(homepagina)

We hoeven geen verbond met terroristen om ISIS te verslaan

26 september 2014 - door Daniel Greenfield

Het grote buitenlandse beleidsdebat is nu of wij bondgenoot moeten worden met soennitische of sjiitische jihadisten om ISIS te verslaan.

Het pro-Iraanse kamp wil ons met Iran en Assad coördineren. Het pro-Saoedische kamp wil ons het Vrije Syrische leger en de met haar geassorteerde jihadisten laten bewapenen, om Assad omver te werpen.

Beide zijden zijn niet alleen fout, maar ook nog verraders.

Iran en de Soenni Gulfies zijn de leidende sponsoren van het internationale terrorisme dat Amerikanen heeft gedood. Het kiezen van een van beide zijden betekent: deelneming met de terroristen.

Het heeft geen zin om islamitische terroristen te verslaan samen met behulp van islamitische terroristen. Zowel soennitische en sjiitische jihadisten zijn onze vijanden. En dit is zelfs niet eens een "vijand van mijn vijand"-scenario, omdat ondanks hun wederzijdse haat voor elkaar, ze ons nog meer haten.

De aanklacht in 1998 tegen bin Laden beschuldigde hem van een bondgenootschap met Iran (om Irak niet te noemen, lang voordat dergelijke claims konden worden toegeschreven aan Dick Cheney). De 9/11-commissie heeft gedocumenteerd dat de Al Qaeda-terroristen, met inbegrip van de 9/11-kapers, zich vrij door Iran bewogen. Uit het getuigenis van een van de bin Laden's verkenners bleek dat hij een ontmoeting had met een topleider van het terroristische Hezbollah. Het Hof bevond dat Iran aansprakelijk was voor de bombardementen van Al Qaeda op de Amerikaanse ambassades. Al Qaeda-terroristen waren opgeleid door Hezbollah.

Terwijl sjiitische en soennitische jihadisten dodelijk vijanden zijn van elkaar, zijn ze toch verbonden, hebben ze meer met elkaar gemeen dan met ons. Onze relatie met hen is niet die van: "de vijand van mijn vijand is mijn vriend". Dat is hun relatie tot elkaar als het gaat om ons. In deze scenario's zijn we de vijand.

De pro-Saoedi en pro-Iraanse facties in ons complexe buitenlandse beleid gaan ermee akkoord dat we één kant helpen om te winnen in Syrië. Ze hebben het verkeerd. We hebben geen interesse in het helpen van welke kant dan ook om te winnen, omdat, of nu de soennieten of de sjiieten winnen, Syrië blijft als staat een sponsor van de terreur.

Het is alleen de vraag of het een sjiitische of soennitische terreur zal zijn.

Ons belang is het niet toestaan van Al Qaeda, of een van de subgroepen, om Syrië of Irak te controleren, omdat het een geschiedenis heeft van het uitvoeren van verwoestende aanvallen tegen de Verenigde Staten. We hoeven niet bondgenoot te zijn met welke zijde dan ook om dat te bereiken. We kunnen de Koerden en de Iraakse regering steunen (ondanks de eigen problematische banden) in hun streven tegen ISIS in Irak, en strategische aanvallen gebruiken om de ISIS-concentraties in Syrië te raken. We moeten niet, hoe dan ook, bondgenoot worden, bewapenen of coördineren de aanvallen voor beide zijden in de Syrische burgeroorlog.

Zowel de pro-Saoedische als de pro-Iraanse zijde dringen eropaan dat men ISIS niet kan verslaan zonder Syrië te stabiliseren. Maar deze stabilisatie van Syrië komt niet zomaar zonder genocide of verdelen. Haar conflict berust niet op verzet tegen een dictator zoals de Arabische Lente voorstanders ten onrechte hebben beweert, maar op religieuze verschillen.

De ene kant helpen met het plegen van genocide tegen de andere is een lelijk project, maar dat zou de uitkomst zijn van een bondgenootschap met een van beide kanten.

Stabiliseren van Syrië is een mythe. De voorstanders van de FSA beweerden dat het helpen van de Libische jihadisten Libië zou stabiliseren. In plaats daarvan staat het land in vuur en vlam terwijl de jihadisten het blijven uitvechten in de grote steden.

Zelfs als de FSA zou bestaan als een werkelijke gevechtskracht, wat het niet is, zelfs als ze zouden kunnen winnen, wat ze niet kunnen, is er alle reden om te geloven dat Syrië nog erger is dan Libië en een nog grotere speeltuin voor ISIS. De FSA-liefhebbers vergisten zich over Egypte en Libië en over al het andere. Ze hebben geen geloofwaardigheid.

