www.wimjongman.nl

(homepagina)

Het tegenovergestelde van een tweestatenoplossing is niet één staat

Shoshana Bryen op 20 maart 2017

De zogenaamde "tweestatenoplossing" om het land te verdelen tussen de rivier de Jordaan en de Middellandse Zee, tussen een onafhankelijk Israël en onafhankelijk Palestina, faalt op alle onderzoeken van logica en geschiedenis. En het gaat voorbij aan het Koninkrijk Jordanië – waarvan de deelname vereist is voor een stabiele regeling.

Er zijn momenteel drie "staten", of ten minste drie regeringen, ten westen van de Jordaan: Israël, de Palestijnse Autoriteit (PA), en één in de Gazastrook. De pro-Israël "twee-staters" denken dat Gaza en de Westelijke Jordaanoever tot één grondgebied moeten worden, ervan uitgaande - zonder reden - dat Hamas zal verdwijnen. Hamas is het daar heel luidruchtig mee oneens. Ervan uitgaande - zonder reden - dat een eenheidsstaat zal ontstaan, die beheerst zal worden door de PA op beide gebieden, moet Israël worden verdeeld in een Noord en een Zuiden vanwege een doorgang door het hele land zodat de Palestijnen aldus toegang krijgen tot de beide delen van hun staat. En zo probeerden de Arabische legers al meerdere malen om Israëls taille te verbreken bij hun verovering — dit zou Israël dan nu voor hen moeten doen.

De Palestijnen — op zijn best — zouden een gespleten staat hebben, ingeklemd tussen een vijandig Israël en een nog vijandiger Jordanië. Het enige waar Hamas en de PA het over eens schijnen te zijn, is dat de staat Israël degene is die moet verdwijnen. Zij geloven dat de oprichting van Israël in 1948 een fout was van de internationale gemeenschap dat moet worden rechtgezet. Hamas is van mening dat het door middel van geweld en bloedvergieten moet; de PA zou willen onderhandelen om Israël weg krijgen met een "recht op terugkeer". Een smerige burgeroorlog tussen Hamas en Fatah in 2007 werd nog nooit afgesloten. En de PA-regering vreest Hamas, en meer dan Israël — en in feite zijn het de IDF en Shabak (Israëls interne veiligheid agentschap) die de PA aan de macht houden.

Oke, zeggen de pro-Israël "twee-staters", dan maken we nu de deal tussen Israël en een westelijke Jordaanoever, "Palestina", en laten de Gaza over tot een later tijdstip. In dat geval zou Israël achterblijven met een wrede, bloedige antisemitische, door Iran ondersteunde enclave aan de kust, onverzoenbaar met Israël of met "Palestina."

Dit is in aanvulling op het niet geringe probleem dat de PA als een mislukte staat alleen functioneert door te leven op de Amerikaanse, EU en VN handreikingen. De verklaring in januari 2017 van de landen bijeen in Frankrijk, zogenaamd ter bevordering van het "vredesproces", heeft opgemerkt dat ondanks de miljarden aan hulp en diensten in de afgelopen 23 jaar, de PA zelf geen diensten kan leveren, geen infrastructuur heeft of levensvatbare economie en geen maatschappelijk middenveld. Onvermeld is nog de aanhoudende Palestijnse burgeroorlog. Het schenken van onafhankelijkheid aan een dergelijke entiteit is als de geboorte van een nieuw Zuid-Soedan.

Aan niemands ambities, wettig en vreedzaam of niet, zal dan ook worden voldaan door een verklaring van een Palestijnse onafhankelijkheid. Momenteel is er een impasse, maar in feite kunnen er maar twee routes zijn naar een vooruitgang.

Ten eerste, een erkenning dat het "Palestijns-Israëlische conflict" de kleinst mogelijke definitie is van een Arabië-Israël conflict dat al begon voordat Israël de onafhankelijkheid uitriep en dat nooit volledig is afgesloten. Vredesverdragen met Egypte en Jordanië hielpen, maar de andere Arabische staten die de oorlog verklaarden aan Israël in 1948 en 1967 (Saoedi-Arabië, Koeweit, Irak, Algerije en Syrië) hebben hun verplichtingen onder de VN-Veiligheidsraad resolutie 242 nog niet geaccepteerd. Ze zijn nog steeds verplicht die te verstrekken aan Israël, "de beëindiging van alle claims of de status van hun oorlogstoestand, en respect voor en erkenning geven aan de soevereiniteit, de territoriale integriteit en de politieke onafhankelijkheid van elke staat in het gebied en hun recht om te leven in vrede binnen veilige en erkende grenzen, vrij van bedreigingen en gewelddaden."

