www.wimjongman.nl

(homepagina)

Dispensationalisme en de Menorah

(Het dispensationalisme is de geloofsopvatting die een onderscheid maakt tussen de volken van God, namelijk Israël en de gemeente)

Door JR Church juli 2010

Dispensationalisme is een fundamenteel concept in Eschatologie. Men kan niet goed Gods plan begrijpen door der eeuwen heen, zonder deze bijbelse visie te weten op de geschiedenis. Geleerden hebben uitvoerig geschreven over de zeven bedelingen van Gods omgang met de mens, wat blijkt in de verschillende stadia van de geschiedenis. Zij worden onderwezen als de bedelingen van:

  1. Onschuld

  2. Geweten

  3. Menselijke regering

  4. Belofte

  5. Tora

  6. Genade

  7. Koninkrijk

In elke bedeling is ingesteld door God, en de sluiting van een verbond met de mensheid. Aan het einde van elke periode echter, zien we een mislukking in het houden daarvan door de mens:

De bedeling van onschuld eindigde met de zonde van Adam en de verdrijving uit de Hof van Eden.

De bedeling van het Geweten eindigde met de zondvloed van Noach.

De bedeling van de Menselijke regering eindigde met de verwarring van de taal en de verstrooiing van de mensheid over de aarde.

De bedeling van Belofte eindigde met de slavernij in Egypte.

De bedeling van de Tora eindigde met de dood van Christus, de verwoesting van Jeruzalem en de verspreiding van joden over de hele wereld.

De bedeling van genade is voorzegd om te eindigen met de periode van de Grote Verdrukking.

De bedeling van het Koninkrijk zal eindigen met de laatste strijd van Gog en Magog en het oordeel voor de Grote Witte Troon.

In alle gevallen blijken de mensen de oorzaak te zijn van een totale mislukking, en die behoefte hebben aan Gods genade.

Een Menorah Design

()

De gouden menorah gebouwd door het Tempel Instituut in Jeruzalem. Het wacht op de dag waarop de religieuze Joden weer de tempeldienst aanvangen.

In deze studie, wil ik wijzen op het menorah ontwerp in het plan. Er waren zeven lampen in de oude kandelaar van Israël - de centrale lamp was iets verheven boven de anderen, en stond in het midden van de Heilige Plaats. Het stond loodrecht in de kandelaar. Er stonden drie lampen aan de linkerkant van de middelste lamp, en de drie lampen aan de rechterzijde en bogen ook in de richting van de centrale lamp als een spiegelbeeld van de andere drie. De centrale lamp van de menorah werd de Shamash of de dienaar-lamp genoemd. In ons boek, Het mysterie van de Menorah, stelden we vast dat alle zevens in de Bijbel lijken op het ontwerp van een een menorah. Zo is het ook met de zeven bedelingen. In de menorah, rust de eerste lamp op de top van een tak die zich in een bocht voortzet naar beneden in de staander, vervolgens opstijgende naar boven naar de zevende lamp aan de andere zijde. Dit ontwerp geeft een relatie aan van de eerste lamp met de zevende lamp.

Ook de tweede lamp rust op dezelfde tak die de zesde lamp ondersteund. De derde lamp zit vast op dezelfde tak, dat het vijfde licht draagt. Daarom, lamp # 1 komt overeen met lamp # 7; lamp # 2 was gerelateerd aan lamp # 6 en lamp # 3 staat in verband met lamp # 5.

De eerste drie lampen kijken naar de Shamash en de laatste drie lampen kijken terug op de Shamash. Deze relatie zet zich voort in alle zevens gevonden in de gehele Bijbel.

Onschuld / Koninkrijk

Merk op dat de eerste bedeling (Onschuld) is gerelateerd aan de zevende bedeling (het Koninkrijk). In de Onschuld, hadden we het paradijs. In het Koninkrijk, zullen we het paradijs herwinnen.

Geweten / Genade

De tweede bedeling (geweten) is gerelateerd aan de zesde bedeling (Genade).

Met de val van Adam, werd het schuldgevoel gegeven aan het menselijk ras in de vorm van het geweten. Echter, met de dood, begrafenis en opstanding van Christus, is de mensheid de genade gegeven - vergeving en een schoon geweten.

