www.wimjongman.nl

(homepagina)

"Jihad Toelage": Standpunten over werk in het Midden-Oosten

door Nonie Darwish | 10 Juli, 2018

Onlangs heeft de Iraanse president Hassan Rouhani president Trump gehekeld als een "handelaar" die niet over de nodige kwalificaties beschikte om politieke en internationale zaken te regelen. Op het eerste gezicht zou de kritiek vergelijkbaar kunnen klinken met die van een oppositiepartij die beweert dat Trump geen politieke ervaring heeft. Als islamitisch leider geeft het echter een veel diepere betekenis weer: hoe anders kijkt de islamitische cultuur aan tegen de arbeidsethos en de middelen om rijkdom te verwerven.

Hoewel er veel moslims zijn die onvermoeibaar werken en enorm succesvol zijn, heeft de islamitische cultuur over het algemeen weinig respect voor handenarbeid en zelfs voor bedrijfseigenaren. Mensen die zich bezighouden met legitieme "handel" voor de kost, worden vaak bezien met minachting of als "moeten" werken voor de kost.

Historisch gezien heeft de islamitische samenleving niet de vernieuwers of de hardste werknemers het grootste respect en de grootste rijkdom geschonken, maar is zij gewoonlijk juist geschonken aan de heersende klasse, hun families en relaties. Na de heersende klasse wordt het grootste respect en de grootste rijkdom gegeven aan de jihadistische klasse of de militaire leidersklasse.

Volgens de Koran en het voorbeeld van Mohammed moeten oorlogsbuit (door jihad verworven rijkdom) aan de jihadisten worden gegeven. Jihadisten moeten te allen tijde tegen de buitenwereld in het geweer worden gehouden om de macht van de islam uit te breiden of te behouden. Anders zou de jihadistische of militaire klasse zich kunnen keren tegen de leiding en het islamitische systeem zelf. Het congres trok onlangs meer dan $300 miljoen per jaar af van de Palestijnse Autoriteit die de V.S. betaalden in een "pay to slay" arrangement die moord tot een "banenprogramma" maakte.

Mohammed beloonde moslimstrijders met het paradijs als ze stierven; dit zijn de enige mensen die een gegarandeerde toegang hebben. Degenen die de jihad overleefden, kregen de rijkdom:

"Allah garandeert dat Hij de 'mujahid' in Zijn zaak tot het paradijs zal toelaten als hij gedood wordt, anders zal Hij hem met beloningen en oorlogsbuit in zijn huis terugbrengen" (Bukhari 4:52:46).

Het voorbeeld van Mohammed en zijn moslimstrijders staat in schril contrast met het voorbeeld van de voorgeïslamiseerde Mekkaanse kooplieden die Mohammed verwierpen, en met de Joden die in Medina woonden en handel dreven en hun brood verdienden met zware arbeid.

Het contrast tussen de levensstijl van Mohammed en zijn strijders en die van de Joodse stammen verontrustte de Joden waarschijnlijk - terecht. Mohammeds ogen werden gericht op het overnemen van de macht, rijkdom en controle van de Joden en van de Arabische leiders van Mekka - en hij slaagde.

"Oorlogsbuit" - ook de naam van een hoofdstuk in de Koran, Al-Anfāl, meestal over de Badr oorlog - werd als het lokmiddel gebruikt om meer en meer strijders aan de kant van de islam tegen de rijke Joden en handelaren van Mekka aan te trekken.

Oorlogsbuit of roof, of het wegnemen van de rijkdom van Mohammeds vijanden na het doden van hen, werd big business. Iedereen die werd betrapt op stelen van buit werd gestraft door Mohammed. Hij gaf zijn strijders vier vijfde van de buit en een vijfde werd aan Mohammed en Allah gegeven. Iedereen betrapt op stelen van buit werd gestraft door Mohammed.

Het veroveren van rijkdom bij anderen, in plaats van het creëren van rijkdom, werd een islamitische waarde, gezien als een eervol, en als heilig wettelijk recht van moslims. Zoals Mohammed in de hadith zei: 'Roof is voor mij gelegaliseerd' (Bukhari 53:351).

