www.wimjongman.nl

(homepagina)

Aanpassen van het morele kompas, deel 1

23 mei 2016 - door Vic Rosenthal

Ya'alon zei donderdag dat hij "verbaasd" was over een "verlies van het morele kompas in fundamentele kwesties" in de Israëlische samenleving. "We willen het land besturen volgens iemands geweten en niet op welke richting de wind waait..."

Vragen over het morele kompas en geweten is de essentie van de culturele strijd die in het Israël van vandaag gaande is, maar slechts weinigen lijken te begrijpen wat deze vragen eigenlijk inhouden.

Het incident waarbij een jonge soldaat, Elor Azaria, een al 'geneutraliseerde' Palestijnse terrorist doodschoot, die eerder een andere soldaat had gestoken, is uitgegroeid tot een lakmoesproef, maar wat voor een?

Voormalig Minister van Defensie, Moshe Ya'alon, reageerde op het incident een paar uur daarna en voor velen te snel, toen hij en de Stafchef, luitenant-generaal Gadi Eisenkot, Azaria veroordeelden voor een "verbreken van de waarden van het IDF". Azaria werd aangeklaagd voor doodslag, maar grote volksdemonstraties ten gunste van hem braken uit.

Later hield Eisenkot's adjunct generaal-majoor Yair Golan, een toespraak ter gelegenheid van de Holocaust Remembrance Day, waarin hij zei dat hij vond dat "bepaalde processen" in de Israëlische samenleving van vandaag doen denken aan Duitsland in de jaren "70, 80 of 90 jaar geleden".

Dit werd door velen gezien – met inbegrip van Premier Netanyahu – als veel te dicht bij het vergelijken van hedendaagse Israël met Nazi-Duitsland, een schandalige vergelijking die vaak gemaakt wordt door onze vijanden bij de de-legitimisering van de Joodse staat. Het werd beschouwd als een politieke toespraak, wat verboden is voor een officier, aangezien hij verwijzingen deed naar de "verantwoordelijkheid van het leiderschap". Niettemin ontving Golan sterke steun van Ya'alon.

Een meerderheid van de Joodse Israëli's gelooft dat Azaria moet worden vrijgelaten, en een meerderheid heeft de opmerkingen van Golan ten zeerste afgekeurd. Op dit moment van schrijven is Netanyahu bezig zijn coalitie te versterken door de 6 zetels van Avigdor Lieberman van de Israël Beitenu Partij er bij in te brengen. Deel van de prijs was dat de Defensie-portefeuille voor Lieberman is, en Netanyahu nam die weg bij de zeer technisch toegeruste Ya'alon, en beloofde die aan de enigszins veranderlijke Lieberman. Ya'alon nam ontslag uit de regering en de Knesset. Er is geen twijfel dat Ya'alons meningen onderdeel waren van de reden die Netanyahu liet handelen zoals hij deed.

Ik moet intussen op dit punt opmerken dat Netanyahu een ernstige fout maakte. Maar dat is vanwege de capaciteiten en persoonlijkheid van Ya'alon en Lieberman, niet vanwege de betrokken morele vragen.

Ya'alon en Golan had andere dingen in gedachten naast het geval Azaria. In de afgelopen jaren heeft de culturele kloof in Israël zich verbreed. Het wordt vaak aangeduid als "Rechts vs. Links", maar dat is niet juist. Hoewel beide kanten neigen naar de tegenovergestelde einden van de politieke scheidingskloof die rechts en links verdelen, is dat een gevolg in plaats van de oorzaak.

Aan de ene kant hebben we voornamelijk de seculiere academische, culturele, militaire, juridische en media elites, meestal Ashkenazim, wier gezinsleden al generaties lang in Israël waren, die steeds meer vocaal zijn geworden, ja zelfs uitzinnig zijn geweest over wat zij 'ondemocratisch', 'racistisch', 'ultranationalistische', 'fascistische' en 'theocratische' trends in de samenleving noemen.

Aan de andere kant – nu een meerderheid – vindt u de veeleer religieuze Israëliërs en die van Mizrachi Sovjet-oorsprong, die geloven dat de elites anti-zionistische zijn, en zichzelf haten, en onverdraagzaam zijn tegen religieuze mensen, en onwetend over de ware aard van onze vijanden.

Beide partijen geloven dat andere zijde, als die zich niet beteugelt, de staat zal vernietigen.

Dit is een geschil over waarden en zelfs een stijl die meer is dan politiek. Moshe Ya'alon staat duidelijk aan de kant van de elites, maar hij is politiek ook rechts. Het echte probleem gaat dieper dan of het Oslo-akkoord een goed idee was en of Mahmoud Abbas te vertrouwen is, of dat Joden moet worden toegestaan om te bidden op de Tempelberg.

Het echte probleem is de mate waarin ons morele systeem universeel of tribaal zal moeten zijn.

Universalisme, de overtuiging dat we verplicht zijn tot gelijke behandeling van alle menselijke wezens, ongeacht wie ze zijn, bereikte zijn hoogtepunt in Europa en de VS, waar geen misdaad groter is dan "racisme". Hoewel het universalistische principe vanzelfsprekend voor velen vandaag lijkt te gelden, wordt dit niet in de oude wereld gevonden, waar het er vanzelf om ging dat iemands eigen groep altijd een voorkeursbehandeling verdiende.

Christendom en islam vonden het nuttig om te zeggen (hoewel ze er meestal niet naar leven) dat ieder mens van welk geloof een gelijke behandeling verdiende. De filosofen van de 18e eeuwse Verlichting in het westen hebben dit concept uitgebreid toegepast op de blanke mannen, ongeacht religie. Niet-blanken, vrouwen en seksuele minderheden volgden. Vandaag is voor het grootste deel van de "eerste wereld" dit een van de belangrijkste morele principes van geen-discriminatie.

