www.wimjongman.nl

(homepagina)

Vuur met vuur bestrijden

Door Caroline Click | 16 november 2015

Het is tijd om op te staan ​​tegen Europa. Als we weigeren om dat te doen, zal de dag snel komen dat het labelen zal leiden tot het onvermijdelijke eindpunt: een volledige Europese economische boycot van de Joodse staat.

Misschien dat de EU ons woensdag een plezier deed. Nu weten we tenminste wat we tegen hebben. Met de publicatie van haar nieuwe richtlijnen om de lidstaten aan te moedigen de Joodse producten van buiten de 1949-wapenstilstandslijnen te labelen, hebben de Europeanen [editor: de leiders in ieder geval, vele anderen niet] ons er uiteindelijk van overtuigd dat ze ons haten. Ze geven niets om vrede. Ze geven niets om Palestijnen. Ze willen gewoon alleen Israël schaden.

Dit is oud nieuws voor de al-oude EU-waarnemers. Sinds eind 2000 heeft Europa onverbiddelijk haar vijandige behandeling van de Joodse staat laten oplopen ten koste van de kansen op vrede.

Neem bijvoorbeeld de timing van de eerste officiële handeling door de EU bij het openen van de economische oorlog tegen Israël. Op 29 juli 2013 bracht de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry de teams van de Israëlische en Palestijnse onderhandelaars bijeen in Washington, om officieel een nieuwe ronde van vredesbesprekingen te lanceren. Op diezelfde dag kondigde de EU aan dat ze vanaf het begin van 2014 alle gezamenlijke projecten zouden beëindigen, evenals alle financiële steun van de EU en regeringen van lidstaten aan Israëlische entiteiten die gevestigd of werkzaam zouden zijn in Jeruzalem, Judea, Samaria en de Golanhoogte. De enige uitzonderingen op dit financierings- en samenwerkingsverbod waren de Israëlische organisaties die werken om de Israëlische controle over de gebieden en de niet-joodse Israëlische entiteiten te schaden.

De boodschap was duidelijk. Wat Europa betreft is "het vredesproces" geen middel om vrede te bereiken. Het is een middel tot het criminaliseren van Israël. De richtlijnen deze week voor de etikettering waren geen verrassing. Ze werden al twee jaar geleden beloofd. We weten ook al jaren dat het financieringsverbod, noch de etikettering van producten, een doel op zich zijn.

In mei 2013 vertelde de Litouwse minister van Buitenlandse Zaken Linus Linkevicius aan The Jerusalem Post dat het etiketteringsbeleid slechts een voorbereidende stap was op weg naar de uitvoering van het uiteindelijke doel van de EU: een volledige economische boycot van Israël. De volgende stap in die richting is voor de deskundigen al duidelijk: de Europeanen zijn van plan om de toerisme-industrie van Israël te raken.

In de komende maanden zullen alle toerisme-agentschappen in Europa en Israël, die in hun literatuur zaken en routes over de oude stad van Jeruzalem hebben opgenomen, de dreiging ontvangen dat ze worden onderworpen aan een niet-eindigende stroom van geschillen, schadeclaims en boetes. Alle bedrijven en officiële instanties die in hun toeristische materialen vermelden dat de Westelijke Muur in Israël ligt, en dit publiceren en verspreiden, zullen waarschijnlijk worden onderworpen aan civiele procedures vanwege het publiceren en verspreiden van misleidend en schadelijk materiaal.

Het zal voor het Israëlische Ministerie van Toerisme moeilijk worden om te werken in Europa en Israël - en de toerisme-industrie als geheel zal ernstig worden geschaad. Een experiment voor dit initiatief werd reeds met veel succes geïmplementeerd.

In april 2010 oordeelde het Britse Advertising Standard Agency dat de advertentie van het Toerisme Ministerie met de afbeelding van de Westelijke Muur en de Rotskoepel "valse reclame" was, want dit leidde ertoe dat de consument zou geloven dat de toeristische bezienswaardigheden zich in Israël bevinden.

Dan zijn er de NGO's. NGO-Monitor voorzitter Prof. Gerald Steinberg liet zien, dat Europa al meer dan een decennium lang gebruik maakt van NGO's die in Israël zijn geregistreerd om hun agressieve beleid tegen Israël te voeden. De EU en haar lidstaten gebruiken deze groepen als de Israëlische dekking voor hun anti-Israël-beleid. Ze betalen hen om films te produceren en rapporten te publiceren die Israël belasteren, en om op te roepen tot een boycot van zijn economie en zijn overheid en burgers te isoleren.

De EU en haar leden gebruiken vervolgens deze producten, die ze besteld en betaald hebben, als "bewijs" van de Israëlische criminaliteit, wat op zijn beurt hun agressie tegen de Joodse staat rechtvaardigt.

