www.wimjongman.nl

(homepagina)

De Sinear richtlijn - Deel 4

Mysterie-religie en de Nephilim

21 december2014 | door Dr. Michael Lake

()

Wat begon de valse religies? In het begin wist iedereen van Noach en geloofde in de ene waarachtige God. De Schrift noemde Babylon de moeder van alle valse religies, omdat Nimrod het oorspronkelijke valse godsdienstige systeem met succes heeft toegepast. We leren van de kerkvaders, dat het begin van deze waanzin begon met de zonen van Cham.

Gevallen engelen leerden de mensen het gebruik van magische bezweringen welke demonen zouden dwingen om de mens te gehoorzamen. Na de zondvloed ontdekte Cham, de zoon van Noach, dit ongelukkig genoeg en leerde het zijn zonen. Dit werd overgenomen door de Egyptenaren, de Perzen, en de Babyloniërs. Cham stierf kort na de val van de toren van Babel. Nimrod, door de Grieken Ninus genoemd, werd deze kennis overhandigd en dit veroorzaakte dat de mensen de aanbidding van God verlieten en zich wendden tot veelsoortig en grillig bijgeloof en beheerst werden door de tekens in de sterren en de bewegingen van de planeten (Erkenningen van Clemens 4.26-29).

Nimrod veranderde regering in tirannie door het opzetten van twaalf afgoden van hout, en die te vernoemen naar de twaalf maanden van het jaar, elk met een teken van de dierenriem. Hij gaf aan iedereen het bevel om elke afgod te aanbidden in de juiste maand (Jasher 9:8-10; Ancient Post-Flood History — Ken Johnson, ThD). [i]

Alle heidense wegen leiden naar Babylon

Zoals in het vorige deel gezegd, werden Noach en zijn gezin geselecteerd door God om in de ark gered te worden voor de overstroming, omdat zij genetisch zuiver waren gebleven (nog steeds volledig mens). Helaas strekte de zuiverheid zich niet uit tot al hun gedachten. Rustend binnen de veiligheid van de ark werden de zaden gelegd van de geheimzinnige kennis, die was gegeven door de Wachters van Genesis 6. Cham werd een slapende agent van de duisternis, of zo u wilt, besmet met de verboden kennis, wat resulteerde in het strenge oordeel van God voor de mensheid. In de geest en het hart van Cham waren de fundamentele concepten waarop Babylon en Egypte werden gebouwd (en waarop nu vandaag het Koninkrijk van de Antichrist wordt gebouwd).

We vinden in Genesis 9:20-23 dat die zaden van de Wachters al begonnen te ontkiemen in het hart van Cham.

En Noach begon als een landbouwer, en hij plantte een wijngaard:

En hij dronk van de wijn, en was dronken; en hij ontkleedde zich midden in zijn tent.

En Cham, de vader van Kanaän, zag de naaktheid van zijn vader en vertelde het aan zijn beide broers buiten.

Toen namen Sem en Jafeth een kleed, legden het op hun beider schouders, liepen achteruit en bedekten de naaktheid van hun vader, met het gezicht afgewend, zodat zij de naaktheid van hun vader niet zagen (Genesis 9:20-23).

Er is veel gespeculeerd over wat de werkelijke zonde van Cham was, die zich in deze verzen bevindt. Was deze zonde de grote oneer en het gebrek aan respect dat Cham had getoond tegenover Noach? Of als alternatief, was het mogelijk dat hij Noach seksueel had benaderd op een bepaalde manier? Door de eeuwen heen hebben christelijke theologen en rabbinale geleerden gedebatteerd over deze kwesties. Het 'Nieuwe Amerikaanse Commentaar' is in het onderwerp gedoken en biedt een verstandige conclusie:

