(homepagina)


De Eindtijd volgens Daniël...

deel 1, Dan. 2 en 7

16 november 2013 | door Jack Kelley

(Eerder plaatste ik deze driedelige studie in 2006. Dit is deel 1 in een bijgewerkte versie.)

Van ongeveer 1000 tot 900 v. Chr was Israël de meest gevreesde en bewonderde natie op aarde. En toen, na de dood van Salomo en de burgeroorlog die volgde, is de natie uit zijn verheven positie afgezakt naar een koninkrijk dat verdeeld werd door afgoderij. Israëls vijanden zagen hun kans schoon en namen het in. Eerst werd in 721 vC het noordelijke koninkrijk veroverd door Assyrië en 100 jaar later daarna werd het zuidelijke koninkrijk weggevoerd in de slavernij door de handen van de koning van Babylon.

Daarmee begon de tijd van de heidenen. Iets wat meer dan 2600 jaar zal overspannen - van de Babylonische ballingschap tot aan het Duizendjarige Rijk - wanneer het ene heidense rijk na het andere de hand heeft gehad in de regering van de wereld, in dit proces vaak samen met het onderwerpen van Jeruzalem. Jezus zei: "Jeruzalem zal worden vertrapt door de heidenen totdat de tijden der heidenen vervuld zullen zijn." (Lukas 21:24) En zo is het. De Israëlische herovering van de gehele stad van Jeruzalem in juni van 1967, en de gebeurtenissen van onze tijd, zijn tekenen dat het einde van de heidense tijd op óns is, maar ik denk niet dat aan de profetie van de Heer volledig zal zijn voldaan, totdat Hij terugkomt. Openbaring 11:2 vertelt dat de heidenen de Heilige Stad zullen vertrappen tot aan het einde van de Grote Verdrukking.

Daniël 2 en Daniël 7 geven ons van de heidense wereldoverheden in deze periode twee verschillende overzichten, die van de mens en van God. Zoals u zich kunt voorstellen zijn ze wezenlijk anders. We zullen eerst kijken naar de dingen vanuit het perspectief van de mens.

Onze studie begint in hoofdstuk 2 als Daniël, die als tiener gegijzeld naar Babylon wordt gebracht en een adviseur van de koning zal worden. Hij ontdekt te moeten vechten voor zijn leven. Als hij de verontrustende droom van de koning niet kan interpreteren, zal hij en zijn vrienden bruut worden omgebracht. Er is nog een moeilijkheid. De koning zal hem niet vertellen wat de droom was.

Gelukkig is er Eén die het wel wil.

Daniël 2:26-49

“De koning antwoordde en zei tegen Daniël - zijn naam was Beltsazar: Bent u in staat mij de droom te laten weten, die ik gezien heb, en de uitleg ervan? Daniël antwoordde in de tegenwoordigheid van de koning en zei: De verborgenheid die de koning vraagt, kunnen wijzen, bezweerders, magiërs en toekomstvoorspellers de koning niet te kennen geven. Maar er is een God in de hemel Die verborgenheden openbaart. Hij heeft koning Nebukadnezar laten weten wat er in later tijd gebeuren zal. Uw droom en de visioenen die u voor ogen kwamen op uw bed, zijn deze:” (Daniël 2:26-28)

Daniël had gebeden dat God de droom en zijn uitlegging aan hem zou openbaren. Door te bedenken dat God hem niet naar een belangrijke plaats aan het hof van Israëls veroveraar had gebracht om gewoon te worden omgebracht, heeft hij zich ingezet om te voldoen aan de onmogelijke vraag van de koning en vroeg om Gods hulp. Nu is het tijd om het te laten zien.

“Terwijl u, o koning, op uw bed lag, kwamen er gedachten in u op over wat hierna gebeuren zal. En Hij Die de verborgenheden openbaart, heeft u laten weten wat er gebeuren zal. Mij nu, aan mij is deze verborgenheid geopenbaard, niet door een wijsheid die in mij is boven alle levenden, maar daarom dat men de koning de uitleg ervan zou laten weten en dat u de gedachten van uw hart zou weten.” (Daniël 2:29-30)

De motieven van de koning worden dan onthuld. Hij had geweigerd om de inhoud van de droom te openbaren, omdat hij zijn adviseurs niet vertrouwde. Iemand die hem zowel de droom als de uitlegging kan vertellen, die zal zichzelf hebben bewezen als zowel deskundig en betrouwbaar.

