www.wimjongman.nl

(homepagina)

Vijfentwintig jaar na Oslo sterft de PLO

16 september 2018 - door Victor Rosenthal

 

Ari Fuld, in memoriam

Bijna precies 25 jaar geleden, op 13 september 1993, beging Israël de grootste strategische fout in haar 70-jarige geschiedenis door de ondertekening van de "Declaration of Principles on Interim Self-Government Arrangements", ook bekend als het Oslo I-akkoord.

De ramp in Oslo weerklinkt vandaag de dag nog steeds door, als het weer een van de duizenden Joodse en Arabische slachtoffers eiste met de moord op Ari Fuld, een Joodse vader van vier kinderen die in Gush Etzion Junction, een plaats van talrijke terreuraanslagen, werd neergestoken door een jongeman die in de jaren na Oslo werd geboren en door het onderwijssysteem van onze Oslo-partner Yasser Arafat werd opgeleid tot een menselijk moordwapen.

Een van de fascinerende aspecten van het Oslo-sprookje is het feit dat de 25 jaar van bloedige oorlog en terrorisme die ze hebben gebracht sinds de feestelijke ondertekeningsceremonie op het gazon van het Witte Huis, het sommige van haar aanhangers er niet van heeft kunnen overtuigen dat het iets anders was dan een goed idee, maar dat het gesaboteerd werd door (onder andere) "kolonisten", Benjamin Netanyahu, Yigal Amir, en vandaag zelfs Donald Trump.

Oslo stond Arafats PLO toe, wat tot dan een verboden terroristische organisatie was, om de mantel van de "legitieme vertegenwoordiger van het Palestijnse volk" op zich te nemen, en terug te keren naar Israël vanuit de ballingschap in Tunesië, en de Palestijnse Autoriteit (PA) op te richten om de Arabieren van Judea, Samaria en Gaza te besturen.

Feit is dat Arafat nooit de minste wens had om een vreedzame staat op te richten naast Israël, of om zich aan te sluiten bij het Nieuwe Midden-Oosten waar Shimon Peres zo graag over droomde. Hij accepteerde het bestaansrecht van Israël niet en was niet van plan om het Palestijnse verbond, dat oproept tot de gewelddadige uitbanning ervan, te wijzigen. En hij was zeker niet van plan om het terrorisme te "bestrijden" - hij sponsorde het en moedigde het eerder aan.

Zijn doel was om Israël onleefbaar te maken door terrorisme en tegelijkertijd diplomatieke druk uit te oefenen voor steeds meer concessies. Uiteindelijk hoopte hij het land geestelijk, psychologisch en strategisch te verzwakken, zodat de vijanden van Israël, de traditionele Arabische confrontatie-staten die met de PLO samenwerkten, haar fysiek konden vernietigen. Met enige aanpassingen volgde hij het zogenaamde "Tienpuntenplan" dat in 1974 door de Palestijnse Nationale Raad werd aangenomen.

Het meest duivelse van zijn terroristische hulpmiddelen, welke nog lang na zijn eigen dood doorgingen om Joden vermoorden, is het onderwijssysteem van de Palestijnse Autoriteit, dat onmiddellijk na de oprichting van de PA is opgezet. Vanuit hun kleuterscholen via hun universiteiten krijgen Palestijnse kinderen een indoctrinatie in het Palestijnse verhaal van slachtofferschap en wraak en pure anti-joodse haat. Dit wordt versterkt door de officiële Palestijnse media, die moorddadige terroristen presenteren als de helden van het Palestijnse volk, waarbij het doden van Joden en vooral het martelaarschap worden gezien als de meest geëerde daad voor een Palestijn.

Arafat moest de spanning beheersen tussen het samenwerken met Israël en de Amerikanen, zodat zij geld en wapens zouden blijven leveren (om het terrorisme te "bestrijden"), en tegelijk het zijn van een compromisloze strijder voor zijn eigen volk. Dit vergde echter weinig inspanning, want de Israëlische leiding was zo verblind door haar visie op vrede, dat bijna alles wat Arafat deed of zei werd gerationaliseerd.