Menselijke regering / Tora

De derde bedeling (Menselijke regering) was getuige van de ontwikkeling van de poging van de mens om tot een beschaafde samenleving te komen. Het was echter een regering zonder God, wat leidde tot een spraakverwarring. Aan de andere kant, zijn tegenhanger, de vijfde bedeling (Tora), gaf het plan van God voor een beschaafde samenleving.

Belofte

De vierde bedeling (Belofte) komt overeen met de dienaar-lamp die het licht is van Gods plan bepaalt voor de verlossing van de mens. Dit vertelt ons dat het verbond met Abraham het centrale thema is in de hele Bijbel. Ons nieuwe leven in Christus is gebaseerd op Abraham in plaats van Mozes. Eeuwig leven is de essentie van de belofte van God dat het ‘zaad van Abraham’ zou zegenen met alle geslachten op aarde. Het Mozaïsche verbond, aan de andere kant, werd slechts met Israël gesloten - en niet met de rest van de mensheid. De enige hoop voor alle volken lag in de vervulling van de bedeling van de Belofte - de belofte gegeven in het verbond met Abraham.

De eerste drie lampen kijken uit naar de dienaar lamp, en leren ons dat de eerste drie dispensaties uitkeken naar de toekomst, naar de “Belofte” van de verlossing. De laatste drie lampen kijken terug op de bedeling van de belofte. Daarom is de belangrijkste van alle zeven dispensaties de vierde, waarin Abraham “ geloofde in de HEERE, en Die rekende hem dat tot gerechtigheid.” (Genesis 15:6). Dat is wat het Abraham-verbond onze Shamash of een dienaar-lamp is.

Toen Christus zei: “Ik ben het licht van de wereld,” vervulde Hij de profetie van de lamp die gedaan werd bij het offer in het verbond met Abraham in Genesis:

“En het gebeurde dat de zon onderging en het donker werd; en zie, er was een rokende oven en een brandende fakkel, die tussen die stukken doorging.”

“Op die dag sloot de HEERE een verbond met Abram” (Genesis 15:17,18).

In de eerste verzen van het Johannes-evangelie, werd Christus geïntroduceerd als dat licht:

“ In het Woord was het leven en het leven was het licht van de mensen.”

“En het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft het niet begrepen.” (Joh. 1:4,5).

Toen Christus stierf aan het kruis op Golgotha, vervulde Hij de belofte die Abraham uitsprak tegen Isaäk:

“Toen sprak Izaäk tot zijn vader Abraham en zei: Mijn vader! Hij zei: Zie, hier ben ik, mijn zoon. Hij zei: Zie, hier is het vuur en het hout, maar waar is het lam voor het brandoffer?”

“Abraham zei: God zal Zichzelf voorzien van het lam voor het brandoffer, mijn zoon. Zo gingen zij beiden samen.” (Genesis 22:7,8).

Jezus is het lam van Abraham. Johannes wees op deze vervulling als hij wijst naar de proclamatie van Johannes de Doper:

“De volgende dag zag Johannes Jezus naar zich toe komen en hij zei: Zie het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt!” (Johannes 1:29).

Wanneer de heilige stad Nieuwe Jeruzalem uit de hemel neerdaalt, zal het de stad zijn die Abraham verwachte:

“Door het geloof is Abraham, toen hij geroepen werd, gehoorzaam geweest om weg te gaan naar de plaats die hij tot een erfdeel ontvangen zou. En hij is weggegaan zonder te weten waar hij komen zou.”

“Door het geloof is hij een inwoner geweest in het land van de belofte als in een vreemd land en heeft hij in tenten gewoond, met Izak en Jakob, die mede-erfgenamen waren van dezelfde belofte.”

“Want hij verwachtte de stad die fundamenten heeft, waarvan God de Bouwer en Ontwerper is.” (Hebreeën 11:8-10).

Nogmaals, Johannes was gelovig bezig door te wijzen op deze stad en haar bouwer:

“In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen; als dat niet zo was, zou Ik het u gezegd hebben. Ik ga heen om een plaats voor u gereed te maken.”

“En als Ik heengegaan ben en plaats voor u gereedgemaakt heb, kom Ik terug en zal u tot Mij nemen, opdat ook u zult zijn waar Ik ben.” (Joh. 14:2,3).

Alle zeven bedelingen draaien rond het verbond van God dat met Abraham is gesloten, net zoals de lampen van de menora. Elke bedeling werd afgesloten met een mislukking, met inbegrip van de bedeling van de Tora. De mensheid kan simpelweg niet worden gered door de Tora. Recht versus Genade

De enige maar-grootste probleem voor de christelijke theologen door de eeuwen heen, heeft te maken met het onderwerp van “redding door genade” versus “het heil door de werken van de wet.” Het onderwerp heeft theologen in elke generatie verdeeld.

