De grote verdrukking.

De laatste periode voor het vredesrijk



Een van de perioden is die van de grote verdrukking. (Matth. 24:11). De laatste jaarweek van Israël in de oude bedeling. Naar mijn overtuiging maakt de gemeente dit niet helemaal mee, want er staat in Openb. 3:10 "Omdat gij het bevel bewaard hebt om Mij te blijven verwachten, zal ook Ik u bewaren voor de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal". De kerk heeft altijd geleerd dat ons een oordeelsdag staat te wachten. Is dat de reden waarom er zo weinig wordt gesproken over de komst van de Heer? Dat is dan niet verwonderlijk. We gaan toch niet met blijdschap naar een grote verdrukking en oordeel uit zien.
In de laatste kerk van Laodicéa zal er weinig belangstelling zijn voor dit werk van de Heer. Het is een periode voor de kerk waar veel materiële zaken de belangstelling van de gelovigen zal bezig houden. Wij zijn rijk. Maar waar is de schat van de gelovige hier op aarde of in de hemel? Hoe is onze wandel en handel, verlangen we naar de komst van de Heer en bereiden we ons daar op voor, of is de baan, het huis of het huwelijk belangrijk?
De Here waarschuwt ons daarvoor in de gelijkenis van Lucas 14:16; "Hij zeide tot hem: Iemand richtte een grote maaltijd aan en nodigde velen. En hij zond zijn slaaf uit tegen het uur van de maaltijd om tot de genodigden te zeggen: Komt, want het is nu gereed. En zij begonnen zich allen opeens te verontschuldigen. De eerste zeide tot hem: Ik heb een akker gekocht en ik moet die noodzakelijk gaan bezien; ik verzoek u, houd mij voor verontschuldigd. En een ander zeide: Ik heb vijf span ossen gekocht en ik ga die keuren; ik verzoek u, houd mij voor verontschuldigd. Weer een ander zeide: Ik heb een vrouw getrouwd en daarom kan ik niet komen. En de slaaf kwam terug en berichtte zijn heer deze dingen. Toen werd de heer des huizes toornig en zeide tot zijn slaaf: Ga aanstonds de straten en stegen der stad in en breng de bedelaars en misvormden en blinden en lammen hier".

Toen de Heer voor de eerste keer op de aarde kwam, zou toen het vredesrijk komen? Nee, want de engelen zongen in de velden van Ephrata dat de vrede op aarde was gekomen bij mensen des welbehagen, en duiden daar mee aan dat de vrede nog niet voor alle mensen was gekomen.
Nee, voor de uitverkorenen was er vrede met G’d en voor deze mensen van welbehagen kwam er vrede tussen hun en G’d. Het aardse vredesrijk is er nog niet, want wat zegt de Heer in Lucas 12:49-51; Vuur ben Ik komen werpen op de aarde en wat is mijn wil, als het reeds ontstoken is? Ik moet gedoopt worden met een doop, en hoe beklemt het Mij, totdat het volbracht is. Meent gij, dat Ik gekomen ben om vrede op aarde te brengen? Neen, zeg Ik u, veeleer verdeeldheid. Want van nu aan zullen vijf in een huis verdeeld zijn, drie tegen twee en twee tegen drie. Zij zullen verdeeld zijn, vader tegen zoon en zoon tegen vader, moeder tegen dochter en dochter tegen moeder, schoonmoeder tegen haar schoondochter en schoondochter tegen schoonmoeder.

Hoe moeten wij de Heer verwachten? Wel wordt vaak gezegd; als een dief in de nacht, stil, heimelijk, ineens wanneer we Hem niet verwachten.
Dit vlgs. Matth. 24:42,43; Maar weet dit: Als de heer des huizes geweten had, in welke nachtwaak de dief zou komen, hij zou gewaakt hebben en in zijn huis niet hebben laten inbreken. Daarom, weest ook gij bereid, want op een uur, dat gij het niet verwacht, komt de Zoon des mensen.
Maar wie is die heer waarover de Heiland spreekt en welk huis? Wel de heer dat is niet een gelovige naar de "Satan" en het "huis" is de aarde waar wij nog zijn. Wij zijn nog onder de heerschappij van deze vorst en als die wist wanneer wij zouden worden opgenomen; hij zou dit willen verhinderen met alle middelen die hem ter beschikking staan.

Lucas 21:28; zegt, Wanneer deze dingen beginnen te geschieden, richt uw op en heft uw hoofden omhoog, want uw verlossing genaakt.
Waar moeten we naar uitkijken? Naar de tijd van het oordeel? We deinzen daar juist voor terug, deze periode van de Dag des Heren, het oordeel over hen die niet willen luisteren naar Zijn stem.
Wat zegt dan Openbaring 13:7? En hem werd gegeven om tegen de heiligen oorlog te voeren en hen te overwinnen; en hem werd macht gegeven over elke stam en natie en taal en volk. Dus al deze mensen zullen worden overwonnen, gedood en verwijderd van deze aarde, dit zijn de heiligen uit de grote verdrukking.
Is dat iets om naar uit te zien? Nee absoluut niet, maar wij zullen kracht ontvangen en wij mogen uitzien naar de opname wanneer die dan ook mag plaats vinden, dan gaat de gemeente naar de hemel en is dan al in de hemel tijdens het eindoordeel.

Wat zegt de schrift daarover. In Openb. 6:16,17 lezen we over de toorn van G'd (in het Grieks ~orgè~), en verderop in hfst. 11:18 en 14:10 en 16:19 en 19:15. In heel die periode gaat de toorn van God over de mensheid. “De grote verdrukking”.
Nu zijn er ander schriftgedeelten die zeggen dat de gemeente bewaart wordt voor de komende Toorn.
Rom. 5:9: “Veel meer zullen wij derhalve, thans door zijn bloed gerechtvaardigd, door hem behouden worden van de toorn.” (orgè)
1 Thess. 1:10: “en uit de hemelen zijn Zoon verwachten, die Hij uit de doden opgewekt heeft, Jezus die ons verlost van de komende toorn.” (orgè).
1 Thess. 5:9: “want God heeft ons niet gesteld tot toorn, (orgè) maar tot verkrijging van zaligheid.”
Openb. 3:10: “Omdat gij het bevel bewaard hebt om mij te blijven verwachten, zal ook ik U bewaren voor de verzoeking, die over de gehele wereld komen zal.” Alle citaten NBG vert.

