www.wimjongman.nl

(homepagina)

Analyse: Hoe Arafat de Israëliërs verkeerd begreep. En hoe Abbas de Palestijnen verkeerd begrijpt.

De dag dat Palestina het opgeeft

Haviv Rettig Gur - 14 november 2017

In de verzoeningsovereenkomst van vorige maand gaf Abbas zijn nalatenschap door in de handen van Hamas, en Hamas bleek sterk genoeg om de mensen in een oorlog te slepen, en niet naar de vrijheid

Op 1 november ontmantelde Hamas, tegen alle verwachtingen in, de controlepunten die de organisatie tot dan onderhield bij de door Israël gecontroleerde grensovergangen met Gaza.

Dat was een dramatische stap. Niet langer zouden Palestijnen als ze Gaza zouden verlaten naar Israël of de Westelijke Jordaanoever geconfronteerd worden met de Hamas-inlichtingenambtenaren over hun zaken. Niet langer zouden de Palestijnen in Gaza geconfronteerd worden met exorbitante invoerrechten en andere vergoedingen die door Hamas werden opgelegd.

Dat brengt ook gevolgen. Bij het nemen van deze stap gaf Hamas - een groep die aan bijna alle kanten verstikt is door vijanden, zowel door buitenlandse als door binnenlandse - bereidwillig een lucratieve bron van inkomsten over, die elk jaar hun schatkist voedde met vele miljoenen shekels.

Nog verrassender was de stap verder dan wat Hamas strikt noodzakelijk moest doen in dit stadium van de ondertekening van de verzoeningsovereenkomst met de door Fatah geleide Palestijnse Autoriteit in Caïro, waarmee het vorige maand enige controle over Gaza overhandigde aan de PA.

Het volstaat niet met maar eenvoudig te zeggen dat deze acties behoren tot de "verzoening". De bereidheid van Hamas tot "nationale verzoening" is in het verleden nooit zover gegaan. Wat is er veranderd? Wat heeft Hamas er eventueel toe kunnen aanzetten om een deel van zijn heerschappij over Gaza op te geven en af te zien van vitale bronnen als invloed en geld?

Winnaars en verliezers

Op het eerste gezicht is het Fatah, en niet Hamas, dat als duidelijke winnaar uit de overeenkomst lijkt te komen. In de verzoeningsdeal herwon Fatah een steunpunt in Gaza. Dat was voor de eerste keer dat haar troepen een grote nederlaag leden in de Gazastrook in 2007.

De voordelen voor Fatah zijn talrijk. De PA-leider, president Mahmoud Abbas, heeft nu een antwoord gekregen op de klacht die af en toe van Israëlische functionarissen werd gehoord dat hij niet kan onderhandelen over een vredesakkoord, omdat hij nog niet de helft van de Palestijnse politieke macht in handen heeft. Ook wordt zijn positie op het wereldtoneel versterkt door slechts het feit van deze stap. Er is een scheur in de status quo. Als Fatah en Hamas zich met elkaar kunnen verzoenen, zo hebben sommige diplomaten al gesuggereerd, dan kunnen misschien ook de bredere golven, zoals die welke Israëli's en Palestijnen scheiden, overbrugd worden.

De mogelijkheid om vooruitgang te laten zien, heeft ook financiële implicaties. Opneming van Hamas in een nieuwe PA-regering zou de PA waarschijnlijk veel kosten, aangezien sommige landen en internationale instellingen het moeilijk zouden kunnen vinden om de financiering van Palestijnse organisaties te doen, die gekoppeld zijn aan Hamas of haar ambtenaren. Aan de andere kant, als Fatah het kan realiseren om Hamas voldoende "in de verzoening op te nemen", met behoud van een firewall tussen Hamas en hulp-ontvangende instellingen, kan de overname van de Gazastrook een financiële zegen blijken te zijn. Internationale hulp naar Gaza is alleen maar opgedroogd onder Hamas. Als dit onder auspiciën van de PA weer aantrekt, is er veel geld te winnen voor institutionele opbouw en politiek kapitaal naar Fatah.