Wat was Chams zonde? Waarom heeft Noach een vloek uitgesproken tegen Kanaän in plaats van tegen de boosdoener, Cham ([Genesis 9]: 25)? De betekenis van de zin "zag zijn vaders naaktheid" is meermalen geïnterpreteerd. Zowel Joodse en christelijke interpretatie heeft erover gespeculeerd dat Chams daad een seksuele aanval was, omdat dezelfde taal is gevonden in de Pentateuch bij een beschrijving van seksuele overtredingen. Verdere steun was er vanuit vers 25, wat verwijst naar wat Cham "had gedaan met hem". Velen veronderstellen dat het originele verhaal de smerige details bevatte, maar dat zij werden weggenomen om redenen van fatsoen, noodzakelijk toen het later in de Torah werd opgenomen. Er werd door sommige Joodse en christelijke exegeten gedacht aan castratie als het misdrijf, en anderen pleitten voor een homoseksuele daad. De Joodse midrash heeft uitgelegd dat fysieke mishandeling door Cham de vraag beantwoordde waarom de vloek was gericht tegen Kanaän; wiens actie Noach verhinderde het krijgen van een vierde zoon, en dus moest Kanaän als vierde zoon van Cham (Gen. Rab. 36,7) daarvoor lijden. Dit kan worden aangewakkerd door het ontbreken van enige mededeling dat er aan Noach meerdere kinderen werden geboren, aangezien van alle andere patriarchen is gezegd "andere zonen en dochters" te hebben gehad (5:3-32; 11:10–25). Het ontbreken van een verwijzing naar andere kinderen kan echter ook worden veroorzaakt doordat de auteur wil dat de lijnen van Seth en Shem, beide parallel eindigen met drie zonen (5:32; 11:26).

Betreffende een homoseksueel verlangen of handeling is er geen aanwijzing dat een seksuele indiscretie plaatsvond toen Cham zijn vader bekeken heeft of dat Cham zijn vader op een illegale manier wenste. Levitische taal voor de homoseksuele handeling is "te liggen met een man," wat hier niet te vinden is. "Zag"... is de veelgebruikte term voor het waarnemen en geeft niet noodzakelijkerwijs het idee van seksuele lust; de term kan worden gebruikt op deze manier (cf. 6:2; 34:2), maar een dergelijk gebruik moet worden afgeleid uit de context en niet door de term zelf. Integendeel, de uitdrukkingen "om... naaktheid te zien" (Lev 20:17) en "te ontbloten..." worden gebruikt voor heteroseksuele acties, geen homoseksuele ontmoetingen. De expressie in ons gedeelte is geen figuurlijke verklaring, aangezien de twee zoons eigenlijk de blootgestelde naaktheid bedekken van hun vader, die in een dronken bedwelming in de tent lag. Dit wordt versterkt door de omschrijving "hun gezichten waren afgewend". Als er in feite een wellustig daad was opgetreden in de tent, is het onverklaarbaar waarom de bedekking van hun vader een daad is die tegenover Chams actie staat Bij andere gelegenheden geeft Genesis eenvoudig een beschrijving van seksueel wangedrag (b.v. 19:5, 30-35; 34:2). Er is geen reden om te veronderstellen dat homoseksualiteit, of in het andere geval, heteroseksueel wangedrag eufemistisch zou worden beschreven door de auteur.

Chams daad was niet het zien van zijn vaders naaktheid, hoewel het een beschamend iets was (cp. Hab. 2:15), maar zijn uitgesproken vreugde over zijn vaders schandalige toestand. De sanctie tegen Chams zoon, mag dan vaak als te streng wordt gezien voor louter een broer of zus die kletst, maar dit is dan omdat wij niet de ernst van Chams overtreding begrijpen. We hebben er elders op gewezen (zie 2:25; 3:7) dat naaktheid in Hebreeuwse cultuur beschamend was. In het latere Israël was het publieke blootstellen van de geslachtsdelen en billen specifiek verboden (b.v., Exod. 20:26; 28:42), aangezien naaktheid geassocieerd werd met openbare wangedrag (bijvoorbeeld Exod. 32:25). Het is dan ook niet verwonderlijk dat het eufemisme "naaktheid" werd gebruikt voor de beschamende bespotting van incest. Chams belachelijk maken van de "oude man" was zijn ondergang. In de oude wereld was het beledigen van iemands ouders een ernstige zaak die de extreme straf van de dood rechtvaardigde. De Mozaïsche wetgeving weerspiegeld dit sentiment. Dit patriarchale incident is geïllustreerd in de uitvaardiging van het vijfde gebod: "Eert uw vader en moeder." Door zo te doen geeft het een goddelijke vergelding voor de misdaad, want het is niet alleen tegen het bovenstaande gericht maar wordt gezien als minachting van Gods hiërarchische volgorde in de schepping. Sem en Jafeth, in tegenstelling tot Cham, behandelden Noach met het juiste respect. Ze weigerden om van hem te profiteren ondanks zijn kwetsbare toestand. [ii]

Het boek van Jakobus waarschuwt ons voor wijsheid die niet van God komt. Deze donkere wijsheid produceert specifieke effecten binnen de ziel van mensen.

