www.wimjongman.nl

(homepagina)

Turkije - het niet erkende probleem van Amerika

Door Prof. Efraim Inbar - 4 januari 2015

Samenvatting: Turkije is formeel een NAVO-bondgenoot. Maar het door Erdogan geleide Turkije heeft zich niet gedragen als een bondgenoot of als een vriend van de VS - al gedurende jaren. Het is een raadsel waarom de Obama-regering weigert te erkennen dat Turkije een Trojaans paard is in de NAVO, en dat Ankara de Amerikaanse belangen in het Midden-Oosten en elders ondermijnt.
 

Turkije is een NAVO-bondgenoot, en President Barack Obama noemt de huidige President van Turkije, Recep Tayyip Erdogan, zijn beste vriend. Maar Turkije onder leiding van Erdogan heeft zich niet gedragen als een bondgenoot of een vriend van de VS. Dit is ook geen nieuwe ontwikkeling.

Erdogan en zijn islamitische partij, de AKP, hebben Turkije geregeerd sinds 2002. Erdogan’s Turkije heeft geleidelijk afstand genomen van het westen, met de aanneming van een binnenlands en buitenlands beleid dat gevoed wordt door Ottomaanse en islamitische impulsen.

Turkije is al jarenlang op weg naar een autoritair regime. Inbreuken op de rechten van de mens hebben zich geleidelijk verhoogd. In feite heeft Turkije nooit een politiek systeem gehad met controles en beperkingen met betrekking tot pogingen om de macht te consolideren rondom één politicus. In de afgelopen jaren heeft Erdogan het Turkse politieke systeem verder verzwakt met een aantal constitutionele beperkingen voor de 'Putinisatie' ervan.

Hoe langer Erdogan regeert, hoe meer machtshonger hij lijkt te krijgen. Zijn autoritaire persoonlijkheid wordt elke dag duidelijker. De pers is nauwelijks vrij. Erdogan arresteert zelfs de islamitische journalisten die kritiek op zijn beleid hebben. Zijn partij heeft het rechtssysteem geïnfiltreerd evenals de politie. Brandpunten van macht, zoals de bureaucratie, het bankwezen, industriële organisaties en vakbonden zijn meestal gecoöpteerd door de AKP. Politieke oppositiepartijen zijn grotendeels in diskrediet gebracht. Het leger, eens actief in de politiek als verdediger van de kemalistische seculiere traditie, is met succes aan de zijlijn gezet.

Vanuit een perspectief van realpolitik kunnen de binnenlandse politieke ontwikkelingen, zo betreurenswaardige als ze zijn in Turkije, wellicht, worden genegeerd door het democratische Westen zolang Ankara maar een nuttige bondgenoot blijft. Helaas komt Turkije niet langer in aanmerking als een betrouwbare bondgenoot.

De meest recente voorbeelden van het snode Turkse gedrag is de ondersteuning van ISIS en Hamas. Turkije is een dubbelspel aan het spelen in de kwestie van de Islamitische Staat. Het pretendeert om samen te werken met het Amerikaanse beleid in de poging om de radicale islam te bevatten, maar eigenlijk ondersteunt Turkije ISIS. Door de vrijwilligers doorgang via Turks grondgebied naar ISIS in Irak. ISIS ontvangt logistieke ondersteuning via Turkije en zendt haar gewonde militanten voor behandeling erheen. Turkse militaire troepen stonden werkeloos te kijken naar de belegerde stad Kobani, net over de Turkse grens, terwijl de islamisten de Koerdische strijders doodden. Tot slot weigerde Turkije de Amerikaanse luchtmacht toegang tot de Turkse bases en dwong zo de VS dat ze bases moesten gebruiken die te ver weg liggen voor het aanvallen van de ISIS doelen.

Turkije steunt ook openlijk een andere radicale islamitische organisatie – Hamas. Ondanks het feit dat het westen Hamas als een terroristische organisatie beschouwt, ontvangen de gastheren in Ankara regelmatig Hamas-vertegenwoordigers bij de hoogste Turkse hoogwaardigheidsbekleders. Hamas, een uitloper van de Moslimbroederschap, heeft een hondsdolle anti-Amerikaanse standpunt. Bovendien opereert Salah al-Aruri, een senior Hamas-beweging, vanuit Istanbul. Onlangs was de Turkse tak van Hamas betrokken bij een reeks pogingen tot terroristische aanslagen tegen Israël, en bij het orkestreren van een staatsgreep tegen de huidige leiders van de Palestijnse autoriteit.