 

Palestijnen in Gazastad zwaaien met Palestijnse en Egyptische vlaggen ter ere van het verzoeningsakkoord tussen Hamas en Fatah in Egypte, 12 oktober 2017. (AP Photo/Khalil Hamra)

En wat heeft Hamas in dat alles gewonnen? Het antwoord is ironisch genoeg, dat juist de dingen die het verloren heeft, de belangrijkste winst zijn.

Toen Hamas in 2007 de Gazastrook van Fatah overnam, verklaarde Hamas dat de overname haar visie op een islamitisch Palestina bekrachtigde, en dat haar opstand tegen alle kansen in was. Tegen de uitdrukkelijke wensen van de PA, Israël en een groot deel van de internationale gemeenschap bewees het dat deze tegenstanders, en vooral hun immense macht, teruggedrongen kon worden en dat vrome moslims in hun kielzog in de opgaande lijn terecht konden komen.

De problemen van Hamas zijn misschien al begonnen toen het de fout maakte om de eigen propaganda te geloven. In naam van vrome toewijding aan de zaak dreven ze Gaza van de ene ideologische botsing naar de andere. En ze trokken de al lang lijdende bevolking niet alleen in herhaalde oorlogsrondes met Israël, maar zelfs, onverklaarbaar voor buitenstaanders, ook in de door bloedvergieten geplaagde puinhoop van een burgeroorlog tussen het Egyptische leger en de Moslimbroederschap, de eenmalige ondersteuners en ideologische voorouders van Hamas.

 

Palestijnse kinderen vullen jerrycans met drinkwater uit de openbare kranen in de zuidelijke Gazastrook, 11 juni 2017. (AFP/ZEI KHATIB)

Vanaf het begin van het Hamas-bewind in 2007 werd een Israëlische blokkade opgeworpen, en vanaf 2014 stonden de Gazanen ook in Egypte bloot aan een meedogenloos regime als reactie van het Egyptische leger op de bemoeizucht van Hamas. En vanaf 2017 begon de PA van Abbas zijn eigen financiële wurggreep op te leggen op de fondsen van de PA voor de levering van basisdiensten zoals elektriciteit, en het ontkende de door Hamas geleide regering in Gaza.

Hamas kon beschuldigen en bulderen, maar het werd steeds moeilijker voor hen om te beargumenteren dat ze Gaza naar een betere positie zouden leiden.

De politieke leiding van Hamas heeft de afgelopen 10 jaar geprobeerd te bewijzen dat de beweging meer was dan een nauwelijks geaccepteerde paramilitaire organisatie. Tegen 2017 nam zijn militaire vleugel de greep over op de organisatie met de opkomst van Yahya Sinwar bij de laatste interne verkiezingen in februari, waaruit geconcludeerd werd dat de poging om de Hamas-agenda en -visie uit te breiden tot voorbij de nauwe grenzen van zijn guerrilla oorlog tegen Israël tot een val was uitgegroeid, een afleiding. Het zadelde de organisatie op met een ondankbare eentonigheid en schrijnende verantwoordelijkheden van burgerleiderschap. Het was plotseling verantwoordelijk voor het economisch welzijn, de gezondheid, het onderwijs en de veiligheid van miljoenen mensen - en waarvoor?

 

Een Palestijnse man spuwt vuur als inwoners van Gaza zich op een kruispunt verzamelen om de wapenstilstand tussen Israël en Hamas te vieren, op 26 augustus 2014 in Gazastad. (AFP/Roberto Schmidt)

En dus geloven beide partijen dat ze in de verzoeningsovereenkomst iets belangrijks kunnen winnen. Fatah herstelt een deel van zijn verloren privileges en bevoegdheden na tien lange jaren van verlegenheid in Gaza. Hamas werpt de afleidende albatros af van het burgerlijk bewind, die het zo'n slechte status gaf en volgens velen voor mislukking zorgde.