“U, o koning, keek toe, en zie: een groot beeld. Dit beeld was hoog, de glans ervan uitzonderlijk. Het stond voor u. De aanblik ervan was schrikwekkend. Het hoofd van dit beeld was van goed goud, zijn borst en zijn armen waren van zilver, zijn buik en zijn dijen van brons, zijn benen van ijzer, zijn voeten gedeeltelijk van ijzer, gedeeltelijk van leem. Hier keek u naar, totdat er, niet door mensenhanden, een steen werd afgehouwen. Die trof dat beeld aan zijn voeten van ijzer en leem, en verbrijzelde die. Toen werden het ijzer, het leem, het brons, het zilver en het goud tegelijk verbrijzeld. Ze werden als kaf op een zomerdorsvloer. De wind voerde ze weg, zodat er geen spoor van teruggevonden werd. Maar de steen die het beeld getroffen had, werd tot een grote berg en vulde de hele aarde.” (Daniël 3:31-35)

Ik kan me voorstellen dat de koning op het puntje van zijn troon zat en in de ogen van Daniël staarde terwijl hij tot het besef komt dat Daniël zojuist zijn droom had beschreven tot in het laatste detail. Sterker nog, ik denk dat Daniël de volle aandacht van de hele raad had, want een blik op het gezicht van de koning vertelde hen allen dat hij hun levens redde, evenals zijn eigen. Nu volgt de uitlegging.

“Dit is de droom. Nu zullen wij de uitleg ervan in de tegenwoordigheid van de koning vertellen: U, o koning, bent een koning der koningen, want de God van de hemel heeft u het koningschap, macht, sterkte en eer gegeven. Overal waar de mensenkinderen wonen, heeft Hij de dieren van het veld en de vogels in de lucht in uw hand gegeven. Hij heeft u aangesteld tot heerser over dit alles. U bent dat gouden hoofd.” (Daniël 2:36-38)

Babylon was het land dat we nu kennen als Irak. Jeremia, een tijdgenoot van Daniël, die vanuit Jeruzalem schreef, had de gezanten van de buren van Israël verteld dat God hen twee keuzes gaf; overgeven aan de koning van Babel en leven, of vechten en sterven. God had koning Nebukadnezar gekozen om de vijanden van Israël te straffen voor hun verraderlijkheden in het verleden; en op hetzelfde moment bracht God het oordeel dat Hij verordend had tegen Israël vanwege hun afgoderij (Jeremia 27:1-11). Als gevolg hiervan heeft Babylon het hele Midden-Oosten onder zich gebracht. Maar Daniël heeft net de koning verteld, dat elke plaats op aarde die hij begeert, in zijn handen zal worden gegeven. Zelfs de dieren zijn onderworpen aan hem. Nebukadnezar, als vertegenwoordiger van Babylon, is het gouden hoofd van het standbeeld.

“Na u zal een ander koninkrijk opkomen, lager in waarde dan het uwe. Daarna nog een ander, het derde koninkrijk, van brons, dat heersen zal over de hele aarde. En het vierde koninkrijk zal sterk zijn als ijzer, want het ijzer verbrijzelt en vergruist alles. Juist zoals het ijzer alles verplettert, zo verbrijzelt en verplettert dit koninkrijk alles. Dat u verder de voeten en de tenen, gedeeltelijk van leem van een pottenbakker en gedeeltelijk van ijzer, gezien hebt - dat zal een verdeeld koninkrijk zijn. Het zal iets hebben van de hardheid van ijzer - juist daarom zag u ijzer vermengd met modderig leem. En de tenen van de voeten, gedeeltelijk van ijzer en gedeeltelijk van leem - dat koninkrijk zal gedeeltelijk sterk zijn en gedeeltelijk broos. Dat u gezien hebt ijzer vermengd met modderig leem - ze zullen zich door menselijk zaad vermengen, maar ze zullen zich niet aan elkaar hechten, zoals ijzer zich niet vermengt met leem.” (Daniël 2:39-43)