De apostel Paulus schreef uitgebreid over het onderwerp. Hij werd voortdurend geplaagd door Judeeërs die betoogden dat zijn heidense bekeerlingen moeten worden besneden en de Mozaïsche wet onderhouden. Paulus beweerde dat heidenen werden gered door het geloof en het geloof alleen. Aan de andere kant, Jakobus schreef: “....Laat mij dan uw geloof zien uit uw werken en ik zal u uit mijn werken mijn geloof laten zien.” (Jakobus 2:18).

Dit argument heeft de hoofden bezig gehouden door de eeuwen heen! Petrus was een vrome jood, die met tegenzin het Evangelie naar een heidenen bracht - aan de Romeinse centurion Cornelius. In zijn tweede brief, zei Peter van de geschriften van Paulus:

“en beschouw het geduld van onze Heere als zaligheid; zoals ook onze geliefde broeder Paulus, naar de wijsheid die hem gegeven is, u geschreven heeft,”

“zoals ook in alle brieven, wanneer hij deze dingen ter sprake brengt. Daaronder zijn sommige zaken die moeilijk te begrijpen zijn, .....” (2 Peter 3:15,16).

Peter had er moeilijke mee om inzicht te krijgen in zo een complexe materie. Bovendien, in zijn eerste brief zegt Peter dat zelfs de engelen een beetje moeite hadden met dit deel van Gods plan:

“Aan hen werd geopenbaard dat zij niet zichzelf, maar ons dienden in de dingen die u nu verkondigd zijn door hen die u het Evangelie verkondigd hebben door de Heilige Geest, Die vanuit de hemel gezonden is; dingen, waarin de engelen begerig zijn zich te verdiepen.” (1 Petr. 1:12).

Zelfs de engelen konden niet de genade begrijpen, die God heeft geschonken aan ons! Als Petrus bekende dat hij het moeilijk vond om inzicht te krijgen, en meldde dat zelfs de engelen wensten te kijken naar deze zaak, geen wonder dat het christendom vast zat in een dilemma door de eeuwen heen! Deze moeilijkheid heeft meer dan duizend verschillende denominaties - opgeleverd, de meeste van hen rond een bepaald beeld van wat de verlossing is.

De moeilijkheid kwam voort door het zicht van Israël op de Mozaïsche wet. Het vroege christendom kwam voort uit een cultuur waarin elk mannelijk kind werd besneden. Elke familie zich strikt hield aan de Joodse feesten - Pascha, Pinksteren, Trompettendag, de Dag van Verzoening, en het Loofhuttenfeest. In feite heeft de joodse samenleving ook vast gehouden aan de 613 wetten van Mozes, die elk gebied van hun leven daaraan onderwierp. Ook aanbidden ze op de Sabbath!

Normaal denken we dat de redding door genade ons ook zal redden, weg van deze moeilijke wetten. Wij denken dat Jezus ook de wet van Mozes aan het kruis heeft genageld - dat Hij de wet vervulde en daarmee deze weg deed. Aan de andere kant, sommige niet-joodse christenen in onze tijd willen dat wij terugkeren naar het houden van de Joodse heilige dagen. Messiasbelijdende gemeenten zijn gevuld met heidenen die daaraan voldoen op vrijdagavond.

Ze eten koosjer voedsel en letten op vele van de 613 wetten van Mozes als ze kunnen. Een andere christelijke denominatie aanbidden op zaterdag en dringt er bij hun mensen op aan om hun eigen gestileerde versie van de Mozaïsche wet na te leven.

Sommige Joodse gelovigen in “Yeshua Ha Meshiach” (Jezus de Messias) prediken dat de Jezus zoals aanbeden door de meeste christelijke denominaties van vandaag niet dezelfde Jezus is van het Nieuwe Testament. Zij beweren dat de Jezus die we aanbidden een heidens verzinsel is dat niet eens lijkt op de originele Jezus van Nazareth. Ik heb gelezen van een joodse schrijver die beweerde dat we allemaal afgodendienaars waren en dat Yeshua (Jezus) ons allemaal in de hel zal gooien wanneer Hij komt!

Zo woeden de argumenten voort!

