James Foley ging naar Syrië voor steun aan terroristen, in plaats daarvan sneden zij zijn hoofd af

19 augustus 2014 - door Daniel Greenfield

James Foley behoorde tot dat nieuwe ras van activisten die zich journalisten noemen. Hij ging niet om verslag te doen van een verhaal, maar met een agenda. En de agenda is duidelijk uit zijn Twitter-feed (zie onderaan).

Ieder verloren mensenleven is tragisch, maar een persoon met enig moreel zou veel meer empathie hebben voor de Syrische christenen die lijden - door toedoen van Foley zijn favoriete jihadisten - dan deze had als één van hun vertroetelende propagandisten. Foley vermeldde slechts de Syrische christenen als hij de mythe bevorderde dat de soennitische jihadisten feitelijk een seculiere democratie-liefhebbende strijdmacht was die christenen en Koerden onder gelijke voorwaarden erkende.

Foley kwam naar Syrië ter ondersteuning van de soennitische islamitische rebellen die tegen de Syrische regering vochten. Hij was een fel voorstander van hen. En terwijl hij niet noodzakelijkerwijs de kant van een enkele groep koos, was hij degene die het dubbelzijdige verhaal herhaalde, in plaats van de waarheid over de islamisten. Zijn Twitter-feed staat vol met aandringen om de jihadisten te bewapenen.

Ondertussen sneerde hij over Amerika's oorlog tegen het terrorisme.

Hij juichte de soennitische islamitische terroristen toe, die vechten om Aleppo etnisch te zuiveren van christenen. In het conflict tussen Israël en Hamas waren zijn tweets en retweets boordevol van pro-Soennitische Syrische terroristische propaganda.

Toen Newsweek met een voorpagina-verhaal kwam over de islamitische razernij, bespotte Foley dat ook: Woedende moslims, hoe dom en islamofoob.

Voor de tweets, ga naar de bronpagina:

Bron: FrontPage Magazine