www.wimjongman.nl

(homepagina)

Judea en Samaria zijn van ons - anders zijn we dieven

Dit artikel verscheen in het Hebreeuws op vrijdag 11 maart 2016 in Makor Rishon. Wegens het grote belang ervan heeft Women in Green het vertaald. De Engelse vertaling is van Sally Zahaf.

Een cruciaal jaar voor ons nationaal bewustzijn

door Ariel Kahana

Pas met de komst van 2017 zullen de Obama-Netanyahu ruzies, zoals de deze week geannuleerde ontmoeting, tot een einde komen. Maar dan zal de echt moeilijk oorlog beginnen, de oorlog over ons nationale bewustzijn.

"Het verleden van wat is gebeurd, is geschiedenis, schreef iemand", zei de Amerikaanse komiek Whitney Brown ooit. Dit pittige gezegde beschrijft precies het naderende kritieke jaar van nationaal bewustzijn. Zelfs aan het begin van het jaar 2016 zijn alle ogen al gericht op 2017. Gedurende dat jaar zullen Israël, de Palestijnen en iedereen die is verbonden met de Joods-Arabische strijd over het Land van Israël, de viering van de honderdste dag gedenken van de Balfour-verklaring, het zeventig jaar van de verdeling, en het vijftigste jaar sinds de Zesdaagse oorlog.

 

Woestijn van Juda

De strijd over 's werelds geheugen met betrekking tot deze punten in de tijd zullen bijna net zo bitter en moeilijk zijn als de oorlogen die zijn geleverd tegen elk van hen. Palestijnen en hun aanhangers, met inbegrip van de zichzelf-hatende Joden van Israël en de diaspora, zijn al begonnen met de voorbereidingen van het ondermijnen van onze rechten op het Land in het algemeen, en op Judea en Samaria in het bijzonder. Israël is ook, misschien dankzij een minister-president met een speciaal ontwikkelde historisch besef, begonnen met het positief voor te bereiden. En dat is goed.

Al tijdens de laatste 'Jeruzalemdag' bepaalde de regering dat een ministerieel comité zou beginnen met het plannen van de vieringen voor het jubileumjaar van de eenwording van de stad. Die taak werd toegewezen aan Minister Miri Regev. En een intern ministerieel comité werd opgericht, onder leiding van Managing Directeur van het Ministerie van Cultuur en Sport, Yossi Sharabi. Op de volgende Jeruzalemdag zal de regering naar verwachting het plan goedkeuren, en de gebeurtenissen zelf zullen naar verwachting dan reeds beginnen. Gelijktijdig heeft de Minister van Onderwijs, Bennett, aangekondigd dat het academiejaar van 2017 dit vijftigste jaar van de eenmaking van de eeuwige hoofdstad van het Joodse volk zal markeren.

Echter, Netanyahu noch Bennett profiteerden van hun gezag de boodschap aan te scherpen die niet minder belangrijk is: het Jubeljaar van de terugkeer van het Joodse volk naar de historische delen van het Land Israël, wat ondermeer betekent, Judea en Samaria. Men hoeft niet rechts te zijn om het wonder te vieren van deze uitreddingsoorlog, en men hoeft ook niet religieus te zijn om te beweren dat Elon - Moreh, Beit-El, Beit-Lehem en Hevron de bakermat van het Joodse volk en hun vaderland is.

Er is natuurlijk een politiek geschil over de vraag wat te doen met deze stukken land vandaag. En het is duidelijk dat het onderwijssysteem niet moet worden gebruikt voor een bittere argumentatie. Maar het verleden moet wel worden verteld. Zo niet, dan zullen anderen komen en de geschiedenis herschrijven, en eigenlijk doen ze dat al.

De Palestijnen hebben al gedurende enige tijd met succes het werk voltooid om het internationale bewustzijn te doordringen met de leugen dat zij een oud volk zijn, van oudsher, en in het land woonden. Ze schreeuwen "Het is helemaal van ons", en ze worden beantwoord door onze kant met "Oke, dan zullen we het verdelen" en niet "Het is helemaal van ons". Het is geen wonder dat veel mensen, en niet alleen de onwetenden, ervan overtuigd zijn dat de staat Israël ontstond op de ruïnes van de staat Palestina, hoewel zoiets nooit heeft bestaan.