Misverstanden

Abbas' voorganger, de voormalig leider van Fatah en oprichter van de Palestijnse Autoriteit, Yasser Arafat, overleed in 2004 nadat hij had gezien dat zijn inspanningen in een schandelijke mislukking kwamen. Zijn PA is bijna verpletterd. En met een groot deel van het Westen van na 11 september, dat meestal zo sympathiek voor de Palestijnse zaak was, heeft Arafats bittere einde in het Palestijnse gebied geleid tot de massale moorden op Israëlische burgers, en tot een heroverweging van zijn fundamentele strategie door de Palestijnse elite.

 

De Amerikaanse President George W. Bush luisterend naar de Israëlische premier Ariel Sharon, links, sprekend in een gezamenlijke persconferentie na hun besprekingen over de Midden-Oosten-vrede op de Bush-ranch in Crawford (Texas), 11 april 2005. (J. Scott Applewhite /AP beelden/JTA)

Tegen de tijd van de dood van Arafat was de man die hem had vernederd door een deel van zijn hoofdkwartiergebouw van Muqata in Ramallah te slopen, en die Israëlische troepen naar de Palestijnse bevolkingscentra had gestuurd met één doel: de terreurgroepen gevangennemen, ontmantelen en een einde te maken aan de golf van zelfmoordaanslagen die in Israëlische steden tot ontploffing kwamen - die man, Ariel Sharon, was de populairste geworden. Sharon verkreeg die populariteit door middel van een eenvoudig hulpmiddel: temidden van een golf van detonerende pizzeria's en massamoorden van Israëlische kinderen beëindigde hij het tien jaar oude experiment van onderhandelen met Palestijnse leiders in de veronderstelling dat zij niet in staat of bereid waren vrede aan te bieden.

De mislukking van Arafat en het parallelle succes van Sharon hebben iets belangrijks te zeggen over de aard van die mislukking. Het was voor een groot deel wegens een misverstand over de Israëliërs.

Arafat bracht die laatste jaren van zijn leven blijkbaar door in het geloof dat een meedogenloze campagne van bombardementen en schietpartijen die in 2000 was begonnen, de Israëli's ervan zou overtuigen dat de Palestijnse geest onomkeerbaar en uiteindelijk onweerstaanbaar was, dat ze nooit veilig in dit land konden verblijven en uiteindelijk de lange oorlog tussen de twee volkeren moesten verliezen.

 

Een Palestijnse vrouw passeert een portret van Yasser Arafat aan het begin van de 13e verjaardag van zijn dood, in de Westelijke Jordaanoever stad van Ramallah, dat de 9 november 2017-viering markeert. (AFP Photo/Abbas TOA)

Maar de Israëliërs trokken de tegenovergestelde les uit deze ervaring: volgens talloze uitputtende opiniepeilingen concludeerden de meeste Israëli's dat geweld een verleiding was, welke de Palestijnse politiek niet kon weerstaan om eventuele winsten aan de onderhandelingstafel om te zetten in een terrein voor een gewelddadige jihad tegen Israëlische burgers. De Palestijnse eisen waren dus onvervulbaar, omdat ze niet ophielden bij de Groene Lijn. Het deed er niet toe of men een gematigde Palestijn vond en met hem begon te onderhandelen. Er zouden altijd al Arafats, Marwan Barghouti's en Yahya Sinwar's onder hun vleugels zijn geweest, die zich voorbereidden om de eventuele vredeswinsten om te zetten in een verdere en nog dodelijker oorlog.

De meeste Israëli's waren van mening dat Palestijns geweld niet vatbaar was voor politiek of concessie, dat er niets aan de Palestijnen kon worden gegeven dat een einde zou maken aan het Palestijnse geweld, en dat het daarom aan de Israëli's zelf was om de nodige stappen te ondernemen om de Palestijnse capaciteit tot geweld te verpletteren.

Het gaat er hier niet om te stellen dat dit algemene Israëlische geloof juist is. De Palestijnse samenleving en hun politiek zijn complex en de houding van Palestijnen is in de loop der jaren veranderd. Of deze Israëlische visie objectief waar is, is een eerlijke vraag, meestal met onvoldoende bewijs in beide richtingen. Het punt hier is gewoon om op te merken dat dit het is wat de Israëli's over de Palestijnen hebben gedacht - en dat dit geloof strategische implicaties heeft voor de Palestijnse toekomst.