Dat is niet de wijsheid die van boven komt, maar ze is aards, natuurlijk, duivels.

Want waar afgunst en eigenbelang is, daar heersen wanorde en allerlei kwade praktijken (Jakobus 3:15-16).

Ik ben van mening dat de duistere wijsheid van de Wachters brouwde binnen in de geest van Cham. Het resultaat was dat hij arrogant, opschepperig en respectloos werd (gewoon om er een paar te noemen). In plaats van het geven van eer aan zijn vader en zijn naaktheid te bedekken, heeft hij zijn vader bespot en zorgde ervoor dat deze schande onder ieders aandacht werd gebracht. Zodra Noach hoorde wat er gebeurd was, realiseerde hij zich dit, en uitte hij een vloek die via Cham naar zijn zoon Kanaän vloeide. De oude rabbijnen hebben gedebatteerd over waarom deze vloek Kanaän trof en niet Cush. Enkelen hebben geconcludeerd dat hij een actieve deelnemer was in de schande, en de tent open hield voor iedereen om het te zien. Dit is natuurlijk slechts speculatie, aangezien de Schriften erover zwijgen.

Hij zei: Vervloekt is Kanaän! Laat hij voor zijn broers een dienaar van dienaren zijn (Genesis 9:25).

In de treurige geschiedenis van de slavernij in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten waren er mensen die hun praktijk gerechtvaardigd hebben door Genesis 9:25 te citeren. Echter, deze verkeerde interpretatie bevat niet veel goeds in het licht van de historische feiten. Finis Dake geeft ons een snelle samenvatting van de nakomelingen van Cham en waar ze zich vestigden:

De zonen van Cham

1. Cush (Gen. 10:6-12; 1 Kron. 1:8-10; Jesaja 11:11), stamhouder van verschillende Ethiopische stammen die zich vestigden ten zuiden van Egypte en ook overstroomden Arabië, Babylonië en India.

2. Misraïm (Gen. 10:6, 13-14; 1 Kron. 1:8-11), stamhouder van verschillende Egyptische stammen. Misraïm betekent "dubbel". Stammen van het tweedelige Egypte (boven- en onder-Egypte), genoemd het land van Cham, kwam uit hem (Psalm 78:51; 105:23-27; 106:22). De Filistijnen kwamen ook voort uit Misraïm (Gen. 10:14).

3. Put (Gen. 10:6; Ezechiël 27:10), stamhouder van de Libiërs en andere stammen in Noord-Afrika (Ezechiël 27:10; 30:5; 38:5; Jer. 46; Nr. 3:9).

4. Kanaän (Gen. 10:6, 15-19; 9:18-27; 1 Kron. 1:8-13), stamhouder van de volkeren die zich voornamelijk vestigden in Palestina, Arabië, Tyrus, Sidon, en andere delen van het land, beloofd aan Abraham. Deze landen zijn vaak genoemd in verband met Israël (Genesis 10:15-19; 15:18-21; Dt. 7:1-3; Jozua 12). [iii]

Aangezien Kanaäns nakomelingen voornamelijk in het Midden-Oosten verbleven, was er geen geldigheid voor hun bewering dat dit ernaar verwees dat Afrikanen als slaaf verkocht konden worden. Wat we zien is dat Chams kinderen grote problemen werden voor Gods volk in de geschiedenis, zowel in de oudheid als vandaag.

Vanuit het oogpunt van mysterie-religie [iv] kunnen we onderzoeken hoe het trotse zaad van de Wachters zich als een bosbrand verspreidde onder Chams kinderen.