Het is verbazingwekkend dat het bloed van Christus echt vrij maakt, zondeloos en daarom aan de toorn van G'd onttrokken. De christen heeft alleen de wraak van de Satan en zijn trawanten te vrezen. De verdrukking heeft twee doelen. Eerst de toorn van G'd over hen die de genade afwijzen en het herstel van Israël.
De gemeente heeft de genade aanvaard door het geloof en hoeft niet te worden herstelt.

In Matth. 25:14; geeft de Heer een gelijkenis over zijn koningschap en wat daaraan vooraf gaat. Hier staat: “Want het is als een mens, die bij zijn vertrek naar het buitenland zijn slaven riep en hun zijn bezit toevertrouwde. En de een gaf hij vijf talenten, een ander twee, een derde een, een ieder naar zijn bekwaamheid, en hij reisde buitenslands. Terstond ging hij, die de vijf talenten ontvangen had, op weg, en hij deed er zaken mede en verdiende er vijf bij. Evenzo verdiende hij, die de twee talenten had, er twee bij. Maar hij, die het ene talent ontvangen had, ging heen en groef een gat in de grond en verborg het geld van zijn heer. En na lange tijd kwam de heer van die slaven en hield afrekening met hen”.
Vertrek naar het buitenland, staat gelijk aan de hemelvaart, de lange tijd is de periode van Zijn verblijf in de hemel en “kwam” met de wederkomst van de Heer, De afrekening staat gelijk aan de scheiding van de volken uit Matt. 25:32. Dan komt het oordeel over de volken en worden de vijanden verwijderd.

Een andere gelijkenis gaat over hetzelfde onderwerp. Lucas 19:12; “Hij zeide dan: Een man van hoge geboorte trok naar een ver land om voor zich de koninklijke waardigheid in ontvangst te nemen en daarna terug te keren. En hij riep tien van zijn slaven en gaf hun tien ponden en zeide tot hen: Drijft handel, totdat ik terugkom. Doch zijn burgers haatten hem en zonden hem een gezantschap achterna met de boodschap: Wij willen niet, dat deze koning over ons wordt. En het geschiedde, toen hij terugkwam, nadat hij de koninklijke waardigheid verkregen had, dat hij die slaven, aan welke hij het geld gegeven had, bij zich liet roepen om te weten, wat ieder met zijn handel bereikt had. En de eerste verscheen en zeide: Heer, uw pond heeft tien ponden winst gemaakt. En hij zeide tot hem: Voortreffelijk, goede slaaf; omdat gij in het minste getrouw geweest zijt, heb gezag over tien steden. De tweede kwam en zeide: Uw pond, heer, heeft vijf ponden opgebracht. Hij zeide ook tot hem: En gij, wees heer over vijf steden. En de volgende kwam en zeide: Heer, hier is uw pond, dat ik in een doek weggeborgen en bewaard heb. Want ik was bang voor u, omdat gij een streng mens zijt; gij neemt weg wat gij niet hebt uitgezet en gij maait wat gij niet gezaaid hebt. Hij zeide tot hem: Uit uw eigen mond zal ik u oordelen, slechte slaaf. Gij wist, dat ik een streng mens ben, die wegneemt wat ik niet heb uitgezet en maai wat ik niet gezaaid heb. Waarom hebt gij dan mijn geld niet bij de bank gegeven? Dan zou ik het bij mijn komst met rente opgevraagd hebben. En hij zeide tot diegenen, die bij hem stonden: Neemt hem het pond af en geeft het hem, die de tien ponden heeft. En zij zeiden tot hem: Heer, hij heeft al tien ponden. Ik zeg u, aan een ieder, die heeft, zal gegeven worden, en hem, die niet heeft, zal ontnomen worden ook wat hij heeft.
Doch die vijanden van mij, die niet wilden, dat ik over hen koning werd, brengt hen hier en slacht ze voor mijn ogen”.

Dit is niet de beoordeling van de gemeente maar het oordeel over de volken van Matth. 25.
Jezus zal dan recht spreken “ter oorzake van mijn volk” Joël 3:2.

Komt Jezus ons ophalen voor de 7 jaren van verdrukking of halverwege dat tijdperk? Dat is niet goed te lezen in de bijbel. Dat is juist het onzekere. Wat wel zeker is dat wanneer de rampen komen die de wereld zullen veranderen wij niet meer op aarde zijn.
Verder zegt Jezus in de brief aan de gemeente van Philadelphia, dat hij degene die hem blijft verwachten zal bewaren UIT (St.vert.) de ure der verzoeking die over de gehele wereld komen zal. De N.B.G vert. heeft hiervoor de vert. VOOR en de Groot nieuws bijbel heeft de vertaling DOOR. In de grondtekst staat het woord “ek” en de betekenis is, uit, (uit .. vandaan). Zoals uit Egypte roepen. Dat kan dus betekenen dat lopende de periode Yeshua ons komt halen.

Hoe dat gaat staat in Thess. 4:16; want de Here zelf zal op het teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan; en daarna zullen wij, levenden, die achterbleven, samen met hen in een oogwenk weggevoerd worden, den Here tegemoet in de lucht, en zo zullen wij altijd met den Here wezen.
1 Cor. 15:51-53; Zie, ik deel u een geheimenis mede. Allen zullen wij niet ontslapen, maar allen zullen wij veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, bij de laatste bazuin, want de bazuin zal klinken en de doden zullen onvergankelijk opgewekt worden en wij zullen veranderd worden.