De Palestijnen moeten zich nog herstellen van Arafats misrekening over de Israëlische psychologie, zijn verkeerd begrijpen van hoe de Israëli's op het terrorisme van de tweede Intifada zouden reageren. Zij moeten de economische integratie en het politieke potentieel die ooit de Palestijnse economie heeft voortgestuwd en haar zaak op het wereldtoneel heeft aangewakkerd, nog steeds terugwinnen.

Maar ironisch genoeg hebben de Palestijnen zich in de dertien jaar na de dood van Arafat, onder de minder inspirerende en minder bekwame heerschappij van zijn erfgenaam Mahmoud Abbas, beziggehouden met een nog fundamentelere misrekening. Arafat begreep de Israëli's verkeerd. Abbas begrijpt de Palestijnen verkeerd.

Abbas heeft sinds 2004 - het jaar waarin de geweldstrategie van Arafat zou kunnen worden beschouwd als een begin van haar lange, langzame en veelomvattende ineenstorting - het grootste deel van zijn jaren doorgebracht waarbij het alternatieve beleid dat hij al lang verdedigde en voortzette: de vervanging van het Palestijnse terrorisme door internationalisme, de vervanging van het soort druk dat Palestina zijn bondgenoten kostte en dat de eventuele winsten in het kader van het Oslo-proces, met een ander soort druk om die bondgenootschappen te herstellen en de winst te vergroten.

Zijn beleid was kortom: de Palestijnse zaak aan de voeten te werpen van de wereld.

Maar de internationaliseringsstrategie van Abbas berust op twee niet onderzochte veronderstellingen. Ten eerste, dat het Israëlische verzet tegen terugtrekking uit de Westelijke Jordaanoever een relatief zwak sentiment is, zwak genoeg om door internationale onderdrukking of sancties te worden overspoeld; ten tweede, en ondanks alle bewijzen van het tegendeel, dat zijn Palestijnen met deze strategie zouden meedoen.

 

De President van de Palestijnse Autoriteit, Mahmoud Abbas, spreekt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties toe op het VN-hoofdkwartier, 20 september 2017 in New York City. (Drew Angerer/Getty Images/AFP)

Abbas beseft dat de twee Palestijnse strategieën - geweld en internationalisering - elkaar tegenwerken: dat terrorisme het verzet van Israël tegen de terugtrekking versterkt en dus dodelijk is voor het vermogen van de internationale druk om resultaten te boeken. Toch heeft dit begrip zich ooit alleen op tactisch niveau uitgedrukt. De veiligheidsdiensten van Abbas hebben de afgelopen tien jaar een groot deel van de Palestijnse terreurgroepen in de door de PA gecontroleerde gebieden zwaar getroffen.

Het probleem van Abbas reikt echter veel verder dan de gefragmenteerde uitdaging van het voorkomen van incidentele gewelddadigheden. Onder Palestijnen is het gewelddadige "verzet" niet alleen een tactiek van een handvol gewelddadige extremisten. Het is een fundamentele pijler van hun verhaal van nationale bevrijding, een middel om de waardigheid terug te winnen die verloren is gegaan door hun geschiedenis van beroving, een smeltkroes die voor velen de glans ontleent van de verlossende theologie over hun lange lijden.

Deze visie van gewelddadige terugwinning van nationale eer is door Hamas nieuw leven ingeblazen, en gefinancierd met geld van Qatar, Iran en elders, en ondersteund door het religieuze leiderschap van de Palestijnse samenleving in de meeste Palestijnse steden en dorpen. Sterker nog, het lijkt vaak het enige verhaal dat resteert dat aan Palestijnen nog steeds leert dat zij hun lot bepalen, of zelfs dat een overwinning tegen Israël mogelijk is.

