www.wimjongman.nl

(homepagina)

De EU tegenover de nationale staat?

door George Igler - 28 december 2016

De vraag blijft hangen waarom elke natie zijn soevereiniteit zou willen toegooien naar instellingen die fundamenteel geen verantwoording schuldig zijn, die geen mechanisme bieden voor het omkeren van de ingeslagen richting, en wiens enige "oplossing" voor problemen zij toekennen aan zichzelf, eerder steeds autoritairder dan een democratische legitieme macht te zijn.

Onze aandacht begint zich te concentreren op de verkiezingen die plaats gaan vinden in drie afzonderlijke Europese landen in 2017. De resultaten in Nederland, Frankrijk en Duitsland zullen waarschijnlijk de toekomst van de Europese Unie (EU) bepalen.

In Nederland op 15 maart zullen alle 150 leden van de Tweede Kamer de stembusuitslag zien. Het land wordt momenteel geleid door Minister-president Mark Rutte, waarvan VVD partij 40 zetels bezit in de wetgevende kamer, en regeert in een coalitie met de Nederlandse Arbeiderspartij, die 35 zetels heeft.

In tegenstelling daarmee heeft momenteel de Partij Voor de Vrijheid (PVV) onder leiding van Geert Wilders 12 zetels.

Volgens een opiniepeiling, uitgegeven op 21 december is de partij van Wilders gestegen tot 24% in de peilingen, terwijl Rutte's partij onderuit ging naar 15%. Zouden de verkiezingen nu plaatsvinden, dan zou dit zich vertalen naar 23 zetels voor de VVD van Rutte, en 36 zetels voor Wilders van de PVV.

Gezien de strikte formule van evenredige vertegenwoordiging in Nederland, zijn coalitieregeringen echter de norm. Zou Wilders van de PVV in maart op de eerste plaats komen, dan zal hij waarschijnlijk moeten onderhandelen met één van zijn trouwste critici om een regering te vormen.

In Frankrijk zijn twee stemrondes ingesteld in de presidentiële verkiezingen die plaatsvinden op 23 april en 7 mei – met de twee leidende kandidaten uit de eerste ronde, die dan tegenover elkaar staan in de tweede ronde.

De meest waarschijnlijke kandidaten om door te gaan naar de tweede ronde, zijn François Fillon, van de centrum-rechtse Les Républicains en Marine Le Pen van het populistische Front National, die gelijk staan in de eerste ronde peilingen.

Een onderzoek, gepubliceerd op 7 december, gaf elke kandidaat 24%. De Le Pen partij is echter eerder gedaald wegens Frankrijks dual-ronde systeem van stemmen, doorat de kiezers van de andere partijen in de tweede ronde zich konden scharen achter de meer gematigde kandidaat.

Een aparte BVA enquête, uitsluitend met een gesimuleerde run off tussen tussen Fillon en Le Pen, toonde voor de eerste een overwinning met 67%.

Voor alle discussies over een populistische opstand in de Europese politiek, met partijen die zich roeren voor een verandering en tegen de open grenzen van het continent en de gecentraliseerde, onverklaarbare en niet-transparante wetgeving – voortkomend uit de instellingen van de EU – blijven een zware stijging aanschouwen.

Dan Duitsland, ondanks de calamiteiten die zijn gekoppeld aan het besluit van de bondskanselier, Angela Merkel, om te accepteren dat 1,5 miljoen moslimmigranten in haar land kwamen in 2015, is ze toch op zoek naar een herverkiezing.

Op een datum die nog nader bepaald moet worden, tussen 27 augustus en 22 oktober, zullen de Duitse federale verkiezingen plaatsvinden voor de leden van de Bondsdag, het Federale Parlement.

Ondanks dat het pas in april 2013 is opgericht, is het populistische Alternatief voor Duitsland – Alternativ für Deutschland (AfD) – onlangs gestegen tot een ongekende 16% in de peilingen, in de nasleep van de aanval op de Berlijnse kerstmarktbezoekers op 19 december. Terrorisme blijkt een drijvende kracht achter de bedoelingen van de kiezers te zijn.