Wanneer Arafat opriep tot jihad in het Arabisch, werd dat uitgelegd als zijnde noodzakelijk omdat dit het respect van de "hardliners" in stand hield. Het feit dat zijn volk er toen op uit ging om deel te nemen aan de jihad waar hij om vroeg, werd beschouwd als een ongelukkig bijproduct van de strijd voor vrede. Yitzchak Rabin noemde soms zelfs de slachtoffers van deze terreur "slachtoffers van de vrede". Toen Arafat in 1994 in Johannesburg in Zuid-Afrika, een toespraak hield waarin hij de Oslo-akkoorden vergeleek met het verdrag van Mohammad van Hudaybiyyah, waarin hij instemde met een tijdelijke wapenstilstand om tijd te winnen om zijn troepen op te bouwen en het vervolgens het verdrag te verbreken om zijn vijand te verslaan, werd het beschouwd als slechts een houding. Maar hij meende elk woord.

Velen hebben de vraag gesteld waarom Israël de Oslo-akkoorden niet heeft ingetrokken en de PA heeft ontmanteld na talloze terreuraanslagen, en nadat het harde bewijzen had dat Arafat het terrorisme sponsorde en aanmoedigde, en dat wapens die Israël aan de PA had gegeven, tegen Israëlische burgers werden gebruikt. Een van de redenen hiervoor is altijd de Amerikaanse druk geweest. Lang nadat de meeste Israëliërs zich realiseerden dat de PLO geen partner voor vrede was en nooit zou zijn, bleven Amerikaanse ambtenaren de mythe geloven dat de PLO een staat wilde en het conflict zou beëindigen als alleen Israël maar genoeg concessies zou doen.

Maar dat was niet de enige reden. In een zeer informatief stuk betoogt Douglas Feith, die in de Reagan- en Bush-regeringen werkte, dat zelfs toen de Israëlische leiders zich realiseerden dat de "land voor vrede" deal niet zou gebeuren omdat de PLO het conflict niet kon en niet zou beëindigen, zij toch bleven aandringen op de deal, omdat ze geloofden dat de gebieden om demografische redenen een vergiftigde maaltijd waren, die het land niet kon verteren. Als er dan geen echt vredesakkoord kon worden bereikt, dan was een eenzijdige terugtrekking de volgende beste oplossing. Op de een of andere manier wilden ze de gebieden verlaten. Zelfs Ariel Sharon gaf er de voorkeur aan zich eerst terug te trekken en zich vervolgens pas zorgen te maken over de veiligheidsproblemen die het veroorzaakte.

Hoe Sharon zou zijn omgegaan met wat er in Gaza is gebeurd na de eenzijdige terugtrekking is iets wat we nooit zullen weten. We weten wel dat zijn opvolger, Ehud Olmert, Judea en Samaria probeerde weg te geven; alleen de angst van Mahmoud Abbas om zelfs maar een symbolische concessie aan Israël te aanvaarden, of misschien zijn hoop op een betere deal van een volgende Amerikaanse president en de VN, heeft een grotere ramp voorkomen dan de vlucht uit Gaza.

In tegenstelling tot Olmert heeft Bibi de lessen van Gaza geleerd en neemt het de veiligheidsuitdagingen serieus. En het Midden-Oosten-team van de Trump-regering lijkt voor het eerst te proberen om een op de realiteit gebaseerd beleid te ontwikkelen. In de afgelopen weken heeft de regering de betalingen aan de PA en UNRWA, het corrupte Palestijnse vluchtelingenagentschap, scherp gekort. Het leverde een ernstige klap op voor de eer van de PLO om Jeruzalem te erkennen als hoofdstad van Israël en de ambassade te verplaatsen, zonder de Palestijnse claim te onderschrijven; en het sloot de "ambassade" van de PLO in Washington.

De PLO onder Arafat en onder zijn opvolger Abbas heeft haar aard nooit veranderd. Vanaf de oprichting als terroristische militie in 1964, via het succes als Sovjet-klant, en zijn militaire avonturen in Jordanië en Libanon, en zijn ballingschap naar Tunesië in 1982, en zijn terugkeer in de gedaante van een legitieme autoriteit in 1993, is het nooit iets anders geweest dan een wapen tegen de Joodse staat. Het heeft de Palestijnen zelf nooit iets te bieden gehad, behalve een hersenschimmige hoop op wraak.

Mogelijk kunnen we met het beginnende einde van de Abbas-periode, en het nieuwe beleid van de Trump-regering, eindelijk afscheid nemen van de PLO - én het onderwijssysteem van Arafat.

De begrafenis voor Ari Fuld begon op 16 dec. Moge God zijn bloed wreken en hem maken tot het laatste slachtoffer van de haatdragende PLO.

Bron: Twenty-five years after Oslo, the PLO is dying | Abu Yehuda