Het is juist die wet ten opzichte van Genade wat een diepe en moeilijk te begrijpen leer geeft, en ook moeilijk is om uit te leggen. Echter, misschien kunnen we helpen om het probleem in het juiste perspectief te zien. Laat ik beginnen met in de eerste plaats te zeggen dat de wet van Mozes nooit het eeuwige leven heeft aangeboden. Verbaasd? Sta mij toe om het uit te leggen.

In Numeri 25:12; maakt God een verbond met de Levitische priesterschap: “Zie, Ik geef hem Mijn verbond van vrede:” Het Hebreeuwse woord voor “vrede” is shalom ouka. Maar het is gespeld met een gebroken vav u.
Het verbond met Abraham

Voordat er sprake was van een Mozes, was er een man genaamd Abraham. Voordat er een Mozaïsch verbond was, was er een verbond met Abraham dat het eeuwige leven aanbood:

"“Ik zal Mijn verbond maken tussen Mij, u en uw nageslacht na u, al hun generaties door, tot een eeuwig (Okug) verbond, om voor u tot een God te zijn, en voor uw nageslacht na u.” (Gen. 17:7).

Het is een feit dat dit eeuwig verbond automatisch de belofte aanbiedt van het eeuwige leven. De Hebreeuwse term, vertaald “ooit (zoals in altijd)”, “van de oude,”‘altijd’, “eeuwigdurende” of ‘eeuwige’, is Olam okug, 384 keer gebruikt in het Oude Testament met de ‘Vav u’ en 33 keer als Olam OKG, zonder de ‘Vav u’. In elk geval lijkt het te verwijzen naar de eeuwigheid, of een eeuwig bestaan, niet gebonden aan tijd. Het wordt dertien keer gebruikt in het boek Genesis. Elf van die verwijzingen maken gebruik van een ‘Vav u’ in de spelling. De ‘VAV u’ lijkt te verwijzen naar een goddelijke verbinding (VAV u betekent ‘haak’). Het lijkt een spirituele verwijzingen naar de Messias, want zonder Hem; zouden we geen enkele kans hebben om met de hemel verbonden te zijn.

Mis niet het belang van deze. Het hele Nieuwe Testament is gebaseerd op het verbond met Abraham. Het Nieuwe Testament is niet gerelateerd aan de Mozaïsche wet van het Oude Testament. Het Nieuwe Testament is geen herzien Oud Testament. Het is totaal anders.

Ik moet toegeven, dat voor het grootste deel van mijn leven ik dacht dat dit wel zo was. Ik dacht dat het Nieuwe Testament de vervanging was van de Wet van Mozes. Ik had het mis. Het Nieuwe Testament is de leer van de verlossing door genade en niet gerelateerd aan de Wet van Mozes. Dat is wat de apostel Paulus schreef in zijn brieven aan de Romeinen en aan de Galaten en ook staat in de Hebreeënbrief.

Deze controversiële passages waren eigenlijk Paulus zijn uitleg aan een joodse cultuur, dat hun heil niet afhankelijk was van het Mozaïsche Verbond, maar veeleer terug gaat op het verbond met Abraham!

Als het Nieuwe Testament werd geschreven, Mattheüs introduceert het hele onderwerp van het eeuwige leven door Jezus Christus met aan te kondigen dat Hij de “Zoon van David” en de “zoon van Abraham” is. Er is geen melding gemaakt over Mozes of over zijn wet.

Jezus is de vervulling van het verbond met Abraham, die werd verlengd tot David. Mattheüs zijn genealogie van Christus begint met Abraham. Mattheüs ging in de genealogie niet terug tot Adam, zoals Lucas, omdat het onderwerp van het eeuwige leven terug gaat tot op Abraham.

De eerste vijf boeken van de Bijbel (Genesis tot en met Deuteronomium) worden over het algemeen beschouwd als zijnde de Mozaïsche wet. Maar als je ze zorgvuldig zal overwegen, zal je merken dat de Mozaïsche wet pas werd geïntroduceerd in Exodus - en niet in Genesis.

Genesis introduceert het verbond met Abraham. Dat is het verbond, waarop zelfs de Joden hun begrip baseren van het eeuwige leven. Wanneer een Jood bidt sluit hij zijn gebed af in de naam van Abraham - niet in de naam van Mozes (we sluiten onze gebeden in de naam van Jezus). Wanneer een Jood stierf, ging hij naar Abrahams schoot - niet aan de boezem van Mozes. Het paradijs werd geplaatst onder de hoede van Abraham - niet van Mozes.