Na de dood van Arafat keerde Abbas zich af van de tactiek van het terrorisme, maar hij lijkt nooit serieus te hebben nagedacht over het strategische probleem van die reservoirs van ideologie en identiteit welke dat geweld nog steeds voedt in het Palestijnse politieke lichaam.

 

Palestijnse aanhangers van Fatah en de President van de Palestijnse Autoriteit, Mahmoud Abbas (staand), verzamelen zich in Gazastad wanneer Abbas de 72e Verenigde Naties Algemene Vergadering op het VN-hoofdkwartier in New York toespreekt op 20 september 2017. (AFP Photo/Mahmud Hams)

Abbas leeft uiteindelijk in een soort ideologisch vagevuur. Hij kan de gewelddadige strategie, die hij zo spectaculair heeft zien falen, niet voortzetten, en hij kan ook niet erkennen dat de kern van zijn diplomatieke strategie - het trieste feit dat de Israëli's niet bang kunnen worden gemaakt voor de golven van zelfmoordterrorisme - ook niet kan worden ontkracht door golven van internationaal getsjilp. Erger nog, de val is permanent. De Israëlische weerspannigheid wordt geschraagd tegen buitenlandse druk in, door de verwachting van meer golven van terrorisme. De ene Palestijnse strategie ondermijnt de andere op fatale wijze.

En zo blijft hij proberen om de Palestijnen te verkopen aan de laagst mogelijke van de ter beschikking staande strategische visies, en zij weten het. (Een recente opiniepeiling heeft uitgewezen dat 67 procent van de Palestijnen wil dat hij aftreedt, een resultaat dat niemand heeft verbaasd). Het heil zal komen uit New York en Genève, zo eist hij, ook al weigeren de Israëli's duidelijk om onder de indruk te zijn van die internationale inspanningen. En hoe langer de redding wordt uitgesteld, des te meer wordt hij geconfronteerd met een zoveelste mislukking van de Palestijnse nationale beweging.

Albatrossen

In de eenheidsovereenkomst vorige maand, gesloten tussen Hamas en de Palestijnse Autoriteit, slikte Abbas in feite effectief zijn PA in, als zijnde het voertuig voor het herstel van de Palestijnse waardigheid - geen goed punt om te maken - het negeerde de oorzaken tot een Palestijnse zelfbeschuldiging, juist als de architect van die nederlaag: de partij die het meest verantwoordelijk is voor de verharding van de Israëlische politiek tegenover de Palestijnse aspiraties.

En zoals te verwachten valt, heeft hij dat gedaan zonder enige controle over wat Hamas doet of zegt in de naam van Palestina. Hamas lijkt er immers op gebrand elk soevereiniteitsinstrument dat het bezit in Gaza over te geven - behalve het instrument dat telt: zijn gewapende vleugel, die zal intact blijven en onder hun controle staan.

Dit was niet de "rode lijn" van Hamas, zoals sommige commentatoren suggereerden, wat betekende dat Hamas grootmoedig was in zijn andere concessies. Het was het oorspronkelijke punt en doel van de hele verzoeningsoefening. Hamas kon zijn militaire vleugel niet opgeven omdat het in het proces zat de militaire vleugel te worden, en af te zien van de civiele politiek.

 

De leider van de terreurgroep Hamas in de Gazastrook, Yahya Sinwar, zwaait als hij aankomt voor een ontmoeting met de premier van de Palestijnse Autoriteit en andere functionarissen; Gazastad op 2 oktober 2017. (AFP Photo/zei Khatib)

Het is geen toeval dat Hamas-leiders in de gevoelige dagen die voorafgingen aan de overdracht van de grensovergangen van Gaza aan de PA op 1 november jongstleden, er nauwgezet op hebben toegezien dat hun Fatah-tegenhangers ervan verzekerd waren dat ze vooral niet bang zouden mogen zijn vanwege het voortbestaan van de separate Hamas-militairen.

De natie is "nog steeds in de pijnen van onze nationale bevrijdingsinspanningen" en daarom "kunnen we onze wapens niet afgeven", zei Sinwar zelf op 25 oktober. Maar hij verzekerde: "Onze wapens moeten onder de paraplu van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie vallen."