Er zijn er ook die de opname wel verwachten maar dan aan het eind van de verdrukking, die kunnen eigenlijk de gedachte niet verdragen dat Juda weer in de verdrukking komt, na zoveel eeuwen van ellende. Dit baseert men op de tekst van 1Cor. 15:52; bij het geklank der laatste bazuin, in plaats van ener bazuin, en men stelt die dan gelijk met de laatste bazuin in het boek Openb. Er is echter een verschil in het voorgaande staat namelijk dat het een bazuin G'ds is. En deze bazuin is geen oordelende bazuin maar een feestbazuin. De kinderen van G'd ontmoeten de Heiland. Verder komen na de zevende bazuin nog meer plagen, de zeven schalen van de gramschap en het oordeel over Babylon.
Het Lam heeft dan al op de berg Sion gestaan met de honderd vier en veertig duizend. Zodat als men die bazuin dan ziet als de laatste bazuin van de Dag des Heren, er altijd nog een periode overblijft en dus de opname niet tot het laatst kan uitblijven.
Even terzijde iets over de uitdrukking van de Dag des Heren. De kerk van Rome is er toe over gegaan om de zondag de “Dag des Heren”, te noemen. Alleen in de bijbel wordt deze term gebruik voor de periode dat het laatste oordeel van de Heer over de aarde gaat.
Dan nog iets over het woord, “weggevoerd” worden. In de tekst staat een woord dat staat voor: “rukte uit” en werd gebruik in die tijd voor het begrip dat, als een gouverneur de stad uit ging om de keizer te ontmoeten met hem samen te zijn en dan vervolgens met hem terugkeerde naar de stad. En dat is precies wat er gaat gebeuren. De gemeente verlaat de aarde om de Heiland te ontmoeten om vervolgens weer terug te keren naar de aarde bij de wederkomst.

Er zijn uitleggingen die de opname verwachten voor de verdrukking en er zijn er die dit in de verdrukking verwachten en er zijn mensen die dit zelfs aan het eind van de verdrukking verwachten. Zelf ben ik van mening dat de gemeente de voorbereiding tot de verbreking van de zegels mee kan maken, maar de toorn niet. We hebben in het voorgaande al gewezen op de schriftgedeelten waarin wordt gezegd dat we juist bewaard worden voor de komende toorn. Nee de Heiland kan niet toornen tegen zijn eigen lichaam/bruid en zal deze eerst in veiligheid brengen voordat het einde komt. Verder lezen we in 1Thess. 1:10 dat Jezus ons zal bewaren voor de komende toorn. Openb. 6:17 zegt; want de grote dag van hun toorn is gekomen en wie kan bestaan?

Over het tijdstip van de opname van de gemeente, wordt dus verschillend gedacht. Wel is het voor velen zeker dat deze opname voor de wederkomst van Christus zal plaats vinden.
Als we lezen in Openb. 13-10, “dat de heiligen in die tijd van verdrukking of in gevangenschap zijn dan wel onthoofd zijn”, is het wel duidelijk dat voor een vreedzaam tezamen zijn geen sprake kan zijn, zoals Jezus in Matt. beschrijft, twee aan het werk, of twee aan het onderweg zijn. Een tijd van vrede, tussen diegene die, “van Christus” zijn en van, “die niet” bij hem horen. In de grote verdrukking zal dat niet zo zijn. Dan zal de haat van degene die het merkteken hebben aangenomen erg fel zijn tegen diegene die dat niet hebben gedaan. Ook allerlei tekenen die in de periode voor de wederkomst zijn dermate indrukwekkend dat dit degene die de bijbel kent niet kan ontgaan en hij precies kan zien hoe laat het is.
Denk daarbij aan de hemelvaart van de twee getuigen. Twaalfhonderd en zestig dagen later is de wederkomst van Christus. Het verbreken van het verbond door de antichrist ook dan drie en een half jaar later de wederkomst.

Na de opname zullen de kranten wel vol staan van verhalen over UFO’s en derg. en oproepen om waakzaam te zijn voor de aanval uit de ruimte.
De ontmoeting met Christus in de lucht is plotseling zonder teken vooraf. Als een dief in de nacht. Er gaat geen teken aan vooraf zodat we het kunnen zien hoe laat het is. Zeker voor de ongelovige zal het zijn of een dief de mensen heeft weggenomen.
Dit is in tegenstelling met de gedachte dat de opname aan het einde van de verdrukking zou zijn. Als we de tekenen uit het boek Openbaring zien dan weten we hoe laat het is. Als de antichrist de legers laat oprukken naar Jeruzalem, dan is de wederkomst aanstaande, niet de opname.
De periode met de antichrist is vol met signalen en tekenen. De periode voor de opname niet.

Matt. 24:36-42. “Want van die dag en van die ure weet niemand, ook de engelen der hemelen niet, ook de Zoon niet, maar de Vader alleen. Want zoals het was in de dagen van Noach, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn. Want zoals zij in die dagen voor de zondvloed waren, etende en drinkende, huwende en ten huwelijk gevende, tot op de dag, waarop Noach in de ark ging, en zij niets bemerkten, eer de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn. Dan zullen er twee in het veld zijn, een zal aangenomen worden en een achtergelaten worden; Twee vrouwen zullen aan het malen zijn met de molen, een zal aangenomen worden, en een achtergelaten worden. Waakt dan, want gij weet niet, op welke dag uw Here komt.”

Hoe waren de dagen van Noach?

Gen 6:5,6 Toen de Here zag, dat de boosheid des mensen groot was op de aarde en al wat de overleggingen van zijn hart voortbrachten te allen tijde slechts boos was, 6 berouwde het de Here, dat Hij de mens op de aarde gemaakt had, en het smartte Hem in zijn hart.

Wat was de grootste zonde van dat moment? De ongeremde seks tussen de mensen en totaal gebrek aan de noden van de naaste. Er was slechts eigenbelang wat er in de harten van de mens opkwam. “Ik leeft toch voor m’n eigen.”

Ook zegt Paulus dat in het laatste der dagen gelijke geslachten in liefde voor elkaar zullen ontbranden. Ook dat is een teken. Het is voor het eerst in de geschiedenis dat homoseksualiteit breed wordt aanvaard als gelijkwaardig aan andere vormen van partnerschap. Homoseksualiteit is er door de eeuwen heen geweest maar niet op dergelijke schaal als nu en vaak was dat verborgen.

2 Timótheüs 3:2-6. Weet wel, dat er in de laatste dagen zware tijden zullen komen: want de mensen zullen zelfzuchtig zijn, geldgierig, pochers, vermetel, kwaadsprekend, aan hun ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig, liefdeloos, trouweloos, lasteraars, onmatig, onhandelbaar, afkerig van het goede, verraderlijk, roekeloos, opgeblazen, met meer liefde voor genot dan voor God, die met een schijn van godsvrucht de kracht daarvan verloochend hebben; houd ook dezen op een afstand. Want tot hen behoren zij, die zich in de huizen indringen en vrouwtjes weten in te palmen, die met zonden beladen zijn en gedreven worden door velerlei begeerten.