Aantoonbare Arabische aanvaarding van resolutie 242 zou de Golf en de Noord-Afrikaanse Staten toestaan goede betrekkingen met Israël aan te gaan, en Israël een grotere flexibiliteit geven bij haar onderhandelingen met de Palestijnen. Dat zou ook een beginsel van Israëls duurzaamheid betekenen en legitimiteit voor de Palestijnen.

Ten tweede, na de Arabische aanvaarding van Israël, kan Jordanië worden ingebracht in het proces. Het Koninkrijk veroverde in 1949 de Westoever en heeft die illegaal toegevoegd (1950), en het Jordaanse Parlement maakte de Palestijnen van de Westelijke Jordaanoever tot haar burgers. Maar de annexatie was onwerkbaar op de lange termijn omdat het de Jordaanse geschiedenis en bevolkingssamenstelling heeft genegeerd. De oprichting van de PLO in 1964 met de bedoeling van een "bevrijding van Palestina" was net zoveel gericht naar Jordanië toe, dat werd geregeerd door een minderheid met de Hasjemitische koning, als het was naar Israël toe — van Jordanië werd gedacht dat het gemakkelijker was. Vanaf 1967 tot 1970 groeiden de Palestijnse terreurgroepen in Jordanië, tot en met de oprichting van hun eigen infrastructuur ten koste van de regering van de koning. Met de bloedige Zwarte September zag de koning kans om terug te slaan, met duizenden doden en de uitzetting van duizenden anderen, in een oorlog die voortgezet werd tot 1973. In 1985 tekenden Jordanië en de PLO een overeenkomst die koning Hussein in 1986 heeft verworpen, aangezien hij op dat moment een Jordaans-Palestijnse-Israëlische Confederatie wilde sluiten welke een overeenkomst zou toestaan tussen Jordanië en Israël, waarbij Israël betrokken zou zijn bij de veiligheid van het grondgebied.

In juli 1988 heeft Hussein afstand gedaan van zijn annexatie van dit grondgebied en zijn bevolking onder de dreiging van de PLO. Hij is gestopt met het betalen van de 20.000 westelijke Jordaanoever-ambtenaren en noemde heel geniepig Yitzhak Rabin de "Jordaanse defensieminister voor de Westelijke Jordaanoever" om het probleem te kleineren.

Het vredesverdrag van 1994 tussen Jordanië en Israël beperkte uitdrukkelijk de Israëlisch-Palestijnse onderhandelingen ten westen van de rivier de Jordaan — en wiste zonder straf de Jordaanse agressie uit die in 1948 plaatsvond, de illegale annexatie van 1950 en de verdrijving van 1988 van de Palestijnen die daar al bijna 40 jaar burgers waren. Het is tijd het Jordaanse voordeel te heroverwegen, evenals andere.

De regeling die de beste kans van slagen heeft voor Amerika's twee regionale bondgenoten — Israël en Jordanië — is Koning Hussein's oude Confederatie. De Palestijnen zouden moeten leven met iets minder dan onafhankelijkheid (onafhankelijkheid is geen onderdeel van de Oslo-akkoorden), maar met meer politieke en economische voordelen, die zij nu niet bezitten. En als Gaza er buiten moet blijven, zullen de Westelijke Jordaanoever Palestijnen meer beveiliging krijgen dan ze nu hebben.

Het is nu geen tijd om te streven naar een federatie oplossing - of een andere dergelijke oplossing – het is onwaarschijnlijk dat de Arabische staten er spoedig toe zullen komen om te voldoen aan hun verplichtingen uit hoofde van resolutie 242. Maar met een breder denken is er meer kans dat resultaten geproduceerd worden dan de illusionaire "oplossing van twee staten", en in feite laat het de twee staten - Israël en Jordanië - daar waar er ook twee bedoeld waren.

Bron: The Opposite of a Two-State Solution Is Not One State – Jewish Policy Center