1. Cush

()

Cush wordt genoemd in de Bijbel als de vader van Nimrod. De oude geschiedenis vertelt ons nauwelijks iets meer over deze persoon in het woord van God. Cush had een belangrijke invloed op zowel de vorming van Babylon als op de bouw van de toren van Babel. Als we beginnen om Cush historisch te onderzoeken, is het duidelijk dat de zaden van de Wachters wortel hadden geschoten en opnieuw begonnen te ontspruiten. Alexander Hislop werpt in zijn klassieke werk 'De twee Babylons' licht op zowel de activiteiten van Cush als op de verschillende namen die hij droeg in oude geschiedenis:

Als we ervan uitgaan dat Ninus Nimrod is, dan is de manier waarop die veronderstelling uitlegt wat anders onverklaarbaar is, een sterke bevestiging van de verklaringen van de oude geschiedenis als de waarheid van die veronderstelling zelf. Van Ninus wordt gezegd, dat hij de zoon van Belus of Bel was, en van Bel wordt gezegd dat hij de stichter van Babylon was. Als Ninus werkelijk de eerste koning van Babylon was, hoe kan dan van Belus of Bel, zijn vader, worden gezegd dat hij de stichter ervan was? Beide kunnen zeer goed waar zijn, zoals zal blijken als we kijken naar wie Bel was, en wat we kunnen traceren van wat zijn daden waren. Als Ninus Nimrod was, wie was dan de historische Bel? Hij moet Cush zijn geweest; want "Cush verwekte Nimrod" (Genesis 10:8); en Cush wordt over het algemeen weergegeven als de leider in de grote afval. Maar nogmaals, Cush, als de zoon van Cham, was Hermes of Mercury; want Hermes is gewoon een Egyptische synoniem voor de "zoon van Cham".

Gregory schrijft aan Cush toe wat in het algemeen werd gezegd over zijn zoon; maar zijn verklaring toont het geloof in zijn dagen, wat ruimschoots uit andere bronnen wordt bevestigd, dat Cush een flink aandeel had in het wegleiden van de mensheid van de ware aanbidding van God. In de samenstelling van Her-mes is het eerste deel "Her", wat in het Chaldees synoniem is met Cham of Khem, "de verbrande ene". Als "Her" net als Cham betekende "de hete of brandende ene," dan vormt deze naam een grondslag om Cham heimelijk te identificeren met de "zon", en dus de vergoddelijking van de grote patriarch, naar wiens naam het land Egypte werd genoemd, in verbinding met de zon. Khem, of Cham, werd in latere tijden in zijn eigen naam openlijk aanbeden in het land van Cham; maar dit zou aanvankelijk te gewaagd zijn geweest. Echter door middel van "Her", het synoniem, is de weg daarvoor geplaveid. "Her" is de naam van Horus, die wordt geïdentificeerd met de zon, wat de echte etymologie laat zien van de naam van het werkwoord waarnaar ik het heb getraceerd. Ten tweede is "Mes", dat is van Mesheh (of, zonder het laatste deel, wat weggelaten kan worden), Mesh, "voortdrijven". In het Egyptische hebben we Ms in de zin van "voortbrengen", wat blijkbaar een andere vorm van hetzelfde woord is. In de passieve zin vinden we ook dit Ms gebruikt. De radicale betekenis van Mesheh in het Stockii Lexicon geeft in het Latijns "Extraxit", ons Engelse woord "extractie," zoals toegepast op geboorte of afkomst, en toont een verbinding tussen de algemene betekenis van dit woord en geboorte. Deze afleiding kan worden gevonden om de betekenis uit te leggen van de namen van de Egyptische koningen, Ramses en Thothmes, die blijkbaar was "de zoon van Ra", of de zon; de laatstgenoemde is op dezelfde wijze "de zoon van Thoth". Om precies dezelfde reden is Her-mes de "zoon van Her, of Cham", 'de brandende ene' - dat wil zeggen, Cush.

Nu was Hermes van oorsprong de grote profeet van deze afgoderij; want hij werd erkend door de heidenen als de auteur van hun religieuze riten, en de uitlegger van de goden. De welbekende Gesenius identificeert hem als de Babylonische Nebo, de profetische god; en een verklaring van Hyginus toont aan dat hij bekend stond als de grote vertegenwoordiger in de beweging die de spraakverwarring veroorzaakte. Zijn woorden zijn de volgende: "voor lange tijden leefden de mensen onder de regering van Jove [blijkbaar niet de Romeinse Jupiter, maar de Jehovah van de Hebreeën], zonder steden en zonder wetten, en ze spraken allen één taal. Maar nadat Mercurius de spraak van mannen uitgelegd had (waarbij een uitlegger Hermeneutes wordt genoemd), verdeelde dezelfde persoon de naties. Dan begon de onenigheid." [v] (Nadruk toegevoegd)

Dus Cush was bekend onder veel namen, door de hele geschiedenis en heidense mythologie: Cush, Bel, Hermes, Mercurius en Nebo. Later in The Two Babylons verbindt Hislop Cush aan zowel Janus als aan de chaos bij de toren van Babel als de "verstoorder".