Sekteleiders die vrouwen gebruiken voor hun eigen genoegens ook dit komt voor in onze dagen.
Hier zien we een portret van sekteleiders die in de naam van God mensen uit hun omgeving isoleren en er allerlei verderfelijke leer op los laten en meestal eindigen in seksueel misbruik. Maar ook in de pastorale hulp wordt misbruik gemaakt van mensen.
De hele wereld is gefocust op seks, de tv programma’s staan er bol van zelfs de reclame kan net zonder en is de porno industrie een welvarende tak geworden. In Amerika alleen al een omzet van 10 miljard dollar. Allerlei zonden worden gedoogd of bijval aan gegeven. Seks en moord is wat men als entertainment op het scherm brengt. Een fatsoenlijk verhaal verfilmen is er niet meer bij.

Maar God accepteerde dat in de dagen van Noach niet en doet dat ook nu niet.
> Rom, 1:18,19. Want toorn van God openbaart zich van de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van mensen, die de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden, daarom dat hetgeen van God gekend kan worden in hen openbaar is, want God heeft het hun geopenbaard.

Rom. 1:24-27. “Daarom heeft God hen in hun hartstochten overgegeven aan onreinheid, zodat bij hen het lichaam onteerd wordt. Zij immers hadden de waarheid Gods vervangen door de leugen en het schepsel vereerd en gediend boven de Schepper, die te prijzen is tot in eeuwigheid. Amen. Daarom heeft God hen overgegeven aan schandelijke lusten, want hun vrouwen hebben de natuurlijke omgang vervangen door de tegennatuurlijke. Eveneens hebben de mannen de natuurlijke omgang met de vrouw opgegeven, en zijn in wellust voor elkander ontbrand, als mannen met mannen schandelijkheid bedrijvende en daardoor het welverdiende loon voor hun afdwaling in zichzelf ontvangende.”

Nog een ander teken is de enorme geloofsafval die zich aan het voltrekken is, en waar dan iets anders voor in de plaats moet komen. Zie eens hoeveel mensen er met meerder stemmen in hun hoofd lopen. Oosterse religie de plaats hebben ingenomen en als klap op de vuurpijl bekeren zich steeds meer mensen tot de Islam.
1 Timótheüs 4:1. “Maar de Geest zegt nadrukkelijk, dat in latere tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, door dwaalgeesten en leringen van boze geesten te volgen.”

Jezus beloofde dat hij ons niet alleen zou laten en ooit weer terug zou komen. Hij wist alleen niet wanneer. Daar mochten de apostelen iets meer over zeggen. Paulus is opgetrokken geweest in de hemel. Hij weet niet hoe, maar wel dat hij daar is geweest en dingen heeft gehoord die hij niet allemaal mocht vertellen. Wel heeft hij sommige geheimen doorgegeven.
In de brief aan de Thessalonicenzen vertelt hij daarvan. 1Thess.4:15-18. “Want dit zeggen wij u met een woord des Heren: wij, levende, die achterblijven tot de komst des Heren, zullen in geen geval de ontslapenen voorgaan, want de Here zelf zal op een teken, bij het het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan; daarna zullen wij, levende, die achterbleven, samen met hen op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zo zullen wij altijd met de Here wezen. Vermaant elkander dus met deze woorden.”

Of in de brief aan de Corinthiërs. 1Corr. 15:51-55. “Zie, ik deel u een geheimenis mede. Allen zullen wij niet ontslapen, maar allen zullen wij veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, bij de laatste bazuin, want de bazuin zal klinken en de doden zullen onvergankelijk opgewekt worden en wij zullen veranderd worden. Want dit vergankelijke moet onvergankelijkheid aandoen en dit sterfelijke moet onsterfelijkheid aandoen. En zodra dit vergankelijke onvergankelijkheid aangedaan heeft, en dit sterfelijke onsterfelijkheid aangedaan heeft, zal het woord werkelijkheid worden, dat geschreven is: De dood is verzwolgen in de overwinning. Dood, waar is uw overwinning ~Dood, waar is uw prikkel~.”

Maar hij wist ook dat we de toorn van God tegen de mensheid niet zouden meemaken. Dat wordt steeds weer door hem herhaalt.
1 Thess.1:10. “Jezus die ons verlost heeft van de komende toorn.”
1 Thess. 5:9. “Want God heeft ons niet gesteld tot toorn, maar tot verkrijgen van zaligheid.”

In Rom 2:8 wordt vertelt wie die toorn dan wel moeten ondergaan.
“Maar hun die zichzelf zoeken, de waarheid ongehoorzaam en de ongerechtigheid gehoorzaam zijn, wacht toorn en gramschap. Verdrukking en benauwdheid zal komen over ieder levend mens die het kwade bewerkt. Eerst de Jood en ook de Griek.”

Wanneer komt die toorn?

Openbaring 6 zegt; “dat bij het verbreken van de zesde zegel de toorn van het Lam komt. Openb. 6:16 En zij zeiden tot de bergen en tot de rotsen: Valt op ons en verberg ons voor het aangezicht van Hem die gezeten is op de troon, en voor de toorn van het Lam; want de grote dag van hun toorn is gekomen en wie kan dan bestaan?”

Alle signalen staan op rood maar de mensheid dendert door totdat hun plotseling het verderf overvalt als in de dagen van Noach. Jezus heeft het gezegd; “de gelovige die zijn woord aanvaard zal behouden blijven.” Kies dan heden voor het leven.

Is de opname een wederkomst?

Nee dat is geen wederkomst van de Here maar een tegemoet gaan. Jezus zet zijn voeten niet op de Olijfberg, want het is een ontmoeting in de lucht.
Joh. 14:1-3. Uw hart worde niet ontroerd; gij gelooft in God, gelooft ook in Mij. In het huis mijner Vaders zijn vele woningen (anders zou Ik het u gezegd hebben) want Ik ga heen om u plaats te bereiden; en wanneer Ik heengegaan ben en u plaats bereid heb, kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat ook gij zijn moogt, waar Ik ben.
1Tess.4:17; “daarna zullen wij, levenden, die achterbleven, samen met hen in een oogwenk weggevoerd worden, den Here tegemoet in de lucht, en zo zullen wij altijd met den Here wezen”.
Dat is ook een aanwijzing dat de gemeente eerder naar Jezus gaat dan ten tijde van de wederkomst. Want de Here komt met al zijn heiligen (de gemeente) terug op de Olijfberg. Voor die tijd zal eerst het volgende gebeuren volgens Zach.14:2b; Dan zal de helft van de stad Jeruzalem in ballingschap gaan. 1290 dagen zal dat duren zegt Dan. 12:11, maar er zal ontkoming zijn, Dan.12:1-2, en Jer.30:7-8.

