www.wimjongman.nl

(homepagina)

ONTRAFELEN: Mijn nieuwjaarsbericht voor Caroline Glick - bedenk opnieuw "De Israelische Oplossing".

Door Martin Sherman, IISS | 7 september 2018

Glicks recept voor "het één-staten-plan voor vrede in het Midden-Oosten" zal de zionistische onderneming niet minder in gevaar brengen dan het tweestaten-paradigma, dat zij terecht met grote kracht en welsprekendheid verwerpt.

Wat ons betreft is Ahmad een held en een martelaar - zei Ali Mahameed bij de begrafenis van zijn familielid, Ahmed Muhammad Mahameed, de Israëlisch-Arabier die gedood werd bij een recente poging tot een terreuraanslag, zie Ynetnews, 21 augustus 2018.

De gebeurtenissen van de afgelopen weken hebben de beginnende ontrouw - of in ieder geval het duidelijke passieve gebrek aan loyaliteit aan het licht gebracht van belangrijke sectoren in de Israëlisch-Arabische bevolking aan Israël als natiestaat van het Joodse volk, en een duidelijke afwijzing van de fundamentele wetten waarop de staat Israël is gegrondvest.

Het wierp ook ernstige twijfels op over de haalbaarheid en de raadzaamheid van de meeste van de momenteel aangeprezen "juiste" voorstellen voor de uitbreiding van de Israëlische soevereiniteit over Judea-Samaria.

Een catalogus van verwerping van de Joodse soevereiniteit

Na de racistische kakofonie van de Israëlisch-Arabieren in de nasleep van de wetgeving van de Nationaliteitswet in juli, die het joodse volk het recht op een soevereine natiestaat willen ontzeggen (ondanks de grondwettelijke garantie van burgerlijke gelijkheid voor niet-joodse minderheden), vond er ook nog een reeks andere verontrustende gebeurtenissen plaats.

In het Arabische kustplaatsje Jisr-al-Zarka, zo'n 40 km ten zuiden van Haifa, vonden twee aanvallen van lokale bewoners op staatssymbolen plaats. Het ging om schoten die begin augustus werden afgevuurd op het politiebureau in het dorp, dat onlangs werd opgericht als onderdeel van een breder initiatief om de handhaving van de openbare orde in de grotendeels wetteloze Arabische sector te versterken. De andere bestond uit een poging, op 15 augustus, van twee andere bewoners om de Israëlische vlag die boven het station wapperde te verwijderen.

Twee dagen later probeerde Ahmed Muhammad Mahameed, een inwoner van een andere Israëlisch-Arabische stad, Umm-al-Fahm, een Israëlische politieagent in Jeruzalem neer te steken en werd doodgeschoten.

Ondanks de toezegging van de familie om een kleine, onopvallende begrafenis te houden, ontwikkelde de begrafenis zich al snel tot een massademonstratie, met menigten die met Palestijnse vlaggen zwaaiden en luidkeels anti-Israëlleuzen riepen.

Deze openbare vertoning van anti-Israëlisch sentiment deed sterk denken aan de gebeurtenissen in Umm-al Fahm, iets meer dan een jaar geleden, bij de begrafenissen van drie inwoners van de stad die werden gedood nadat ze twee Israëlische politieagenten op de Tempelberg hadden neergeschoten.

Nog maar een paar dagen geleden werd gemeld dat leden van de Arabische Knesset van de gemeenschappelijke lijst met leden van de Palestijnse delegatie in de VN samenspanden om maatregelen tegen Israël te nemen om de Israëliërs te censureren.

Duurzame steun voor de vijand

Het is duidelijk dat de Israëlische Arabieren, na meer dan zeven decennia onder Israëlische soevereiniteit te hebben geleefd, na enorm te hebben geprofiteerd van de burgerlijke gelijkheid die hun werd geboden (ondanks herhaalde gevallen van uitgesproken affiniteit met de meest fervente vijanden van Israël), het nog steeds moeilijk vinden om te accepteren of zich te identificeren met de fundamenten waarop Israël werd opgericht - als de natiestaat van het Joodse volk. Ondanks het feit dat ze de maatschappelijke en economische voordelen hebben ervaren, die deze fundamenten hen hebben gebracht - in het bijzonder in vergelijking met de penibele en gewelddadige situatie in de omringende staten, gebaseerd op zeer verschillende dingen - blijven ze aantonen dat ze de notie van Joodse soevereiniteit over het land niet kunnen respecteren.