Het moet in de zin zijn geweest van Bel de "verstoorder". En op deze betekenis van de naam van de Babylonische Bel er is een duidelijke toespeling in Jeremia 1:2, wanneer er wordt gezegd: "Bel is verward," dat wil zeggen: "de verstoorder is tot verwarring gebracht." Deze Cush was bij de heidense oudheid bekend onder het teken van Bel, "De Verstoorder", bewijst een verklaring van Ovidius zeer duidelijk. De verklaring die ik zie is dat Janus "de god van goden" is, waarin alle andere goden hun oorsprong hadden, en hij tot zichzelf zegt: "de ouden... noemen me Chaos."

Janus werd zo genoemd in de meeste oude hymnen van de Salii. Dit toont resoluut aan dat Chaos bekend was, niet alleen als een staat van verwarring, maar als de "god van verwarring". Maar ten tweede, wie die helemaal vertrouwd is met de wetten van de Chaldaeïsche uitspraken, weet niet dat Chaos slechts een van de gevestigde vormen van de naam van Chus of Cush is? Vervolgens, kijk naar het symbool van Janus, die "de ouden Chaos noemden" en het zal blijken hoe precies dit overeenkomt met de daden van Cush, wanneer hij wordt geïdentificeerd met Bel, "De Verstoorder". Dat symbool is een knots; en de naam van "een knots" in Chaldees komt van het woord dat betekent "in stukken breken, of in het buitenland verstrooien". [vi] (Nadruk toegevoegd)

Het lijkt erop dat Cush de profetische mogelijkheid claimt om het kanaal te zijn van de instructies van de nu naar de mensheid verbannen wachters (dit zal belangrijk zijn later in onze studie van de Illuminati). Zijn donkere profetische wijsheid was de katalysator voor de oprichting van Babylon en voor de bouw van de toren van Babel.

Ik denk dat het ook interessant is op te merken dat Cush "de god van verwarring" heette. Dit kan verder inzicht geven in Paulus' verklaring: "want God is niet de auteur van verwarring"[vii] (1 Korintiërs 14:33). Vergeet niet dat beide brieven aan de Korintiërs werden geschreven aan een zeer heidense populatie, waarin een deel van de niet-Joden onlangs de Messias gevonden had. Met al de problemen waar Paulus mee te kampen had, leek het dat veel van hun leden met één voet in het Bijbelse christendom stonden en met de andere voet stevig geplant in het heidendom van hun vaderen. Hun heidense opleiding, met de grote invloed van hun goden, produceerde chaos, zoals het heeft gedaan binnen de mythologie van Janus - de god van de goden. Dit zou verklaren waarom Paulus in de beide brieven zo hard gewerkt heeft om dit te onderscheiden binnen hun denken: de concepten van de God van Abraham met de heidense godenverering die ze gewend waren.

God voorzegt zijn uiteindelijke oordeel over de zonen van Cush:

Ook u Ethiopiërs, zullen ter dood worden gebracht door mijn zwaard (Zephanja 2:12, CJB [Complete Joodse Bijbel]).[viii]

Het Hebreeuwse woord hier voor "Ethiopiërs" is Kushi (koo-shee'), wat betekent "een van de nakomelingen van Cush." [ix] In feite vertaalt Anderson-Forbes Phrase Marker Analysis of the Hebrew Bible[x] dit als "Koesjieten" in plaats van "Ethiopiërs".

Een Commentaar Critical, Experimental, and Practical on the Old and New Testaments deelt inzichten in dit profetische woord met betrekking tot de zonen van Cush.

