www.wimjongman.nl

(homepagina)

Opname en teken - door Wim Jongman.

Hoewel ik reeds geruime tijd bezig ben met het idee van de eindtijd, met heel veel verwachting van een opname - ik denk reeds zo'n 30 jaar - is het pas de laatste jaren dat ik uitkijk naar het Bazuinenfeest. De reden is dat dit het volgende feest is dat in vervulling zal gaan; en ik denk dat rond dat tijdstip de opname van de Gemeente te verwachten is. Het mag duidelijk zijn dat ik het idee van "van die tijd weet niemand de dag noch het uur" in zoverre onderschrijf, dat men wel de periode kan weten. Niet de dag.

Maar wacht even. Dit zei Jezus in Matt. 24, maar daar heeft Hij het over het voorbijgaan van de aarde en hemel. Het gaat daar helemaal niet over een opname, waarvan de onbezorgde aardbewoners overigens niets zullen bemerken, totdat de ontsnappingsroute wordt afgesneden, net als in de dagen van Noach. Ze moeten er doorheen. Hij heeft het over de Joden, de Gemeente was er nog niet. Hij zei later ook iets dergelijks, weer op een vraag van de discipelen. Wat was die vraag? Heere, zult U in deze tijd voor Israël het Koninkrijk weer herstellen? Hand. 1:6. Ze vroegen niet: Heer, wanneer komt U ons halen en zien we U, en gaan U tegemoet in de lucht. Ze waren helemaal bezig met de aardse regering die zou komen: het duizendjarig rijk. Het was Paulus die ons het geheimenis onthulde van de Opname, in 1 Tess. 4:15-17 en 1 Kol. 15:51-52. Voor die tijd wist men niets over een opname, hoe zouden ze ernaar kunnen vragen?

Dus, elk jaar als dat feest voorbij was, zei ik dan tegen mijn naaste omgeving, dat er in ieder geval weer een jaar aan het aardse bestaan van de Gemeente was toegevoegd.

Maar nu, met het komende Bazuinenfeest in september, en volgens de kenners de conjunctie die aan de hemel staat van het Grote Teken uit Openbaring 12, is mijn verwachting een stuk groter.

Maar als er dan niets gebeurd, wat mogelijk is? Dan is er in de interpretatie iets fout geweest; en niet dat de Bijbel onjuist is, maar slechts ons zicht op de dingen. Ik moet ook bekennen dat de loop van gebeurtenissen een heel andere loop hebben gekregen dan ik in het verleden had gedacht. Dat komt door alle analyses die er waren, en die er nog zijn. Niemand van die analisten had bijv. een Arabische lente voorzien.

En speelt ons verlangen naar de komst van de Bruidegom ons parten? Zo ja, dan hoor ik liever bij de bruid die verlangend uitziet naar de komst van haar bruidegom, en die het dan mis heeft, dan bij hen die het allemaal wel best vinden.

Als er niets zou gebeuren, kan het zijn dat God uitstel geeft. Hij is soeverein en is geen verantwoording schuldig aan ons. Toen Jona eens profeteerde in Nineve, dat de stad zou vergaan en er allerlei tekenen waren vooraf, maar er niets gebeurde, was hij geen valse profeet. Het kwam wel, maar later. De mensen hadden hem wel als een valse profeet kunnen zien. Zijn wij dan terecht ontstemd als er niets gebeurt?

Een ander ding wat steeds weer in mijn hoofd terugkomt, is het feit dat Jezus zegt dat wanneer er mensen opgenomen worden, het een tijd van redelijke rust is. Want Hij zegt dat men samen wandelt, samen aan het werk is, Matt. 24:40. Dat is geen beeld van mensen die midden in een verrukking zitten met een wereldwijde vervolging. Dat het dan ook onverwacht is.

Oké, en wat moet ik aan met verzen als Hebr. 10:25, waarin we worden aangespoord om de de bijeenkomst te bezoeken naarmate we de dag zien naderen. Tussen haakjes, ook zoiets voor ons in Europa aangezien momenteel de kerken leeglopen. Maar welke dag? Kunnen we een bepaalde dag zien naderen.

Paulus zegt dat met deze woorden: U bent allen kinderen van het licht en kinderen van de dag. Wij zijn niet van de nacht en ook niet van de duisternis, zodat die dag u als een dief zou overvallen. 1 Thess. 5

Om wat voor reden moet ik omhoog kijken als Jezus zegt in Lucas 21:28: Wanneer nu deze dingen beginnen te geschieden, kijk dan omhoog en hef uw hoofd op, omdat uw verlossing nabij is. Wat kunnen mensen daar dan zien?

Jezus zegt nog een keer dat Hij komt als een dief. Openb. 16:15. Dit wordt gezegd nadat de zesde schaal is uitgegoten. Dat is bijna aan het einde van de Grote Verdrukking. Het gaat dan echter om de kleren die men heeft of denkt te hebben.

Dus na alles heb ik nog steeds een beeld van een opname van de Gemeente, en dat is geen opname vanuit het midden van de verdrukking, maar voorafgaande aan de verdrukking, en toch niet onverwachts. Maar hoeveel tijd voor de verdrukking? De Grote Verdrukking wordt beschreven als met een duur van drieënhalf jaar of 1260 dagen. Daniel 7:25 en Openb. 12:14. Het is een tijd waarin Israël veiligheid wordt gegeven naar een plek in de woestijn van Juda. In Matt. 24:15 zegt Jezus dan wel dat men zelf moet vluchten. Het is pas tegen die tijd dat het Beest uit de zee van volken zal opkomen tot volle macht, nadat satan en zijn engelen uit de hemel zijn neergeworpen.

Het mag wel duidelijk zijn dat het kind waarover gesproken wordt in Openbaring 12 niet Jezus is, zoals ons altijd is voorgehouden. Ten eerste omdat dan de satan op de aarde wordt geworpen, terwijl men ons altijd heeft voorgehouden dat de satan de aanklager is in de hemel. Daar komt bij, dat als er staat dat hij weinig tijd heeft, dat bijna 2000 jaar zou zijn, geen korte tijd dus, dus dat is onzin. Uit vers 16 blijkt dat de draak zich ook tegen het nageslacht van de vrouw keert, die de geboden volgen en het getuigenis hebben van Christus. De Gemeente bestaat echter uit heidenen (geen nageslacht) en volgt de wet niet.

Ook wordt erop gewezen dat het kind de heiden-volken zal hoeden met een ijzeren staf. Nu, dat zou Jezus zijn. Dat lijkt te kloppen, maar Hij is het Hoofd, en de Gemeente is het lichaam, Kol. 1:18, dus ook de Gemeente is daarin werkzaam, 1 Kor. 6:2; Weet u niet dat de heiligen de wereld zullen oordelen? En zo zullen zij ook heersen met een ijzeren staf, Openb.2:26,27.

Als we niet waakzaam zijn, dan zal de Heer komen als een dief in de nacht, Openbaring 3:3: Als u dan niet waakzaam bent, zal Ik bij u komen als een dief en u zult beslist niet weten op welk uur Ik bij u zal komen. En in 16:5: Zie, Ik kom als een dief. Zalig hij die waakzaam is en op zijn kleren acht geeft, zodat hij niet naakt zal rondlopen en men zijn schaamte niet zal zien. Als je niet uitkijkt, zal Hij inderdaad komen als een dief in de nacht.

Blijven uitkijken, de tijd is kort. En degene die zegt dat de Heer elke dag kan komen moet nog beter op zijn tellen passen.

Willem Jan Jongman