(homepagina)

Wij zijn echter ook schuldig

De terroristen zijn niet de enigen die de schuld dragen voor de moorden op Naftali, Eyal en Gil-ad.

4 juli 2014 | Dr. Mordechai Kedar

Een heel volk stond rouwend bij de open graven van Gil-ad, Eyal en Naftali, verenigd in verdriet, pijn, en verbijsterd door de verbrijzelde jeugdige gloed en zuiverheid, de liefdevolle hoop van ouders in een handomdraai door beestachtig moordenaars die profiteerden van het vertrouwen in hen door onschuldige jongens. De herinnering aan de drie blijft in ons midden en de gebeurtenissen van de afgelopen weken zal onze natie, zowel in Israël als in de Diaspora bij ons blijven voor een lange, lange tijd.

Beschuldigende vingers wezen naar Hamas; en ik ben van mening dat de Israëlische regering bewijs heeft van betrokkenheid van de beweging, of die van haar leden, in de verachtelijke misdaad. Behalve dat wil ik niet alleen Hamas, beschuldigen net zoals ik niet een giftige slang ga beschuldigen als een kind wordt gebeten, wiens vader de slang thuis heeft gebracht en vervolgens bevrijdde om binnen en buiten rond te zwerven. De slang is niet schuldig, omdat het in zijn aard zit om te bijten. De vader is de schuldige partij, en iedereen begrijpt dat.

In het geval van de jongens is de schuldige partij degene die de slang in het huis bracht en hem de vrijheid liet om zich ongestoord te bewegen.

Het probleem begon in de jaren tachtig toen de coördinator van de activiteiten in de gebieden besloten tot het bevorderen en financieren van "Almajama Alislami" - The Islamic Center - ondanks waarschuwingen die men ontving uit Gaza dat dit niet een Bureau voor sociale zekerheid was, maar een bijzonder gewelddadige sector van de Moslimbroederschap. Tegen het eind van 1987, toen de eerste Intifada uitbrak, moedigden de oprichters van de "Almajama" van Hamas het geweld aan.

De schuld ging verder in 1993, toen President Bill Clinton Israël onder druk zette toen deze de 415 leiders van Hamas en Islamitische Jihad, die allen waren verbannen naar Libanon, na de ontvoeringsmoord van grenspolitiesoldaat Nissim Toledano, liet terug keren.

Net zo schuldig zijn de leden van de Israëlische en de wereldmedia die deze terroristische leiders gepresenteerd hebben als ongelukkigen die lijden aan de weersomstandigheden van Marj-a-Zohor, waar ze in tenten verbleven om zo een beroep te doen op de genade van de wereld.

Maar de grootste schuld ligt op de schouders van degenen onder ons die dachten, in 1993, dat indien zij de PLO terug lieten keren en aarts-terrorist Yasser Arafat aan het hoofd daarvan, naar Israël, hij "verantwoording voor Hamas zou nemen zonder de rechtbanken en zonder Betselem" [een verwijzing naar Yitzchak Rabins opmerking dat Arafat Hamas zou vernietigen zonder dat de linkse NGO’s zich tot het hooggerechtshof zouden wenden, om haar activiteiten te beperken, zoals ze met de IDF deden].

Dat is hoe ze ons de Oslo-akkoorden verkochten. Ze wisten heel goed dat Arafat loog door zijn tanden heen, en dat ze alle waarschuwingen negeerden, en hem zo hielpen om een terroristisch netwerk te creëren in het hartland van Israël. In heel de geschiedenis was er nooit een dergelijk Trojaans paard dat zo gevaarlijk en zo massaal was als deze. Ze lieten hem toe om een leger van terroristen voort te brengen, in de verwachting dat hij - onze grootste vijand - voor onze veiligheid zou zorgen. Ze verborgen de opname van Arafats 1994-toespraak in Johannesburg in Zuid-Afrika, waarin hij publiekelijk toegaf dat de Oslo-akkoorden niets anders dan een tijdelijke vrede was - een "Hudaybiyya vrede" met ketters die Moslims mogen maken om een akkoord te sluiten, zolang de kans om de ketters te vernietigen aanwezig is.