De naam van de hemel lijkt te zijn een afgeleide van Hebron, de locatie van het graf van Abraham, Isaäk en Jakob. Abraham kocht een grot in Hebron, wat betekent, “plaats van hereniging.”

Genesis 23:19 zegt: “Daarna begroef Abraham zijn vrouw Sara in de grot op de akker van Machpela, tegenover Mamre - het tegenwoordige Hebron - in het land Kanaän.”

Nogmaals, Genesis 25:10 zegt: “op het land dat Abraham van de Hethieten gekocht had. Daar werd Abraham begraven, en zijn vrouw Sara.”

Hebron werd de hoofdstad van Israël onder David voor de eerste zeven jaar van zijn regeerperiode. David verplaatste het vervolgens naar de hoofdstad Jeruzalem. Hebron was een “plaats van hereniging” totdat het koninkrijk werd verplaatst naar Jeruzalem. Op gelijke wijze, wordt de “schoot van Abraham” in verband gebracht met de toekomstige eeuwige stad, het Nieuwe Jeruzalem. Met Zijn dood en opstanding, verplaatste Jezus de gelovigen van het Oude Testament als Abraham’s schoot rechtstreeks naar de hemel. De namen van de twaalf stammen zijn geschreven op de hemelpoort.

Mattheüs 8:5-13, geeft het verhaal weer van een heiden, die tot Jezus kwam op zoek naar genezing voor zijn knecht. De heiden was een Romeinse centurion. Toen Jezus hem vertelde dat hij zou komen om zijn knecht te genezen, zei de niet-Joodse man: “Heere, ik ben het niet waard dat U onder mijn dak komt; maar spreek slechts een woord, en mijn knecht zal genezen zijn.” (vers 8).

Toen Jezus hoorde wat de Romeinse centurion verklaarde, zei Hij: “ Voorwaar, Ik zeg u: Ik heb zelfs in Israël zo’n groot geloof niet gevonden.” (vs. 10).

De volgende verklaring is gebaseerd op het verbond met Abraham, en niet op het Mozaïsche Verbond. Houd in gedachten, dat de heiden een “groot geloof” tentoonspreidde maar nog nooit de wet van Mozes had gehouden. Jezus vervolgde met deze verrassende uitspraak:

“Maar Ik zeg u dat er velen zullen komen van oost en west en zij zullen aan tafel gaan met Abraham, Izaäk en Jakob in het Koninkrijk der hemelen,” (vers 11).

Mozes wordt zelfs niet eens genoemd. Het koninkrijk van de hemel is gebaseerd op het verbond met Abraham, en doorgegeven via zijn nageslacht - Isaäk, Jakob, enz. Ja, Mozes zal er zijn in het koninkrijk van de hemel, maar niet omwille van zijn wet. Mozes zal er zijn, omdat hij geloofde in het verbond met Abraham! En zo zal Samuël, en Jesaja, Jeremia, Daniël, Jona, en Ezechiël er zijn, en al de anderen!

Jezus sluit de heidenen in “uit het oosten en het westen” die zullen deelnemen samen met Abraham aan het koninkrijk der hemelen. Die heidenen zullen er niet komen omdat ze zich hebben gehouden aan de Mozaïsche verordeningen. Ze komen er wel door te vertrouwen op dat deel van het verbond met Abraham, die beloofde, dat “God zal Zichzelf voorzien van het lam ” (Genesis 22:8).

Als we aankomen bij het einde van het Nieuwe Testament, zullen we zien dat “De Openbaring van Jezus Christus” het Lam onthult als de Heiland! Johannes schrijft:

“En ik zag, en zie: te midden van de troon en van de vier dieren en te midden van de ouderlingen stond een Lam als geslacht,....” (Openbaring 5:6).

Kijk rond in de troonzaal. Zie je een verwijzing naar het Mozaïsche Verbond? Nee Gedurende het gehele boek Openbaring is er slechts één vermelding van Mozes. En die verwijzing is naar het Lied van Mozes, niet naar zijn wet (Openbaring 15:3).

In de laatste hoofdstukken van Openbaring, is Christus afgebeeld steeds maar weer als het Lam.