De wapens van de Qassam Brigades (de militaire vleugel van Hamas) behoren toe aan het Palestijnse volk," voegde hij daar nog aan toe. Ze waren bedoeld "om gebruikt te worden voor de bevrijdingsinspanning en niet voor interne conflicten".

Deze woorden, bedoeld om de zenuwen van Fatah-ambtenaren te sussen, die wel begrijpen hoe klein hun overwinning is als Hamas zijn 25.000 man sterke leger behoudt, waren een teken van de spanning binnen Fatah over de verzoening. Inderdaad, want slechts een week eerder was Sinwar beslist veel minder grootmoedig: "Ons ontwapenen, is als Satan dromend over de hemel. Niemand kan onze wapens weghalen."

Fatah-leiders zijn niet dom; zij begrijpen dat het her-innemen van Gaza ten koste gaat van het bevrijding van Hamas van hun civiele verantwoordelijkheden en dat het Hamas ervan bevrijdt een betere leiding te kunnen geven aan de militaire kant van de Palestijnse agenda. Dus zijn ze bezorgd.

Sommige analisten hebben gesuggereerd dat Hamas nog steeds in staat zou zijn om de "bederver" te spelen in elk vredesinitiatief. Dat is natuurlijk waar, maar dat was ook zo vóór de verzoening.

 

Leden van de militaire takken van Hamas nemen deel aan een militaire parade in Gazastad op 26 juli 2017. (AFP Photo/Mahmud Hams)

Wat Fatah zorgen baart, is niet het vermogen van Hamas om de vredesbesprekingen te bederven. Hamas heeft in Palestijns opzicht iets belangrijks gewonnen. Door het een ontheffing te verlenen van haar burgerbestuur in Gaza, en dus van de verantwoordelijkheid voor de gevolgen van haar verhaal, heeft Abbas ervoor gezorgd dat ongeacht wat hij zegt of doet, Hamas en zijn soortgenoten, de voorstanders zijn van geheiligd en gewelddadig verzet, die dit verhaal vertellen. Zij zijn nu de geëmancipeerde dragers van het enige Palestijnse verhaal dat actief verteld wordt in Palestina, een verhaal waarvan Abbas niet eens de basisprincipes heeft uitgedragen.

Abbas hele visie en erfenis ligt nu aan de voeten van Hamas. Hij kan hen nooit genoeg verpletteren, noch hun verhaal over het Palestijnse verzet voldoende onderdrukken — voor een deel omdat hij veel ervan zelf gelooft — om zo de oorlog van ideeën te winnen. Hij heeft zich nu in een weinig benijdenswaardige hoek gemanoeuvreerd door zijn strategie van internationalisatie, terwijl een ongebreidelde Hamas er zonder de geringste controle aan werkt om hem te ondermijnen.

En hij deed het zichzelf aan, alles voor het schamele voordeel van een herstel van de verloren waardigheid van Fatah in de 2007-ineenstorting in Gaza.

De leiders van Hamas ademen ongetwijfeld veel gemakkelijker nu de verantwoordelijkheid voor het verwoeste Gaza van hun schouders wordt genomen. Maar ook voor hen komt de verzoening tegen een enorme prijs. Hamas heeft in feite erkend dat het niet in staat is om het gebied onder zijn controle te sturen naar vrijheid en welvaart. De keiharde tactici van de militaire vleugel kan met dergelijke overwegingen spotten, maar dat maakt het nog niet onbelangrijk. In zijn troonsafstand van het burgerlijk leiderschap onthult Hamas zijn eigen onderliggende strategische zwakte, een zwakte die zij deelt met haar nieuwe bondgenoot Hezbollah. Beide groepen zijn machtig genoeg om hun naties in een oorlog te slepen, maar ideologisch zijn ze niet flexibel genoeg om dragers van betere dagen te worden.

Hamas heeft erkend dat het niet een Palestina kan bouwen waaruit Israël is teruggetrokken. Het wil het zelfs niet eens meer.

Bron: The day Palestine gave up | The Times of Israel