Israël onthoudt zich ervan om te schreeuwen over de grondrechten van Judea en Samaria. En zolang het dat blijft doen, kan Israël verwachten een verpletterende nederlaag te lijden in de slag betreffende het nationale bewustzijn, aangezien haar claims niet overtuigend zijn. De Palestijnen zullen in 2017 schreeuwen: "Vijftig jaar beroven ze ons al van ons land en eigenen ze zich onze landerijen toe." Israël zal, aangezien ze dit door de jaren heen doen, mompelen dat haar acties voortvloeien uit de behoefte aan veiligheid. Dat wil zeggen dat ze impliciet zullen zeggen dat het land inderdaad Arabisch is, maar de bezetting, de diefstal en het toeëigenen, is gedaan in de naam van de veiligheid van Israël. Met een dergelijk bericht als dit is het onmogelijk om te winnen. Net zoals het onmogelijk is om het huis van je buurman over te nemen alleen omdat hij een vervelend persoon is. Zo is het ook onmogelijk om de diefstal van land van een ander volk te rechtvaardigen op grond van een soort nationale veiligheid. "Geef hen dan wat van hen is, en los de veiligheidsproblemen op een andere manier op," is dan de te verwachten reactie van de buitenstaander.

Het Israëlische hasbara-systeem heeft zich dit fundamentele punt niet eigen gemaakt. Naar de mening van de hasbara-mensen [hasbara=uitleggen], zijn de claims uit de geschiedenis en die rechten automatisch verbonden met een hedendaagse politieke oplossing.

Daarom wordt er de voorkeur aan gegeven het verleden te verdoezelen. In plaats van een onderscheid tussen rechten en een overeenkomst die misschien in de toekomst zal bestaan, beide tegelijk te behandelen. Dit is een gelijk aan een advocaat die de redenen naar voren brengt dat de verdachte niet schuldig is wegens wantrouwen. Dat zal de rechter niet overtuigen, en dat zou ertoe kunnen leiden dat de rechter feitelijk niet overtuigd is. Als een hond die terugkeert naar haar uitbraaksel, gaat Israël terug naar haar futiele beveiligingsclaims en vlucht weg voor de hoofdvraag – de kwestie van het recht op het Land.

De enige in het Israëlische systeem die dit concept heeft begrepen is de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken Tzipi Hotovely. Enige tijd geleden al vormde ze een team en een plan om de hasbara-projecten te bevorderen welke Israëls rechten in Judea en Samaria benadrukken. Het programma omvat een presentatie die zich door het hele land zal bewegen om te vertellen over de continuïteit van de Joodse gemeenschappen in het Land van Israël door de jaren heen, met filmpjes en hasbara-dossiers in het Hebreeuws en Engels. Maar om het uit te voeren is de goedkeuring van de minister van de Financien, Moshe Kahlon, vereist. "Het idee is om de boodschap van bevrijding en terugkeer naar het grondgebied van het Land te benadrukken, in plaats van de term "bezetting", zegt men in Hotovely's kantoor.

De Yesha (Hebreeuwse acroniem voor Judea, Samaria en Gaza) Raad is voornemens zijn eigen festiviteiten te houden ter gelegenheid van het Jubeljaar van de terugkeer van het Joodse volk naar de historische erfenis. De vraag is waarom Minister-president Netanyahu en het hoofd van de HaBayit HaYehudi, Bennett, - die toch de gepolijste PR-presentatoren zijn en de zaken begrijpen die voor de hand liggen - aan de zijlijn staan. Waarom starten ook deze twee leiders niet de vieringen en cursussen in een actie om deze essentiële boodschap te verbreiden, die ze beiden zo goed kennen: het historische wonder van de terugkeer van het Joodse volk naar het hart van haar vaderland.

Bron: Israpundit » Blog Archive » Either J&S are ours or we are thieves

printen??? spaar papier en inkt.