De Heilige Stad Nieuwe Jeruzalem behoort tot het Lam! Johannes is genomen om de “de vrouw van het Lam” te zien (Openbaring 21:9). Op het fundament van de stad zijn geschreven de namen van de “twaalf apostelen van het Lam” (v. 14). “En de stad heeft de zon en de maan niet nodig om haar te beschijnen, want de heerlijkheid van God verlicht haar, en het Lam is haar lamp.” (v. 23). De mensen die er wonen hebben hun namen geschreven in de “in het boek des levens van het Lam” (vs. 27). “De troon van God en van het Lam zal daar zijn, ” (Openbaring 22:3).

Dit is het Lam van het verbond met Abraham. Het was Abraham die “verwachtte de stad die fundamenten heeft, waarvan God de Bouwer en Ontwerper is.” (Hebreeën 11:10).

Deze verbazingwekkende uitspraak over het geloof van Abraham is de sleutel tot het begrijpen van het begrip van het eeuwige leven. Het geloof van Abraham is het fundament waarop de leer van het eeuwige leven is gebaseerd en in het Nieuwe Testament wordt beschreven.

Toen Jezus stierf op Golgotha, maakte Hij het geloof van Abraham beschikbaar voor allen - met inbegrip van de heidenen. Bovendien werden de joden in de eerste plaats nooit gered door de wet! Zij baseerden hun hoop op eeuwig leven, door het geloof in de beloften aan Abraham!

Natuurlijk, waren in de eerste eeuw veel Joden zo doordrenkt van de wet van Mozes, dat ze de boodschap van redding niet konden begrijpen, de boodschap van alleen door het geloof in de beloften van Abraham.

Johannes 9:28 wijst op dat probleem: “Zij dan scholden hem uit en zeiden: U bent een discipel van Hem, maar wij zijn discipelen van Mozes.” Zij baseerden hun hoop op eeuwig leven op de Mozaïsche wet, in plaats van op het geloof van Abraham.

Eerder had Jezus hun probleem uitgelegd, in Johannes 7:19, Jezus zei: “Heeft Mozes u niet de wet gegeven? En niemand van u doet de wet.” De wet kan niet redden. Het is onmogelijk om die te houden. Alleen Jezus hield die perfect. Hij hoefde niet te worden gered. Hij was de Godheid. Hij was de Schepper. Hij was de Jehova van het Oude Testament. Hij was de erflater - degene die het oorspronkelijk verbond met Abraham sloot.

In Handelingen 3 riep Petrus de Joden daartoe op, na de genezing van de verlamde man bij de poort van de tempel. Hij begon zijn preek met de woorden: “De God van Abraham, en Izaäk en Jakob, de God van onze vaderen, heeft Zijn Zoon Jezus verheerlijkt ...” (Handelingen 3:13). Hij verwees niet naar de God van Mozes, maar richte de aandacht van de mensen naar de grondslag van hun hoop op het eeuwige leven. Hij sprak over de God van Abraham!

Toen Stefanus het Sanhedrin toesprak, opende hij zijn preek met de ontmoeting van Abraham met God: “Mannenbroeders en vaders, luister! De God der heerlijkheid verscheen aan onze vader Abraham,” (Hand. 7:2). Stephen begon met het fundament van hun geloof - het verbond met Abraham.

Toen Paulus voor het eerst predikte in Antiochië in Pisidië, sprak hij het volk toe als volgt, “Mannenbroeders, kinderen van het geslacht van Abraham....” (Handelingen 13:26). De boodschap van Paulus was de mensen terug te brengen naar het fundament van hun geloof - Abraham.

De brief aan de Romeinen werd geschreven om de Joden in Rome uit te leggen dat hun loyaliteit niet aan de wet van Mozes moest zijn, en ook nooit de basis was geweest als hun hoop op eeuwig leven. Hij toonde hen aan dat de wet slechts bestond voor het enige doel; voor het blootstellen van hun zonden. De wet bood slechts een vloek.

Toen Paulus de basis van het eeuwige leven illustreerde, gebruikte hij het geloof van Abraham om dat te doen. In Romeinen 4, liet Paulus zien hoe Abraham werd gered door het geloof lang voordat er een wet was. In feite was Abraham gered door het geloof lang voordat hij werd besneden! Het verbond van de besnijdenis was niet de basis van het verbond met Abraham - het geloof was dat!

“Wat zullen wij dan zeggen dat Abraham, onze vader, wat het vlees betreft verkregen heeft?”

“Wat zullen wij dan zeggen dat Abraham, onze vader, wat het vlees betreft verkregen heeft?”