Universalistische ethiek is gekant tegen tribalisme, dat prioriteit geeft aan iemands eigen stam, religieuze groep of natie. Er was geen verlichting in de islamitische wereld, of in de Midden-Oosterse culturen, die nog steeds zeer tribalistisch zijn; zozeer zelfs dat pogingen om er moderne staten van te maken met het negeren van de etnische, religieuze en tribale werkelijkheid (bijvoorbeeld Syrië en Libanon) werden spectaculaire mislukkingen. De manier van het karakteriseren van het morele systeem in een cultuur is waar het om draait in het universalisme-tribalisme.

Morele principes die intuïtief worden geaccepteerd in een cultuur – de algemene beginselen tegen welke iemands handelingen worden afgemeten en die iemands geweten vormen – ontstaan door evolutionaire processen die logisch genoeg, ongelijk zijn aan die vorm van het fysische organisme als lid van een soort. Meer bepaalde morele regels zijn afgeleid van deze principes en worden aanvaard op basis van religieuze of politieke autoriteit, of een combinatie van beide.

Als de westerse filosofie bepaalde dingen over morele principes heeft vastgesteld, dan kunnen ze niet worden bewezen als wiskundige stellingen of geverifieerd als empirische verklaringen. Niettemin worden van binnen uit een cultuur, fundamentele morele beginselen behandeld als zijnde voorrang te hebben op waarheden.

Maar culturen veranderen en evolueren. Waarom zouden morele principes niet alsmede evolueren? Het antwoord is dat ze dat natuurlijk wel doen. Was Thomas Jefferson een gewetensvol man? Hij was het zeer zeker. Hoe kon hij dan slaven houden? Als hij 100 jaar later had geleefd, zou de kans groot zijn geweest, dat zijn geweten dat niet zou hebben toegestaan.

Sommige biologische mutaties bevorderen het voortbestaan van de genen die ze dragen en sommige niet. Er kunnen mutaties zijn die een organisme produceert en die min of meer geschikt is voor een bepaalde omgeving. En soms als het milieu snel veranderd, moeten de organismen zich aanpassen, verplaatsen of uitsterven. Hetzelfde geldt voor morele principes en het sociale milieu waarin een cultuur is ingesloten.

Het kan zijn dat de Europese universalistische ethiek niet langer het voortbestaan van culturen bevordert die het milieu in dat huidige Europa aanhangen. Wij zien zeker in het huidige Europa reeds de bovenstaande reacties op deze druk: aanpassing, migratie en cultureel falen.

Vanaf zijn oprichting heeft Israël bewust een universalistische ethiek aangenomen en probeerde het samen te smelten met het tribalistische Joodse nationalisme. Dit is de reden waarom onze verklaring van onafhankelijkheid en basiswetten naar een Joodse en democratische staat verwijzen. Er is altijd een spanning tussen deze twee. Zionisme voor de Joden het terugkeren naar hun vaderland, voornamelijk voor hun eigen bestwil, of als een "licht voor de natiën".

Voormalig Israëlische Hoge Gerechtshof Opper-Rechter, Aharon Barak, heeft geprobeerd om Israël te dwingen in een Europese of Amerikaanse vorm, als "status van haar burgers". In naam van de democratie verzette het Hof zich tegen pogingen om een speciale status te geven aan Joden of aan het jodendom. Buitenlandse belangen zoals het 'American New Israel Fund' en 'The Union for Reform Judaism', evenals de Europese gefinancierde NGO's, steunen deze universalistische visie, zelfs tot op het punt van de oproep voor veranderingen van onze vlag en volkslied, omdat die niet over onze Arabische burgers spreken.

Natuurlijk niet. Waarom zouden ze, in een Joodse staat?

Israël is al een lange tijd een Westelijk eiland in de zee van het Midden-Oosten, en het is veranderd naar het universalistische Europa en Amerika voor de meeste van zijn culturele en economische betrekkingen. Een van de argumenten tegen het joodse tribalisme is altijd geweest dat het onze westerse bondgenoten niet bevalt. Maar nu, ten dele vanwege de zwakheid in het westerse blok, vindt Israël dat het geen andere keuze heeft dan maar dichter bij haar meer natuurlijke partners in het Midden-Oosten en de rest van de wereld te gaan staan.

De omgeving verandert en het culturele organisme moet zich ook wijzigen en aanpassen. In onze nieuwe omgeving is een sterk universalistische moraal geen voordeel. Het vormt de unilaterale morele ontwapening. Onze staat kan niet overleven als een kopie van de VS of Zweden (inderdaad, de druk kan zodanig zijn dat noch de VS noch Zweden in hun huidige vorm het overleven).

Dat betekent niet dat we moeten afzien van een democratische regering of een aannemen van alle culturele praktijken van onze buren, zoals hun vrouwenhaat, religieuze dwang, onthoofdingen en bomvaten. Het betekent niet dat we onszelf moeten zien als superieur aan de niet-Joden, of dat we de burgerrechten van de niet-Joden die onder ons leven, moeten ontkennen.

Wat dit betekent is dat ons doel moet zijn een staat die schaamteloos prioriteit geeft aan Joodse mensen, hun cultuur, religie en waarden.

Welke gevolgen heeft dit voor onze betrekkingen met onze buren, en ons gedrag in onze lange oorlog – die we hebben gevochten om onze staat te maken en houden, reeds voor bijna een eeuw? En wat zijn de gevolgen voor onze soldaten, zoals Sergeant Azaria?

Dat is het onderwerp van deel 2. Blijf op de hoogte.

Bron: Adjusting the Moral Compass, Part I | Abu Yehuda


printen??? spaar papier en inkt.