Wat de reden ook is voor het kiezen van Cush en wat het proces ook was waarmee de profetie dit standpunt in het boek Zefanja inneemt met een krachtige verklaring over "de dag des Heren" zoals gebruikt in de godspaak. De Dag van de Heer geeft een "drievoudig" geen-ontsnappen aan: "geen ontsnapping voor een volk, geen ontsnapping uit het loon van de zonde, geen ontsnapping aan de goddelijke confrontatie." [xi]

Ik denk dat dit betekent dat wanneer Jezus terugkeert als Messias ben David (de veroverende koning), er met alle esoterische kennis die de Wachters verstrekten aan deze bloedlijn, geen ontsnapping is aan Gods oordeel. Geen enkele belofte van godheid, onsterfelijkheid, of transcendentie-oefeningen, aangeboden door de Luciferiaanse Elite of door de evangelisten van het transhumanisme, zal hen redden. Het "drievoudige" oordeel van de drievoudig Heilige God zal over hun hoofd worden gegoten tot ze niet meer bestaan.

Tot slot, we hebben nu een idee vanwaar Nimrod de kennis heeft verkregen die hij gebruikte om de mens te verslaven, om Babylon op te richten, en om zo de eerste wereldwijde koning te worden en een religieus systeem te ontwikkelen, dat ontworpen is om mensen uit de buurt van de ene waarachtige God te trekken. Zijn vader was een profeet van de duisternis en een tolk voor de oude goden. Nimrod werd opgevoed als een elitair - iemand die verlicht was met de verboden kennis die in de tuin was beloofd door Lucifer, en aan de mensheid geleerd door de gevallen engelen in Genesis 6. Deze spreekwoordelijke appel valt niet ver van de stamboom. In feite overschaduwde wat hij deed al hun occulte inspanningen.

Een onderzoek van de oorspronkelijke (en de terugkerende) Nimrod

()

Voordat ik verder induik in wat ik over Nimrod ontdekt heb, wil ik een aantal van de basisgegevens delen met betrekking tot de eerste koning van Babylon, die u in de meeste Bijbelcommentaren zult vinden. Voor deze taak zal ik verwijzen naar 'De Pentateuch' door James E. Smith.

De tekst levert weinig informatie over Nimrod. Hij was een afstammeling van Cush, een Chamiet. De bijbelse gegevens zijn het dus eens met gegevens uit de oude geschiedenis van Mesopotamië welke bewijzen aandraagt dat de regio als eerste werd geregeerd door een niet-Semitisch volk. Nimrod is dit geworden (dat wil zeggen, aangesteld) als een machtige (gibbor) in het land (10:8). De term tiran vangt de bedoeling van het origineel. Nimrods naam is een inkapseling van zijn levensstijl. Zijn naam betekent "laten we in opstand komen". Hij moet een meedogenloos heerser zijn geweest die tegen alles van de bestaande orde was.

Nimrod was vooral bekend als "een machtige jager voor Yahweh" (10:9). Een van de koninklijke verantwoordelijkheden van koningen in de oudheid was om de populatie van de wilde dieren uitgedund te houden, zodat de burgers niet in gevaar zouden worden gebracht. De tekst kan verwijzen naar deze functie. De documenten echter spreken ook van oude koningen die joegen op de mannen van een stad, en van gevangenneming van hen, en hen in slavernij te voeren. Misschien heeft Nimrod gejaagd op mannen. Hij deed dit "voor (liphne) Yahweh," dat wil zeggen: tegenover Jahweh. De Septuagint geeft hier: "een machtige jager tegen de Heer."

Nimrod was een stichter van een imperium. Hij begon zijn klim naar de macht in Sinear, in de lagere Mesopotamische riviervallei. Hij heeft geleidelijk aan zijn invloed uitgebreid (misschien gebouwd) naar Babel, Erech, Accad en Calneh. Nimrod breidde uiteindelijk zijn invloed uit tot in Assyrië waar hij Ninevé, Rehoboth, Calah en de grote stad van Resen bouwde (10:10-12). [i]

Aan deze basiskennis kunnen we nu het perspectief toevoegen dat ik al heb gedeeld met betrekking tot de kennis van de Wachters, die was ingebed in Chams familielijn. Met deze informatie kunt u nu een beter begrip hebben van de stamboom waaruit Nimrod voortkwam. Hij was geen vreemde spirituele buitensporigheid binnen zijn familie. Hij was de personificatie van al hun hoop en dromen.