Wij zijn schuldig voor het opbouwen van een systeem van samenwerking op veiligheidsgebied met een terroristische autoriteit, die het gebruikt als een kans om geïnformeerd te blijven over onze inlichtingen-mogelijkheden. Wij gaven hen informatie over terroristen en hebben een draaideur voor hen gemaakt: ze spelen backgammon overdag op het politiebureau, beramen terroristische operaties en voeren ze uit in de nacht.

We stonden de terroristische autoriteit toe het uitvoeren van een schoolsysteem wiens boeken "Falestin" toonden, zonder de staat Israël, en deden niets.

We stonden Arafat de opbouw toe van een communicatiesysteem - TV en radio - die hij tegen ons gebruikte, terwijl hij openlijk sprak over de 'overwinning'. Hij bestookte zijn luisteraars met de slogan "een miljoen shaheeds zullen marcheren naar Jeruzalem" en we reageerden niet.

"Afzien van sterk reageren is [een teken]" van kracht, vertelden ze ons, zonder zich te realiseren dat in het Midden-Oosten het niet-reageren wordt geïnterpreteerd als zwakheid, en stilte als angst. Onze kant wilde niet zien wat er echt aan de hand was, en wat exact de prijs was voor Arafats twee-gezichten-gedrag. "Hij zegt het alleen voor de interne consumptie" zo werd ons verteld door de ridders van Oslo, wier ogen waren gericht op de Nobelprijs, die ze met de terroristen delen zouden.

Sommigen van ons werden rijk van de economische samenwerking met de Palestijnse Autoriteit, bouwden casino's samen met hen, verkochten hen olie en richtten "Vredesorganisaties" op met hen - het laatste diende nergens voor behalve als een pijpleiding voor financiering en het oliën van de terreurmachine die op ons gericht is.

En dan is de "Redder" aangekomen op het toneel, Mahmoud Abbas, Arafats plaatsvervanger en discipel, en ze noemden hem "de man van de vrede". Zij negeerden zijn ontkenning van de Holocaust, zijn boeken die druipend van venijn tegen Israël en het zionisme, niet begrijpend dat zijn enige wens was om Israël in de zoete illusie te wiegen dat hij een staat wilde scheppen die Israël zal erkennen als het huis van het Joodse volk, en dat hij een compromis over Jeruzalem zal sluiten, en zal afzien van de vraag naar wat wordt genoemd het "recht op terugkeer".

Ze maakten praktisch een mantra van de claim als Abbas "zijn huis in Tsefat heeft opgegeven" om de valse illusie onder de luisteraars te wekken dat miljoenen Arabieren achter hem staan om de huizen in het Land van Israël op te geven waarvan zij beweren dat die van hen waren.

Het wordt nog erger. Nooit bedreigden wij Arafat of Abbas met de ontmanteling van de Autoriteit, terwijl ze op hun beurt Hamas en andere terroristische organisaties ontmantelden en een einde aan hun aanwezigheid maakten in de PA. Terroristische leiders voelden nooit een bedreiging van hun positie of status. Ze lachten ons uit op de weg naar de bank waarin wij ervoor zorgden om de belasting- en douaneregeling gelden te storten die wij verzameld hadden voor hen. Zij - de corrupte leiders die de donaties stalen die zij van de wereld ontvingen - waren partners met de corrupte figuren onder ons die zinloos met hen akkoorden sloten.

Hoorde iemand van ons de bedreiging van de Autoriteit met ontmanteling als het gaat om bij de VN een unilaterale internationale erkenning te verkrijgen, wat in strijd is met de akkoorden van Oslo?

Tijdens de afgelopen jaren konden we constateren hoe de PA toegestaan heeft dat Hamas zou wortel schieten en haar aanwezigheid in Judea en Samaria uitbreiden en we deden niets. We zagen hoe Hamas 40% kreeg van de stemmen in de Beir Zeit Universiteit studentenvereniging, en wij hielden ons stil. We hebben gehoord hoe Hassan Yussef, de Hamas-leider in Samaria, een toespraak gaf bij die Universiteit, terwijl onze supporters van academische vrijheid wegkeken en aarzelden. We zagen hoe Hamas kans zag om haar vertegenwoordigers in de gemeenten in Judea en Samaria te plaatsen en lieten hen ermee wegkomen. We zagen hun organisaties voor "sociale zekerheid" opschieten als paddestoelen na de regen, stonden ze toe te groeien en vooruit te gaan, terwijl we heel goed wisten dat alles wat deze organisaties doen, is het winnen van de harten van volgelingen voor de geplande jihad tegen ons.