Voor deze uitlegging lezen we eerst twee passages waarin de Here spreekt over de verdrukking voor Jeruzalem Mattheüs 24:13-42; Maar wie volhardt tot het einde, die zal behouden worden. En dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde gekomen zijn. Wanneer gij dan de gruwel der verwoesting, waarvan door de profeet Daniël gesproken is, op de heilige plaats ziet staan (wie het leest, geve er acht op) laten dan wie in Judea zijn, vluchten naar de bergen. Wie op het dak is, ga niet naar beneden om zijn huisraad mede te nemen, en wie in het veld is, kere niet terug om zijn kleed mede te neme. Wee de zwangeren en de zogenden in die dagen. Bid, dat uw vlucht niet in de winter valle en niet op een sabbat. Want er zal dan een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is van het begin der wereld tot nu toe en ook nooit meer wezen zal. En indien die dagen niet ingekort werden, zou geen vlees behouden worden; doch ter wille van de uitverkorenen zullen die dagen worden ingekort. Indien dan iemand tot u zegt: Zie, hier is de Christus, of: Hier, gelooft het niet. Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan en zij zullen grote tekenen en wonderen doen, zodat zij, ware het mogelijk, ook de uitverkorenen zouden verleiden. Zie, Ik heb het u voorzegt. Indien men dan tot u zegt: Zie, Hij is in de woestijn, gaat er niet heen; zie, Hij is in de binnenkamer, gelooft het niet. Want gelijk de bliksem komt van het oosten en licht tot het westen, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn. Waar het aas is, daar zullen de gieren zich verzamelen. Terstond na de verdrukking dier dagen zal de zon verduisterd worden en de maan zal haar glans niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen en de machten der hemelen zullen wankelen. En dan zal het teken van de Zoon des mensen verschijnen aan de hemel en dan zullen alle stammen der aarde zich op de borst slaan en zij zullen de Zoon des mensen zien komen op de wolken des hemels, met grote macht en heerlijkheid. En Hij zal zijn engelen uitzenden met luid bazuingeschal en zij zullen zijn uitverkorenen verzamelen uit de vier windstreken, van het ene uiterste der hemelen tot het andere. Leert dan van de vijgeboom deze les: Wanneer zijn hout reeds week wordt en de bladeren doet uitspruiten, weet gij daaraan, dat de zomer nabij is. Zo moet ook gij, wanneer gij dit alles ziet, weten, dat het nabij is, voor de deur. Voorwaar, Ik zeg u, dit geslacht zal geenszins voorbijgaan, voordat dit alles geschiedt. De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan. Doch van die dag en van die ure weet niemand, ook de engelen der hemelen niet, ook de Zoon niet, maar de Vader alleen. Want zoals het was in de dagen van Noach, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn. Want zoals zij in die dagen voor de zondvloed waren, etende en drinkende, huwende en ten huwelijk gevende, tot op de dag, waarop Noach in de ark ging, en zij niets bemerkten, eer de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn. Dan zullen er twee in het veld zijn, een zal aangenomen worden en een achtergelaten worden; twee vrouwen zullen aan het malen zijn met de molen, een zal aangenomen worden, en een achtergelaten worden. Waakt dan, want gij weet niet, op welke dag uw Here komt”.

maan

De maan zal haar glans niet geven

Lucas 21:7-36; “En zij vroegen Hem en zeiden: Meester, wanneer zal dit dan geschieden? En wat is het teken, dat deze dingen zullen gebeuren? Hij zeide: Ziet toe, dat gij u niet laat verleiden. Want velen zullen komen onder mijn naam en zeggen: Ik ben het, en: De tijd is nabij. Gaat hen niet achterna. En wanneer gij hoort van oorlogen en onlusten, laat u niet beangstigen. Want die dingen moeten eerst geschieden, maar dat is nog niet terstond het einde. Toen zeide Hij tot hen: Volk zal opstaan tegen volk en koninkrijk tegen koninkrijk, en er zullen grote aardbevingen, en nu hier, dan daar pestziekten en hongersnoden zijn, en ook vreselijke dingen en grote tekenen van de hemel. Maar voor dit alles zullen zij de handen aan u slaan en u vervolgen, door u over te leveren in de synagogen en gevangenissen, en u voor koningen en stadhouders te leiden om mijns naams wil. Het zal voor u hierop uitlopen, dat gij zult getuigen. Neemt u daarom in uw hart voor, niet vooraf te bedenken, hoe gij u zult verdedigen. Want Ik zal u mond en wijsheid geven, welke al uw tegenstanders niet zullen kunnen weerstaan of weerleggen. En gij zult overgeleverd worden zelfs door ouders en broeders en verwanten en vrienden, en zij zullen sommigen van u doden, en gij zult door allen gehaat worden om mijns naams wil. Doch geen haar van uw hoofd zal teloor gaan; door uw volharding zult gij uw leven verkrijgen. Zodra gij nu Jeruzalem door legerkampen omsingeld ziet, weet dan, dat zijn verwoesting nabij is. Laten dan die in Judea zijn, vluchten naar de bergen, en die binnen de stad zijn, de wijk nemen, en die op het land zijn, er niet binnengaan, want dit zijn de dagen van vergelding, waarin alles wat geschreven is, in vervulling gaat. Wee de zwangeren en de zogenden in die dagen! Want er zal grote nood zijn over het land en toorn over dit volk, en zij zullen vallen door de scherpte des zwaards en als gevangenen weggevoerd worden onder alle heidenen, en Jeruzalem zal door heidenen vertrapt worden, totdat de tijden der heidenen zullen vervuld zijn. En er zullen tekenen zijn aan zon en maan en sterren, en op de aarde radeloze angst onder de volken vanwege het bulderen van zee en branding, terwijl de mensen bezwijmen van vrees en angst voor de dingen, die over de wereld komen. Want de machten der hemelen zullen wankelen. En dan zullen zij de Zoon des mensen zien komen op een wolk, met grote macht en heerlijkheid. Wanneer deze dingen beginnen te geschieden, richt u op en heft uw hoofden omhoog, want uw verlossing genaakt. En Hij sprak een gelijkenis tot hen: Let op de vijgeboom en op al de bomen. Zodra zij uitlopen, weet gij uit uzelf, omdat gij het ziet, dat de zomer reeds nabij is. Zo moet ook gij, wanneer gij dit ziet geschieden, weten, dat het Koninkrijk Gods nabij is. Voorwaar, Ik zeg u, dit geslacht zal geenszins voorbijgaan, voordat alles geschiedt. De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan. Ziet toe op uzelf, dat uw hart nimmer bezwaard worde door roes en dronkenschap en zorgen voor levensonderhoud, en die dag niet plotseling over u kome, als een strik. Want hij zal komen over allen, die gezeten zijn op het oppervlak der ganse aarde. Waakt te allen tijde, biddende, dat gij in staat moogt wezen te ontkomen aan alles wat geschieden zal, en gesteld te worden voor het aangezicht van de Zoon des mensen”.

