Namen van Jezus: De Goede Herder
21 december 2015 | Bijbelstudie door Jack Kelley
"Ik ben de goede Herder; de goede herder geeft zijn leven voor de schapen.
Maar de huurling en wie geen herder is, die de schapen niet in eigendom heeft, ziet de wolf komen en laat de schapen in de steek en vlucht; en de wolf grijpt ze en drijft de schapen uiteen.
En de huurling vlucht, omdat hij een huurling is en zich niet om de schapen bekommert."
Ik ben de goede Herder en Ik ken de Mijnen en word door de Mijnen gekend,
zoals de Vader Mij kent en Ik de Vader ken; en Ik geef Mijn leven voor de schapen." (Johannes 10: 11-15)
Niemand verwacht dat de schapen verantwoordelijk zijn voor zichzelf. Eigenaren huren herders in voor dat doel. Het is de herder zijn baan om de verantwoordelijkheid te aanvaarden voor de veiligheid en welzijn van zijn kudde.
Onze Heer is de Goede Herder die zijn kudde verdedigt tegen de hongerige wolven die op de loer staan in de schaduwen, die uitzien naar elke kans te benutten om toe te slaan, maar Hij weert ze af met slinger en pijl. Heb je ooit gehoord van een schaap dat wordt aangevallen door een vijand, en zichzelf zou verdedigen tegen de aanvallen? Evenmin heb ik dat gehoord. Ik denk niet dat ze het kunnen, en hun vijanden zijn gewoon te sterk voor hen. Wist u dat schapen gevoelig zijn voor afdwalen? Dat is de reden waarom ze herders nodig hebben, en geloof me, het is een full-time baan. Maar ondanks de inspanningen van de herder om de schapen niet te laten afdwalen, komen ze van tijd tot tijd in de problemen en moeten worden gered.
Wij zouden denken dat het belachelijk is de herder de schuld te geven, maar dit is de manier waarop wij, die zijn schapen zijn, de Heer behandelen als onze Herder. We dwalen af, komen in de problemen en moeten worden gered. "Waarom liet u me dit doen, Heer?" klagen we en geven Hem de schuld. In tegenstelling tot schapen, die geen vrijheid van keuze hebben en geen mogelijkheid om te leren van hun fouten, moeten wij slimmer worden door onze ervaringen. We moeten weten hoe krachtig onze vijand is, en hoe hulpeloos we zijn zonder Hem, en afhankelijk zijn van onze Heer voor onze bescherming. Dat geldt ook voor het luisteren naar Hem toen Hij ons waarschuwde voor het dreigende gevaar, en ons waarschuwde niet af te dwalen.
Maar met het geduld van een herder, haalt Hij ons op, veegt ons af, verbindt onze wonden, zet ons voorzichtig weer neer bij de kudde, wetende dat we binnenkort weer de dwaasheid zullen vergeten en opnieuw gaan dolen, en Hij zal het helemaal opnieuw doen. Zijn barmhartigheden zijn elke morgen nieuw, Zijn geduld zal nooit eindigen, en zijn liefde zal nooit falen.
"Als een herder zal Hij Zijn kudde weiden: Hij zal de lammetjes in Zijn arm en bijeenbrengen en in Zijn schoot dragen; de zogenden zal Hij zachtjes leiden." (Jesaja 40:11)
Onze Goede Herder zal ons nooit in de steek laten (Hebreeën 13:5). Eens werden wij van Hem, zijn eigendom (Johannes 10:29-29), en is er niets dat we kunnen doen om onszelf van Hem af te scheiden (Romeinen 8:38-39).
Ons gebed: Onze Vader in de hemel, wij danken u dat u onze Goede Herder bent. We willen dicht bij u blijven. Vergeef ons het weglopen, en dank u voor het redden van ons als we het doen. Wij prijzen uw barmhartigheden die elke morgen nieuw zijn, en uw liefde faalt nooit. Vul ons Heer, met uw geduld en liefde vandaag. Dat wij uit de overvloeiende overvloed deze zelfde liefde en geduld mogen geven aan mensen om ons heen. Laat de wereld weten dat we van U zijn door uw liefde.