www.wimjongman.nl

(homepagina)

Een Jom Kipoer belijdenis van een vrome niet-Jood en mijn joodse reactie

Door Adam Eliyahu Berkowitz - 11 oktober 2016

Ik heb deze brief vorige week ontvangen van Ken Rank. Rank heeft de website United2Restore gesticht om Joden en christenen, of zoals hij verkiest om het te beschrijven, Juda en Efraïm, dichter bij elkaar te brengen, en "bruggen weer opbouwen tot communicatie, die eerder zijn verbrand". Hij stuurde me deze brief als onderdeel van zijn persoonlijke Tesjoewa (berouw) voor Jom Kipoer. Mijn reactie naar hem was oprecht, en ik ben van plan het een deel van mijn gebeden te maken op Jom Kipoer.

Een brief aan het Joodse volk, van Ken Rank

In de afgelopen tien jaar of zo, is mijn familie de Sabbat en de bijbelse Heilige dagen gaan houden. We zijn niet-oods, maar we voelen aangetrokken tot deze dagen om onze eigen redenen. In het proces van naleving en viering beschouwen wij onszelf gezegend in vele opzichten. Zoals we jaarlijks door de aangewezen tijden doorgaan, we voort bouwen op die dingen die we geleerd hebben tijdens de voorgaande jaren. En, zoals elke cyclus rond komt, richte ik mijn focus nauwgezet op verzoening en herstel tussen en voor al het B'ney Yisrael.

Begin september, toen wij de laatste 40 dagen begonnen die naar Jom Kipoer leiden, begon ik Tesjoewa [10 dagen van inkeer] in een heel ander licht te zien. Ik wilde een verbintenis bereiken naar hen van wie ik wist wat ik hen had aangedaan, en ook naar hen van wie ik geloof dat ik hen heb benadeeld. Dit is meer dan zomaar een leerervaring voor mij, het is een nederige levensles. Ik stond voor hen en vroeg om vergiffenis van wat ik weet dat ik hen pijn heb gedaan. Ik stond ook voor anderen in een poging om shalom te vinden tussen ons, om los te laten elke herinnering die misschien gerelateerd is aan hoe slecht ze mij misschien hebben behandeld. Zoals ik al zei, is dit een vernedering en toch op de een of andere manier, vreemd genoeg een lonende ervaring.

Er is echter een aspect van Tesjoewa waarin ik niet in staat lijk te zijn om aan te voldoen op dit moment, en helaas kan ik nooit voldoen aan deze last op mijn hart. Die last is mijn onvermogen om de pijn van het Joodse volk weg te nemen, een pijn veroorzaakt door de eeuwen heen door de vijandige handen van christenen. Als een man die gewoon is opgevoed als christen, weet ik nu dat het Joodse volk, voor het grootste deel, een zeer ongunstige indruk heeft van christenen, het christendom en Jezus. En waarom ook niet? Christenen hebben door de eeuwen heen het Joodse volk slecht behandeld. Vanaf het begin van de tweede eeuw, begonnen verschillende christelijke leiders vorm te geven aan het paradigma van christenen in de toekomst door te schrijven over de Joden als zijnde de Christus-moordenaars, betreurenswaardige zondaars, en een volk dat ver weg is van Gods wil en zonder doel. Naarmate de tijd vorderde, zien we een toenemend gebrek aan respect, gericht tegen het Joodse volk in combinatie met mishandeling, gedwongen doop, en zelfs de dood. Toen Hitler aan de macht kwam, beweerde hij een christen te zijn. Ondanks de arme weerspiegeling door hem van degene die hij beweerde te dienen, kan niet van de Joden worden verwacht om te kunnen onderscheiden wie wel of wie niet de waarden van het christendom volgt. Dus, vanuit hun perspectief, als Hitler zegt een christen te zijn en ik ook aanspraak maakt een christen te zijn, ben ik vervolgens in hun ogen niet veel anders dan Hitler.

De waarheid is, ik ben niet als Hitler in menig opzicht, maar ik heb ook geen mogelijkheid om het verleden ongedaan te maken. Niet alleen ontbreekt het mij aan dat vermogen, ik kan zelfs geen echte en voldoende verontschuldigingen maken aan het Joodse volk voor de misstanden die zijn begaan tegen hen door degenen die hier voor mij waren. Ik kan niet goed maken wat anderen verkeerd deden. Alles wat ik kan doen is te staan voor Israël, voor het Joodse volk, en proberen om na te denken over de echte waarden en het karakter van de God wij beide dienen. Juda – uw God is mijn God, en uw volk is mijn volk. Terwijl ik niets ongedaan kan maken uit het verleden, kan ik mijn respect en begrip aanbieden en alleen maar hopen en bidden, dat op een dag dit gevoel wederzijds wordt. En misschien, naarmate de tijd vordert, anderen tot een soortgelijk begrip zullen komen en, op termijn, dezelfde diepte van Tesjoewa bereiken. Wanneer dat gebeurt, zullen wij alle een aspect smaken van de shalom die sinds Salomo nog niet gerealiseerd is.

Avinu Malkeinu, hoor mijn gebed. Ik heb, wij allen, hebben gezondigd voor U. Heb medelijden met ons en onze kinderen. Onze vader, onze Koning! Zet in een volledige Tesjoewa voor U. Wij vragen U om shalom te brengen in de chaos en vereniging in de gebieden van verdeling. Dat een deur tot communicatie kan worden opengezet tussen allen die aan U, onze Koning toebehoren. Aan U alleen zij de glorie! Amen.