“Want wat zegt de Schrift? En Abraham geloofde God, en het is hem tot gerechtigheid gerekend.” (Romeinen 4:1-3).

Om te laten zien dat de beloften die God aan Abraham gegeven niet waren gebaseerd op de Wet van Mozes, werden de onbesneden heidenen opgenomen:

“Geldt deze zaligspreking nu alleen voor besneden mensen of ook voor onbesneden mensen? Wij zeggen immers dat aan Abraham het geloof gerekend is tot gerechtigheid.” (Rom. 4:9).

Niet alleen was Abraham de vader van het Jodendom, maar ook van de heiden uit het christendom (en geënt op de stam Israël):

“en om een vader te zijn van hen die besneden zijn, voor hen namelijk die niet alleen besneden zijn, maar die ook wandelen in de voetsporen van het geloof van onze vader Abraham dat hij had, toen hij nog onbesneden was.” (Rom. 4:12).

De basis voor de hele leer van het eeuwige leven is niet gebaseerd op Mozes, maar op Abraham. Paulus stelt het op deze manier in Rom. 4:13:

“Want niet door de wet is de belofte aan Abraham of zijn nageslacht gedaan dat hij een erfgenaam van de wereld zou zijn, maar door de gerechtigheid van het geloof.”

Het verbond met Abraham werd uitgebreid tot de heidenen, want dat was een van de belangrijkste doelstellingen van het convenant om mee te beginnen. In Genesis 22:18, werden de heidenen opgenomen in het verbond van Abraham. “in uw Nageslacht zullen alle volken van de aarde gezegend worden, omdat u Mijn stem gehoorzaam geweest bent.”

Nogmaals, in Genesis 26:4, is dezelfde belofte gegeven: “Ik zal uw nageslacht zo talrijk maken als de sterren aan de hemel en uw nageslacht al deze landen geven. In uw nageslacht zullen alle volken van de aarde gezegend worden.”

Het verbond van Abraham is de overheersende convenant - niet het verbond van Mozes. In Galaten 3:13-14, is Paulus heel duidelijk over onze basis voor het eeuwige leven:

“Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek van de wet door voor ons een vloek te worden, want er staat geschreven: Vervloekt is ieder die aan een hout hangt,”

“opdat de zegen van Abraham in Christus Jezus tot de heidenen zou komen, en opdat wij de belofte van de Geest zouden ontvangen door het geloof.”

Merk op dat Paulus verwijst naar de wet van Mozes als een veroordelende factor, niet een reddende factor. Hij noemde het “de vloek van de wet.” Dat was het doel van de wet vanaf het begin. Het bleek te zijn de vloek van de zonde, maar was geen methode tot bevrijding. De wet en de offers wezen allemaal naar Christus - als de enige verlossende factor - en Christus biedt het eeuwige leven door het verbond met Abraham, en niet door de Mozaïsche Verbond. Bovendien, Paulus zegt dat niemand ooit - ooit - ooit kan nietig verklaren het verbond met Abraham. Het is nog steeds actief tot op deze dag!

“Broeders, ik spreek op menselijke wijze: Zelfs een verbond van mensen dat rechtsgeldig is geworden, stelt niemand terzijde of voegt daar iets aan toe. ”

“Welnu, zo zijn de beloften aan Abraham en aan zijn nageslacht gedaan.” (Galaten 3:15,16).
De Orde van Melchizedek

Ons is vertelt in de Hebreeën-brief dat Christus een Hogepriester is naar de ordening van Melchizedek, aan wie Abraham tienden betaalde. Melchizedek was een priester die leefde in de dagen van Abraham, niet Mozes. Bovendien, zelfs Levi (vader van de Levitische priesterschap onder de Mozaïsche wet) betaalde tienden aan Melchizedek:

“En - om zo te zeggen - ook Levi, die tienden neemt, heeft door Abraham tienden gegeven.”

“Want hij was nog in het lichaam van zijn vader, toen Melchizedek hem tegemoetging.” (Hebreeën 7:9,10).

Volgens de verhandeling aan de Hebreeën, is Christus niet gerelateerd aan de Levitische priesterschap onder de Mozaïsche wet, maar met het priesterschap van Melchizedek en het verbond met Abraham.
De leermeester

Laten we nu eens kijken naar het unieke doel van de Mozaïsche wet. In Gal. 3:24, is de wet van Mozes geïntroduceerd als een leermeester:

“Zo is dan de wet onze leermeester geweest tot Christus, opdat wij uit het geloof gerechtvaardigd zouden worden.”

