www.wimjongman.nl

(homepagina)


Het mysterie van het verloren Jubeljaar: Deel 8 - Profetie herinnering

Door Bob O'Dell - 21 januari 2016

In ons laatste artikel introduceerden we een jubeljaar-profetie die zich als een bosbrand op internet verspreidde in de afgelopen jaren, en die werd toegeschreven aan Judah Ben Samuel, ook bekend onder de Joden als Jehoeda Hachassid. In dat artikel beloofden we, dat we nieuwe informatie zouden onthullen over de bron.

Die nieuwe informatie komt voort uit een ontmoeting die Gidon Ariel en ik hadden met Aviel Schneider, hoofdredacteur van het tijdschrift Israel Today, wiens vader Ludwig Schneider de auteur is van het oorspronkelijke artikel over de profetie in het maart-2008-nummer. Het was vanuit dit ene artikel waaruit elk ander artikel ontstond.

Later in dit artikel zal ik u vertellen over wat mij de meeste zorgen baart in deze hele situatie. Maar laat ik eerst beginnen met een citaat van de exacte woorden van Ludwig Schneider toen hij deze profetie voorstelde aan de wereld. Ludwig schreef in Israel Today op pagina 18 in het maartnummer van 2008 over Judah Ben Samuel:

"Voordat hij stierf in het jaar 1217, profeteerde hij dat de Ottomaanse Turken Jeruzalem zouden veroveren en de Heilige Stad zouden regeren gedurende 'acht Jubeljaren'. Een bijbels jubeljaar bestaat uit 50 jaar. Vijftig vermenigvuldigd met acht is gelijk aan 400 jaar.

Daarna zouden, volgens Ben Samuel, de Ottomanen uit Jeruzalem worden verdreven, wat niemandsland zou blijven gedurende één jubeljaar. In het tiende jubeljaar zou Jeruzalem terugkeren naar het Joodse volk, en dan zou de Messiaanse eindtijd beginnen.

Dit startte 300 jaar na zijn dood. Hij kon dus zijn profetie niet gebaseerd hebben op gebeurtenissen die hij had kunnen zien, maar alleen vanwege de resultaten van zijn studie, die op de Bijbel was gebaseerd."

Verderop in dit artikel schreef Ludwig Schneider de woorden die er de oorzaak van waren dat dit verhaal een eigen leven ging leiden in de komende acht jaar:

"Volgens deze tijdslijn is het mogelijk dat 2017 of 2018 een beslissend jaar voor Israël zal zijn, omdat het dan 70 jaar na 1947 is, met het besluit van de VN tot de vestiging van Israël, en 50 jaar na de hereniging van Jeruzalem."

Ludwig sloot zijn artikel af met de stelling:

"We weten niet de dag of het uur van zijn komst; we hebben het niet over de wederkomst van Jezus. We hebben het over Gods tijdschema voor Israël."

Nadat we dit artikel gevonden hadden en nergens ouder bronmateriaal konden vinden met betrekking tot deze profetie, nam Gidon contact op met het kantoor van Israel Today om te vragen wat de beste manier voor ons was om ons in verbinding te stellen met Ludwig. Het kantoor stelde voor dat we een e-mail zouden zenden, die zou naar hem worden doorgestuurd. We schreven met de vraag of hij bereid was eventuele aanvullende informatie te onthullen over de oorspronkelijke bron van de profetie. We kregen een bevestiging dat de e-mail naar hem was doorgestuurd, en vervolgens wachtten we ongeveer 10 dagen op een antwoord. Op dat moment belde ik Aviel Schneider op, zijn zoon, met de vraag ​​om zijn hulp. Aviel vertelde me geen antwoord van Ludwig te verwachten, maar zegde toe om Gidon en mij te ontmoeten in de kantoren van het tijdschrift in Jeruzalem om ons verzoek over de nadere bronnen te horen.

Hij begon met zijn frustratie uit te drukken, en zei: "Zeven jaar lang sprak niemand met ons over dit onderwerp, tot een paar maanden geleden." We waren verbijsterd om dit te horen, gezien het feit dat Google meer dan 60.000 webpagina's over dit onderwerp vindt.

Aviel bevestigde dat het artikel van maart 2008 de enige keer is dat zijn vader ooit heeft geschreven met deze profetie als onderwerp.

Gevraagd naar de bron van de profetie vertelde Aviel ons dat zijn vader een grote collectie van joodse geschriften in de Duitse taal had. Aviel gelooft dat het materiaal voor de voorspelling uit die bibliotheek kwam.

Had Aviel ooit de specifieke profetie zelf gezien? Nee.