Zo stemde in de verkiezingen van 2015 ruim 80 procent van de Arabische kiezers voor de openlijk antizionistische gemeenschappelijke lijst, een bonte verzameling van politieke groeperingen, variërend van radicale communisten tot moslimfundamentalisten, wier enige gemeenschappelijke ideologische band is - inderdaad de eigen positie - wat een afwijzing van het Joodse karakter van Israël is.

De gekozen functionarissen van het land, die waarschijnlijk het meest hebben geprofiteerd van de sociaal-politieke orde, zijn zelfs het felst in hun openlijke steun voor de meest virulente vijanden van Israël.

Zo hield Azmi Bishara, oprichter van de Balad-partij, die momenteel deel uitmaakt van de gemeenschappelijke lijst, in 2001 in Umm al-Fahm een toespraak als Knessetlid, die de overwinning van Israël in de Zesdaagse Oorlog betreurde.

Lofliederen voor Hezbollah

Later datzelfde jaar bezocht hij Syrië, waar hij een toespraak hield waarin hij rouwde om de dood van de Syrische president Hafez al-Assad en zijn solidariteit betuigde met de strijd van Syrië en Hezbollah tegen Israël. (In het licht van het huidige debat over de rol van de rechterlijke macht in het politieke proces weigerde het Israëlische Hooggerechtshof de parlementaire immuniteit van Bishara op te heffen om zijn vervolging wegens hulp aan een vijandelijke staat en terreurorganisatie mogelijk te maken.)

Kort na de Tweede Libanonoorlog van 2006 arriveerde Bihsara opnieuw in Syrië en bezocht samen met andere leden van zijn Balad-partij (waaronder Jamal Zahalka, momenteel leider van Balad) Libanon, waar ze de Libanese premier Fuad Saniora ontmoetten. De leden van de Israëlische Knesset spraken hun steun uit voor Hezbollah en prezen de militaire actie van de terreurorganisatie tegen Israël, waarbij zij de Libanese premier meedeelden dat zij "de geest van het Arabische volk [sic] hadden hooggehouden".

Het was dan ook niet geheel onverwacht om te horen dat Bishara in 2007 het land was ontvlucht onder verdenking van hulp aan Hezbollah tijdens de Tweede Libanonoorlog en later zijn zetel in de Knesset heeft opgegeven.

Dan is er natuurlijk Haneen Zoubi, die ervoor koos om deel te nemen aan de beruchte flottielje dat door de aan terrorisme gelieerde jihadistische Turkse organisatie IHH op het Turkse schip Mavi Marmara werd gestart, en die zich inspant om het veiligheidskordon te doorbreken wat aan Gaza is opgelegd. Inderdaad, Zouabi, een ander Balad lid, en momenteel een Knessetlid van de Joint List, verkondigt dat het concept van een Joodse staat "van nature racistisch" is en spreekt haar steun uit voor het nucleaire programma van Iran, dat zij onderschreef als noodzakelijk om de militaire macht van Israël in evenwicht te brengen, welke zij als het grootste regionale gevaar beschouwde.

Mobiele telefoons smokkelen naar terroristen

Een ander Knessetlid van de Gemeenschappelijke Lijst, Basel Ghattas, werd eind 2016 betrapt op het smokkelen van mobiele telefoons en SIM-kaarten naar veroordeelde terroristen in een Israëlische gevangenis onder het mom van zijn parlementaire immuniteit. Ghattas heeft zijn Knesset-zetel opgegeven en zit momenteel een gevangenisstraf uit voor het helpen van een terroristische organisatie en een reeks andere misdrijven.

Nog maar enkele maanden geleden verklaarde Jamal Zahalka, die Bishara opvolgde als hoofd van Balad (vandaag ook een Knessetlid van de Joint List), dat hij "liever zou sterven dan het Israëlische volkslied te zingen" - d.w.z. eerder zou sterven dan het volkslied te zingen van het land in wiens parlement hij zetelt. Wat de nationale vlag betreft, heeft hij verklaard: "Het is veel erger dan een vod."

Last but not least is er Ahmad Tibi, die voor zijn verkiezing tot Knessetlid, als politiek adviseur van de aartsterrorist Yasser Arafat heeft gediend. Tibi, tegenwoordig ook Knessetlid van de Joint List, is een uitgesproken antizionist die zich verzet tegen het karakter van Israël als Joodse staat en beweert dat haar zelfdefinitie als Joods racistisch is. Hij verwerpt, over de hele linie, elementen die het Joodse karakter van Israël weerspiegelen - waaronder de wet van terugkeer, de vlag en het volkslied. Als Israëlische wetgever is Tibi tegen de rekrutering van Arabische burgers van Israël in de IDF en steunt het Palestijnse recht op terugkeer, wat een voorwaarde voor verzoening wordt genoemd.