Kennis van onze geschiedenis maakt een nauwkeurig interpretatie mogelijk van deze passage. Babylon werd veroverd door een coalitie van de Meden (de Koerden van vandaag) en de Perzen (Iran) aan het einde van de periode van zeventig jaar die gereserveerd is voor Israëls gevangenschap. Zij zijn de borst en de armen van zilver. De Griekse legers onder Alexander veroverden Perzië en zijn vertegenwoordigd in de buik en de dijen van brons. De benen van ijzer zijn de oost en west afdelingen van het Romeinse Rijk dat de Grieken verving. En vanaf dit punt zijn we overgestapt van geschiedenis tot profetie. Het Romeinse Rijk is nooit echt veroverd, maar het bezweek onder het gewicht van zijn eigen verval. In het proces transformeerde het zich van een politieke entiteit tot een religieuze. Het Heilige Roomse Rijk dat scepter zwaaide over de hele bekende wereld tot ver in de middeleeuwen. Sindsdien hebben een aantal van deze componenten hun tijd gehad onder de zon, Spanje, Engeland, en het meest recent de voormalige kolonie van Engeland, de Verenigde Staten.

Dan blijven over de 10 tenen, een koninkrijk dat nog niet aan de macht is, welks komst op het wereldtoneel zal worden gekenmerkt door het samenkomen en opsplitsen van groepen die ongemakkelijk met elkaar omgaan, zoals gesymboliseerd door het mengsel van ijzer en leem.

Vergeet ook niet dat in Nebukadnezar's droom het standbeeld twee benen had, wijzend naar het Romeinse Rijk in twee delen. Het oostelijke been (werd islamitisch) en de uitloper daarvan zijn de islamitische landen van het Midden-Oosten, terwijl de uitloper van het westerse been vandaag de Europese Unie is. De volkeren van beide voeten hebben problemen, die hen verhinderen zich met elkaar te verenigen. In het westen zijn de problemen financieel, de rijkere landen tegenover de armere. En in het oosten zijn ze religieus, met de soennitische en sjiitische moslims die op gespannen voet staan met elkaar. Aangezien elke been moeite heeft, kunt u zien waarom iedere poging tot samenvoegen van de twee benen op zijn best onvolmaakt zal zijn.

De klei in het mengsel verwijst naar aardewerk gemaakt van gerecycelde scherven of gebroken stukken van verschillende soorten aardewerk gemalen tot stof en weer gemengd met water, om het tot een kleiachtige substantie te maken. Als het is gedroogd, is het zeer broos en gemakkelijk te breken. In Nebukadnezar's droom is het de bedoeling om de moeilijkheid te dramatiseren van het Eindtijd-rijk. Dat wordt gesymboliseeerd in de tien tenen die samen moeten blijven.

“In de dagen van die koningen zal de God van de hemel echter een Koninkrijk doen opkomen dat voor eeuwig niet te gronde zal gaan en waarvan de heerschappij niet op een ander volk zal overgaan. Het zal al die andere koninkrijken verbrijzelen en tenietdoen, maar zelf zal het voor eeuwig standhouden.
Daarom hebt u gezien dat, niet door mensenhanden, uit de berg een steen werd afgehouwen, die het ijzer, brons, leem, zilver en goud verbrijzelde. De grote God heeft de koning laten weten wat er hierna geschieden zal. De droom is waar en de uitleg ervan betrouwbaar.”
(Daniël 2:44-45)

In de tijd van de 10 tenen zal de Heer Zijn grootste en laatste oordeel over de aarde brengen. Elk laatste overblijfsel van de heidense koninkrijken zal worden vernietigd, en de Heer zelf zal een koninkrijk oprichten dat nooit zal worden vernietigd. Noch zal het ooit in de handen van anderen vallen.

