www.wimjongman.nl

(homepagina)

OBAMA'S VIJANDIGE LOFREDE

Obama zat niet zomaar verkeerd toen hij Peres' tegenstanders beschuldigde van steun voor slavernij - hij was opzettelijk verkeerd.

7 oktober 2016 - door Caroline Glick

Oorspronkelijk gepubliceerd door de Jerusalem Post.

De Amerikaanse President Barack Obama hield een lofrede op Shimon Peres. Dat was op Mount Herzl op vrijdag 30 september. Het was een nauwelijks verhulde aanval op Israël. En hij nam ook nauwelijks de moeite om het te verbergen.

In zijn opmerkingen zwaaide Obama met Peres' verhaal als met een honkbalknuppel. Hij gebruikte de knuppel tegen het Israëlische publiek en de door haar gekozen leiders, steeds weer.

Peres, zo liet Obama doorschemeren, was een profeet. Maar de verdachte, tribale mensen van Israël waren te hardnekkig om hem te volgen.

In wat misschien wel het dieptepunt was van zijn lage optreden, gebruikte Obama Peres' woorden om de binnenlandse critici te belasteren als racistisch onderdrukkers.

"Shimon," zo begon hij onschuldig genoeg, "geloofde dat Israëls uitzonderlijkheid was geworteld, niet alleen in trouw aan het Joodse volk, maar aan een morele en ethische visie, in de voorschriften van zijn Joodse geloof."

Je zou dat kunnen zeggen over elke Israëlische leider sinds de dageraad van het moderne zionisme.

Maar toen ging Obama voor de halsslagader.

In een verrassende niet logische draai ging hij verder dat Peres gezegd zou hebben: "Het Joodse volk is niet geboren om andere mensen te regeren. Vanaf de allereerste dag waren we tegen slaven en meesters." We weten niet de context waarin Peres deze verklaring heeft uitgesproken. Maar duidelijk genoeg is, dat Obama zijn woorden gebruikte om de meerderheid van de Israëli's te beschuldigen, die niet Peres' visie op de vrede delen – met inbegrip van premier Binyamin Netanyahu, die op de voorste rij naar hem zat te luisteren - betreffende het ondersteunen van de slavernij.

Deze lasterlijke aanval op Israël was waarschijnlijk de meest ontwrichtende opmerking die ooit gericht werd naar de Joodse staat door een Amerikaanse president. Wat zegt dit ons dit feit dat Obama dit vertelde bij Peres' begrafenis over Obama? Wat vertelt ons dit over Peres? Obama zat niet slechts verkeerd toen hij de tegenstanders van Peres beschuldigde van steun aan slavernij, hij zat opzettelijk verkeerd.

Als gevolg van Peres' akkoorden van Oslo, worden sinds 1995 alle centra van de Palestijnse bevolking in Judea en Samaria onderworpen aan het gezag van de PLO. Israël is niet meer verantwoordelijk voor enig aspect in hun dagelijks burgerlijk bestaan.

En zij hebben als gevolg daarvan alleen maar geleden. Tussen 1967 en 1996, toen de Palestijnen in Judea en Samaria werden bestuurd door de militaire regering, waren de Palestijnen vrij. Ze werden alleen "slaven" toen de PLO het overnam.

Onder de heerschappij van de Israëliërs genoten de Palestijnen veel meer van de expansieve burgerrechten dan ze doen sinds we vertrokken zijn. De PLO veranderde hun leven in een chaos door de toepassing van de wet van de jungle, afgedwongen door milities in bende-stijl. Hun eigendomsrechten werden met voeten getreden. Zij hebben hen ontdaan van hun burgerrechten.

Het feit dat PLO-chef Mahmoud Abbas en zijn trawanten de gemeenteraadsverkiezingen voor onbepaalde tijd hebben uitgesteld de dag na Peres' begrafenis is weer een nieuw bewijs van het gebrek aan vrijheid in de PLO, tegenover de Israëlische-bestuurde gebieden.

Maar echt, dat kon Obama niet kon schelen. Hij kwam hier niet om de waarheid over Peres te vertellen. Hij kwam hier om Peres te gebruiken als een middel om de regering die het volk heeft gekozen te ranselen.

Obama begon zijn aanval, zoals hij vaak zijn politieke aanvallen op zijn tegenstanders begint. Hij creëerde een stroman.

Peres' critici aan de rechterkant, zei hij, "betoogden dat hij weigerde om de ware slechtheid te zien van de wereld, en dat zij hem naïef noemden."