Neem 'Ir Amim' bijvoorbeeld. Ir Amim werkt om de legitimiteit van de Israëlische controle over een verenigd Jeruzalem te ontkennen. In 2014 ontving het financiële steun van de EU, evenals van de regeringen van Nederland, Noorwegen en Zweden. In 2010 deed de groep een beroep op de Amerikaanse regering om de diplomatieke banden met Israël door te snijden, of op zijn minst de buitenlandse hulp aan de Joodse staat te beëindigen. Ir Amim steunde en verdedigde ook het besluit van Groot-Brittannië om het Ministerie voor Toerisme te verbieden om te vermelden dat de Westelijke Muur in Israël staat.

Waar dit allemaal op neerkomt is duidelijk. De EU voert een politieke en economische oorlog tegen Israël welke gebaseerd is op een uitgebreide en doordachte strategie die de sterke punten van de EU zeer goed in zijn voordeel gebruikt.

En hoe reageert Israël op deze oorlog? De eerste reactie van de regering op Europa's aankondiging geeft aan dat onze leiders nog moeten accepteren dat de tijd is gekomen om Europa's uitgebreide en doordachte strategische aanval tegen ons, tegen te gaan met een uitgebreide en goed doordachte contra-aanval door ons eigen land.

Tot nu toe is Israëls reactie geweest om te proberen Europa te beschamen en de aanval uit te stellen. Premier Binyamin Netanyahu gebruikte dit woensdag als reactie, met een groot kortstondige effect, toen hij zei dat Europa zich moest schamen voor het labelen van Joodse projecten.

Minister van Justitie Ayelet Shaked en oppositie Knessetlid Yair Lapid waren ook eenduidig in het benoemen van Europa's anti-Joodse actie.

Maar Europa zeggen dat het zich moet schamen is een reactie, geen beleid.

En gezien vanuit Europa, dat heeft geen schaamte.

Denk aan de timing van de aankondiging deze week. De EU koos de aankondiging van het labelen van Joodse producten in dezelfde week dat wij de Kristallnacht in 1938 herdenken, het pogrom dat het officiële begin van de Holocaust heeft gemarkeerd. Voor veel Europeanen was er geen twijfel over dat deze timing toevallig was, juist eerder ironisch.

In Zweden werden "uit zorg voor de veiligheid van hun leden" de Joodse groepen uitgesloten van deelname aan de officiële herdenking van de Kristallnacht.

Dan was er Nederland.

Knessetlid Haneen Zoabi, die haar mond niet kan openen zonder Israël te belasteren, werd uitgenodigd om opmerkingen te maken bij een Kristallnacht-herdenkingsceremonie in Amsterdam. Ongetwijfeld wisten de organisatoren wat ze zouden krijgen als ze haar vroegen. Zoabi vergeleek daar Israël met nazi-Duitsland.

Een voortdurend groeiend aantal Europeanen hekelt Israël als het nieuwe nazi-Duitsland, en dat betekent vergiffenis voor de misdaad van de holocaust. Met het omzetten van Joden in nazi's kunnen de Europeanen hun schouders ophalen over het feit dat de meeste van deze volkeren van Europa samengewerkt hebben met de Duitsers in de genocide op de Europese Joden.

Dus zeggen dat ze zich moeten schamen, is geen strategie, en het is ook niet effectief.

Hoe zit het met onze regering en haar andere reactie op de beslissing van etikettering?

Woensdag kondigde het ministerie van Buitenlandse Zaken aan om als vergelding voor de beslissing van de etikettering, een tijdelijke schorsing in te stellen - voor niet meer dan een paar weken - in haar officiële dialoog met de Europeanen over de mensenrechten en de Palestijnen.

Niet om er ook mooi een punt op de i te zetten, maar dit is niet echt een serieuze Israëlische reactie op een ernstige aanval op Israël. Hoe zou een serieus antwoord eruit moeten zien?

Ten eerste moet het een serieus en inhoudelijk doel hebben. Europa's doel is om Israël te isoleren en de economie te schaden. Het doel van Israël moet zijn om het isolement te voorkomen, evenals schade aan de economie. Om deze doelen te bereiken, moet Israël een reële prijs afdwingen van de EU voor de acties die zij reeds heeft toegezegd, en Brussel dwingen om die acties te heroverwegen, of op zijn minst haar plannen te annuleren om haar oorlog tegen Israël te laten escaleren.

Bijvoorbeeld: de richtlijnen van de EU-etikettering tegen Joodse producten worden verondersteld permanent te zijn, niet tijdelijk. Het is redelijk om te reageren door de EU te weigeren bij elke officiële inspraak in de vredesbesprekingen met de Palestijnen. De opschorting van de dialoog met de EU over de Palestijnen met Israël moet dus van kracht blijven tot de EU de etiketteringsrichtlijnen annuleert.