Dit was in het algemeen het islamitisch economisch model voor het opbouwen van rijkdom, dat in navolging van Mohammed is opgesteld. De meest prestigieuze en bevoorrechte positie in de samenleving voor een moslim man is de positie van een jihadist. De islam werd een zich steeds uitbreidende machine van verovering die niet kon stoppen - of anders zou het geld opraken. Het nam als buit van verovering de rijkdom van vele grote beschavingen met inbegrip van Perzië, Syrië, Turkije, Irak, Koptisch christelijk Egypte, en de Bijbelse landen in en rond Jeruzalem - in het demonstreren waarom handenarbeid en degenen die werken in zowel de landbouw als de handel worden neergezet in de moslimcultuur als zijnde niet jihad en als nummer één om het brood te verdienen.

Nu moslims hun uitgestrekte, door armoede geteisterde islamitische gebieden in 54 islamitische naties ontvluchten voor de groenere landen van Europa en Amerika, lijken westerlingen te denken dat ze vluchtelingen redden. Vaak wel, maar de andere keren is dit gewoon de laatste versie van een verhaal dat zich al 1400 jaar herhaalt.

Moslimgeestelijken pleiten vandaag de dag nog steeds voor de jihad om rijkdom te verwerven. Zo geeft de prominente Egyptische sjeik Abu-Ishaq al-Huwayni nog steeds lezingen aan de Al Azhar Universiteit over hoe de financiële problemen van moslims te wijten zijn aan het feit dat zij de jihad hebben opgegeven en de rijkdom en slaven die daarvan zouden kunnen worden vergaard.

Minstens één moslimleider - de voorzitter van de Internationale Unie van Moslim Scholen, Sjeik Yusuf al-Qaradawi - heeft gemerkt dat er in de islamitische samenleving geen arbeidsethos bestaat. Hij probeerde een oplossing aan te bevelen voor het gebrek aan een arbeidsethos in de moslimsamenleving, maar hij kon in de Koran niet één citaat over het onderwerp vinden behalve in het goed uitoefenen van de jihad. Verwijzend naar de moslimwereld, zei hij: "We werken niet en als we werken, doen we het niet professioneel. We produceren niet... en we importeren alles, van naalden tot raketten." Hij gaf de enige islamitische verwijzing die hij kon vinden met betrekking tot een goed arbeidsethos:

"Mohammed beval ons om in alles uit te blinken 'als je doodt, doe het goed, en als je afslacht, doe het goed...' Hoe komt het dat de zionistische bende erin geslaagd is superieur te zijn aan ons? Zij zijn superieur geworden door kennis en technologie en arbeidsethiek.

Het gebrek aan een goede werkethiek in de islamitische cultuur is mogelijk een grote oorzaak achter de vluchtelingenbeweging en verklaart waarom moslims zich altijd richten op de buitenwereld, de niet-islamitische wereld, de groenere weiden, om steeds meer te veroveren of uit te breiden.

Islams lange geschiedenis van het creëren van rijkdom door middel van acquisitie blijft ook vandaag doorgaan. In 2013 noemde de Britse moslimgeestelijke Anjem Choudary, die veroordeeld werd voor het "aandringen op steun" voor ISIS, het een "jihadi-uitkering", alsof het een recht was, of zou moeten zijn. Choudary zei op 45 jarige leeftijd en met vier kinderen dat dit volgens de islamitische wet de manier is waarop het moet werken.

Gerapporteerd door zowel de Sun als Telegraph in het V.K., zei Choudary:

Alleen het Westen, dat nog steeds in de ontkenning is, lijkt moeite te hebben om het te geloven.

Nonie Darwish, geboren en getogen in Egypte, is auteur van "Wholly Different; Why I Chose Biblical Values Over Islamic Values".

Vertaling door W.J. Jongman en H. Sleijster

© 2018 Gatestone Institute. Alle rechten voorbehouden. De artikelen hier afgedrukt geven niet noodzakelijkerwijs de standpunten weer van de vertalers of van Gatestone Institute.

Bron: "Jihad Allowance": Views of Work in the Middle East