammeds oprichting van de islam en zijn vereniging van de Arabische stammen in de zevende eeuw, kregen moslims de opdracht om andere religies te respecteren. Deze tolerantie was van essentieel belang voor vrede en stabiliteit in Medina en in heel Klein-Azië, aangezien deze landen bevolkt werden door Joden, christenen en andere geloofsovertuigingen. Het grootste deel van de islamitische imperiums die in deze regio zijn gevestigd, handhaafden de traditie van religieuze verdraagzaamheid, hoewel conflicten tussen soennitische en sjiitische moslims vaak voorkwamen.

Mevr. Turner heeft een graad in de Literatuur en in Engels op het Ramapo College van New Jersey, met postdoctorale cursussen in ondernemingsrecht. Ze heeft blijkbaar nooit een woord van de Koran of de Hadith gelezen, of de geschiedenis van de islam in enige diepte gestudeerd, anders zou ze dergelijke onzin niet schrijven. Veel religies kunnen een intolerantie jegens niet-gelovigen aan de dag leggen, vaak in weerwil van Bijbelse waarden (zoals in het christendom), maar de islam lijkt zich met name te onderscheiden in haat jegens niet-moslims en andere islamitische sekten die niet zo zijn als zij, wat nog steeds wordt beoefend. Onder de islamitische wet zijn Joden en christenen gedwongen te leven onder een aparte serie van wetten, die zijn ontworpen om hen eraan te herinneren dat ze alleen een lagere-klasse zijn, "gedulde" bewoners, genaamd: dhimmis, en dat zij belasting moeten betalen als "bescherming" voor hun leven en voor het behouden van hun huizen, synagogen of kerken.

Als ze weigeren om dit te doen, dan kunnen ze worden gedood en hun bezittingen in beslag genomen. Alle andere "ongelovigen" worden beschouwd als heidenen, die straffeloos kunnen worden gedood als ze zich niet ter plekke bekeren tot de islam. Tolerantie?

De favoriete focus op het prijzen van het leven onder de islamitische regel is natuurlijk de Joodse en christelijke ervaring onder de regering van de Umayyad op het Iberische schiereiland, in het grootste deel van Spanje, en dat wat in 1128 Portugal werd – een gebied dat bekend staat als Andalusië (van het Arabische al-Andalus). Een groot aantal artikelen en lezingen beschrijven het islamitische Spanje als een oase van verdraagzaamheid en beschaving, een gouden tijdperk in de Europese geschiedenis. Akbar Ahmed bijvoorbeeld bekleedde de Ibn Khaldun-leerstoel voor islamitische studies aan de Amerikaanse Universitaire School van Internationale Diensten in Washington, DC. Hij was voormalig hoge commissaris voor Pakistan in het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Schrijvend in de Huffington Post stelt hij:

Op het hoogtepunt bracht Andalusië een prachtige moslimbeschaving voort - religieuze tolerantie, poëzie, muziek, geleerde wetenschappers en geleerden zoals Averroës, grote bibliotheken (de belangrijkste bibliotheek van Cordoba alleen al had 400.000 boeken), openbare baden, en prachtige architectuur (zoals het paleiscomplex aan de Alhambra en de Grote Moskee van Cordoba). Deze grote verworvenheden waren het resultaat van de samenwerking tussen moslims, christenen en Joden - het werk van de grote Joodse Rabbi Maimonides werd geschreven in de Arabische taal. Het was een tijd waarin een islamitische heerser een Joodse hoofdminister en een katholieke aartsbisschop als minister van Buitenlandse Zaken had. De Spanjaarden hadden een zinsnede voor die periode van de geschiedenis - La Convivencia, oftewel co-existentie.

Hoewel er misschien een kern van waarheid in zit, is het in de meeste opzichten een grove overdrijving die de realiteit van het leven daar voor alle niet-moslims witwast. Deze overdrijving is in zekere mate tegengesproken door Edward Rothstein, die (enigszins verrassend) schrijft in de New York Times in 2003, in een artikel getiteld "Was de islam van oude Spanje echt tolerant?":

Zoals vele geleerden hebben betoogd, is dit [geïdealiseerde] beeld vervormd. Zelfs de Omajjaden-dynastie, begonnen door Abd al-Rahman in 756, was verre van verlicht. Kwesties van opvolging werden vaak geregeld met geweld. Eén heerser vermoorde twee zonen en twee broers. Opstanden in 805 en 818 in Córdoba werden beantwoord met massa-executies en de vernietiging van een van de buitenwijken van de stad. Oorlogen werden begeleid door plundering, ontvoeringen en losgeld. Córdoba zelf werd tenslotte geplunderd door de islamitische Berbers in 1013, waarbij de baanbrekende bibliotheek werd vernietigd.

Andalusisch bestuur was ook gebaseerd op een religieus tribaal model. Christenen en Joden, die het Abrahamitische verleden van de islam deelden, hadden de status van dhimmis - vreemde minderheden. Ze stegen hoog maar bleven tweederangs burgers; een 11e-eeuwse wetstekst noemde deze leden van "de partij van de duivel". Zij waren onderworpen aan bijzondere belastingen en ook vaak aan kleren-codes. Geweld barstte ook los, met inbegrip van een bloedbad onder duizenden Joden in Grenada in 1066 en de gedwongen ballingschap van vele christenen in 1126.

Meer recent, en veel meer in detail, deed Darío Fernádnez-Morera, universitair hoofddocent bij de Spaanse en Portugese Northwestern University een baanbrekende studie: The Myth of the Andalusian Paradise: Muslims, Christians, and Jews under Islamic Rule in Medieval Spain (2016). We moeten hopen dat deze en toekomstige studies vanuit een gelijksoortig perspectief de mist van onwetendheid rond het leven onder het islamitische imperialisme zal helpen wegnemen.

Dr. Denis MacEoin (PhD Cambridge) doceerde voorheen in Arabische en Islamitische Studies en schreef talloze boeken, artikelen en de encyclopedieën over de islam, met inbegrip van aspecten van het Iraanse Shi'ism.

[1] Voor meer informatie hierover: How the Left Lost its Way: How Liberals Lost Their Way, door Nick Cohen, een van Groot-Brittannië's toonaangevende journalisten.

[2] Zie voor de meest recente studie, Efraim Karsh, Islamic Imperialism: Een historische uitgave van Yale University, 2006

[3] Het is moeilijk om te weten waar deze "algemene" claim op is gebaseerd.

[4] Er is fatsoenlijke literatuur over de Barbarijse slavenhandel omdat het rechtstreeks verband met Europa houdt. Een uitstekende moderne studie is van Robert Davis, christelijke slaven, moslim Masters: Christian Slaves, Muslim Masters: White Slavery in the Mediterranean, the Barbary Coast, and Italy, 1500-1800 (New York, 2003). Er zijn minder studies van de algemene islamitische handel, maar een nuttige inleiding is Bernard Lewis Race and Slavery in the Middle East: An Historical Enquiry, Oxford University Press, 1992. Hierin onderzoekt Lewis "de romantische mythe van het Midden-Oosten als een raciale utopie".

Vertaling door W.J. Jongman en H. Sleijster

© 2018 Gatestone Institute. Alle rechten voorbehouden. De artikelen hier afgedrukt geven niet noodzakelijkerwijs de standpunten weer van de vertalers of van Gatestone Institute.

Bron: How the Left Became its Own Worst Enemy - Part II