Toen vroeg ik de belangrijkste vraag waarvoor we gekomen waren. Zou Aviel bereid zijn om aan zijn vader te vragen om het boek te lokaliseren waarin deze profetie werd geschreven? Op mijn vraag reageerde Aviel in het Hebreeuws naar Gidon. Gidon draaide zich bij het horen van dat antwoord naar mij en zei in het Engels: "Ik vroeg mijn vader om het te zoeken en hij zei: 'Met zo veel boeken, ik zou niet weten waar het staat'."

Sterker nog, terwijl Ludwig Schneider een zeer scherpe geest heeft, (hij schrijft nog regelmatig voor Israel Today), is hij wel ouder en acht jaar geleden is een lange tijd. Verder kunnen we allemaal de beslissing begrijpen en waarderen van een zoon om zijn bejaarde vader te beschermen tegen degenen wier vragen ongetwijfeld de stress zou verhogen. "Ik zorg ervoor dat hij beschermd wordt", vertelde Aviel ons.

Eigenlijk is de inzet hoger dan deze reeks van Jubeljaar-artikelen van ons. Het belangrijkste punt is dat we geen verslag hebben kunnen vinden waarin deze profetie wordt besproken door Joden vóór 2008. Het Joodse volk waardeert en respecteert de geschriften van hun wijzen. Ze zouden met grote dankbaarheid alle nieuw ontdekte geschriften ontvangen van één van hun grootste wijzen, vooral na de verwoesting van zoveel boeken door nazi-Duitsland in de Holocaust. Het is duidelijk dat hier geen tegengestelde Joodse motieven zijn, maar profetieën van joodse wijsgeren worden soms uitgesproken, dat is geen nieuw inzicht. En deze Joodse profetie zou, indien bevestigd, niets anders dan eer brengen aan het Joodse volk en aan Judah Ben Samuel - als hij het schreef.

Luister goed, door dit in twijfel te trekken, spreek ik geen beschuldiging uit naar Ludwig Schneider! Ook is er geen gevaar dat dit artikel hem ooit zal bereiken, volgens zijn zoon. Ludwig heeft positief geschreven over Israël reeds meer dan 40 jaar en dat moet al enorm veel respect afdwingen. Hij mag in vrede leven. Laten we allemaal de wensen van zijn zoon volgen en hem in vrede laten leven! Maar ik kan spreken uit eigen ervaring over hoe makkelijk feiten of data vermengd raken als we kijken naar het oude bronmateriaal. Ik schreef ooit een artikel dat oude Nederlandse bronnen gebruikte om nieuwe inzichten aan te bieden over de activiteiten van de Nederlands Hervormde kerk in Indonesië in de vroege jaren 1800. Echter, en dit is het belangrijkste punt, omdat ik mijn bronnen onthulde, was een christelijke onderzoeker in staat om erop te wijzen dat ik mijn bron dubbel moest controleren. Tot mijn ontzetting had hij het absoluut correct, en ik moest snel een herroeping publiceren en dienovereenkomstig mijn aanvankelijke claims matigen. Het was zeer vernederend op zijn zachtst gezegd.

Maar nu, in het geval van deze Jubeljaren-profetie hebben we het over een situatie die ingewikkelder is: een oude profetie eventueel in Middeleeuws Hoogduits geschreven, die nooit letterlijk werd geciteerd, maar alleen geïnterpreteerd en vertaald in het Engels. De vertaling gebruikte toen de term "Ottomaanse Turken", iets wat niet aannemelijk is tijdens de levensduur van Yehuda Ben Samuel. U kunt zich herinneren uit ons laatste Jubeljaar-artikel, dat het "Ottomaanse Rijk" is opgericht door - en vernoemd naar - een man die pas geboren werd 40 jaar na de dood van Judah Ben Samuel. Daarbij waren de Turken zeer verdeeld en voortdurend afnemend tijdens het leven van Ben Samuel. Dus is de noodzaak om te kijken naar de exacte woorden die in het oude Duits gebruikt zijn, en om ze te bezien in hun context, van cruciaal belang! Bovendien, boeken waren zeldzaam en meerdere auteurs hebben vaak hun geschriften gecombineerd tot één werk, en dat gedurende een periode van jaren, waardoor de auteur en de datering minder zeker zijn.

(Jeruzalem )

Jeruzalem in 1916, in de nadagen van het Ottomaanse Rijk. Foto: Wikicommons.

We kregen geen toestemming om zelf te zoeken naar dit citaat en sloten af door aan Aviel te vragen of hij zelf bereid was om de bibliotheek van zijn vader te doorzoeken naar deze profetie. Hij zei ons: "Zelfs als ik het vond, zou ik besluiten om er niet over te schrijven", waarbij hij uitlegde dat dit kwam vanwege frustratie over de manier waarop in het verleden artikelen werden gepropageerd door de christelijke media. Hij sloot af met: "In dit geval staat u op u zelf. Wat wij hebben geschreven, hebben wij geschreven."

