(homepagina)

De belofte van de jihadisten: macht over de dood

door Louis Rene Beres | 23 september 2014

Jihadistisch geweld dient niet alleen om de waan van de onsterfelijkheid van de terrorist te bevorderen, maar ook om de perverse, schijnbare en broodnodige erotische bevrediging toe te voegen, met behulp van religie als rechtvaardiging.

Zelfs na getuige geweest te zijn van een aantal onthoofdingen en massa-executies, missen de Amerikaanse en westerse strategen in het omgaan met de jihadistische terreur nog steeds het belangrijkste punt. Ongeacht wat de specifieke terroristische groep van dit moment ook is - de Islamitische Staat [IS of ISIS], Hamas, al-Qaeda, of een andere verwante terreurorganisatie - de kernstrijd gaat nooit echt over het grondgebied, de geografie, of over democratie. Altijd - zowel in Irak, Afghanistan, Syrië of Gaza - probeert deze vijand iets veel belangrijker en meeslepender te bereiken. In essentie dient het Jihadistische geweld niet alleen om de waan van een onsterfelijkheid van de terrorist te bevorderen, maar ook om de perverse, schijnbare en broodnodige erotische bevrediging toe te voegen, met behulp van religie als rechtvaardiging.

Het kernpunt is niet zo moeilijk te begrijpen. Beweegredenen zijn de beloften van onsterfelijkheid - de hoop om eeuwig te leven - die ten grondslag liggen aan vrijwel alle grote religies. Toch blijft dit punt verwaarloosd of verkeerd begrepen in Washington, Jeruzalem en alle andere westerse hoofdsteden.

[ Editor: Wat het gevolg is van het feit dat het merendeel van de mensen in deze regeringen het geloof in een scheppende en levengevende God achter zich hebben gelaten - terwijl dit ergens toch wel in hun denken is achtergebleven - maar nu trachten zij het in menselijke patronen en denken in te voegen. In het christendom en het Jodendom streven we naar het leven als een gegeven geschenk, wat in tegenstelling staat tot de islam. ]

De jihadi-terrorist beweert "liefde te hebben voor de dood", maar in zijn of haar geest is die "zelfmoord" allesbehalve definitief. Ironisch genoeg streven deze islamistische terroristen ernaar om te sterven en eeuwig leven te veroveren door "zichzelf te doden". Deze moordenaar-in-spe is beloofd dat de dood slechts een oppervlakkig en tijdelijk ongemak is, een kleine omweg naar gewoon een nog glorieuzer en vuriger traject van "martelaar" naar een eeuwig leven in het Paradijs.

Hoe kan men ooit hopen om zo'n verleidelijke belofte tegen te gaan? Hoe kan welke belofte concurreren met de onvergelijkbare belofte van onsterfelijkheid?

Het antwoord heeft weinig of niets te maken met de momenteel beoogde toepassingen van militair geweld, of de zogenaamde "laarzen op de grond", of luchtbombardementen.

Als het probleem van de IS en andere terroristische groeperingen gewoon militair was, kon de bijbehorende dreiging worden opgelost door militaire handelingen. Maar als dit islamitische geweld, zoals zij verwachten, zal leiden tot het beloofde martelaarschap, zal de jihadistische terrorist niet worden afgeschrikt door eventuele bedreigingen van militaire represailles.

Zowel in de conceptie als in de uitvoering heeft de jihadistische terreur weinig te maken met een land, politiek of strategie. Integendeel, het is een routinematig voorspelbare en zich herhalende uitdrukking van "heiligheid door middel van geweld" - het hebben van plezier in het toebrengen van schade aan de diverse "ongelovigen" evenals in het rechtvaardigen van de op leerstellingen gebaseerde religieuze overtuiging. Dit groeiende netwerk van zorgvuldig geplande en gefaseerde moorden vertegenwoordigt een actuele vorm van religieus fanatisme: een religieus offer, een groteske praktijk die voortkomt uit premoderne islamitische gebruiken, die gemakkelijk zijn te koppelen aan alle gezegende zelfmoord-"martelaarschap" met het ritueel slachten van een uitgekozen slachtoffer.

Hoe zit het met de diplomatieke oplossingen? Als een zodanig offer van geweld "de dood voor Allah" uitdrukt, kan er nooit enige ruimte zijn voor zinvolle onderhandelingen. Voor Amerika en het Westen zal er dan ook nooit sprake zijn van het geven van concessies of compromissen, vooral als ze opeenvolgend zijn.

Ook moeten er nooit verwachtingen zijn van wederkerigheid. Als bijvoorbeeld Israël land voor vrede wil aanbieden aan Hamas, of de Palestijnse Autoriteit, of de Islamitische Jihad, dan zou er nog geen redelijke hoop zijn op een geschikte tegenprestatie. Het afkopen zou voor niets zijn. Naar alle waarschijnlijkheid zal het alleen maar stimuleren en versterken tot een herhaalde en eenzijdige territoriale afkoop of gevangenenruil, net zoals het doen van concessies reeds door Israël regelmatig (en dom genoeg) gedaan is.

