www.wimjongman.nl

(homepagina)

Trump, socialisme en de Joden

24 augustus 2018 | Door Alexander G. Markovsky

Winston Churchill noemde de Joden "het meest formidabele en opmerkelijkste ras dat ooit in de wereld is verschenen". Zelf ben ik als Jood verbijsterd over de opmerkelijk irrationele betrokkenheid van de Joden bij de Democratische Partij en hun formidabele oppositie tegen Donald Trump.

Een oud gezegde: "Er zijn twee soorten Joden: zij die geloven dat het Jodendom gaat over sociale rechtvaardigheid en zij die Hebreeuws kennen." Het bevat meer dan een kern van waarheid. Over het algemeen stemden orthodoxe joden in 2016 vóór Trump, en toonden een superieure vooruitziende blik.

In het binnensland, nu het economisch beleid van Trump welvaart en economische dynamiek oplevert, profiteren de Joden net als de rest van de Amerikanen, en misschien zelfs wel meer. Op internationaal vlak heeft Trump bewezen onverminderd een voorstander van Israël te zijn; hij heeft de Iraanse nucleaire overeenkomst beëindigd, de Amerikaanse ambassade naar Jeruzalem overgebracht, Saoedi-Arabië overgehaald om met Israël samen te werken tegen Iran, en de rug van de Palestijnse Autoriteit gebroken. Hij vernietigde ISIS en leverde Israël de meest geavanceerde wapens uit het Amerikaanse arsenaal. Ongelooflijk genoeg, heeft hij dit alles in zijn eerste 18 maanden in functie bereikt. Geen enkele Amerikaanse president heeft in zo'n korte tijd zoveel voor Israël gedaan. En op president Richard Nixon na heeft geen enkele president ooit zoveel gedaan voor de Joden en Israël.

De overgrote meerderheid van de Amerikaanse Joden is nog steeds niet onder de indruk. Ze worden niet ingegeven door zorgen om Israël, ze worden niet ingegeven door de belangen van de Verenigde Staten, en ze zijn bij uitstek niet praktisch in hun eigen behoeften. Waar ze allemaal hartstochtelijk om geven is sociale rechtvaardigheid. Sociale rechtvaardigheid, in de zin van hulp aan zieken en armen, het is diep verankerd in het Jodendom; voor Joden is het een zaak van irrationele obsessie. Met de opkomst van de industriële revolutie en een massieve generatie met rijkdom, pakten de Joden de economische ongelijkheid op en omarmden de ideeën van het socialisme.

De Joodse liefdesrelatie met het socialisme, die in Rusland begon met het fanatisme van de grootouders, is getransformeerd in angst van ouders en vervolgens in de overtuiging van de kinderen en kleinkinderen; ze is diep ingebed in het joodse DNA.

Het Joodse volk, dat al twee millennia in getto's woont, heeft moeite om zijn tragische geschiedenis te verzoenen met de logica van de moderne werkelijkheid. Zij hebben het moeilijk met de vrijheid en de gelijke kansen die Amerika biedt. Ze blijven strijden voor sociale rechtvaardigheid en weigeren te erkennen dat wat Joden in dit land hebben bereikt veel verder gaat dan hun stoutste verwachtingen. Zonen en dochters van de eerste immigranten, die in New York geulen groeven en borden wasten, werden artsen, advocaten, senatoren, bankiers en industriëlen.

Helaas hebben de nakomelingen van de eerste immigranten de genetische herinneringen van hun getto-voorouders geërfd. Zij voelen zich schuldig aan het bereiken van een levensstandaard die even goed of beter is dan die van welke andere etnische groep in dit land dan ook. De schuld die verbonden is aan hun eigen succes heeft hen ertoe gebracht om de zaak van elke underdog en liberale en socialistische beweging in het vizier te nemen en te steunen, hoe onverdienstelijk, hoe irrationeel ook.

Hoewel het socialisme verschrikkelijk leed bracht aan Joden, geven zij hun toewijding aan de zaak niet op. Zoals de prominente zionist Zev Jabotinsky ooit zei: "Logica is een kunst van de Grieken; een Jood heeft zijn eigen logica. Joodse logica is de logica van de catastrofe. Joden detecteren geen gevaar, maar worden er wel mee geconfronteerd."

Maar de geschiedenis straft opzettelijke blindheid, en rampen blijven opnieuw verschijnen.

De socialistische revolutie van 1917 in Rusland was in veel opzichten in feite een Joodse revolutie. Joden stichtten en vormden de Sovjetstaat. Toch werden diezelfde Joodse bolsjevieken al snel het eerste slachtoffer van de staat. In de twintig jaar die volgden, tot 1937, werden ze vrijwel allemaal geëxecuteerd of vermoord.

Eind jaren twintig stemden enkele Duitse joden voor Hitlers Nationaal Socialistische Partij, om pas tien jaar later slachtoffer te worden van de Holocaust. Ze kozen ervoor om Hitlers antisemitische retoriek te negeren; hij kon niet slecht zijn, laat staan kwaad. Hij was immers een socialist!

Joden steunden en bewonderen nog steeds hartstochtelijk Franklin D. Roosevelt, die in 1939 Joden die asiel zochten na de vernietiging van de nazi's de toegang weigerde en hen terugstuurde naar de concentratiekampen. Toch stemden Joden op de FDR en houden nog steeds van hem - de New Deal was immers een enorme stap in de richting van het socialisme.

Joden negeren in onze eigen tijd nog steeds de leringen van Karl Marx, hun medestamlid, dat socialisme gaat over herverdeling van rijkdom. Het doel is om het van de rijken af te pakken, ook al zijn er veel Joden onder hen. Dat is het waar Bernie Sanders' suïcidale "Toekomst om in te geloven" over gaat.

Wat echt opmerkelijk is, is dat er in de afgelopen eeuw geen enkele sociale 'macrokosmos' is geweest die consequenter tegen het eigenbelang en voortbestaan heeft gestemd. We kunnen de Joodse toewijding aan het socialisme, en Joden die hun eigen belangen hebben verraden, aan de kaak stellen, maar een overtuiging is sterker dan het verstand.

Terwijl de leiders van de Democratische Partij alle pretenties lieten varen en nu openlijk het socialisme in dit land voorstaan, zullen de overgeleverde socialisten die door hun overtuiging worden gedreven, opnieuw de politieke noden negeren en stemmen op de partij die hun taal spreekt.

Alexander G. Markovsky is Senior medewerker aan het London Center for Policy Research en de auteur van 'Anatomie van een bolsjevistische en liberale bolsjewiek: Amerika versloeg het communisme niet, maar nam het aan.'

Bron: Trump, Socialism, and the Jews