En Cusj verwekte Nimrod; die begon een geweldenaar op de aarde te worden.

Hij was een geweldig jager voor het aangezicht van de HEERE; daarom wordt gezegd: Als Nimrod, een geweldig jager voor het aangezicht van de HEERE (Genesis 10:8-9).

Deze twee kleine lijnen van tekst in Heilige Schrift onthullen een samenzwering die de wereld slechter zou maken. De kennis van de Wachters vond haar hoogtepunt in Nimrod. Wat hij deed zou de loop van de geschiedenis veranderen en de harten van de mensen wegtrekken van God. Zo machtig was deze invloed dat het blijft bestaan door de hele geschiedenis heen, totdat het abrupt zal stoppen bij de wederkomst van de Heer Jezus.

Wat was de verandering die in Nimrod heeft plaatsgevonden, dat al deze occulte elite achter de schermen werkt en gebruik maakt van bronnen die elke geavanceerde natie wel wil herontdekken? Ik heb er al op gezinspeeld, maar Dr. Tom Horn biedt het antwoord met grote duidelijkheid in zijn onderzoek:

Nimrod is het oorspronkelijke karakter dat later werd gemythologiseerd als de god Apollo, voorzegd door de apostel Paulus in het Nieuwe Testament (en door de occulte elite op het Grote Zegel van de Verenigde Staten) als de oude geest die op de aarde zal terugkeren en de 'novus ordo seclorum' zal regeren.

Het verhaal van Nimrod in het boek Genesis kan illustreren hoe dit kon gebeuren door middel van genetische manipulatie of de retrovirussen van demonisch ontwerp, dat integreert met een gastheer genoom en de levende DNA-specimen herschrijft, waardoor het een "passende extensie" wordt of een gastheer voor infectie door de entiteit. Merk op wat Genesis 10:8 zegt over Nimrod:

En Cusj verwekte Nimrod; die begon een geweldenaar op de aarde te worden

Drie delen in dit ongekende vers geven aan dat er iets heel bijzonders gebeurde met Nimrod. Merk eerst op dat de tekst zegt: "hij begon te worden." In het Hebreeuws is dit 'chalal', wat betekent "te worden ontheiligd, verontreinigd, vervuild, onheilig ritueel, seksueel of genetisch." Ten tweede vertelt dit vers ons precies wat Nimrod begon te worden toen hij genetisch veranderde - "een machtige iemand" (gibbowr, gibborim), een van de nakomelingen van de Nephilim. Zoals Annette Yoshiko Reed zegt in het boek van de Universiteit van Cambridge 'Fallen Angels en de geschiedenis van het jodendom en het Christendom': "De Nephilim van Genesis 6:4 zijn altijd... gegroepeerd samen met de gibborim als de nakomelingen van de Wachters en menselijke vrouwen." En het derde deel van deze tekst zegt dat de verandering aan Nimrod begon, terwijl hij op "aarde" was. Daarom kan deze tekst in moderne taal nauwkeurig worden vertaald door te zeggen: "En Nimrod begon genetisch te veranderen, werd een gibborim, nakomeling van de wachters op aarde." [ii]

Het Bijbelcommentator van Adam Clarke lijkt akkoord te gaan met Dr. Horn's conclusies door de Syrische Targoem te citeren met betrekking tot Nimrod: "De Syrische noemt hem een oorlogszuchtige reus." [iii]

Clarke gaat vervolgens verder met mededelingen over Nimrod en de bouw van de toren van Babel en zijn verbinding met reuzen:

Op dit punt merkt Bochart op dat deze dingen zijn ontleend aan de Chaldeeën, die vele overblijfselen van oude feiten behouden hebben; en hoewel ze vaak omstandigheden toevoegen, staan ze toch in het algemeen in een soort afhankelijkheid van de tekst. 1. Zij zeggen dat Babel werd gebouwd door de reuzen, omdat Nimrod, één van de bouwers, wordt genoemd in de Hebreeuwse tekst: גבור , gibbor, een machtig man; of zoals de Septuagint: γιγας, een reus. 2. Deze reuzen, zo zeggen ze, sprongen uit de aarde, omdat in Genesis 10:11 wordt gezegd: hij ging, מן הארץ ההוא , min haarets hahiv, uit de aarde; maar dit is eerder gesproken van Assur, die een van de andere bouwers van Babel was. 3. Deze reuzen zouden oorlog hebben met de goden, omdat men van Nimrod, Genesis 10:9, zegt: hij was een machtige jager voor het aangezicht des Heren; of zoals anderen het hebben gemaakt: een krijger en een rebel tegenover de Heer. Zie Jarchi in loco. 4. Van deze reuzen wordt gezegd dat een toren op hebben laten rijzen naar de hemel, alsof ze zich hadden voorgenomen om te willen opvaren daarheen. [iv]