De toenemende graad van ondersteuning die wordt genoten door Europa's populistische eurosceptische partijen, is duidelijk gekoppeld aan kwesties die de algemene bezorgdheid domineren. Vorige zorgen gingen over de werkloosheid en de economie, maar staan nu aan de kant. De kwesties die nu de Europese kiezers het meest kwellen, zijn volgens de eigen cijfers van de EU (p.4-5), de massale immigratie (45%) en het terrorisme (32%).

Deze cijfers van de Eurobarometer gaan verder naar beneden per land (p.7), Nederlandse kiezers zien de immigratie als hun grootste zorg met een verrassende 56%, en het terrorisme als volgende op 33%.

Bij de Franse kiezers, ondanks dat ze werden onderworpen aan meer recente terroristische wreedheden dan enig ander Europees land, kreeg de immigratie en terrorisme een marge van respectievelijk 36% en 35%, volgens het meest recente EU-verslag. De hachelijke toestand van de Franse economie blijft daarbij een grote bron van zorg voor de Franse kiezers.

De verkiezingen die volgend jaar zijn gepland in de Nederland, Frankrijk en Duitsland, zijn dubbel belangrijk omdat ze de drie landen zijn, van de zes oorspronkelijke ondertekenende landen van het oprichtingsverdrag, wat uiteindelijk aanleiding werd tot de EU.

De Nederlandse Partij Voor de Vrijheid, Frankrijks Front National en Duitslands Alternativ für Deutschland willen elk in hun respectieve naties een referendum houden over het EU-lidmaatschap.

In maart 1957 ondertekenden Italië, Frankrijk, West-Duitsland, België, Nederland en Luxemburg, het Verdrag van Rome bij de oprichting van zowel de Europese Economische Gemeenschap – een interne markt voor goederen, arbeid, diensten en kapitaal binnen het blok – en ook cruciaal, bracht het de Europese Commissie tot stand.

Het uitvoerend orgaan van de EU, dat ook de uitsluitende bevoegdheid heeft voor het initiëren van wetgeving op Europees niveau, en wordt geleid door de controversiële Jean-Claude Juncker, wiens eigen onverbiddelijke advies over de rol van 'de nationale staat' (natiestaat) in de nabije toekomst van het Europese continent, duidelijk gemaakt is in een toespraak op 9 december.

Op de 25e verjaardag van de opstelling van het Verdrag van Maastricht, dat de weg baande voor de Euro - de gemeenschappelijke munt die gedeeld wordt door 19 landen binnen de 28 lidstaten van de EU – gaf de heer Juncker een grimmige bericht af:

Europa is het kleinste continent. ... We zijn echter een relevant deel van de wereldeconomie: 25% van de wereldwijde GPD. In 10 jaar vanaf nu zal het 15% worden. In 20 jaar vanaf nu, zal geen enkele lidstaat van de Europese Unie deel uitmaken van de G7. ... En vanuit demografisch oogpunt, zullen wij niet echt verdwijnen, maar we gaan demografische gewicht verliezen.

Aan het begin van de 20e eeuw vertegenwoordigden de Europeanen 20% van het menselijke ras. Nu, aan het begin van deze eeuw: 7%. Aan het einde van deze eeuw: 4% van de 10 miljard mensen. Dus wie denkt dat het moment is aangebroken om te deconstrueren, om Europa in stukken te hakken, ons onder te verdelen in nationale afdelingen, hebben het helemaal verkeerd. Wij kunnen niet bestaan als aparte naties zonder de Europese Unie.

Kortom, volgens Juncker heeft de Europese nationale staat (natiestaat) gewoon niet langer een toekomst. Velen, waaronder kiezers dit jaar in Groot-Brittannië en Italië, en potentiële aanhangers van de PVV, de AfD en het Front National, zijn het nadrukkelijk oneens.

