www.wimjongman.nl

(homepagina)

De Joden zijn geen bezetters

Door Rachel Avraham - 27 november 2018

Overal ter wereld is het anti-Israël-sentiment in opkomst. UNESCO beschouwt de Westelijke Muur, het Graf van de Patriarchen en het Graf van Rachel als Palestijnse heilige plaatsen. De VN neemt routinematig anti-Israëlische resoluties aan zonder met de ogen te knipperen. Zelfs de Amerikaanse bevolking keert zich tegen Israël. Daar zijn onlangs twee vrouwelijke vrouwen, die de BDS-beweging steunen, verkozen tot lid van het Amerikaanse Congres. Maar deze verkiezing van Ilhan Omer en Rashida Tlaib heeft niet in een vacuüm plaatsgevonden. De legitimiteit van de staat Israël wordt al geruime tijd in twijfel getrokken op Amerikaanse universiteitscampussen, waar de ADL melding maakte van een toename van 87% van het aantal antisemitische incidenten in 2017. Maar men moet zich afvragen of het Joodse volk werkelijk de bezetters zijn zoals de BDS-beweging, de Women's March, de Students for Justice in Palestine en bepaalde Democraten hen voor de bezetters uitmaken.

De internationaal gerenommeerde jurist Dr. Jacques Gauthier hield onlangs een toespraak, waarin hij het belang van de juridische rechten van Israël benadrukte.

Dr. Jacques Gauthier, een Canadese advocaat die gespecialiseerd is in internationaal recht, betoogde krachtig dat degenen in de internationale gemeenschap en in de VS die beweren dat Israël geen wettelijke rechten heeft in het heilige land, historisch gezien verkeerd zitten. Onlangs hield hij een toespraak bij de Jews for Judaism organisatie, waar hij verkondigde: "Vaak hoor je bij de Verenigde Naties dat de Joden in Jeruzalem dieven zijn, dat het land is gestolen en dat ze overtreders zijn, onrechtmatige bezetters, vogelvrijen."

Gauthier benadrukte dat elk van deze beschuldigingen betrekking heeft op wettelijke rechten en aanspraken, waarbij hij benadrukte dat óf Israël óf de Palestijnen correct te vinden zijn in het internationale recht: "Als het Joodse volk niet de rechten heeft gekregen onder het internationaal recht, dan zijn het misschien wel dieven. Misschien zijn het dieven. Misschien zijn het bezetters."

Maar wat als het internationaal recht het tegendeel beweert van wat de Palestijnen beweren? "Als ze het recht hebben gekregen om in Jeruzalem en in elk deel van het heilige land te wonen, in wat aan het begin van de twintigste eeuw Palestina heette, dan zijn ze geen dieven. Zij zijn geen overtreders. Het zijn geen bezetters. Het zijn geen afschuwelijke kolonisten, zoals zo vaak wordt herhaald in resoluties van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en soms zelfs in resoluties van de Veiligheidsraad."

Volgens Gauthier is de Balfour-verklaring weliswaar een historisch en belangrijk document, maar geeft ze het Joodse volk op zich geen recht op het land Israël, omdat de Britten op het moment dat ze de verklaring uitvaardigden geen wettelijke recht op het land hadden. Het gebied werd nog steeds gecontroleerd door de Ottomaanse Turken. Hij stelde verder dat het hoofddoel van de Balfour-verklaring was om tijdens de Eerste Wereldoorlog Joodse steun voor Groot-Brittannië te verwerven. Gauthier stelde dat Lord Balfour en zijn tijdgenoten zagen hoe invloedrijk de Joden waren in de Russische Revolutie, waardoor zij hoopten dat de Joodse invloed in hun voordeel kon werken op het moment van hun grote nood tijdens een van de bloedigste mondiale conflicten van de twintigste eeuw.