Wat betekent dit alles met betrekking tot deze serie Jubeljaar-artikelen? Het betekent dat het feit dat Jeruzalem werd herenigd in 1967 reden genoeg geeft om nauwlettend te kijken naar de gebeurtenissen in 2016 en 2017 (49 en 50 jaar na die datum). Een dergelijk onderzoek vereist geen nadere motivering.

En over deze profetie? Totdat iemand een oud geschrift ontdekt dat de woorden "Jeruzalem", "acht" en "Jubeljaar" bevat in dezelfde zin van een groter werk, en dat werk afgeeft voor onderzoek, zal deze profetie moeten worden beschouwd als zijnde een gerucht. Hoe graag Joden ook zouden willen zien dat er meer eer naar een vrome joodse man zou gaan, en hoe graag christenen een profetische aanwijzing willen dat er een aantal fantastische gebeurtenissen zullen plaatsvinden met betrekking tot Israël of Jezus' komst in de komende twee jaar, we moeten allemaal afzien van het gebruik van deze profetie om dergelijke claims te versterken. Het moet niet meer worden verspreid tot de oorspronkelijke bronnen worden gevonden.

Werden er fouten gemaakt? Naar mijn mening zijn er twee fouten gemaakt. En de verwarring die we vandaag erover op internet hebben, is het resultaat van beide.

Ten eerste zou het wenselijk zijn geweest als Ludwig Schneider zorgvuldig de bron van de profetie had gedocumenteerd in zijn oorspronkelijke artikel, met inbegrip van de vermelding van de woorden in de oorspronkelijke taal, gezien het feit dat hij een baanbrekend onderzoek opvoerde.

Ten tweede - en dit is wat me het meest zorgen baart - is de uitspraak van Aviel: "Zeven jaar lang sprak niemand met ons over dit onderwerp." De belangrijkste verspreiding van deze profetie begon, voor zover ik kon zien, in 2010, toen een pastor stelde dat de Grote Verdrukking zou moeten beginnen in 2010 en dat Jezus dus zou terugkeren in 2017, volgens de profetie van Judah Ben Samuel (Ludwig zelf deed geen dergelijke claim). Het aantal webpagina's, artikelen en video's begon daarna snel toe te nemen.

Waarom heeft niemand gevraagd om het oorspronkelijke bronmateriaal te zien? Het is waar dat in de afgelopen jaren veel blog-artikelen de profetie in twijfel hebben getrokken. Die negatieve blog-artikelen waren zelfs meer stimulans om naar de bron van de geschriften te vragen! Aviel Schneider, de directeur van Israel Today heeft ons verzoek voor een ontmoeting niet afgewezen. Integendeel, hij ontving ons snel, en natuurlijk voelde hij zich niet goed over de situatie. Had er maar iemand aan gedacht om te vragen naar het bronmateriaal binnen die eerste paar jaar, dan zou het verhaal van deze profetie niet in het ongewisse zijn gebleven.

We moeten deze onderzoekszaak nemen als een aansporing om meer te communiceren met andere christenen dan we nu doen, net zoals Jezus voor ons gebeden heeft in Johannes 17:

"...opdat zij allen één zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U." Johannes 17:21 HSV.

Nogmaals, ik zal hier niemand specifiek de schuld geven omdat het "verbinden" van beide partijen vraagt om akkoord te gaan - één is niet genoeg. Misschien is het feit dat u en ik niet verbonden zijn mijn schuld en niet de uwe.

Maar aan de positieve kant vind ik het fascinerend dat ons onderzoek naar deze bronnen kwam als resultaat van een evangelisch christen en een orthodoxe Jood die zich gingen verbinden, in een poging om de waarheid achter het Jubeljaar te vinden. Het was een controle door Gidon aan zijn kant, en het onvermogen om de Joodse bronnen over de Judah Ben Samuel-profetie te vinden, wat ons waarschuwde om op zoek te gaan naar de bron. Zonder hem zou ik hebben aangenomen dat de oorspronkelijke Joodse geschriften al eeuwen bekend waren geweest.

Misschien kan het idee van een Jood en een christen die samenwerken een vruchtbaar model zijn in dit soort van gevallen in de toekomst. In de tussentijd suggereerde Gidon dat we een van de meest beroemde citaten van Abraham Lincoln in het achterhoofd moeten houden, die hij ooit eens zei: "Geloof niet alles wat je leest (op het internet)!"

De volgende keer

In het volgende artikel zullen we onderzoeken of er iets van historisch belang gebeurde 49 of 50 jaar vóór de cruciale Balfour Verklaring in 1917, terwijl we doorgaan met het zoeken naar aanwijzingen, en samen het Mysterie van het Verloren Jubeljaar zullen verkennen.

Bron: Mystery of the Lost Jubilee: Part VIII – Prophetic Memories - Israel News