Mijn reactie op Ken en gelijkgestemde niet-Joden

Beste Ken,

Woorden die uitgaan van het hart, gaan in het hart. Ik ben onder de indruk van uw gebaar, u stak de hand uit in vriendschap. Ik heb dit gezien van u, evenals van vele andere christenen en het doet me pijn om te zeggen dat ik ook heb gezien hoe dit mooie gebaar door vele joden verworpen is. Hoewel ik de redenen begrijp dat de Joden dit afwijzen, deze christelijke beweging naar vriendschap, ik ben het er niet mee eens.

Tosafot besprak Esthers zonde van het trouwen met een niet-Jood, een duidelijke zonde waarvoor ze gedood zou moeten worden. Maar hij besloot: "Groter is een zonde gedaan in naam van de hemel dan een mitswa niet gedaan in naam van de hemel." Als ik door het aanvaarden van deze daad van vriendschap zondig, dan is het een zonde waarvoor ik bewust kies, zoals Esther het deed, met de bedoeling het redden van Israël.

Ik ben niet naïef. Ik herken de onverzoenlijke verschillen. Joden beweren dat de christelijke vriendschap er alleen is vanwege de wederkomst. Al is het duidelijk dat de ene of de andere kant ernstig zal worden teleurgesteld als de Messias komt, toch ben ik bereid dit vermoeden opzij te zetten, totdat die openbaring verschijnt, wetende dat wanneer en wat er gebeurt, ik een bescheiden Jood blijf die probeert mijn God te dienen op de beste manier die ik ken.

Ik ben onder de indruk van het fenomeen dat christenen zich verbinden met hun Hebreeuwse wortels, en de mitzvoth [plichten] doen. Zo heb zo'n ontzag, dat ik slechts genoeg dichtbij durf te komen om daarvan te getuigen zonder commentaar of op enigerlei wijze aan te raken. Ik zie daarin een aspect van de profetie, een openbaring, een realiteit die slechts nog maar een paar jaren geleden ondenkbaar was. De Joden hebben altijd gedacht aan de tempel en de Messias als een reis die ze alleen zouden moeten ondernemen, want voor een millennium lang, hebben de christenen de Thora verworpen en ons daarvoor gehaat. Het proces dat nu gebeurt, is Gods wil, wat ons zal leiden naar een derde tempel, die echt een huis van gebed zal zijn voor alle naties. Ik denk dat dit ook voor eerste twee tempels telde, maar de geschiedenis heeft dat concept zo ver weg geduwd dat de Joden zich niet meer kunnen voorstellen dat christenen tot ons zouden komen, om te vragen als hun Kohanim [priester], te fungeren als tussenpersonen om Gods wil te doen.

Ik hoor uw pijn wanneer u spreekt over de zonden in het verleden, zonden waaraan u geen deel had, maar wel de noodzaak voelt om die te verzoenen. Ook voel ik de pijn van mijn volk en mijn voorouders, die het uitschreeuwden in een millennium van lijden. Die pijn, met name de Holocaust, komt uit een aspect van God, dat te groot is voor mij om te begrijpen, maar ook te belangrijk voor mij om te verwaarlozen. Ik weet niet hoe te reageren, hoe het op te nemen in mijn eigen dienst en geloof, laat staan hoe u eraan zou kunnen deelnemen.

Ik weet het, hoe dan ook, als een individuele Jood, dat ik sta op een punt in de tijd, dat de band met Abraham op wonderbaarlijke wijze wordt vervuld. Ik leef ook in een tijd dat die realisatie van Gods wil in gevaar is om te vallen. Zo velen zijn bereid om te kijken naar de met haat gevulde moordenaars en hen rechtvaardige slachtoffers te noemen, in het ontkennen van hun eigen God (Jood en heiden) om de geschiedenis te herschrijven op de meest absurde manieren, door het te ontkennen en zelfs de moordenaars in hun midden uit te nodigen. Ze zijn bereid om al deze gruwelijke dingen te doen alleen om Israël weg te vagen, omdat het bestaan van Israël een zeer onweerlegbaar bewijs is van de heiligheid van Gods woord, iets waartoe zij niet bereid zijn om dit te zien. En veel Joden die in de diaspora leven hebben de God van Israël verlaten. Ze hebben gekozen voor de vreemde god van liberale waarden, met een glanzend, zo durf ik te zeggen, Gouden Masker.

Wanneer zij worden geconfronteerd met de dreigende vernietiging van Israël, een droom die nauwelijks net begonnen is, kies ik ervoor om christenen als bondgenoten te aanvaarden. Vergeven is niet mijn werk en vergeten maakt de teshuva onmogelijk, ik kies ervoor met u vooruit te gaan. Ik voel dat als Gods wil. Ik zie Gods hand in de actualiteit, in het voortduwen van ons samen. Als dit waar is, is dit de weg naar herstel van de Tempel en de oprichting van een Israël dat het Heilige Land is en het uitverkoren volk.

En als ik hierin zondig, zal ik het toch nooit ontkennen. Ik zal deze Yom Kipoer voor het hemelse gerecht staan en vragen dat u als getuige zult worden gebracht. Laten we allebei leren om onze zonden te dragen terwijl we God dienen. Hierin zal ik voldoen aan het vers: "Ik zal hen zegenen die u zegenen". Wees gezegend, broeder.

Ken publiceerde zijn brief op de website van United 2 Restore. Veel christenen zijn toegetreden tot zijn gebed, en vragen vergeving aan het Joodse volk en houden hun handen in vriendschap uitgestoken.

Bron: A Yom Kippur Repentance From a Devout Non-Jew and My Jewish Response - Israel News