In de verkiezingen van 2017 in Nederland en Frankrijk hebben Geert Wilders (links) en François Fillon (rechts) goede kansen om gekozen te worden.

Critici van de EU, waarvan filosofische fundamenten werden gelegd tussen de twee wereldoorlogen, hebben vaak beweerd dat het doel was om de economische mogelijkheden samen te binden van elke lid-staat, zodat het blok verlaten praktisch onmogelijk zou worden.

Zoals een van de grondleggers van de EU, de Franse diplomaat Jean Monnet, betoogde in 1943:

"Er zal geen vrede zijn in Europa als staten opnieuw worden samengesteld op basis van nationale soevereiniteit... Welvaart en vitale sociale vooruitgang blijft ongrijpbaar totdat de naties van Europa een Federatie of een 'Europese entiteit' vormen, die hen tot een zelfstandige economische eenheid zal smeden." [1]

Deze "fusie van (economische functies)," die Monnet uitgelegd heeft in 1952, "zou naties dwingen om hun soevereiniteit samen te smelten in die van de ene Europese staat." [2]

Ondanks de historische stemming op 23 juni door het Verenigd Koninkrijk om zich af te spitsen van de EU, moet het procedurele mechanisme voor Groot-Brittannië's vertrek nog ten uitvoer worden gelegd, en is het al onderwerp geweest van uitgebreide juridische en parlementaire debatten.

Wie had gehoopt dat Groot-Brittannië reeds een duidelijke economische toekomst voor een land buiten de EU blok zou hebben aangetoond, met het verstouten van populistische partijen in andere Europese landen op zoek naar onafhankelijkheid, voor de cruciale verkiezingen van volgend jaar, hebben hun wensen ingehaald zien worden, tijdelijk in ieder geval door de radertjes van de procedure.

De vraag blijft hangen waarom elke natie zijn soevereiniteit zou willen toegooien naar instellingen die fundamenteel geen verantwoording schuldig zijn, die geen mechanisme bieden voor het omkeren van de ingeslagen richting, en wiens enige "oplossing" voor problemen zij toekennen aan zichzelf, eerder steeds autoritairder dan een democratische legitieme macht te zijn.

Hoe dan ook, de EU claimt dat de ondersteuning voor de euro binnen het blok van de munt op een ongekende hoogte is (70%), en een meerderheid in landen als Hongarije, Roemenië en Kroatië wil in feite toetreden tot de Europese Monetaire Unie.

Gezien het feit dat bezorgdheid over massale migratie, en de toename van de misdaad en het terrorisme dat hebben begeleid, en alleen lijkt te groeien, en transnationale veiligheidssamenwerking noodzakelijkerwijs ondermijnd is door de open binnengrenzen van de EU – Anis Amri, de moordenaar in de Berlijnse vrachtwagen werd doodgeschoten in Milaan – zien Europa's populistische partijen niettemin een aanzienlijk uitdaging.

Ondanks de bezorgdheid van de kiezers over massamigratie, bij gebrek aan hun presentatie aan het electoraat van een dwingende economische visie buiten de EU, geven de peilingcijfers nog steeds voorrang aan de politieke mainstream.

Gezien het feit dat de EU-instellingen zo instrumentaal zijn geweest als een causale factor in de massale migratie en terrorisme, dat nu in de hoofden van de nationale kiezers domineert, beweren sommigen dat hoe eerder de Europeanen zich ontdoen van de EU, die nu meer kwaad dan goed doet, hoe beter het is.

George Igler, hielp tussen 2010 en 2016 mensen die geconfronteerd werden met de dood in heel Europa vanwege de kritiek op de islam.

[1] p.148 – BAUDY, T. (2012) De betekenis van grenzen, Waarom representatieve regeringen en uitvoeren van wetten de natiestaten vereisen, Brill.

[2] ibid. op.cit.

© 2016 Gatestone Institute. Alle rechten voorbehouden. De artikelen hier afgedrukt geven niet noodzakelijkerwijs de standpunten weer van de vertalers of van Gatestone Institute.

Bron: The EU vs. the Nation State?