Met andere woorden, wat Obama betreft, zitten de Israëliërs gevangenen in hun donkere kijk op de wereld. In tegenstelling tot Peres de optimist zijn zijn landgenoten tribale pessimisten.

Peres, wiens visie voor de vrede berustte op het geven van de wijken van Tel Aviv en de helft van Jeruzalem aan de terroristen, was niet naïef. "Wist hij het beter dan de cynicus."

Hij was beter dan dat. Hij was beter dan wij.

Dit brengt ons vervolgens bij de paradox van Peres' levenswerk. In de laatste kwart-eeuw van zijn leven, wilden wij, het volk van Israël, Peres de status geven van superster. Wij wilden opgewonden raken wanneer de Hollywood sterren en belangrijkste politici naar zijn verjaardag kwamen in de Presidentiële Residentie en naar het Peres Center.

Maar elke keer als we probeerden om Peres' succes te zien als ons succes, schopten sommige bezoekende VIP's ons glimlachend voor de camera's tegen de schenen.

Hoe hoger Peres' ster rees in de stratosfeer van de roem van beroemdheden, hoe slechter Israëls wereldwijde positie werd. De internationaal belangrijke politici die altijd op al Peres' partijtjes kwamen opdagen, leken hem te beschouwen als hun man, niet onze man. Hij was een van hen – boven de man van ons.

Hoe kon dit gebeuren? Hoe is de laatste overlevende van Israëls stichtende generatie een steun voor Israëls koor van internationale critici geworden? Het meest buitengewone aspect van Peres in die lange levensduur is dat hij twee volledige – en tegenstrijdige – carrières in die levensduur heeft verpakt.

Peres' eerste carrière begon met de oprichting van Israël.

Die eindigde met de Likud overwinning in de Knesset-verkiezingen van 1977.

In de loop van die carrière was Peres gewend zijn formidabele diplomatieke vaardigheden te gebruiken ter versterking van Israëls verdediging. Hij cultiveerde de uitgebreide complexe strategische relaties met de Fransen en de Britten. Deze banden leidden ertoe dat de twee grootmachten vochten aan Israëls kant in de campagne van Suez 1956. Ze leidden tot het besluit van Frankrijk om Israël te helpen bij de opbouw van het nucleaire programma en de defensie-industrie.

In de jaren 1970, als Minister van Defensie, heeft Peres kunnen rekenen op zijn warme banden met de buitenlandse leiders het land te beschermen, toen hij de Joodse gemeenschappen in Samaria en Hebron oprichtte. Zij gaven hem de bevoegdheid voor de reddingsoperatie in de gijzeling in Entebbe.

Maar nadat Likud aan de macht was gekomen, veranderde Peres van versnelling. Sinds 1981, toen hij bijna de luchtmachtbombardementen van Iraks Osirak kernreactor wist te voorkomen, gebruikte Peres zijn diplomatieke talenten en banden met buitenlandse leiders voor zijn eigen agenda, ongeacht of die agenda was uitgelijnd met Israëls nationale agenda of die tegensprak, zoalsdie was vastgesteld door de gekozen leiders.

Keer op keer, over de rug van het publiek dat hem niet wilde kiezen en van de politici die het publiek koos in plaats van hem, heeft Peres de relaties gecultiveerd en gebruikt, die hij genoot bij de buitenlandse leiders, om daarmee de druk op te voeren voor zijn eigen beleid. Bij elke poging om het beleid van de regering te laten ontsporen, kreeg Peres een uitgebreid koor van supporters in het buitenland.

Peres' tweede carrière bereikte haar hoogtepunt in 1994 toen hij samen met Rabin en Yasser Arafat werd onderscheiden met de Nobelprijs voor de Vrede voor het Oslo-proces. De wereld omarmde en vierde Peres voor zijn vredesakkoord dat noch vrede noch veiligheid voor zijn volk heeft gebracht.

En het publiek verloochende hem daarvoor. Van 1977 tot 1996 stond Peres vijfmaal op de verkiezingslijst. Hij verloor alle vijf keer de strijd in een primaire strijd tegen Yitzhak Rabin voor het leiderschap van de Laborpartij.

In tegenstelling tot Obama's bewering verzetten Peres' critici aan de rechterkant zich niet tegen het proces van Oslo omdat ze "de ware slechtheid van de wereld zagen." Zij verzetten zich tegen het proces van Oslo omdat ze de realiteit op de grond zagen.

Vooruitlopend op de verkiezingen van 1996, waar Peres het opnam tegen toen oppositieleider Netanyahu, lanceerden de Palestijnen een aanvalsgolf op bussen met bomaanslagen die 60 mensen doodde in acht dagen. Na het tweede bus-bombardement in Jeruzalem hield een televisieploeg een microfoon voor een tienerjongen die net de bus had zien opblazen.