Dus Nimrod had iets bereikt dat alleen de oude Wachters eertijds hadden gedaan, maar hij nam het mee naar een geheel nieuw niveau. In feite zit zijn geavanceerde doorbraak midden in alle geheime genootschappen, alchemisten, wizards, tovenaars, Grateful Dead en Illuminati elite gedurende de millennia. Nimrod heeft op de een of andere manier de geheimzinnige kennis van zijn familielijn opgenomen en duwde het voorbij wat anderen konden doen. Iets wat hij moedwillig deed, het werkte als een duister wonder - en hij werd een gibborim (een ander soort Nephilim). Deze gedaanteverandering moet het koninkrijk van de duisternis hebben opgewonden, en blijkbaar opnieuw, zoals de profetie zegt dat deze donkere esoterische macht eens te meer zal worden gereproduceerd in de geschiedenis, resulterend in de gedaanteverandering van een man waarmee Lucifer zich zal verbinden als een verbeterde mens-god.

Maar, hoe velen realiseren zich (zoals we in het volgende deel zullen zien) dat er te vrezen krachtige mannen zijn, die nu hieraan gewijd zijn aan deze in buurt van de horizon verschijnende reïncarnatie van Nimrod - die de Bijbel Antichrist noemt.

Wordt vervolgd...

[i] Ken Johnson, “Ancient Post-Flood History,” 2012-06-12 (Biblefacts.org, Kindle Edition) Kindle location 1114–1126.

[ii] Mathews, “Genesis 1–11:26,” New American Commentary, 418–420.

[iii] Dake, Dake’s Annotated Reference Bible, WORDsearch CROSS e-book, “Chapter 10.”

[iv] Mystery religion: Refers to the many initiatic pagan religions and secret societies that sprang forth from ancient Babylon. These religious systems have many occult symbols and teachings that have levels of interpretation in which only those that are considered to be “adepts” are privy to. Until you reach the highest levels within their systems, the meanings of their symbols and teachings are either lied about or obscured. In the Bible, it is referred to as “Mystery Babylon.”

[v] Hislop, The Two Babylons, 18.

[vi] Ibid., 19.

[vii] In the KJV, “the author” is in italics. This means the phrase did not occur in the original Greek, but was added for clarity by the translators. It could have read, “For God is not of confusion,” which would have completely separated the God of Abraham from Cush or Janus “the god of gods” in Babylon within the minds of his readers.

[viii] Complete Jewish Bible (Clarksville, MA: Jewish New Testament Publications, 1998).

[ix] Strong’s, “# H03569.”

[x] Francis I. Andersen and A. Dean Forbes, The Hebrew Bible: Andersen-Forbes Phrase Marker Analysis (V 0.90, Aug 09) (Bellingham, WA: Logos Bible Software, 2009).

[xi] Kenneth L. Baker, Micah, Nahum, Habakkuk, Zephaniah, vol. 20, The New American Commentary (Nashville: Broadman & Holman Publishers, 1999), 464.

[i] James E. Smith, The Pentateuch, 2nd ed., Old Testament Survey Series (Joplin, MO: College Press, 1993) Genesis 10:8–12.

[ii] Thomas Horn, “Forbidden Gates,” Part 19, http://www.newswithviews.com/Horn/thomas155.htm.

[iii] Adam Clarke, Adam Clarke’s Commentary, (New York: Abingdon-Cokesbury Press, 1826) WORDsearch CROSS e-book, “Genesis.”

[iv] Ibid.

deel 1
deel 2
deel 3 deel 5

Bron: The Shinar Directive - Part 4

printen??? spaar papier en inkt.