Op het eerste gezicht lijken dit gelijke profetieën, maar er zijn belangrijke verschillen. In de gelijkenis van Matt. 24 zegt de Heer dat als de gruwel der verwoesting op de heilige plaats staat, men moet vluchten naar het bergland van Juda, dat ten zuiden van Judea ligt, Matt. 25:15-18. Dat is ook te lezen in Openb. 12:6, waar de vrouw die Jezus heeft voortgebracht, vlucht naar de woestijn waar ze 1260 dagen wordt onderhouden.
Vaak wordt dit vers gelijk geschakeld met de vlucht van Lucas 21:20, maar die tekst is heel anders. Hier wordt niet gesproken over de gruwel, maar zodra, (dus de eerstvolgende keer) als men de legerkampen ziet rondom Jeruzalem men moet vluchten naar het bergland. Let op, dan zegt de Heer, vanaf die tijd (de dagen der vergelding) dat Israël verdreven wordt uit Jeruzalem totdat de tijd der heidenen is vervult.
Dit is dus een heel andere periode dan uit de gelijkenis van Matth.

In dit tijdperk van de vergelding hebben de Christenen en de Islamieten gevochten om Jeruzalem en is de strijd nog volop bezig, alhoewel Jeruzalem terug is bij Israël Als die dagen voorbij zijn gaat de Here in de gelijkenis in vers 25 ineens over naar de grote verdrukking die komt nadat de heidenen Jeruzalem is ontnomen. Dit is sinds 1976 weer het geval. Hieraan kunnen we zien hoever het is in de tijd van G’d.

Deze verdrukking is een oordeel van God en zijn kinderen hoeven dat niet mee te maken. Zoals Noach en Lot ook werden bewaard in het oordeel. God zelf kwam naar de aarde om hen te redden.
1Thess.5:6; We moeten wakker en nuchter zijn. 1Thess.1:10; wachten op de Zoon uit de Hemel. 1Thess.4:18; Elkaar vermanen in de hoop van Christus komst. 1Thess.4:15-17; Paulus ziet uit naar de komst van Christus. Openb.22:20; Kom spoedig Heer Jezus.
De taal van de in het N.T. over de komst is juichend en hoe anders over de komst van Jezus om af te rekenen met het ongeloof en opstand van de zondige mens. Ook de apostel Paulus zegt er komt een ogenblik dat de volheid der heidenen binnengaat en aldus zal gans Israël behouden worden. Rom.11:25.

Laten we eerst eens kijken wanneer de opname dan plaats kan vinden, voor welke gebeurtenis. We beginnen achteraan en wel bij Openb. 21:2; de oude aarde en hemel vluchten weg - En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; want de eerste hemel, en de eerste aarde was voorbijgegaan, en de zee was niet meer. Openb. 21:1; de bruid van het Lam, de stad van God. En ik zag de heilige stad, een nieuw Jeruzalem, nederdalende uit de hemel, van God, getooid als een bruid, die voor haar man versierd is.
Openb. 20:11 e.v.; de grote witte troon - En ik zag een grote witte troon en Hem, die daarop gezeten was, voor wiens aangezicht de aarde en de hemel vluchtten, en geen plaats werd voor hen gevonden. En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande voor de troon, en er werden boeken geopend. En nog een ander boek werd geopend, het boek des levens; en de doden werden geoordeeld op grond van hetgeen in de boeken geschreven stond, naar hun werken. En de zee gaf de doden, die in haar waren, en de dood en het dodenrijk gaven de doden, die in hen waren, en zij werden geoordeeld, een ieder naar zijn werken. En de dood en het dodenrijk werden in de poel des vuurs geworpen. Dat is de tweede dood: de poel des vuurs. En wanneer iemand niet bevonden werd geschreven te zijn in het boek des levens, werd hij geworpen in de poel des vuurs.
Het laatste oordeel komt dus nadat de satan voor een korte tijd is los gelaten.
Openb. 20:7-8. En wanneer de duizend jaren voleindigd zijn, zal de satan uit zijn gevangenis worden losgelaten, en hij zal uitgaan om de volkeren aan de vier hoeken der aarde te verleiden, Gog en Magog, om hen tot de oorlog te verzamelen, en hun getal is als het zand der zee.
Voor de duizend jaar zien we een groep die plaats neemt op de tronen en die het oordeel is gegeven. We lezen Openb. 20:4-6. En ik zag tronen, en zij zetten zich daarop, en het oordeel werd hun gegeven;(dit is de eerste groep) en ik zag de zielen van hen, die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het woord van God, en die noch het beest noch zijn beeld hadden aangebeden en die het merkteken niet op hun voorhoofd en op hun hand ontvangen hadden;(de tweede groep en dat zijn de martelaren uit de verdrukking) en zij werden weder levend en heersten als koningen met Christus, duizend jaren lang. De overige doden werden niet weder levend, voordat de duizend jaren voleindigd waren(de derde groep, de rest van de mensheid). Dit is de eerste opstanding. (Voor de eerste en de tweede groep). Zalig en heilig is hij, die deel heeft aan de eerste opstanding: over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn en zij zullen met Hem als koningen heersen, die duizend jaren. De derde groep staat pas op na de duizend jaar. De tweede opstanding.