De agressie van de EU maakt nog maar eens duidelijk dat Israël serieuze actie tegen de door de EU gefinancierde anti-Israëlische NGO's moet ondernemen. Momenteel overweegt de Knesset een wetsvoorstel dat deze ngo's zou verplichten hun EU-financiering te publiceren op een opvallende manier. Hoewel het een welkome stap is, is het wetsvoorstel onvoldoende. Gezien de belangrijke rol die de in Israël-geregistreerde NGO's spelen in de oorlog van Europa tegen Israël, moet de Knesset de fiscale vrijstellingen voor donaties die zij ontvangen van buitenlandse overheden en van door het buitenland bekostigde NGO's intrekken. De Israëlische belastingbetaler mag niet worden verplicht om de anti-Israël activiteiten die deze organisaties ondernemen ten behoeve van buitenlandse overheden te subsidiëren.

Dan zijn er de officiële Europeanen die vanuit Israël en de Palestijnse Autoriteit openlijk opereren tegen Israël. Bijvoorbeeld: de Europese waarnemers in Hebron. Na de Baruch Goldstein 1994 massamoord op moslims in de Grot van de Patriarchen in Hebron, heeft Israël ingestemd met de inzet van de 'Tijdelijke Internationale Aanwezigheid in Hebron', of TIPH.

De overheid vernieuwt het mandaat van de TIPH elke zes maanden. De Israëlische interesse wordt niet bevorderd met hun voortdurende inzet voor de stad. Vandaag is het enige doel van de TIPH om Israël te demoniseren. Israël moet aankondigen dat het aan het einde van de huidige periode van zes maanden niet langer het mandaat van TIPH zal vernieuwen. Alle TIPH-personeel moet Hebron en Israël verlaten zodra het mandaat eindigt.

Dan zijn er de Europese consulaten in Jeruzalem. Deze consulaten, die niet door onze overheid worden erkend, zijn het epicentrum van de oorlog van de EU tegen Israël. De consuls in Jeruzalem hebben de strategische documenten voorbereid die de oorlog laten escaleren. Zij leiden de activiteiten van de door de EU gefinancierde ngo's.

Gezien hun ondermijnende en vijandige acties is de tijd gekomen om de behandeling die ze van de overheid krijgen, opnieuw te beoordelen. Er is bijvoorbeeld geen reden voor Israël om door te gaan met het consulaatspersoneel te voorzien van visa of de visa van de hier reeds gestationeerden te vernieuwen.

Internationaal gezien, zoals internationaal recht deskundigen als de Profs. Avi Bell en Eugene Kontorovich hebben uiteengezet in een rapport dat werd gepubliceerd twee maanden geleden, levert de EU door het opleggen van belemmeringen voor de vrije handel met Israël, een wanprestatie betreffende de internationale handelsovereenkomsten die de basis vormen van de World Trade Organization.

Premier Netanyahu zou het ministerie van Buitenlandse Zaken, het ministerie van Justitie en het Ministerie van Economische Zaken opdracht moeten geven om samen te werken en een formele klacht voor te bereiden en in te dienen tegen de EU bij de rechterlijke instantie van de WTO.

Volgens EU-ambassadeur Lars Faaborg-Andersen heeft Israël zelf de illegale en agressieve aanval van de EU in werking gesteld. In handelsbesprekingen met Israël in 2005 heeft de EU erop aangedrongen dat de vrijhandelsovereenkomst met Israël niet van toepassing zou zijn op gebieden buiten de 1949 wapenstilstandslijnen. Hoewel Israël het standpunt van de EU verwierp, heeft de minister van Economie en Handel, Ehud Olmert, met Europa afgesproken dat Israël Europa zou voorzien van een postcode-kaart om de EU in staat te stellen om onderscheid te maken tussen producten die gemaakt worden binnen en buiten de wapenstilstandslijnen.

In reactie op het misbruik van de EU met deze informatie moet Israël stoppen met het toepassen van postcodes op de exportdocumenten van de Israëlische exporteurs. In het belang van de bescherming van onze grootste exportmarkt, heeft Israël er consequent alles aan gedaan om de EU te sussen. Terwijl dat goed bedoeld was, toont het besluit van de EU om Joodse producten te labelen aan dat onze concessies mislukt zijn. Ze worden nu tegen ons gebruikt.

Het is tijd om op te staan ​​tegen Europa. Als we weigeren om dat te doen, als we weigeren om een uitgebreide contra-aanval te lanceren, zal de dag snel komen dat de labels zullen leiden naar hun onvermijdelijke eindpunt: een volledige Europese economische boycot van de Joodse staat

CarolineGlick

Bron: Column one: Fighting fire with fire - Opinion - Jerusalem Post


printen??? spaar papier en inkt.