Bovendien, toen Allenby en zijn troepen in 1917 Jeruzalem binnenkwamen, hadden zij niet onmiddellijk een recht op het gebied: "Wanneer je het in bezit neemt, dan bezet je het. Het betekent niet dat het een recht geeft erop. Bezetting heeft te maken met de wetten van de oorlog. Het gaat niet over soevereiniteit. Er zijn andere principes die te maken hebben met de opvolging van een recht. De Palestijnen zijn erin geslaagd om de naties ervan te overtuigen dat sommige gebieden weliswaar nog steeds bezet zijn, maar dat Israël deze gebieden niet heeft geannexeerd, maar dat het bezet Palestijns gebied is. Het is een verkeerde analyse."

De rechten op het gebied werden het eerst opgesteld op de vredesconferentie van Parijs, waar zowel de Joodse als de Arabische zijde hun aanspraken konden presenteren: "Faisal was de leider. Lawrence of Arabia was er ook. Wat zij vroegen was om een wettelijke status als volk en hun rechten op bepaalde gebieden. Ze wilden een groot deel van de Ottomaanse gebieden. De Zionisten wilden maar één component en dat was Palestina. In hun presentatie benadrukte de Arabische delegatie dat ze geen recht of soevereiniteit van Palestina eisten, maar Mesopotamië, Libanon, Syrië, etc."

Tijdens de vredesconferentie in Parijs benadrukte Gauthier, dat de Zionisten hun aanspraken baseerden op de reconstructie van wat ze in de tijd van koning David en koning Salomo historisch hadden gezien: "Ze presenteerden een kaart met bepaalde grenzen en vroegen om de soevereiniteit niet meteen aan hen te geven, maar om een trustee te zijn, zodat de bevolking gedurende een bepaalde periode de kans krijgt om te groeien en door middel van immigratie een grotere betekenis te krijgen, en vervolgens de autonomie en de onafhankelijkheid te laten verklaren. Sommigen zeiden dat de Joden meteen een staat zouden moeten hebben, maar de meerderheid zei dat ze er nog niet helemaal klaar voor waren."

Er is een basis voor zo'n heilig vertrouwen, dat bedoeld is om een vervolgde minderheid te helpen bij het terugvorderen van hun historische vaderland, in het internationaal recht: "Artikel 22 van de Volkenbond roept op tot een heilig vertrouwen voor de begunstigden die nog niet helemaal klaar zijn om de leiders van een natie te worden, zodat zij zich meer kunnen vestigen en meer ervaring kunnen opdoen. Dit zal de Joden in staat stellen meer mensen te krijgen."

Palestina was niet het enige mandaat van de Volkenbond. In het Verdrag van Sevres in 1920 werd niet alleen verklaard dat Turkije afstand deed van zijn aanspraken op alle gebieden buiten Europa, maar werd ook gesproken over een soortgelijk mandaat voor Armenië, maar in tegenstelling tot het zionistische project is het nooit tot stand gekomen. Vanwege de Turkse onafhankelijkheidsoorlog hebben de Ottomanen het verdrag dat de rechten op dat gebied heeft overgedragen, wel ondertekend, maar niet geratificeerd. Als gevolg daarvan werd het gebied opgenomen in Turkije en niet door Armenië. Uiteindelijk hebben de Armeniërs in een volgend verdrag afstand gedaan van hun recht op het gebied en werd het Armeense mandaat door het Amerikaanse Congres verworpen.

Het zionistische project stond echter een ander lot te wachten. Hoewel de Ottomanen het Verdrag van Sevres nooit geratificeerd hebben, heeft Turkije in 1923 in het Verdrag van Lausanne opnieuw afstand gedaan van zijn aanspraken op alle gebieden buiten Europa, waaronder Palestina. Bovendien kregen de Joden op de Conferentie van San Remo in 1920 de rechten op het gebied: "Zij bepaalden dat het beleid van de Balfour-verklaring zal worden erkend en het recht op dat gebied naar het Joodse volk zal gaan, terwijl Irak, Syrië, Libanon, enz. naar de Arabieren gaan. Het grootste deel van de Ottomaanse gebieden werd aan de Arabieren gegeven en de Joden kregen de gebieden die zij zochten."