Voor die duizend jaar lezen we over de opsluiting van de satan in, Openb. 20:1-3. En ik zag een engel nederdalen uit de hemel met de sleutel des afgronds en een grote keten in zijn hand; en hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en hij bond hem duizend jaren, en hij wierp hem in de afgrond en sloot en verzegelde die boven hem, opdat hij de volkeren niet meer zou verleiden, voordat de duizend jaren voleindigd waren; daarna moest hij voor een korte tijd worden losgelaten.
Voor de opsluiting lezen we dat het beest en de profeet worden veroordeelt. Openb. 19:19-21. En het beest werd gegrepen en met hem de valse profeet, die de tekenen voor zijn ogen gedaan had, waardoor hij hen verleidde, die het merkteken van het beest ontvangen hadden en die zijn beeld aanbaden; levend werden zij beiden geworpen in de poel des vuurs, die van zwavel brandt. En de overigen werden gedood met het zwaard, dat kwam uit de mond van Hem, die op het paard zat; en al de vogels werden verzadigd van hun vlees.

Dat oordeel over de trawanten van de satan volgt op de wederkomst van de Here, die dan al samen is met de heiligen we lezen, Openb. 19:11-16. De wederkomst van Christus met de heiligen. 11;- En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard; en Hij, die daarop zat, wordt genoemd Getrouw en Waarachtig, en Hij velt vonnis en voert oorlog in gerechtigheid. En zijn ogen waren een vuurvlam en op zijn hoofd waren vele kronen en Hij droeg een geschreven naam, die niemand weet dan Hijzelf. En Hij was bekleed met een kleed, dat in bloed geverfd was, en zijn naam is genoemd: het Woord Gods. En de heerscharen, die in de hemel zijn, volgden Hem op witte paarden, gehuld in wit en smetteloos fijn linnen. En uit zijn mond komt een scherp zwaard, om daarmede de heidenen te slaan. En Hijzelf zal hen hoeden met een ijzeren staf en Hijzelf treedt de persbak van de wijn der gramschap van de toorn Gods, des Almachtigen. En Hij heeft op zijn kleed en op zijn dij geschreven de naam: Koning der koningen en Here der heren.

De heiligen zijn al aanwezig bij het aanvaarden van het koningschap Een grote schare is aanwezig bij de aanvaarding van het koningschap; zo lezen we in Openb. 19:6-10.: En ik hoorde als een stem van een grote schare en als een stem van vele wateren en als een stem van zware donderslagen, zeggende: Halleluja! Want de Here, onze God, de Almachtige, heeft het koningschap aanvaard. Laten wij blijde zijn en vreugde bedrijven en Hem de eer geven, want de bruiloft des Lams is gekomen en zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt; en haar is gegeven zich met blinkend en smetteloos fijn linnen te kleden, want dit fijne linnen zijn de rechtvaardige daden der heiligen. En hij zeide tot mij: Schrijf, zalig zij, die genodigd zijn tot het bruiloftsmaal des Lams. En hij zeide tot mij: Dit zijn de waarachtige woorden van God.
Ook in Openb. 19:1-3 lezen we over de grote schare in de hemel. Hierna hoorde ik als een luide stem ener grote schare in de hemel zeggen: Halleluja! Het heil en de heerlijkheid en de macht zijn van onze God, want waarachtig en rechtvaardig zijn zijn oordelen, want Hij heeft de grote hoer geoordeeld, die de aarde met haar hoererij verdierf, en Hij heeft het bloed zijner knechten van haar hand geëist. En zij zeiden ten tweeden male: Halleluja! En haar rook stijgt op tot in alle eeuwigheden. En de vierentwintig oudsten en de vier dieren wierpen zich neder en aanbaden God, die op de troon gezeten is, en zij zeiden: Amen, halleluja!
De grote schare in de hemel is dus de eerst beschreven groep. We zien verschillende groepen, de schare uit de grote verdrukking als de tweede groep en de derde groep die dus op staat uit de doden bij het laatste oordeel. De eerste twee groepen zijn dus al in de hemel als Christus naar de aarde komt. 1 Cor. 15:51; zegt, Zie, ik deel u een geheimenis mede. Allen zullen wij niet ontslapen, maar allen zullen wij veranderd worden. Dat veranderen is overkleed worden met een nieuw lichaam. Bij deze opname zet Jezus zijn voeten niet op de Olijfberg, want het is een ontmoeting in de lucht, 1Thess. 4. Als de Here terug komt op de Olijfberg is dat samen met de heiligen.

Maar we moeten oppassen. Sinds de jaren "60 van de vorige eeuw is er een dijk doorgebroken in Europa t.a.v. de demonische machten, Christelijk Europa is geestelijk onherkenbaar veranderd in een periode van 30 jaar.
Om enkele voorbeelden te noemen: In 1966 werd de Satanskerk opgericht. In datzelfde jaar komt er een golf van drugs en seks uit Californië opzetten vanuit de hippie-beweging. De religies van het Verre-Oosten dringen door tot Europa. Mao roept de Grote Revolutie uit. Aan het eind van de jaren "60 krijgt het New-Age steeds meer invloed. In 1968 komt de "Wereldraad van Kerken" tot een dramatische koerswijziging en gaat in dialoog met alle godsdiensten en deze gelijk stellen aan de christelijke.
We moeten er op bedacht zijn dat er nog meer demonische machten op ons losgelaten zullen worden. Hebben we ons huis op de rots gebouwd? Dat is leven we met Jezus dagelijks, elk uur elk ogenblik, of is een enkele keer per week wel genoeg? Ik zeg u dat kan wel eens niet genoeg blijken te zijn. Wie niet dicht bij Jezus leeft zal worden meegesleurd worden door de wereld met zijn verlokkingen.
Hoe is ons leven, is dat rechtvaardig naar Gods eis? Want straks als we moeten oordelen over de volken, dan zal dat wel gebeuren door mensen die zich bekwaam hebben gemaakt voor die taak. Er kan toch geen (een hier en nu) corrupt levend mens op die positie worden geplaatst.

De Heer heeft in een gelijkenis gesproken over wat er in het laatst der dagen in vervulling gaat, want deze gelijkenis wordt uitgesproken direct na de rede over de laatste dingen. Waar zal het koninkrijk mee vergeleken worden.
Wie verwacht de Here terug? Alle meisjes slapen als de bruidegom komt om de bruid te halen, en als de roep klinkt, “Hij komt”. En alleen als onze lampen branden dan mogen we mee. Brandt uw hart van dat verlangen of vindt u het wel goed zo, en zijn er nog zoveel dingen die u had willen doen, want dat zijn redenen om geen gehoor te geven aan de uitnodiging voor het bruiloftsmaal, Matth. 22. en Lucas 14:15-24.

