www.wimjongman.nl

(homepagina)

Britse Marine analyse in 1943: Niets over Palestijnen of Palestijns nationalisme.

Overgenomen van Elders van Zion op 2 januari 2018.

Vandaag werd er een tweet onder mijn aandacht gebracht over een Brits marinehandboek over Palestina en Jordanië uit 1943.

Mensen die vandaag het nieuws over het Midden-Oosten tot zich nemen, zouden zeer verbaasd zijn om de vele feiten te leren die in het boek aan de orde komen. (Lezers van deze site weten dit allemaal al wel)

Arabieren noemden het gebied bijvoorbeeld nauwelijks "Palestina", maar noemen het "Zuidelijk Syrië".

De noord- en de noordoostgrens werden vastgelegd in de Anglo-French Conventie van 23 december 1920 (Cmd 1195). Na het afbakenen van het gebied werd dat bevestigd in 1923 (Cmd. 1910; Treaty series Nr. 13-1923). De grens met Jordanië is vastgelegd door de Hoge Commissaris voor Palestina en Transjordanië op 1 september 1922 in een bevel geautoriseerd met Artikel 86 van de Algemene Maatregel van Bestuur van Palestina. De zuid- en zuidwestgrens volgt de voormalige grens tussen Egypte en het Ottomaanse Rijk. De sanjaks van Belka, Acre en Beiroet waren in de Ottomaanse periode delen van het dorp Beiroet. Jeruzalem was een zelfstandige sanjak onder de directe controle van de Porte (Ottomaans hof). De strook water tussen de Dode Zee en de Golf van Akaba was een deel van het dorp Damascus. Palestina was toen in het Oosten algemeen bekend als 'Zuid-Syrië'.

Ook de Arabieren in de regio noemden zichzelf geen Palestijnen, maar in het beste geval Zuid-Syriërs.

Na de oorlog.
Nadat Palestina bezet was en de oorlog met succes was beëindigd, kwam de verdeling van de veroverde gebieden tot een beslissing. Feisal was, op voorwaarde dat de Arabieren het zelfbestuur hadden gekregen dat hun in de Arabische landen was beloofd, bereid om in te stemmen met een speciale status voor Palestina, in ieder geval voor zover het Joods was. De Joden van Palestina en in de Diaspora, voor zover zij hun mening konden uiten, waren uit op een Brits protectoraat - met de Verklaring van Balfour als handvest - in een Palestina dat afgescheiden was van de naburige landen, waarin zij zich vrij konden ontwikkelen volgens hun eigen richtlijnen. De Arabieren van Syrië en Palestina waren het samen eens en waren tegen elke afscheiding. Ze wilden ook een Brits protectoraat, of een Amerikaans protectoraat, waarvan iedereen erkende dat dit onbereikbaar was. De enige uitzonderingen hierop waren misschien enkelen van de Libanezen, die een aparte staat Libanon onder Franse bescherming wilden. Niemand anders wenste enige vorm van Franse controle.

Het boek beschrijft verder ook hoe het Palestijns-Arabische nationalisme in de jaren veertig van de vorige eeuw vooral een mythe was.

De betekenis van de nieuwe term 'Arab Nationality', die zoals gebruikelijk het grootste deel van de Palestijnse bevolking, moslim of christen, weergeeft, wordt door Eric Mills besproken in zijn verslag over de volkstelling van Palestina 1931, vol. i, blz. 73. Deze Arabische nationaliteit, zo stelt hij, heeft geen bestaansrecht, aangezien er geen enkele Arabische gemeenschap in formele zin bestaat: "de basis ervan kan misschien het best worden omschreven als een bewustzijn bij de leden van sommige niet-joodse religieuze gemeenschappen". De Arabische nationaliteit in Palestina is in feite een politieke schepping, een reactie op de creatie of het bestaan van een joodse nationaliteit.

Verbazingwekkend hoe een beetje geschiedenis 70 jaar aan leugens kan vernietigen.

Bron: British Naval analysis in 1943: No such thing as Palestinians or Palestinian nationalism ~ Elder Of Ziyon - Israel News