Een fel "rood licht"

De reden dat ik deze voorbeelden opsom, is om de politieke gevoelens van de Israëlisch-Arabieren als collectief te onderstrepen, zoals die zich weerspiegelt in de partijen en de individuen op wie zij stemmen. Na tientallen jaren van leven als volledig gerechtigde burgers onder Israëlische soevereiniteit, verzetten zij - en zeker hun gekozen vertegenwoordigers - zich tegen het Joodse karakter van de staat waarin zij leven, en die hen zulke verstrekkende maatschappelijke voordelen heeft geschonken - ondanks hun duidelijke gevoelens van verbondenheid met de onverbiddelijke vijanden van Israël.

Het feit dat er sprake is van beginnende vijandschap - blijft inderdaad bestaan - ondanks de relatieve sociale en materiële voordelen die de Israëlisch-Arabieren genieten ten opzichte van hun verwanten over de Israëlische grenzen heen, moet dienen als een fel brandend rood licht voor goedbedoelde voorstanders van uitbreiding van de Israëlische soevereiniteit over Judea-Samaria samen met de Arabische bevolking die daar woont.

Een van de bekendste voorstellen - waarschijnlijk de bekendste - is die van de prominente columnist Caroline Glick, die zij in haar boek The Israeli Solution uit 2014 verder uitwerkt: Een één-staat-plan voor vrede in het Midden-Oosten.

Om de kern van haar voorstel kort samen te vatten, in haar eigen woorden, schrijft Glick: De werking van het beleid is vrij eenvoudig. Israël zal zijn wetten toepassen op Judea en Samaria en de gebieden als normale delen van Israël besturen... Afhankelijk van veiligheidsbelangen... Palestijnen zullen het recht hebben om op Israëlisch grondgebied te reizen en te wonen waar ze maar willen... Palestijnen zullen dezelfde wettelijke en burgerrechten hebben als de rest van de inwoners en burgers van Israël... Degenen die het Israëlische staatsburgerschap krijgen in overeenstemming met de Israëlische Burgerschapswet zullen ook mogen stemmen bij nationale verkiezingen voor de Knesset.

Ongegrond optimisme versus bittere ervaring

Glick baseert haar voorstel op "alternatieve" demografische inschattingen dat de moslimbevolking in Judea-Samaria sterk is opgeblazen. Maar zelfs als we toestemmen dat dit juist is, betekent haar voorstel een verdubbeling van het huidige aantal moslims in de permanente Israëlische bevolking. Bovendien, zoals Glick zelf erkent, wordt deze extra bevolking al generaties lang "gevoed met... een vast dieet van jihadistisch en nazi-achtig antisemitisme" door middel van het "Palestijnse schoolsysteem en de media en de benoemde imams in moskeeën".

Glick lijkt waakzaam te zijn voor het problematische potentieel dat dit met zich meebrengt en schrijft: .... de Joodse meerderheid plotseling terugbrengen van 75 procent naar 66 procent zal ongetwijfeld onvoorspelbare gevolgen hebben voor de Israëlische politiek". Ik vrees echter dat de gevolgen daarvan volledig te voorzien en evenzeer schadelijk zijn.

Optimistisch voorspelt ze: "Een Israëlische verklaring dat het centrale gezag over de gebieden wordt uitgeoefend, zal waarschijnlijk een aanzienlijk matigend effect hebben. Zodra de bevolking het gevoel heeft dat er een centraal bestuursapparaat bestaat, zal dat gevoel van orde waarschijnlijk een aanzienlijke hoeveelheid tegenstand onder de impuls van de anti-Israël-animositeit neutraliseren".

Dit staat natuurlijk in schril contrast met de bewijzen van de afgelopen weken onder de Israëlisch-Arabieren, die overtuigend bewijs leveren dat ondanks decennia van de verklaringen van centraal gezag", dit weinig tot niets heeft gedaan "om ...de anti-Israël animositeit" te neutraliseren. Inderdaad, men kan zich slechts met grote bezorgdheid afvragen hoe een dergelijke anti-Israël animositeit kan worden gestimuleerd door een verdubbeling van de moslimbevolking, die al generaties lang gevoed wordt met "een vast dieet van jihadistisch en nazi-achtig antisemitisme".