Nogmaals als in Openbaring 1, 2 en 3, over de gemeente wordt gesproken en als Johannes als lid van die gemeente naar de hemel wordt overgebracht is in het verdere deel van het boek nergens meer sprake van een gemeente op aarde. Ook schreef Johannes de brieven naar de gemeente tijdens zijn verblijf op aarde en het andere deel van het boek vanuit de hemel ziende op de aarde. In Openb. 11 wordt aan Johannes gezegd dat hij de tempel moet meten maar het voorhof niet die wordt door de heidenen vertreden.
Vaak wordt gezegd dat er eerst een derde tempel moet worden gebouwd als plaats voor de antichrist. Maar Daniël spreekt over het staan van de “gruwel der verwoesting” op de heilige plaats. Dat hoeft dus geen tempel te zijn. De Tempelberg is de heilige plaats, die nu nog wordt vertreden door de heidenen. Als er is dan een soort tempel of heilige plaats op aarde is, met heidenen in de voorhof. Maar de gemeente zelf heeft geen tempel nodig. Die draagt de Heilige geest met zich mee en het lichaam van de gelovige is zelf een tempel. 1 Cor. 3:16. Wel heeft de gemeente samenkomst-ruimtes (dat kan een schuur zijn of zelfs in de open ruimte), maar er is geen tempel voor ons op de aarde. De opmerking die we wel eens horen van het opgaan naar het huis van God is dan ook in zoverre misplaatst. Die tempel is er altijd geweest voor Israël.

In het laatste gedeelte na de brieven in Openb is er helemaal geen aandacht meer voor de gemeente, alles draait om Jeruzalem en Israël in de rest van het boek en om de oordelen van God.
Waarom zou de toorn van de Vader en het Lam, bij het openen van het zesde zegel, Openb. 6: 6,7 zich richten op de gemeente het “lichaam” van Christus? Het is toch minstens vreemd dat de Here zegt tegen de Israëlieten dat ze moeten vluchten en de gemeente “Zijn lichaam” geen enkele raad geeft.
Dat hoeft ook niet want wij zijn daar niet meer.
Ook wijs ik op de verzegeling van de honderdvier en veertigduizend uit alle stammen. Waarom deze mannen aanwijzen, als de gemeente nog op aarde is om te getuigen. Waarom de twee getuigen in Jeruzalem om te getuigen, als de gemeente nog op aarde is? Waarom als de twee getuigen opgenomen zijn dan die engel in de lucht die het evangelie verkondigd als de gemeente nog kan getuigen? Als deze allen reeds zijn gedood wie worden er dan opgenomen?

Jozef en Mozes worden door alle exegeten type voorbeelden van de Messias genoemd. Daar sluit ik mij bij aan en wat zien we: Jozef was de lieveling van zijn vader. Mozes een koningszoon.
Jozef door de broers verworpen en Mozes door zijn volk. Beide keren na lange tijd terug in het midden van hun volk. Jozef intussen naar de troon en Mozes als herder in Midian.
Beide waren intussen getrouwd, Jozef met Asnath en Mozes met Zippora. Zijn deze vrouwen die met de type Messias verbonden waren door de verdrukking van de hongersnood (die de broers moesten ondergaan ten tijde van Jozef), of door de verdrukking die Israël moest ondergaan (ten tijde van Mozes)? Nee zij waren daar niet bij.
Dat was de reden dat Stefanus het steeds over deze twee mensen had, om aan de joden te laten zien dat ze voortdurend de verlossers hadden afgewezen.

Nu is er een ander deel dat altijd wordt gebruikt om deze leerstelling onderuit te halen en dat is te lezen in Openb. 20:4-5; En ik zag tronen, en zij zetten zich daarop, en het oordeel werd hun gegeven; en (ik zag) de zielen van hen, die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het woord van God, en die noch het beest noch zijn beeld hadden aangebeden en die het merkteken niet op hun voorhoofd en op hun hand ontvangen hadden; en zij werden weder levend en heersten als koningen met Christus, duizend jaren lang. 5 De overige doden werden niet weder levend, voor dat de duizend jaren voleindigd waren. Dit is de eerste opstanding. 6 Zalig en heilig is hij, die deel heeft aan de eerste opstanding: over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn en zij zullen met Hem als koningen heersen, die duizend jaren.
Het gaat hier over diegene die deel hebben aan de eerste opstanding. Dit is dan de gemeente die opstaat uit de doden.
De eerste opstanding is dan de wedergeboorte, een geestelijke opstanding uit de dood. Hoe we diegene die dan weer afvallen moeten beoordelen?

Van de eerste groep die plaats nemen op de tronen daar wordt niet van gezegd dat ze wederom levend werden. Ook wordt van hun niet gezegd dat ze zielen zijn die wederom levend worden. Nee ze nemen alleen plaats op de tronen. Ze waren dus al overkleed.

De gelovigen uit de verdrukking horen waarschijnlijk ook niet bij de gemeente. Zij zijn de priesters van God en van Christus ze regeren met Hem als koningen op aarde die duizend jaar, en dat is denk ik de reden waarom ze wederom levend worden. Alleen de tweede dood heeft geen macht over hen. Ze leven maar kunnen niet meer sterven aan de tweede dood.

De gemeente hoort thuis bij Christus. Zij is niet van Hem te scheiden. Het lichaam is ondeelbaar.

De Syrisch- Orthodoxe traditie.
De tijd van de antichrist wordt in het Aramees “qi’amtho” genoemd. Er is een bekende gezegde binnen de Syrisch-Orthodoxe kerk. Deze gezegde wordt van vader op zoon doorgegeven. De gezegde luidt, “Zolang er een enkel goede Christen op deze wereld is, zal de qi’amtho niet beginnen”. Ik denk dat er niet veel mensen zijn die de betekenis van deze traditie hebben begrepen. De betekenis van deze traditie is namelijk het wegnemen van de goede Christenen naar de hemel! Dus als we de vraag stellen, “Wanneer zal de qi’amtho plaatsvinden”? Het antwoord dan zou zijn, “nadat de goede Christenen door Jezus zijn weg genomen”. (Opname).

Teksten: Matt. 24:21 - Joh. 14:1-3 - Rom. 14:10 - Thess. 4:14-16 - 1 Corr. 15:51-53 - 2 Corr. 5:10 - Openb. 11:15.

De terugkeer
De antichrist