Dergelijk gedrag kan de beleidsmakers in Washington niet verbazen. In 2003 heeft Ankara het verzoek van Washington geweigerd om haar grondgebied te openen, zodat het Amerikaanse leger de troepen van Saddam Hussein vanuit twee aparte fronten kon aanvallen.

De AKP, die regeerde in Ankara, trotseerde ook de Amerikaanse voorkeuren voor Syrië, een land dat geallieerd is met het radicale Iran en op de Amerikaanse lijst staat van staten die het terrorisme steunen. In januari 2004 werd Bashar Assad de eerste Syrische president ooit met een bezoek aan Turkije. In april 2009 hebben de twee staten hun eerste gezamenlijke militaire oefening ooit uitgevoerd. Geen ander NAVO-lid had dergelijke nauwe betrekkingen met het autoritaire regime in Damascus, dat nauw verwant is met Iran gedurende meerdere decennia.

Turkije is verder afgeweken van de westerse consensus in 2008 door de Sudanese President Omar Hassan al-Bashir tweemaal te ontvangen. Bashir, die werd aangeklaagd voor oorlogsmisdaden en volkerenmoord in Darfur, presideert met een islamitische regime.

Turkije verwelkomde ook de president van de Islamitische Republiek van Iran, Mahmoud Ahmadinejad, met een bezoek in augustus 2008. Geen westers land heeft een uitnodiging aan de Iraanse leider verzonden. Bovendien feliciteerde Erdogan Ahmadinejad onmiddellijk na zijn herverkiezing in juni 2009. Als het gaat om de nucleaire dreiging van Iran, heeft Ankara, in tegenstelling tot haar NAVO-bondgenoten, geweigerd het Amerikaanse standpunt inzake strengere sancties, in te nemen, ten dele uit angst voor de economische gevolgen van dergelijke stappen. In juni 2010 heeft Turkije in de VN-Veiligheidsraad gestemd tegen een VS-gesteunde resolutie met de bedoeling om een nieuwe ronde van sancties op te leggen aan Iran.

Turkije heeft ook consequent advies van Washington getrotseerd om haar anti-Israël verklaringen af te zwakken en de betrekkingen te herstellen met de belangrijke Amerikaanse bondgenoot. Alle Amerikaanse inspanningen in deze richting hebben gefaald.

Ook is er een duidelijke divergentie tussen de VS en Turkije op belangrijke mondiale kwesties zoals Rusland en China. Bijvoorbeeld wilden de Verenigde Staten schepen sturen naar de Zwarte Zee via de Straat van Bosporus tijdens de oorlog met Georgië in augustus 2008. Turkije heeft botweg verscheidene van dergelijke verzoeken geweigerd onder het voorwendsel dat de militaire vaartuigen te groot waren. Bovendien stelde Turkije de totstandbrenging voor van een veiligheidsframewerk in de regio met betrekking tot Turkije, Rusland, Georgië, Armenië en Azerbeidzjan, een rol waarin de NAVO werd weggelaten. Geheel schaamteloos heeft Turkije niet deelgenomen aan de westerse economische sancties tegen Rusland tijdens de recente crisis in Oekraïne.

Dissonantie bestaat er ook met betrekking tot China. Terwijl de VS de opkomst van China vreest, ziet Turkije dit land als een potentiële economische partner en niet als een probleem. Het heeft militaire oefeningen met China gehouden. Ankara overwoog zelfs de aankoop van antivliegtuigsystemen uit Beijing, een ongelooflijk brutale positie voor een NAVO-lid!

Het is niet duidelijk waarom Washington een dergelijk Turks gedrag neemt. De Obama-regering lijkt niet in staat te zijn om een spade een spade te noemen. Het weigert te erkennen dat Turkije een Trojaans paard in de NAVO is, en dat Ankara de Amerikaanse belangen in het Midden-Oosten en elders ondermijnt.

Prof. Efraim Inbar, is directeur van het Begin-Sadat centrum voor Strategische Studies, en professor in politieke studies aan de Bar-Ilan Universiteit, en een Shillman/Ginsburg medewerker aan het Midden-Oosten-Forum.

Bron: Turkey - America’s Unacknowledged Problem | Begin-Sadat Center for Strategic Studies

printen??? spaar papier en inkt.