“Toen wierp koning Nebukadnezar zich met het gezicht ter aarde en hij aanbad Daniël. En hij beval dat men hem een offergave en aangenaam reukwerk zou brengen. De koning antwoordde Daniël en zei: Waarlijk, uw God is de God der goden en de Heere der koningen. Hij openbaart verborgenheden, zodat u déze verborgenheid kon openbaren.
Toen bevorderde de koning Daniël. Hij gaf hem vele grote geschenken en stelde hem aan als heerser over heel het gewest Babel en als hoofd van alle machthebbers over alle wijzen van Babel. Omdat Daniël de koning daarom verzocht, stelde hij Sadrach, Mesach en Abed-Nego aan over het bestuur van het gewest Babel. Daniël bleef echter in de poort van de koning.”
(Daniël 2:46-49)

En zo begint de opmerkelijke carrière van Daniël als belangrijkste adviseur van de eerste koning van Babel, en vervolgens de koning van Perzië.

Ik heb eerder gezegd dat deze visie vanuit de mens gezien de Tijd der heidenen is, als een mengsel van glanzende en edele metalen. Terwijl elk metaal minder waardevol is dan zijn voorganger, wat een daling van de kwaliteit van heerschappij aangeeft, elk rijk is ook harder en dus sterker, waaruit blijkt dat het krachtiger is dan het te vervangen koninkrijk.

Nu gaan we kijken naar deze zelfde vier koninkrijken vanuit Gods perspectief, en zoals ik al zei, het zal heel anders zijn.

Daniël 7:1-14

De droom van Daniel’s vier dieren

“In het eerste jaar van Belsazar, de koning van Babel, had Daniël op zijn bed een droom en kreeg hij visioenen voor ogen. Toen schreef hij de droom op. De kern van de zaken omschreef hij als volgt:
Daniël nam het woord en zei: 's Nachts in mijn visioen keek ik toe, en zie, de vier winden van de hemel zweepten de grote zee op, en vier grote dieren stegen op uit de zee, die van elkaar verschilden.”
(Daniël 7:1-3)

Het visioen in Daniël 7 verscheen 50 jaar na Daniël 2. Belsassar was Nebukadnezar's kleinzoon, en Daniël was nu een oude man. De vier winden des hemels symboliseren een soevereine daad van God, en het feit dat deze beesten uit de zee komen geeft aan dat zij de slechtheid vertegenwoordigen van de Tijd der heidenen. (Jesaja 57:20-21)

“Het eerste was als een leeuw, met vleugels van een arend. Ik keek toe totdat zijn vleugels uitgerukt werden. Het werd van de aarde opgeheven, het werd als een mens op zijn voeten gezet en het werd een mensenhart gegeven.” (Daniël 7:4)

Symbool van Babylon was de gevleugelde leeuw. Het wordt veranderd in een man en dat maakt het tot de vertegenwoordiging van de koning.

“En zie, een ander dier, het tweede, leek op een beer. Het richtte zich op naar één kant. Het had drie ribben in zijn muil, tussen zijn tanden. Men zei het volgende tegen het dier: Sta op, eet veel vlees.” (Daniël 7:5)

De beer symboliseert de Medo-Perzische coalitie. Hoewel Medië de oudere partner was van Perzië, werd die de sterkere, wat wordt weergegeven door de ene kant die boven de andere wordt verheven. De drie ribben zijn de drie grote veroveringen door Persië: Lydia in 546 vC, Babylon in 539, en Egypte in 525.

"Daarna zag ik, en er vóór mij was een ander beest, een die leek op een luipaard. En op zijn rug had het vier vleugels, als die van een vogel. Dit beest had vier koppen, en het werd gezag gegeven om te heersen. (Daniël 7:6)

Het luipaard is Griekenland. De vier vleugels staan voor de snelheid waarmee Alexander de bekende wereld veroverde. Het kostte hem slechts 10 jaar. De vier hoofden zijn de vier generaals die het koninkrijk overnamen na Alexanders dood en het onder elkaar verdeelden.