We stonden de Autoriteit toe om enorme salarissen te geven aan terroristen met bloed aan hun handen tijdens hun gevangenschap, en deden niets om een einde te maken aan dit "geld voor het stimuleren van moorden". We stonden de Hamas tv-stations toe om uit te zenden in Judea en Samaria, en de boodschap te verspreiden dat "zij hier de baas zijn". Wij gaven toe aan de Amerikaanse druk en hebben toegestaan dat Hamas meedeed aan de verkiezingen in 2006 en zagen het een meerderheid van zetels krijgen, en zich te veranderen in een "democratische" politieke entiteit, ondanks haar moorddadige ideologie.

We gingen naar bed met de PLO en werden wakker met Hamas, liggend naast ons, en deden niets om de Autoriteit te ontmantelen, waarvan het politieke masker was afgevallen bij het onthullen van het terroristische gezicht.

Onze gerechtelijke systeem heeft de regering gedwongen om de wegblokkades weg te nemen, die eens het vermogen van de terroristen beperkte om zich vrijelijk te kunnen bewegen op de wegen en in het ontvoeren van jongeren.

Wereldverberende Israëlische en internationale organisaties ontmanden het vermogen van het IDF om te functioneren zoals het moet doen, en veranderden het in een vogelverschrikker die niemand vreest. We bereikten het punt waarop elke soldaat en officier een advocaat moet zijn voordat hij zijn neus stoot, omdat hij de ongelukkige Palestijnen zou kunnen verstoren.

Er zijn onder onder ons die ingestemd hebben met het Amerikaanse idee van bewapening, financiering en opleiding van een Palestijns leger, in de verwachting dat deze kracht ons zou beschermen tegen Hamas en de Jihad-strijders uit het Oosten. "In het tijdperk van raketten hebben we de Jordaan Vallei" niet nodig, zeiden ze tegen ons. "Beter vrede dan grondgebied" zeiden deze zelfbenoemde "deskundigen".

Er zijn onder ons die geloven dat internationale garanties meer waard zijn dan de aardappelschillen, en zij zijn bereid om Israël in gevaar te brengen, gewoon zodat een paar Europeanen - die hun eigen land hebben verloren aan immigranten van over de hele wereld - zich kunnen verwaardigen om naar hen te glimlachen.

Er zijn mensen die voor persoonlijke en zakelijke redenen bereid zijn het land op te geven dat de internationale gemeenschap ons op de Conferentie van San Remo in 1920 heeft nagelaten.

Er zijn mensen die ons en de wereld het hallucinatoire concept verkochten van het "Nieuwe Midden-Oosten" waarin de wolf samen lag met het lam, de soennieten met sjiieten, Koerden met Arabieren, Joden en moslims, waarbij een ieder van hen rond het kampvuur zit met het zingen van "Kumbaya" in perfecte harmonie - als slechts wij maar de Palestijnse Arabieren een staat gaven in Israëls kerngebied, in territoriale nabijheid aan de rand van Beer Sheva en de voorsteden van Afula, die ons zou beschermen tegen de Hamasterreur, en ontvoering van jongeren en raketspervuur.

Meer dan duizend Israëliërs zijn vermoord in bussen, restaurants, hotels en op de straten tijdens de jaren van de Oslo-akkoorden - gedood door de PLO en Hamas beide - maar ze hebben nog niet de Israëlische regeringen overtuigd - van de linkse tot aan de rechterkant van de politieke kaart - om de eenvoudige, logische en noodzakelijke stap te doen om deze overeenkomsten nietig te verklaren, evenals er dan ook daarop werd gebouwd. Er waren onder ons die de uitvinders zijn van de vreselijke uitdrukking "slachtoffers van de vrede". Sinds wanneer neemt vrede slachtoffers? Het zou beter zijn om het te noemen, wat het geweest is, "slachtoffers van de illusie van vrede verkocht aan ons door de 'nieuwe Midden Oosten'-droom van handelaren".