De verbinding tussen een islamitisch offer en politiek geweld heeft een lange geschiedenis, met inbegrip van verbanden naar het oude Griekenland. Daar heeft Plutarchus' Zegen van Spartaanse Moeders het model onthuld van de vrouwelijke ouder als degene die haar zoons uitdrukkelijk voor een maatschappelijk offer had groot gebracht.

De diepste wortels van alle jihadistische terreur - of dit nu Irak, Syrië, "Palestina" of elders - heeft haar oorsprong - ten minste gedeeltelijk - vanuit deze hedendaagse culturen die deze vergelijkbare standpunten van het offer enthousiast omarmt.

Voor ons in het Westen kan deze hoop dwaas klinken. Toch kan er in deze bijzondere sfeer van de wereldpolitiek geen grotere macht of illusie zijn dan de macht over de dood.

Martelaarschapsoperaties die gebaseerd zijn op oude gecodificeerde islamitische geschriften, zijn geassocieerd met de Jihad sinds het begin van de islam. Juichende, feestelijke uitingen voor deze verdraaide en door de internationale-wet verboden soorten van oorlogsvoering zijn te vinden in de Koran en ook in de Hadith, met de gezaghebbende daden en uitspraken van Mohammed.

Voor de VS en Europa en Israël rechtvaardigen de veiligheidsimplicaties van deze doctrine, die is versmolten met de religie, erotische passie en geweld, een nauwkeuriger blik.

De gevolgen voor de politici betekenen dat onze huidige en te verwachten oorlogen, waaronder het goedbedoelde presidentiële plan om ISIL te "breken" en te "vernietigen", er gedeeltelijk naast zitten. Deze reacties zijn meer gericht op de symptomen van een pathologie dan op vervanging van de onderliggende ziekte zelf. Helaas, ze zullen waarschijnlijk geen aanzienlijke deuk toebrengen in het jihadistische denken. Elk effect op de wens van jihadisten om schade toe te brengen kan slechts minimaal zijn.

Een echt goede strategie moet beginnen op het conceptuele of psychologische niveau. Het is feitelijk de angst voor de dood die de jihadisten leidt tot zelfmoord, altijd in de hoop dat het op korte termijn "sterven" - wat de ijdele fantasie van die "martelaar" zelf is - hen in staat zal stellen om eeuwig te leven in het paradijs, en als de geliefde helden op aarde.

Terwijl Washington en Jeruzalem "vrede" zoeken - om een einde aan het bloedvergieten te maken - zoals hun voornaamste doelstelling is, lijken deze gelovig aangestuurde tegenstanders "vrede" slechts te zien als een voorwendsel. Hun echte doel is de jihadistische overwinning op de "ongelovigen" op de gezegende weg naar het wereldwijde kalifaat.

Deze asymmetrische inzichten zetten ons allemaal op een pijnlijke achterstand. Terwijl onze jihadistische vijanden zich klaar maken voor het paradijs door het afslachten van 'ongelovigen', lijken onze eigen politieke leiders zich daarvan vrolijk onbewust te zin - of in ontkenning daarover zijn - voegen hun vijanden heiligheid met geweld samen.

Onder een meer "normaal" conflictscenario moeten Amerika, Europa en Israël nu de mega-bedreigingen overwegen van zowel een onconventionele oorlog en het onconventionele terrorisme. Geconfronteerd met vastberaden tegenstanders - die niet alleen bereid zijn om te sterven, maar die actief zoeken naar hun eigen "dood" om eeuwig te leven - zullen Washington en Jeruzalem tenslotte moeten ingaan op wat er nodig gedaan moet worden in aanvulling op de militaire sanering.

Een duurzame en selectieve gewapende macht tegen ISIL en aanverwante jihadistische doelstellingen is zeker noodzakelijk en passend. Het is echter ook belangrijk dat onze leiders die kracht altijd moeten combineren met de versterkende inspanningen om deze terroristen ervan te overtuigen dat hun verwachte martelaarschap uiteindelijk een met zorg ontworpen fictie is.

Jihadisten zijn met het doden van Amerikanen, Israëli's, en alle andere "ongelovigen" misschien niet van plan om kwaad te doen, zo veel als goed is voor zichzelf en Allah - en dat te doen met een absolute zuiverheid van hart. Volgens hen kan het voeren van een heilige oorlog nooit beschamend zijn; het kan alleen heroïsch worden.

In de toekomst moet onze taak zijn om systematisch deze fantasieën en leerstellige "onderbouwing" te ondermijnen. In combinatie met de aanbevolen genuanceerde overtuiging door militaire vuurkracht, kan het worden gedaan.

[ Editor: Dit is de insteek van iemand zonder Godsbesef; en dat mensen wel om te turnen zijn. Want voor de mensen die hij denkt te kunnen beïnvloeden is dit iets wat zou betekenen dat ze hun geloof in Allah en Mohammed moeten prijsgeven. Dat gaat niet gebeuren. Maar Openbaring 13:15 zegt dat velen hun leven zullen verliezen, en dat gaat wel gebeuren. ]

Louis Rene Beres is hoogleraar internationaal recht aan de afdeling Politieke Wetenschappen aan de Purdue University.

Bron: The Jihadists' Promise: Power over Death

printen??? spaar papier en inkt.