“Daarna keek ik toe in de nachtvisioenen, en zie, het vierde dier was schrikwekkend, gruwelijk, en uitzonderlijk sterk. Het had grote ijzeren tanden. Het at en verbrijzelde, en de rest vertrapte het met zijn poten. Het verschilde van al de dieren die ervóór geweest waren. En het had tien horens.”. (Daniël 7:7)

Dit beest is zo vreemd en angstaanjagend voor Daniël het zag er niet uit als iets dat hij eerder had gezien. De ijzeren tanden herinneren aan de benen van ijzer uit Daniël 2:40. Rome was een machtig rijk, dat geen weerstand duldde. In de verwijzing naar de 10 horens zien we weer dat de geschiedenis verspringt naar profetie; van het oude Romeinse Rijk naar het herstel in onze tijd.

“Terwijl ik op de horens bleef letten, zie, een andere, kleine, horen rees daartussen op. Drie van de eerdere horens werden voor hem uitgerukt. En zie, in die horen waren ogen als mensenogen en een mond vol grootspraak.” (Daniël 7:8)

Hier is de oorsprong van een van de titels van de antichrist, de Kleine Hoorn. Merk op dat hij niet een van de oorspronkelijke 10 horens is, maar komt vanuit het midden van hen. Een hoorn symboliseert een macht of autoriteit als het symbolisch wordt gebruikt. Voor mij betekent dit dat de antichrist niet begint als onderdeel van het officiële leiderschap, maar opkomt vanuit een minder belangrijke positie buiten de centra van de macht, om drie huidige leiders af te zetten en hun gezag overte nemen. Als ik het goed heb, let dan op de antichrist die plotseling op het toneel verschijnt, eerder vanuit een onbelangrijke segment van het Rijk dan vanuit zijn huidige leiders.

Daniël zag een engel in het visioen, maar observeerde ook andere zaken. Toen hij hem vroeg over het vierde koninkrijk en de kleine hoorn, kreeg hij deze uitleg:

“Het vierde dier zal het vierde koninkrijk op aarde zijn, dat verschillen zal van al de andere koninkrijken. Het zal heel de aarde verslinden, het zal haar vertrappen en haar verbrijzelen. En de tien horens duiden aan dat uit dat koninkrijk tien koningen zullen opstaan, en na hen zal een ander opstaan. Die zal verschillen van die er eerder geweest waren. Drie koningen zal hij vernederen. Woorden tegen de Allerhoogste zal hij spreken, de heiligen van de Allerhoogste zal hij te gronde richten. Hij zal erop uit zijn bepaalde tijden en de wet te veranderen, en zij zullen in zijn hand worden overgegeven voor een tijd, tijden en een halve tijd.” (Daniël 7:23-25)

Het heeft onmiskenbaar een eindtijd referentie en omvat de looptijd van drieënhalf jaar van de Grote Verdrukking (tijd, tijden en een halve tijd), waarin de kleine hoorn de controle over de hele wereld zal krijgen, met het overnemen van de 10 koningen. Zoals Paulus later bevestigt, zal hij zichzelf verheffen boven alles wat als God genaamd is of wordt aanbeden (2 Thes. 2:4). Openbaring 13:7 vertelt ons dat hij oorlog zal voeren tegen gelovigen in de verdrukking en hen overwinnen. Openbaring 17:13 zegt verder dat de tien koningen hun kracht en macht aan hem zullen geven in de tijd van de Grote Verdrukking, wat allemaal aanwijzingen zijn die ons verwijzen naar de antichrist, die verschillend is van de andere koningen, en die inwoning krijgt van satan zelf.

“Ik keek toe totdat er tronen werden geplaatst, en de Oude van dagen Zich neerzette. Zijn gewaad was wit als de sneeuw en het haar van Zijn hoofd als zuivere wol. Zijn troon waren vuurvlammen en de wielen ervan waren laaiend vuur. Een rivier van vuur stroomde en ging voor Zijn aangezicht uit. Duizendmaal duizenden dienden Hem en tienduizendmaal tienduizenden stonden voor Zijn aangezicht. Het gerechtshof hield zitting en de boeken werden geopend.” (Daniël 7:9-10)

Maar terwijl de antichrist zijn macht op aarde consolideert, gaat er een grotere macht met Zijn plan verder in de hemel. De zinsnede "Oude van Dagen" is een titel van God, die alleen verschijnt in Daniël 7. De lijnen worden getrokken voor de climax in de strijd om de planeet aarde. De "tienduizenden maal tienduizenden" die Hem vergezellen vertegenwoordigen de engelenschare. Tienduizend was het grootste getal dat ze hadden in die dagen, zodat Daniël dat getal gebruikte om het aantal te vermenigvuldigen met zichzelf om veelheid aan te geven die niemand kan tellen, misschien wel een verwijzing naar de opgenomen kerk. Johannes heeft deze illustratie geleend om de scène te beschrijven voor de troon in Openbaring 5:11.