Staande te midden van het wrak, hij slaakte een weeklacht en riep: "Peres, wat is er mis met u? Wij zijn Joden! Ze vermoorden ons!" De volgende week kwam toen de Amerikaanse president Bill Clinton in Jeruzalem aan ten behoeve van een campagne voor Peres, die hij als een briljant politicus heeft geprezen. Maar tevergeefs.

Netanyahu won.

Het was de werkelijkheid, niet cynisme, die de uitkomst bepaalde.

Peres' tweede carrière heeft de diepste sporen achtergelaten op het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Als Minister van Buitenlandse Zaken tijdens die onstuimige dagen van Oslo, vertelde Peres de Israëlische diplomaten om te stoppen met spreken over het aanzetten tot en het anti-semitisme van de PLO.

De beste hasbara, zei hij, was vrede. Israël heeft geen ander beleid nodig.

Buiten de uiteraard destructieve gevolgen van het inbinden van Israëls diplomatieke standpunten naar het wel en wee van het vredesproces met een terroristische groepering, bleef Peres met zijn richtlijnen onze diplomaten dwingen tot passiviteit.

Waarom Israël verdedigen, terwijl de status van het vredesproces alleen onze reputatie zou bepalen? Waarom de moeite nemen met behulp van de diplomatieke instrumenten wanneer elke vijandigheid waaronder Israël te lijden had, op magische wijze zou worden gewist in de minuut waarop Israël een vrede had gesloten met de PLO? Een paar weken geleden werd gemeld dat Netanyahu het corps diplomatique berispte: Het is niet voldoende voor u om eenvoudig verslagen te zenden over wat er in uw gastlanden gebeurt, zo heeft hij naar verluidt gezegd. Ik wil dat u daadwerkelijk iets doet om de situatie ten goede te beïnvloeden.

Met andere woorden, Netanyahu gaf orders aan Israëls diplomaten om de erfenis van Peres in zijn tweede carrière te verlaten en de erfenis van zijn eerste carrière te omarmen. Hij zei eigenlijk: gebruikt de hulpmiddelen die u hebt – net zoals Peres de weinige hefboomwerking gebruikte die Israël had in de eerste 15 jaar van de onafhankelijkheid - om Israëls positie verder te helpen.

Dat is uw taak. Ik kan over de actuele gebeurtenissen wel lezen in de kranten.

Dit brengt ons terug naar Obama en Peres en al die andere buitenlandse bewonderaars die neerdaalden in het land op vrijdagochtend in hun prive-jets en met hun limousines.

Een paar uur na het einde van de begrafenis, gaf het Witte Huis een correctie op de oorspronkelijke tekst die had het vrijgegeven van Obama's gepubliceerde lofrede. De correctie was gerelateerd aan het datum en plaats-onderschrift. In de oorspronkelijke versie stond daar: "Jeruzalem, Israël."

In de herziene, gecorrigeerde versie was in deze zin het woord Israël doorgestreept. Wat betreft Obama's Witte Huis, ligt Jeruzalem – samen met Mount Herzl, de Knesset, en heel de rest – niet in Israël.

Het was een klein, en kinderachtig ding om te doen. Er bleek een adembenemende wrok uit voor Israël.

Een gematigde waarnemer weet dat Israël soevereiniteit heeft over haar nationale oorlogskerkhof, en dat niet zal overdragen aan een vreemde mogendheid in ruil voor vrede.

De "correctie" bevorderde niet de zaak van de vrede. Het was een zich in vijandigheid uitlaten naar de leden van een primitieve stam die liever in duisternis leeft dan in de optimistische visie van de door hun versmade profeet.

Obama krijgt met één ding gelijk in zijn toespraak. In zijn ronduit neerbuigende manier merkte Obama op dat als gevolg van de afwijzing van Peres' visie op vrede door middel van een verzoening, sommige Israëliërs hebben vergeten dat Peres een belangrijke rol speelde in zijn eerste carrière bij de opbouw van de architectuur van nationale verdediging waardoor Israël met succes zich door de jaren heen heeft verdedigd.

En hij heeft dus gelijk, dat met Peres' heengaan, we niet moeten vergeten het enorm goede werk wat hij deed voor het land in zijn eerste carrière, toen hij voor ons werkte.

We moeten die erfenis van Peres omarmen en altijd blijven koesteren.

Bron: Obama’s Hostile Eulogy | Frontpage Mag