De irrelevantie van de oorspronkelijke Joodse meerderheid

Immers, zelfs als de optimistische demografische inschattingen juist zijn, zal haar recept nog steeds een moslimminderheid van 35-40% met zich meebrengen. Dit zal op zich al verstrekkende gevolgen hebben voor zowel de begrotingstoewijzingen als de sociaal-economische structuur van het land.

Het is duidelijk dat het met een recalcitrante minderheid van deze omvang, waarvan velen (zoals Glick zelf erkent) decennia-lang geleerd hebben Joden te haten en die het Joodse karakter van de staat, de symbolen, de kalender en het gedrag van het openbare leven fel afwijzen, onmogelijk zal zijn om een samenhangende samenleving te smeden. Het resultaat zal waarschijnlijk eerder een alomtegenwoordige inter-etnische strijd zijn, met zelfs geweld, en een Libanonisering van de Israëlische samenleving.

Bovendien zal de toevoeging van de Arabische inwoners van Judea-Samaria aan de permanente bevolking van Israël, zoals ik elders heb aangegeven, een massale verduistering van middelen met zich meebrengen om de gapende kloof tussen de moslimbevolking buiten de grenzen van vóór 1967 en de rest van Israël in zekere mate te verkleinen. Dit zal onvermijdelijk leiden tot een vermindering van de middelen die momenteel worden gebruikt voor het verbeteren van de infrastructuur, het welzijn, het onderwijs, enzovoort, waardoor de levensstandaard en de kwaliteit van het leven van de bestaande burgers drastisch zal dalen.

De combinatie van verslechterende economische omstandigheden en toenemende inter-etnische wrijving zal leiden tot een negatieve demografische dynamiek waardoor Israël een steeds minder aantrekkelijke bestemming wordt voor Joden in het buitenland en een steeds minder aantrekkelijke woonplaats voor de Joodse bevolking in Israël. Het bijna zekere resultaat zal zijn dat de Aliyah (Joodse immigratie) gaat verminderen en Yeridah (Joodse emigratie) versnellen, waardoor de Joodse numerieke meerderheid wordt uitgehold en de zionistische electorale meerderheid in gevaar komt - vooral in het licht van het recente gedrag van de linkse facties in het kielzog van de "Nationaliteitswet".

Evacuatie-compensatie voor Arabieren als enige zionist-conforme politiek

Overeenkomstig het voorschrift dat door Glick wordt geëist bij de oproep tot een "één-staat-plan voor Vrede in het Midden-Oosten" dat dit uitbreiding van Israëlische soevereiniteit over Judea-Samaria met zich meebrengt - met inbegrip van de Arabische bevolking - zal dit de zionistische onderneming in gevaar brengen, wat niet minder waarschijnlijk is dan bij het tweestaten-paradigma, dat zij terecht met grote kracht en welsprekendheid verwerpt.

Nu het jaar ten einde loopt, wil ik er bij haar erop aandringen de standpunten die zij tot nu toe heeft ingenomen te heroverwegen en een andere koers uit te stippelen.

Dus, terwijl ik het volledig met haar eens ben dat de Israëlische soevereiniteit moet worden uitgebreid van de "rivier tot aan de zee", roep ik haar op om een krachtig programma van aangemoedigde emigratie (oftewel Evacuatie-compensatie) voor de Arabische inwoners van Judea-Samaria te onderschrijven als het enige niet-"kinetische" beleidsvoorschrift dat adequaat kan inspelen op de geografische regel van Israël en zijn demografische noodzaak - als het de natiestaat van het Joodse volk wil doorzetten.

Immers, het principe van "Evacuatie-compensatie" wordt vaak naar voren geschoven voor de verwijdering van Joodse inwoners uit Judea-Samaria om de vestiging van weer een nieuwe homofobe, vrouwhatende moslim-meerderheidstirannie (ook wel een Palestijnse staat genoemd) te vergemakkelijken.

Waarom zouden we dan niet eerder datzelfde principe naar voren schuiven voor de evacuatiecompensatie van de Arabische inwoners van Judea-Samaria - om de vestiging van zo'n homofobe, vrouwhatende tirannie te voorkomen...?

Shana Tova

Martin Sherman is oprichter en uitvoerend directeur van het Israel Institute for Strategic Studies.

Bron: INTO THE FRAY: My New Year Appeal to Caroline Glick – Rethink “The Israeli Solution". -