En let op de meervoudsvorm van tronen. Daniël wierp een blik op het Einde der Tijden en zag iets van de tronen van de 24 oudsten. Geen van de andere oudtestamentische standpunten die Gods Troon noemden, zien deze extra tronen, omdat die tronen niet in het zicht waren tot aan Openb. 4. Deze kleine verwijzing naar de meerdere tronen pleit tegen de uitleg van een aantal theologen die zeggen dat de 24 tronen worden bezet door een andere onbekende orde van engelen, die met God meewerken in het bestuur van het universum. Het feit dat zij niet in het Oude Testament worden vermeld, maar wel worden weergegeven in de context van het einde van het tijdperk, impliceert dat er een ander bestuursniveau is toegevoegd sinds het kruis. Het kan alleen de Kerk zijn. In Efeziërs 1:20 zei Paulus, dat Christus is opgewekt uit de doden en is gezeten aan de rechterhand van God. En in Efeziërs 2:6 zei hij dat we al opgewekt zijn met Christus en met Hem daar ook gezeten zijn.

“Toen keek ik, vanwege het geluid van de grote woorden die de horen sprak. Ik keek toe totdat het dier gedood werd en zijn lichaam vernietigd werd, en aan het laaiend vuur werd prijsgegeven. Ook de rest van de dieren ontnam men hun heerschappij, want verlenging van het leven was hun gegeven tot een bepaald tijdstip en een bepaalde tijd.” (Daniël 7:11-12)

Openbaring 19:20 vertelt van de antichrist en de valse profeet die in de poel van vuur worden gegooid, en hun legers die vernietigd worden. Vergeet niet dat in Daniël 7 de hoorn de antichrist is, en de beesten vertegenwoordigen de rijken. Babylon, Perzië, en Griekenland genieten niet langer van een heerschappij over de wereld, maar hun moderne tegenhangers lopen nog steeds rond en worden tijdens de Grote Verdrukking vernietigd.

“Ik keek toe in de nachtvisioenen, en zie, er kwam met de wolken van de hemel Iemand als een Mensenzoon. Hij kwam tot de Oude van dagen en men deed Hem voor Zijn aangezicht naderbij komen. Hem werd gegeven heerschappij, eer en koningschap, en alle volken, natiën en talen moesten Hem vereren. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die Hem niet ontnomen zal worden, en Zijn koningschap zal niet te gronde gaan. ” (Daniël 7:13-14)

En tot slot, het hoogtepunt van de menselijke geschiedenis. De heerschappij over de aarde, die Adam verloren heeft aan satan, werd herwonnen door de Zoon van God, om nooit meer verloren te gaan. Hij zal heersen en regeren met Zijn Kerk voor altijd.

Een periode in de geschiedenis gezien vanuit het perspectief van de mens als een mooi beeld van glanzende en edele metalen, zoals gezien in Daniël 2, wordt door God beschreven zoals het werkelijk is: een reeks van vraatzuchtige beesten die de mensheid onderdrukken en verslinden en zich verzetten tegen elke poging van God om ons te bevrijden.

Jij en ik zijn gekomen aan de staart van deze strijd. We waren niet in staat om het te zien zoals Daniël het zag, maar vanwege zijn beschrijving zijn we beter in staat om onze wereld te herkennen voor wat het is. En de tekenen vertellen ons dat het einde om het correct te identificeren nabij is. Volgende keer, de hoofdstukken 8 en 9 en een ander model van de antichrist. Tot dan.

Bron: The End Times According To Daniel Part 1 - Gracethrufaith

printen??? spaar papier en inkt.