In 1922 kregen de Britten hun mandaat van de Volkenbond om het Joodse volk voor te bereiden op soevereiniteit. Gauthier beweerde dat op basis van artikel 15 en 16 van het mandaat van de Volkenbond de historische rechten van het Joodse volk op het land Israël, met inbegrip van Jeruzalem en Judea en Samaria, in het internationale recht waren verankerd. Oorspronkelijk omvatte Palestina ook Transjordanië. Maar toen werd op basis van Britse koloniale belangen besloten om Palestina op te splitsen.

"De Palestijnen hebben een staat volgens de Volkenbond (Transjordanië)," zo merkte hij op. "Dit is niet mijn mening. Dat is een feit. Als er beweerd wordt dat de Arabieren een staat in Palestina zouden moeten hebben, dan hebben ze er een volgens de Volkenbond. Het conflict was altijd een conflict tussen Joden en Arabieren. Als je je naam verandert van Arabisch naar Palestijns, dan kun je beginnen met te schenken en meer krijgen. Maar het is niet juist. Degenen die het Arabische Palestina onder controle krijgen, komen niet eens uit de regio. Het zijn Hasjemieten. Het is Abdullah, de broer van Faisal, de zoon van Hussein. Hij maakte ophef omdat zijn broer door de Fransen uit Damascus werd geschopt en de Britten Faisal in Irak hebben neergezet en Abdullah dan dit krijgt."

 

De VN stelde voor dat de Arabische staat gebieden zou omvatten waar de Arabieren het grootste deel van het land bezaten, terwijl de Joodse staat de omvangrijke gemeenschappen zou omvatten. De zwarte uitgestrektheid in de laatste kaarten toont hoe het land dat aan Israël werd toegewezen grotendeels eigenaarloos was (aangezien het onbewoonbaar woestijn of moerasland was).

Men zou zich kunnen afvragen of dit alles nog steeds geldig is vandaag de dag. De Volkenbond bestaat immers niet meer. In artikel 80 van het VN-Handvest staat echter dat alle landen die voorheen hun rechten onder de Volkenbond kregen, vervolgens door de VN zelf worden erkend. Dit werd nog versterkt door het Internationaal Gerechtshof in 1950, dat oordeelde dat alle principes van de Volkenbond nog steeds geldig zijn. Volgens Gautier is alles wat in het Verdrag van Lausanne, San Remo en door de Volkenbond is besloten, nog steeds geldig, want er is geen ander verdrag dat het recht aan iemand anders kan doorgeven.

"Het VN-Verdelingsplan is slechts een aanbeveling van de Algemene Vergadering van de VN," verklaarde Gauthier. "Volgens het VN-Handvest zijn resoluties van de Algemene Vergadering nooit bindend in zaken als deze. Het was slechts een aanbeveling. In 1947 werd het joodse volk getraumatiseerd. Er was een plan om hen uit te roeien. Vindt u het verrassend dat ze bereid waren om slechts een deel van het land te accepteren dat hun was beloofd onder een heilig vertrouwen? Ze zijn zo wanhopig dat ze zeiden: oké, we zullen er welk deel dan ook van nemen.

De Arabieren zeiden: nee. En vandaag hoor ik plannen gebaseerd op het verdelingsplan. Het heeft geen zin. Het zou alleen geldig zijn geweest als beide partijen het hadden geaccepteerd en er een verdrag zouden hebben gemaakt daarop gebaseerd. Maar de Arabieren wilden het geheel. Jeruzalem moest onder internationale controle staan, maar na tien jaar moest er een referendum worden gehouden. Maar het Joodse volk had het gevoel dat ze daar al een meerderheid hadden en over tien jaar zouden ze met nog meer zijn. We zouden het referendum winnen".

Gauthier legde uit waarom het heel belangrijk is dat Israël haar wettelijke rechten over de hele wereld gaat verdedigen: "Het is absoluut noodzakelijk om het algemeen aanvaarde verhaal tegen te gaan betreffende de bewering over de aanwezigheid in Israël en in Jeruzalem en dat het in strijd zou zijn met het internationaal recht. De historische waarheden die de legitimiteit van de soevereiniteitsclaims van Israël onderbouwen, moeten de komende maanden zo effectief mogelijk worden gepresenteerd.