Het werk van de “leermeester” stelt ons in staat het Thora ontwerp te detecteren in de pagina’s van het Nieuwe Testament. Bijvoorbeeld, zoals Mattheüs het leven van Christus verdeelt in vijf delen, die overeenkomen met de thema’s die we vinden in Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium. Dit kader voor het evangelie toont de “leermeester” of onderwijs aan over het aspect van de wet van Mozes die te zien is in de Goddelijke ontwerp. Ook Matteüs, Marcus, Lucas, Johannes en Handelingen lijken het ontwerp te zijn van een soortgelijke Thora.

De zeven lampen van de Mosaïsche menora kan worden gezien in het Nieuwe Testament - met name in het boek Openbaring. Waarom? Omdat de wet een leraar is of “leermeester.”

Het ingewikkelde ontwerp werk van de Almachtige God kan worden gezien door de Mozaïsche wet. Het bewijs dat de Bijbel alleen kan zijn geschreven door God en kan worden gezien in het Thora ontwerp. Dat is het doel van de Mozaïsche wet. Het is een les om het Goddelijke handwerk van God te bewijzen.

De Tabernakel, joodse gebedsmantel en andere oudtestamentische typen, bieden een prachtig uitzicht op de heerlijkheid van ons geloof, maar die dingen zijn gewoon leraren (leermeesters) om ons te wijzen op het geloof in Christus. Ze zijn niet de basis van het heil. Alleen het geloof in het Lam en de belofte aan Abraham kunnen eeuwig leven brengen.

Als u niet zeker bent van uw eeuwige bestemming, neem dan een moment om te bidden. Bekeer u van uw zonden. Vertel de Heer, dat u weet dat uw een zondaar bent. Vraag Hem u te vergeven en je ziel redden.

Ga naar de kerk. Loop door het gangpad naar voren tijdens de uitnodiging en vertel de pastor dat u Christus aanneemt als uw Verlosser. Voeg u door de doop bij de gelovigen om zo lid te worden van de gemeente.


Van harte stem ik in met het bovenstaande er is maar één weg en dat is Christus.
Persoonlijk denk ik echter dat er niks mis mee is als men zich aan regels van de Tora wil houden voor zover dat mogelijk is, omdat we niet meer in het land en een theocratie leven.
We hoeven b.v. niet meer naar Jeruzalem. Immers zegt Jezus dat de genadetijd een tijd is waar de Vader van overal zal aanbeden worden.

We houden ons ook vrijwillig aan grote delen van de Tora zonder dat daar enige discussie over is. Ja als je het niet doet voel dat zelfs niet goed.

Er zeer wijze lessen uit te halen uit deze voorschriften, ja waar zelfs bij veronachtzaming daarvan, b.v. de reinigingsvoorschriften dit veel ziekte voortbrengt, en men slechts na eeuwen er achter kwam dat we ons eraan moeten houden dat dit een vereiste is. Kijk maar eens als vluchtelingenkampen dit veronachtzamen er onmiddellijk ziektes heersen.
Ook mag je alles eten maar niet alles is gezond zien we nu wel in. Je mag dieren niet voederen met de eigen beenderen-meel dan ontstaat er BSE. Staat in de Tora.

De zondag is de aanbiddingsdag waarop de gemeente Christus eert, maar geen Sabbat. Men leest in veel kerken wel de Tien Geboden voor en is men de zondag gaan behandelen als een Sabbat. Het staat nergens.
Waarom zouden we het verwerpelijk vinden als we de feesten van de Heer zouden vieren op de juiste wijze en op de juiste datum, feesten die profetie in zichzelf zijn. Wat is daar mis mee?
Waarom heeft de kerk het Kerstfeest het belangrijkste feest laten worden, belangrijker als de Sedermaaltijd waarin het lijden en sterven van Christus wordt herdacht? Dat is een feest waar de wereld niets mee heeft.
Zo maar een paar tegenwerpingen op de stelling dat de Tora geen betekenis meer zou hebben. Nee geen betekenis voor de redding en genade, maar wel voor de menselijke samenleving op aarde.

Ga naar les 6 De leer van de Grote Sabbat

Ga naar les 8 Jij bent een profetie

Bron: Dispensationalism and the Menorah | Prophecy In The News