We hadden zelfs niet de moed om ons te ontdoen van de jihadistische mediaslang, Al Jazeera, de Hamas-protege. Sinds 1996 is er geen dag voorbij gegaan zonder dat het station oproepen deed tegen Israël, Joden en zionisme, als vertegenwoordigers van de Moslimbroederschap, de overkoepelende organisatie van Hamas, en dit onder het beschermheerschap van de "vrijheid van meningsuiting" zelfs wanneer de omroep leugens en onwaarheden te berde bracht die absoluut geen verband hebben met de werkelijkheid.

Onze democratische ridders-in-het-harnas zijn vervuld met angst en beven van de petro-dollar-rijke en sinistere Wahabee Emiraten die dood en verderf zaaien in het Midden-Oosten, en ondertussen besteden ze miljarden om te proberen Jeruzalem aan het Joodse volk te ontnemen.

En ik vraag me af: hoe kan het zo worden dat mensen die zo verantwoordelijk en ernstig lijken, die zo wijs en verstandig klinken, dat die de veiligheid van Israël overgelaten hebben aan onze vijanden? Is er een historische precedent van een natie in het overhandigen van hun land aan zijn vijanden? Hoe is het mogelijk dat er zich binnen de eeuwige hoofdstad van het Joodse volk "veiligheidsorganisaties" bevinden die als de vijanden van Israël openlijk werken aan de vernietiging ervan?

Het was ondraaglijk om te zien de grootste "Architect van Oslo" [verwijzen naar Israëls huidige President, Shimon Peres, ed.] staat bij de begrafenis van Naftali, Gil-ad en Eyal, en hen ophemelde maar niet de eenvoudige en meest noodzakelijke zin van alles zei: "Wij echter zijn schuldig [de woorden van Jozefs broeders in de Bijbel], wij die de poorten naar ons land voor de terroristen openden, waardoor ze een entiteit konden opbouwen op basis van haat, opruiing en leugens, dood en lijden. Wij zijn het die toegestaan hebben dat de slang in ons huis kwam, dat we onze veiligheid in zijn handen legden en toelieten om drie van onze mooiste jongens in koelen bloede te doden".

Er is geen hoger niveau van adeldom dan die van de families van de jongens en de aanwezigen bij de begrafenis, die deze 'architect' hoorden spreken en rustig bleven, ondanks het feit dat deze spreker zijn falen niet zal toegeven, zich niet zal verontschuldigen. De geschiedenis echter, zal niet barmhartig zijn voor hem.

Bij het open graf van Naftali, Gil-ad en Eyal verdwenen alle controverses tussen architecten en aanklagers, tussen de betrouwbaren en de opportunisten, tussen degenen die verantwoordelijk zijn en de slachtoffers. Heel het Joodse volk werd geconfronteerd met uitdagingen waarin geen onderscheid zal worden gemaakt tussen burgers van Tel Aviv en Jeruzalem, tussen de rechtvaardigen en de goddelozen, de achterblijvers en de leergierigen, de soldaat en de burger. Met het zich realiseren van de fouten uit het verleden, moeten wij vooruit kijken naar een veranderende realiteit in onze omgeving en sterk reageren, zonder medelijden, naar elke dreiging die van binnen en van buiten komt. In het Midden-Oosten komt vrede alleen voor degenen die niet verslagen worden.

Het Joodse volk heeft problemen overwonnen zoals die we net hebben gezien. We betuigen onze deelneming aan de gezinnen van de lieve Shaar, Frenkel en Yifrah, wetende dat onze weg gewoon juist is, en ook hoezeer ze ons respect en bewondering verdienen. Dat u zult worden getroost uit de hemel onder de rouwenden van Jeruzalem en Zion en niet meer verdriet zult kennen. Amen.

Bron: We, However, Are Guilty - Op-Eds - Arutz Sheva

printen??? spaar papier en inkt.