De pro-Iraniërs beweren dat de Syrische regering de ISIS zal onderwerpen, maar Assad is niet in staat geweest om de soennitische jihadisten te verslaan, zelfs niet met Russische hulp. Het Syrische leger en bondgenoot Hezbollah worstelen nog steeds, ondanks het feit dat het een luchtmacht heeft, zware artillerie en massavernietigingswapens. Niet alleen moeten we geen bondgenootschap aangaan met de sjiitische terroristen, die veel Amerikanen hebben gedood door de jaren heen, maar het zou uiterst dom zijn om bondgenoot te worden met incompetente terroristen. Bondgenootschap met de FSA of Assad heeft net zo veel zin als een bondgenootschap met ISIS.

Het verschil is dat ISIS ten minste gevechten lijkt te kunnen winnen.

Sommige pro-Iraanse fanatici beweren dat als we niet de goedkeuring van Assad krijgen voor luchtaanvallen, hij de Amerikaanse vliegtuigen zal neerschieten. Dat is ongeveer net zo waarschijnlijk als dat Saddam Hussein terugkomt uit de dood voor een auditie bij Idols. Assad durft zelfs niet eens te schieten op Israëlische vliegtuigen die boven zijn paleis zoemden. De kans dat hij een strijd aangaat met de United States Air Force, is nul komma nul.

We hoeven Assad niet om toestemming te vragen om ISIS-doelen te raken in Syrië, en bij een van de weinige dingen die deze regering goed doet, gaan we niet vragen. Tenzij Assad een aanval krijgt van ernstige psychische aandoeningen gaat hij niet tegen ons strijden voor de kans te verliezen van ISIS. Zelfs Saddam was niet zo gek.

Het grote potentiële probleem in deze oorlog is dat andere dingen de missie binnenkruipen. Dat is het waarom we moeten voorkomen ons te verbinden tot overkoepelende doelstellingen, zoals het stabiliseren van Syrië. Dat is helaas precies wat Obama wel heeft gedaan.

Het is niet onze taak Syrië te stabiliseren en kort daarna te verdelen in een paar meerderheidsstaten waarin de soennitische en sjiitische Arabieren, de Koerden, de christenen en misschien zelfs de Turkmenen hun eigen landen krijgen, dat is geen haalbaar project. We hebben de apparatuur en de macht om ISIS in de modder te laten duiken, wanneer ze hun strijdkrachten op een bepaald gebied concentreren. We kunnen drones sturen om zich te richten op hun leiders. Als Assad of de FSA ons willen voorzien van inlichtingen, kunnen we dat gebruiken, zolang we maar niet gaan werken om hen te helpen hun eigen doelstellingen te vervullen.

We moeten niet vergeten dat we daar niet zijn voor de Syriërs of Irakezen. We zijn er voor onszelf.

Na 9/11 leerden we op een harde manier de kosten van het toelaten dat vijandelijke terroristen enclaves en bases opzetten. Maar we leerden ook op de harde manier wat de kosten zijn van het proberen om onstabiele moslimlanden te stabiliseren.

Al Qaeda zal in zijn diverse vormen altijd heiligdommen en conflicten vinden, omdat de islamitische wereld instabiel is en groot voorstander van terrorisme. Voor nu is dit een conflict met een lage intensiteit, die de volgende bin Laden niet erkent om zijn gebied, tijd en de mankracht voor de volgende 9/11 te regisseren. We kunnen dit goedkoop doen en met weinig slachtoffers als we dit doel in gedachten houden.

Dat is geen natieopbouw. Het is geen strijd voor democratie. Alles wat we doen is het terroriseren van de terroristen met behulp van ons superieure bereik en onze vuurkracht om hun zandkasteel-emiraten te verpletteren, overal waar zij opduiken.

Bondgenootschappen met terroristen om terroristen te verslaan is contraproductief. De islamitische wereld zal altijd zijn jihadisten hebben, ten minste totdat wij een serieuze poging doen om ze te breken, wat wij niet steeds snel zullen doen. Maar we kunnen ten minste stoppen met het probleem alleen nog maar erger te maken door het bewapenen en opleiden van onze eigen vijanden.

*

Bron: We Don’t Need to Ally with Terrorists to Defeat ISIS | FrontPage Magazine

printen??? spaar papier en inkt.