De huidige strategie van de Palestijnen omvat de bevordering van een stem in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties met betrekking tot de uitwijzing van Israël als lid van de Algemene Vergadering van die Internationale Organisatie. Ik wil u erop wijzen dat dit een reële bedreiging vormt voor Israël tijdens de volgende bijeenkomsten van de Algemene Vergadering. Bovendien hebben de Palestijnen het afgelopen jaar een zaak voorbereid die voor het Internationaal Gerechtshof zal worden behandeld en die gebaseerd is op een onwettige bezetting van Jeruzalem, Judea en Samaria door Israël met het oog op de sluiting van de nieuwe Amerikaanse ambassade in Jeruzalem."

Gezien de bevindingen van Dr. Gauthier, is het nu de tijd voor Israël om te gaan pleiten voor haar wettelijke rechten volgens Julius Cis, die aan het hoofd staat van Joden voor het Jodendom: "Joden voor het Jodendom is vandaag de dag vooral bezorgd over jonge Joden wereldwijd die worden gedwongen, bedreigd en gemanipuleerd om hun claim op Israël en Jeruzalem op te geven. Tragisch genoeg bezwijken deze Joden meer dan ooit voor deze uitdagingen. Geconfronteerd met virulente anti-Israël activisten met gewetenloze agenda's, wordt hun vrijheid om weloverwogen keuzes te maken over Israël in gevaar gebracht.

Universiteiten worden overspoeld met de verachtelijke anti-Israël Boycott, Divestment and Sanctions (BDS) propaganda die veel jonge Joodse studenten ervan weerhoudt om op te komen voor Israël en zelfs voor het Jodendom. Het resultaat - talloze jonge Joden wereldwijd laten elke betrokkenheid bij Israël, Jeruzalem... en in veel gevallen zelfs hun laatste sporen van geloof in het Jodendom achterwege." Volgens hem is dit de reden waarom Joden voor het Jodendom Dr. Gauthier uitnodigden om een lezing te geven over de wettelijke rechten van Israël; en zij hebben de lezing geüpload naar youtube, zodat deze door mensen over de hele wereld bekeken kan worden.

Helaas heeft Israël tot nu toe niet genoeg gedaan om haar wettelijke rechten te bevorderen. Zoals Dr. Mordechai Kedar onlangs verklaarde: "We werken niet aan de wettelijke rechten. Voor ons is het een vanzelfsprekendheid. We denken dat we er niet eens over moeten praten. Echter, wanneer de wereld niet alleen delegitimiseert wat we in 1967 kregen, maar zelfs het hele land, zijn we achter het stuur in slaap gevallen. We hebben er niet aan gewerkt. We hebben dit idee niet benadrukt. Vandaag de dag profiteren alle BDS-mensen ervan dat mensen dit zich niet bewust zijn. Het komt steeds weer opduiken op allerlei plaatsen zoals de UNESCO en andere plaatsen, waar Israël niet wordt belasterd door wat het deed, maar door wat het niet deed. Natuurlijk is het heel gemakkelijk om te zeggen dat je een bezetter bent als je hier illegaal bent en dat je opvattingen illegaal zijn wanneer het je niet uitmaakt wat mensen zeggen". Kedar is echter van mening dat de tijd gekomen is voor Israëliërs om hun mentaliteit op dit punt te veranderen, omdat de Joodse staat politiek sterk te lijden heeft onder de onverschilligheid van hun bevolking ten aanzien van deze kwestie.

Rachel Avraham is voorzitter van het Dona Gracia Mendes Nasi Center for Human Rights in Middle East (in oprichting) en is politiek analist bij het Safadi Center for International Diplomacy, Research, Public Relations en Human Rights. Daarnaast is ze contra-terrorisme-analist over de islamitische theologie t.a.v. terrorismebestrijding. Avraham is de auteur van "Vrouwen en Jihad: Debat over Palestijnse vrouwelijke zelfmoordaanslagen in de Amerikaanse, Israëlische en Arabische media.

Bron: The Jewish People Are Not Occupiers - JOL